Zaterdag 25 April. 1885. i K Engelschc zeden. FEUILLETON. Ds Geschiedenis van esn Viool. Uitgever: L. J. VEERMAN Heusden. I t&*S 1 VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Franco per post zonder verhooging. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. y Bmnenlandsche A D V E R T E N TIE N waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven worden slechts tweemaal in rekening gebracht. Bij toezending gelieve men vooral duidelijk den naam van den Uitgever op het adres te stellen. II. Dat alles kon buiten rekening blijven, wanneer het niet een feit was dat het recht, den verbreker eener trouwbelofte aan te klagen, door het vrouwelijk geslacht zoo dikwijls op onverantwoordelijke wijze als afpersingsmiddel misbruikt werd. Niet zel den bedreigen vrouwen, die een scherpen blik op zaken hebben, mannen, tot wie ze in zeer twijfelachtige verhouding staan, met een proces tegen verbreking der trouwge- lofte en persen hen aanzienlijke sommen af, ofschoon haar geen beloften gedaan zijn, dewijl zij wel weten dat de heeren der schepping in die gevallen niets meer schu wen dan publiciteit. Andere speculatieve avonturiersters, op de galanterie der gezworenen rekenende, lokken door koketterie en huichelarij een belofte van trouw uit en zich daarna in haar waar licht vertoonende, stellen ze een proces tot schadevergoeding in. Voor eenige jaren geschiedde het, dat een monster van een man de liefde eener rijke dame verwierf, waarna hij haar openhartig bekende, dat 'them alleenlijk om haar geld te doen was. Zij verbrak terstond de be trekking en hij klaagde haar aan. Het gerecht zou hem met smaad en schande hebben afgewezen, doch de bitter bedrogen dame wilde hare persoonlijke aangelegen heden niet voor 't publiek brengen daarop rekende de schelm natuurlijk en kocht het dreigend proces voor 12,000 van hem af. Dergelijke misbruiken zijn krachtige gron den waarop sedert eenige jaren om ophef fing van dit recht gevraagd wordt. Binnen een tijdsverloop van zes jaren heeft, indien we ons niet bedriegen, vijf malen het per soonlijk initiatief getracht, daaraan een eind te maken, doch 't is niet mogen gelukken daarvoor in 't parlement een meerderheid te vinden. Sommigen willen de wet niet geheel opheffen, slechts verzachten en slechts tot vervolging het recht geven, indien een ge schreven huwelijksbelofte overgelegd wordt daardoor zouden veel meineeden en schan dalen voorkomen worden- Veel praktischer echter dunkt ons het voorstel van den solicitor der Britsche re geering, sir Farrer ITerschell, dat slechts geprocedeerd mag worden wanneer wezenlijk stoffelijk nadeel toegebracht is; een geldelijke tegemoetkoming voor zielsverdriet of voor hevige gemoedsaandoening komt evenmin hier te pas als bij de ontbinding van andere overeenkomsten, welke ook. Wie in dit op zicht misdrijft, moge door de verachting der wereld getroffen, het offer door medelijden en sympathie in 't gelijk gesteld worden. Ondank, gemeenheid en andere zedelijke ondeugden vallen niet in de termen eener landwetde straf daarop is vastgesteld in het onbeschreven wetboek der zedelijkheid. In zulke zaken pleegt de maatschappij de beste rechter te zijn. Het krachtigste argument tegen de voor trouwbelofte verkregen schadeloosstellingen schijnt ons daarin te liggen, dat de meeste verlovingen, althans die van geldjagers en jaagsters, daarom te niet gedaan worden, wijl de eene partij erkent, dat de tweede niet bij haar past. Voor de verloving leert men uitsluitend de goede of voorgewend goede eigenschappen van de andere partij kennen de schaduwzijde valt eerst later in 't oog. Waarom zou derhalve een en gagement in Engeland niet even straffeloos kunnen afgemaakt worden als op het vaste land!, En dat te eer, omdat daar een een maal gesloten huwelijk slechts uiterst moei lijk kan ontbonden worden. Niet zelden gaat iemand uit vrees voor het Damocles-zwaard, dat hem in de ge daante van een trouwbreukproces boven het hoofd hangt, een verbintenis aan, waar van hij te voren overtuigd is, dat ze voor beiden ongelukkig zal worden. Hoe kan zoo'n toestand voor de hooge rechterstoel der zedelijkheid bestaan menig