No. 387.
Zaterdag 20 Juni.
1885.
Het leger in China.
FEUILLETON.
Uitgever: L. J. VEERMAN Heusden.
VOOR
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 8 maanden f 1.Franco per post zonder prijs-
verbooging.
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
Binnenland;.che A I) V E R T E N T IE N
waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven
worden slechts tweemaal in rekening gebracht. Bij
toezending gelieve men vooral duidelijk den naam
van den Uitgever op het adres te stellen.
(Slot).
Toch vreezen we dat al deze mensch-
lievende bedoelingen jammerlijk zouden
voorbijgezien worden indien China een
maal tegenover een vijand te staan kwarn,
die door dergelijke regelen niet gebonden
werd. En van wien zal het vooral in
Europa op zulk een vriendelijk oorlog
voeren rekenen kunnen De Chineezen
zijn dan ook niet altijd in hunne oor
logen naar de. beginselen dezer instructie
kunnen te werk gaan.
Van Keizer Yung-Tsching bestaan tien
militaire geboden waarbij in de inleiding
het gebod gevoegd is, dat deze door alle
soldaten in 't geheugen zullen geprent
worden, ook door hen die niet lezen kun
nen. De bevelhebbers behooren te zorgen
dat ze in ieder huis te vinden zijn.
Deze krijgsartikelen zijn eenvoudig zede-
kundige voorschriften, die in iederen stand
hooge waarde hebben, doch als grondslag
voor eenige legerorganisatie hebben ze geen
waarde.
Omtrent de manier van oorlogvoeren
zijn de voorschriften van den Chineeschen
generaal Seraa opmerkenswaardig. Zij zijn
geheel ingericht op een verdedigingsoorlog
en hunne toepassing in een oorlog tegen
Europeanen zou voor de Chineezen jam
merlijke gevolgen hebben. Men vindt daarin
o. a. deze tactiek.
Vrij naar RICHARD V 0 S Z.
9>
Het was een vermoeiende tocht, de reis dwars door
de steenwoestenijen van het gebergte en dat met een
vracht op het hoofd. Maar haar gemoed was zoo be
zwaard dat zij voor lichamelijke inspanning geen ge
voel had. In geiijkmatigen tred, de armen over elkan
der geslagen, steeg zij over steengruis of door de
droge beddingen der beken steil opwaarts. Niet met
een enkelen blik te overzien, lag diep beneden haar
in nevelachtige omtrekken het Romeinsche land, aan
den horizont vloeiden zee en hemel in een lichtende
streep samen.
Van tijd tot tijd deed een eenzame herdershut,
tegen de rotsen als vastgeplakt, zieh aan haar oog
voor, of ontwaardde zij een herder, in zijn schapen
vacht gekleed, die, op zijn langen staf leunend, het
oog hield op zijne grazende kudde en de eenzame
wandelaarster een zwaarmoedig ritornell toezong, maar
geen antwoord ontving.
Scharen bruin gevederde berghoenders liepen dwars
over het pad dat zij volgdein het gras ritselden de
lacerten,fonkelend tusschen de bloemen en het geu-
Nadat de verschillende legerafdeelingen
hare stelling hebben ingenomen en de ge
lederen gevormd zijn, mag geen alarm ge
hoord worden. Ieder moet opmerkzaam
stilstaan en zich voorbereid houden op het
eerste teeken, ieder bevel te volbrengen-
Bij het aanvallen moet het signaal duidelijk
de richting aangeven. De soldaat zal met
waardigheid voortschrijden, echter zonder
zwaarmoedigheid, moedig, doch zonder
overijling. Op het teeken //voorwaarts,
maakt men slechts een bepaald aantal
schreden, waarna men staan blijft en de
knieën buigt alsof men ging zitten. In deze
positie blijft men tot een volgend bevel
gegeven wordt. Wanneer de vijand zich
voortbeweegt, zullen de Chineezen onbe
weeglijk blijven staan en hem laten naderem
De moed zoowel als de vrees hebben beide
toegang tot de menschelijke ziel door de
oogen de oogen moeten derhalve werk
zaam zijn door diegenen op te zoeken, die
men als offer kiest. Soldaten, door den
aanblik des vijands tot schrikken geneigd,
zullen weinig uitrichtentroepen daaren
tegen, die zonder onrust te toonen, den
vijand laten aanrukken en geen beweging
maken noch hun verdedigingsstelling prijs
geven, dat zijn troepen die met orde den
slag kunnen aanvangen.