man, die eene hem niet passende bruid niet huwen, en evenmin zich bloot stellen wil aan ge rechtelijke vervolging, wordt door de wet gedwongen den huichelaar en lafaard uit te hangen, en met allerlei voorwendsels de argelooze bruid jaren lang op te houden, tot hij eindelijk toch nog een andere huwt en aan de eerste meer schade berokkent, dan wanneer hij vroeger tot scheiding was overgegaan. Dat uitstellen baart in Engeland geen verwondering, omdat daar verlovingen van twee, drie, ja vijf of meer jaren niet zeld zaam zijn. De voorstanders der wet beweren dat in vele gevallen de vrouw bij verbreking der trouwbelofte, haar uitzichten verliest en ze dus van de voordeelen beroofd is, die een huwelijk aanbrengt. Daargelaten echter dat een deel der gekrenkten, die 't om deze voordeelen te doen is, zich door een ander huwelijk daarvoor schadeloos stelt, zijn deze uitzichten toch niet door een geldsom te bepalen, of slechts in de gevallen waar 't om geld en eigenlijk niet om den man zelf te doen is. Een ware vrouw zal, gelijk de beroemde rechtsgeleerde sir Henry James zoo juist zegt, geen betaling verlangen daarvoor //dat 't haar niet toegestaan wordt den man te huwen, die haar niet trouwen wil." In plaats van hem of zijn geld na te loopen, zal ze blijde zijn dat haar een ongelukkige, een gedwongen of niet op wederzijdsche achting steunende echt bespaard blijft, en zou ze daarvoor betaling vragen? In het oude Griekenland bestond de ge woonte dat bedrogen of teleur gestelde ge liefden zich op het eiland Leocas (thans St. Maura), van een vooruitstekende rots in zee stortten. Sappho, Hero, Melissa, Kleara, Eunika en na hen een groot aantal mannen, waag den den //sprong der geliefden." Die niet gedood werd, was genezen van zijne of hare liefde. Vier-vijfde deel der moedigen 5) De snaak nam met een sierlijken zwaai zijn kalen hoed van het hoofd en begroette Angelina met eene buiging. «Vergeef me,® zeide hij, »dat ik mij hier op uw weg geplaatst heb. Maar ik dacht dat eene visite in uwe woning u nog minder aangenaam zou zijn. Gij hebt beloofd...® viel zij in, en hare stem ha perde door de geweldige aandoening, waaronder zij leed. «Ik heb beloofd, kind inderdaad! En ik zou zeker ook gaarne mijn woord gehouden hebben. Gaarne Dat is onjuist. Maar uit plichtgevoel, omdat ik eenmaal beloofd had, mij niet weder aan u te vertoonen.® Hij haalde de schouders op en streek met den ivoren knop van zijn rottingje linksen rechts zijn knevel op. «Is het mijne schuld als de omstan digheden machtiger zijn dan mijn wd. Ik ben helaas! voor het oogenblik in de treurige noodzakelijkheid, een beroep te moeten doen op de hulp eener vrien din, die trouwens naar ik zie® hij wapende zijn oog met het lorgnet en fixeerde mij met een onbe- schaamden blik die het trouwens al heel goed schijnt te hebben getroffen. Wilt gij zoo goed zijn mij voor te stellen?® Angelina sloeg geen acht op die uit noodiging. Wat verlangt ge van mij?® vroeg zij op een toon van onbeschrijfelijke verachting. Hij glimlachte en liet een dubbele rij onberispelijk gesoigneerde tanden zien. «Geld, kind! ,T t mijn engel wat anders als geld Eene 1j|i voor vr/i daag tot morgen te leen natuurlijk. Als gij zelf ooit eens verlegen mocht wezenUw ge leider zal zeker met alle plezier «Zwijg, ellendeling!® beet zij hem toe. «Geef hem wat wij hebben, Barbara alles. Ik wil het: alles! En laat mij nu gaan.® Zij snelde voort, terwijl de oude met een diepe zucht een klein beursje in de hand van den modepop leeg schudde. Ik volgde haar en haalde haar spoedig in. Zij snikte luide en heftig. «Angelina,® vroeg ik, «wie is die man, die het waagt Zij wenkte mij met de hand, dat ik blijven zou. «Wilt ge mij geene opheldering geven, Angelina Zij schudde het hoofd en snikte luider. «Maar wat moet ik van dit alles denken «Het ergste,® riep zij; «het ergste! Om allerhei ligen wil vraag niet verder.® «Ik wil weten, Angelina «Wat behoeft ge nog meer te weten? Het is uit tusschen ons geheel uit. Niet eens meer zooveel als ik gehoopt had NeenNiets, niets blijft er voor ons over. Vaarwel, en laat mij mijn noodlot dragen. Ga heen, mijnheer, ga heen En als gij in uw eigen oogen niet verachtelijk wilt worden, zoek mij dan niet weder op.