De Chineesche slagorde heeft de gestalte
eens vogels of die van den draak hunner
wapenschilden. De zwaar gepantserde troe
pen vormen het lichaam des legers. Die
ter rechter- en linkerzijde zijn voor 't leger
wat de vleugelen voor den vogel zijn. Met
behulp der vleugels verplaatst de vogel
zich met spoed van de eene naar de andere
plaats, in welke richting hij verkiest. Door
middel der legervleugels kan ook de aan-
voerder zijn volk in iedere verkieselijke
stelling brengen. De kracht en de vlugheid
der beweging hangt van de sterkte van de
vleugels tot de grootte van 't leger af. De
eerste worden daarom gevormd uit de best,
gedisciplineerde soldaten, terwijl de ruiterij
het geheel als een wolk omgeeft. Volgens
de voorschriften behoort de aanvoerder voor
de slag aanvangt een kleine rede te hou
den om de soldaten moed in te spreken
en nog eenmaal op hunne plichten tegen
over het vaderland te wijzen.
Daarop zullen de troepen in langzaam
tempo zich voortbewegen, om den adem
niet te verliezen en 't bloed koel te houden.
De ruiterij echter zal de lucht van krijgs
rumoer en wapengekletter doen weergalmen.
De zwaar ge wapenden rukken op des vijands
midden aan en verduren den eersten stoot,
waarop de aanvoerder zeer nauwkeurig be
hoort te letten. Alle signalen worden met
den trommel gegeven. Wanneer gedurende
den nacht een aanval moet ondernomen
worden, krijgt ieder soldaat een prop in
den mond, die zij steeds aan een snoer
om den hals behooren te dragen, opdat zij
geen woord spreken en de paarden een
knijper op den neus, opdat ze niet brieschen.
Niemand mag in den slag het hoofd
wenden om te zien wat achter hem ge
schiedt hij gebruikt de oogen om te dooden
tot hij zegeviert of sterft. Hij mag echter,
zelfs niet in de hitte van den strijd, een
vijand verslaan die zich overwonnen ver
klaart. In oorlogstijd zullen hoogeren en
lageren hetzelfde voedsel ontvangen, omdat
ze dezelfde gevaren hebben uit te staan.
Alles wat tot de uitrusting behoort, de
kleedingstukken, de wapens, helmen, pant
sers en schilden moeten zorgvuldig onder
houden worden. Een oogenblikkelijk schijn
bare besparing op de leger-uitrusting kan
de treurigste gevolgen na ich sleepen. De
mensch, zegt generaal Serna zeer terecht,
heeft nooit lust tot sterven indien hij zon
der smaad zijn leven behouden kan. Deugd,
dapperheid en vaderlandsliefde leiden tot
verachting van gevaar en heldendood. Doch
steeds behoudt de mensch in den grond
zijns harten een afkeer, die hem doet sid
deren wanneer het noodlottige oogenblik
genaakt waarin hem de dood wacht. Men
mag alzoo niets verzuimen om den soldaat
zekerheid te geven en zooveel beschutting
als mogelijk is, om hem voor den dood
door 's vijands hand te vrijwaren en alleen
een deugdelijke bewapening kan hem deze
beschutting verleenen.
Het Chineesche leger telt nog onder zijn
hulpmiddelen den alouden strijdwagen, die
midden onder de vijanden gereden, groote
verwoestingen kon aanrichten. Tegenover
het snelvuur onzer Europeesche armee's
echter zou de werking van niet veel betee-
kenis zijn. Eer zou men nog iets uitrichten
met de tijgergarde, eveneens een eigenaar
digheid hunner leger-inrichting. De man
schappen dezer garde zijn in tijger- en pan
tervellen gehuld. Zij werpen zich met ver
schrikkelijke geluiden en in de vreemdste
sprongen tusschen de vijandelijke ruiterij
en brengen de paarden tot schrikken. Zij
zijn met sabel en schild gewapend en met,
ronden helm bedekt, die twee zijklappen
heeft als ooren gevormd.
De sabel wordt bij alle Chineesche troe
pen met het gevest naar achter gedragen
en achter den rug uitgetrokken. Kruit
wordt niet gegevenieder soldaat maakt
zijn eigen kruit.
De officieren ondergaan een zwaar exa
men, gedurende hetwelk ze ieder in een
cel worden opgesloten. Hun geleverd werk
wordt eerst gecopiëerd voor dat het onder
de oogen der commissie komt, opdat de
uitslag geheel onpartijdig zij.
Sedert kort heeft de Chineesche regee
ring besloten het geheele leger te hervor
men naar Europeesch model en te brengen
rige kruid, met al de kleuren van den regenboog
uit het donkere, woeste struikgewas doken half wilde
bergschapen op en hoog boven de verhevene woestenij
beschreef een adelaar zijne kringen.
Soms kwam zij langs een steenhoop waarop een ruw hou
ten kruis zich verhief, door de winterstormen bijna omver
geworpen; dat was de plaats waar iemand vermoord was.
Bij elk dezer gedenkteekens dacht zij aan de beide
anderen, die eenmaal voor twee verslagenen zouden
worden opgericht. Zij zag ze in de toekomst ver
rijzen, maar hoe ze haar inwendig visioen volgde, het
derde graf kon zij niet ontdekken.