® Zij ontrukte mij de vioolkast en verwijderde zich met haastige schreden. Ik werd aangegrepen door het onbestemde en toch mijn wil overhecrschende ge voel, dat ik achter moest blijven, dat het werkelijk uit was tusschen ons. Ik bleef een poos staan, staar de voor mij heen op den grond en beet mij op de lippen. De oude Barbara ging mij op een afstand voorbij. Ik riep haar terug, maar stom als altijd zet te zij haren weg voort. Het ontbrak mij ten eenen male aan de noodige geestkracht om haar te dwin gen, mij te woord te staan. Toen ik een eind weegs stadwaarts voortgewandeld was ik was werkelijk te moede als iemand die half slapende langs een onbekend pad gaat kwam de walgelijke kerel naast mij loopen. Hij noemde een Poolschen adelijken naam en vierde terstond zijn tong den vrijen teugel: «Nu ziet ge eens wat er van iemand van mijn stand worden kan, als de fortuin hem den rug toekeert. Ik weet wie gij zijt ik heb er naar geïnformeerd. Jammer dat ge niet een paar jaar vroeger te Weenen zijt gekomenWij zouden ongetwijfeld in de salons van de eerste families kennis gemaakt hebben. Ik speelde toen een rol in de wereld en stuurde een heel aardig vermogen op de fideelste wijs naar de maan. Zie mij daarom echter niet voor lichtzinnig aan, ik moest nog van een rijken oom erven, een oude vrijer, die aller akeligst hoestte. Is het mijn schuld dat hij zoo gek was en op een mooie danseuse verliefd werd, haar trouwde, haar zijn geheele kolossale fortuin vermaakte, en mij met stichtelijke verontwaardiging de deur liet uitgooien toen ik hem onder het oog wilde brengen dat hij mijn toekomst op zijn geweten had Toen hij stierf was ik edelmoedig genoog om zijne weduwe mijne hand aan te bieden, schoon ik destijds reeds in de kluisters der liefde smachtte Mijn oom, die mij nooit goed heeft mogen lijden, had haar echter een zoo diepen afkeer van mij ingeboezemd, dat al mime beminnelijke hoedanigheden daardoor verduisterd moeo en worden. Zij schonk hare hand aan mijn grootsten vijand, een Servischen bedelvorst, die mij niet kon vergeven dat ik hem bij een zekere jonge en zeer schoone dame de loef afgestoken had.Hij knipte bij dim woorden veelbeteekenend met het rechteroog en sl^ek belfhgelijk met de hand langs zijn baardje. /m mijlen er niet verder over spreken ik wil niets verraden. Het feit bestaatik heb een vermogen doorgebracht in de teleurgestelde verwachting, door eene rijke erfenis alles vergoed te zullen krijgen, en eensklaps was ik een bedelaar een bedelaar, mijn heer, met al de manieren en behoeften van een rijken ridder een bedelaar met een rok en verlakte laarsjes aan. Ik werd een speler niet uit harts tocht, waarachtig niet. Maar hoe moet men in mijne po sitie met een schijntje van fatsoen aan den kost komen Het zal mij in uwe oogen niet vernederen als ik be ken dat ik slechte zaken doe. Ik speelde te eerlijk, ik speelde slecht. Men speelt altijd slecht als men in nood zit en geen spitsboef worden kan. Zoudt ge u zelf niet eens willen overtuigen, mijnheer, dat ik al h e: slecht speel? In het koffiehuis daar ginds, met die roode lantaarn boven de deur, ben ik bekend. W it ge Ik wees hem onmiddelijk af met een gebaar, waaruit hij kon opmaken, hoe onbeschaamd ik zijn voorslag vond. Hij begreep mij terstond. «O, gij behoeft u niet te geneeren orn er met mij binnen te gaan,® verze kerde hij lachend. «De kastelein kent me er zijn nu geen menschen, en men laat ons dadelijk in een klein kamertje, waar wij bij een flesch uitstekenden llongaarschen, zooals ge zeker nog nooit geproefd hebt, alleen zijn. 't Is maar een aardigheid het /.al bij u toch niet op een paar dukaten aan komen.® «Ik speel niet, mijnheer,antwoordeik, beslist wei gerend. «Dat wil zeggen: gij speelt niet met mij,® gig- gelde hij. «Enfin, dan zullen wij niet spelen. Laten wdan alleen een glaasje van dien werkelijk super be. i wijn drinken. De kastelein krijgt hem direkt van de bron.® «Ik drink ook niet, mijnheer.® van ileiisdcii en Allena, LAHËSTRAIT EN BOMHELERVMËB

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1885 | | pagina 1