Met de zilverkleurige pvramide van den Genaro
voor oogen, schreed zij altijd verder, zonder zich
rust te gunnen. Toen de middagzon brandend begon
te stralen, bereikte zij het rotsplateau, waar de herders
van Montocelli hun kamp hadden opgeslagen.
Carlo ontving zijne zuster alsof hij lang op haar
of liever op haren korf had moeten wachten. Hij
stond niet eens op van het plaatsje, waar hij tusschen
lavendel en kruizemunt een groot gedeelte van den
dag siësta hield, maar groette haar in liggende hou
ding. Doch hij moest toch eindelijk wel zien, welke
verandering er met haar had plaats gehad.
Is vader dood
»Ja, gisteren begraven, moeder ook.#
Carlo begon luid te huilen.
Maar een half uur later verlangde hij ongeduldig
dat Sibylle eindelijkvuur zou aanleggen, om eenige
van de gedroogde forellen, zijn lievelingsgerecht, in
olie te braden.
Zij had met dat doel inmiddels reeds droog rijs
gezameld.
Terwijl zij den maaltijd gereed maakte, begon Carlo
opnieuw te snikken en zich als een ondeugend kind
op den bodem rond te wentelen. Zijne zuster smeekte
hem op vleienden toon toch niet te schreien, maar
intusschen sprongen haar zelf de tranen uit de oogen
en weende zij zacht.
Van hare plaats bij het vuur sprak zij hem aller
lei troostwoorden toe.
Moeder is gestorven als eene heilige. En wat heeft
zij mij voor haar sterven ai niet gezegd
«Wat?# vorschte Carlo. «Heeft ze ergens geld
verstopt? Is het veel? Hoeveel wel?#
Hij was zoo opgewonden, dat hij inderdaad zelfs opsprong.
«Bah, geld! Als gij geld hebben wilt, dan kan ik
u genoeg bezorgen.#
«Gij? Houd mij niet voor den gek, verstaat ge!«
Woedend en teleurgesteld wierp hij zich weer op
den gi'ond, zonder er verder naar te vragen wat
zijne moeder Sibylle op haar sterfbed had' medege
deeld. Misschien had zij haar opgedragen, hem haren
zegen over te brengen voor den echten Itaiiaan
echter is geld de eenige zegen.
Sibylle hield haar broeders stilzwijgendheid voor
eene nieuwe opwelling van boosheid. Om zijne ge
dachten te verzetten, droeg zij het heerlijk riekende
vischgerecht op. Terwijl zij dat deed, zeide zij schijn
baar onverschillig
«Als ik u was, zou ik wel weten, wat mij te
doen stond.#
Carlo had een honger als een paard en wist der
halve zeer goed, wat hem op dat oogenblik te doen
stond. Sibylle vulde uit den lederen zak zijne veld-
flesch, zette zich tegenover hem op een rotsbrok en
was de oplettende getuige van zijn heldendaad, n.l.
de geheele pan alleen ledig te eten.
Voor zich zelf had zij een stuk brood gesneden, tot
groot genoegen van Carlo.
«Ja, als ik u was,« zoo begon zij opnieuw, terwijl
zij geen oog van hem afwendde, «danEen
jongen als gij vindt men in geheel den Kerkdijken
staat niet. Ik bleef stellig niet in Tivoli. Wat zoudt
ge er dan ook moeten beginnen!#
«Wat ik zou beginnen, wel.
«Als ik in uwe plaats was, ging ik naar Aquila
daar wonen ook Cesana's.Zij wachtte angstig
wat hij hierop antwoorden zou. Toen hij bleef zwijgen
en hij wist wel waarom vervolgde zij met
een zucht: «Of, als ge geen lust hebt om naar
Aquila te gaan, ga dan naar de Abruzen. Daar is
een man die een goede buks voert, meer dan een
burgemeester.
Carlo vergat van verbazing het stuk dat hij in
zijne hand had in den mond te steken.
«Ik geloof dat de duivel in u gevaren is,«
bromde hij.
«De goede jongen,# dacht Sibylle, «hij wil niet van
mij scheiden, de Madonna zegene hem er voor.# -
Om haar doel te bereiken moest zij hem echter het
vuur na aan de scheenen leggen. Zij vervolgde
«Of wilt ge het geheele jaar door in de Oliveta's
arbeiden? Want als ge in Tivoli blijft, moet ge
werken.#
Dat schot had getroffen. Hij werd kennelijk on
rustig, want hij wist dat zij een ijzeren wil had.
Wordt vervolgd.
Het hier bedoelde dier is vermoedelijk de Lacerta virides,
eene hagedis die in Italië veel voorkomt, prachtig groen is
met zwarte vlekken en aan de buikzijde prijkt met het schit
terendste rood. Vert.
O O