Zaterdag 19 December. Antigone No. 439. FEUILLETON. Uitgever: L. J. VEERMAN, neusden. DE DWEEPERS. VOOS Dit blad verschijnt ellten WOENSDAG en Z ATERÜA G. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Franco per post zonder prijs- verhooging. Ad verten tiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. Binnenlandsche A1) V E Li T E N T I E N waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven foorden slechts tweemaal in rekening gebrae'U. Bij toezending gelieve men vooral duidelijk den naam van den Uitgever op het adres te stellen. 18) LEOPOLD YON SJACHER MASOCH. Dragomira gaf ditmaal verder geen antwoord en het gesprek nam eene andere wending. Toen liet tijd was om op te stappen, haastte Sessawin zich, om Dragomira haren pelsmantel om te slaan, en geleidde haar toen aan zijn' arm door de helder verlichte en drukke straten naar de markt, waar de vermaarde menagerie in een houten kermistent hare voorstellingen igaf. De vertooning was afgeloopen, slechts eenige le- tdigloopers en straatjongens stonden nog voor den in gang en bewonderden de beschilderde zeilen, die daar waren opgehangen. Een in het rood gedoste neger ge leidde Dragomira en Sessawin naar binnen. Karow ïjide thans op hen toe en vervulde met veel hoffelijk heid de rol van cicerone. Nadat het tweetal al de dieren in oogenschouw had genomen, keerde Dragomira maar het hok van den leeuw terug. i) Welke prachtige, fiere beesten,zeide zij.Wat doet gij toch om hunne woeste natuur in bedwang te hou den, mijnbeer Karow. Waarmede behccrscht gij hen Met mijne oogen en mijne stern,* antwoordde deze. Als gij het verlangt, wil ik u gaarne eene kleine jproeve van mijne kunst geven.* Neen, ik dank u,« gaf Dragomira ten antwoord, terwijl zij de edele dieren met hare oogen als verslond. Maar,* vervolgde zij bedaard, »zoudt ge mij willen toestaan mij zelf in het hok te begeven.* Welk eene gedachte!* riep Karow uit. «Gij weet niet met de dieren om te gaan en zoudt in een oogenblik door hunne klauwen verscheurd worden.* Toch zou ik het wel eens willen beproeven.* Gij steekt den draak met ons,* zeide Sessawin. Neen, ik ineen het in vollen ernst.* Maar ik bezweer u,« hernam Sessawin, «wees toch verstandiger, liet zou eene vreesclijke gedachte voor mij zijn, mij zelf als de onschuldige oorzaak van uwen dood te moeten beschouwen.* Ik zou gaarne willen weten, of God mij inderdaad voor groote daden bestemd heeft, dan of ik niets meer dan een onnut blad ben aan den hoorn des levens,* gaf zij ten antwoord. Zulke dolle waagstukken te beslaan,zeide Ka row, terwijl hij haar scherp in het gelaat zag, zou geen bewijs van moed wezen, maar veeleeer van krankzinnigheid. »Ik zou het eerder vertrouwen op Godnoemen, meende Dragomira. Indien God uw leven wil opeischen, heeft Hij de hulp van deze leeuwen niet noodig. Misschien toch wel,* mompelde Dragomira. »Het is of eene geheimzinnige macht mij aandrijft om tot eiken prijs deze kooi binnen te treden. Hoe dien inwendige» aandrang te verklaren Van tweeën één óf het is over mijn hoofd besloten dat ik hier mijn leven eindigen zal, of God wil mij een teeken ge ven en door een wonder Zijne almacht kenbaar ma ken. Laat mij naar binnen, Karow. Ik mag niet.* Gij moogt niet? Ook dan niet, wanneer ik het wil, wanneer ik het u beveel.* Wilt gij dan, het koste wat het wil, den dood in de kaken loopen?* sprak Karow met gedempte slem. Ik gelast u, het hok te openen.* Het zij zoo. Kom dan en wij zullen samen naar binnen gaan.* Neen,* sprak Dragomira, »ik ga alleen.* Karow zag haar smeekend aan, hij streed een zwaren strijd. Om Gods wil, sprak Sessawin thans, drijf het niet tot het uiterste. Welk eene bizarre grilGij pijnigt ons onnoodig. Laten wij gaan.* Ik wil het hok van den leeuw binnentreden,* herhaalde Dragomira. Let wel, ik alleen. Geef mij uwen zweep, Karow en doe open.* Gij moogt het niet doen, mijnheer Karow,* zeide Sessawin, maar zijne woorden maakten geen indruk. Karow stond reeds geheel onder den invloed van Dragoiriira's onwankelbaar vasten wilzij verlamde de zijne door haren blik en beheerschte hem, alsof hij een kind was. Zij strekte hare hand naar hem uit, hij reikte haar de zweep over; zij zette haar voet op de trap, welke naar de estrade voerde, die langs hokken liep, hij gaf haar de hand en onder steunde haar bij het opklimmen; zij wenkte hem, de deuren van den leeuwenkooi te openen en hij gehoor zaamde. Maar nauwelijk treden of hij haalde achter zijne beide rokzakken eene revolver te voorschijn en posteerde zich voor de tralies, met den gebiedenden blik vast op de dieren gericht en gereed om bij het minste gevaar vuur te geven. Sessawin daarentegen was sprakeloos en bleek, zijne oogen waren als vastgeketend aan de heerlijke ver schijning van het schoone meisje, dat in waanzinnigen overmoed wel is waar, maar toch trotsch en koelbloe dig te midden der rustende monsters trad. »0p!« riep zij, terwijl zij den leeuw de voet op den nok zette. »Allons! Scheurt mij in stukken!* Toen hief zij de zweep op, fluitend kliefde het werktuig de was zij het hok binnenge- liaren rug uit elk van Een opvoering eener beroemde tragédie in de Gxieksche taal, waarin zooveel schoons geschreven is, dat baar keunis terecht een vereischte is om eenigen wetensckappelijken graad te halen, is een bijzonderheid die ook buiten óns land de aandacht trekt. De toebereidselen hebben maanden geduurd en men had met groote bezwaren te kampen, doch die zijn, vooral door de goede zorgen en toewjjding van den nitnemenden rector Van Es, glansryk over wonnen. Het werk is door leerlingen van 't gym nasium in stndie genomen men kon daarvoor na tuurlijk geen acteurs van professie uitnoodigen. De muzikale leiding werd aan den hoer Dan. de Lange opgodrageu, die deze zaak met voorliefde en grooten ernst ter hand nam. Een eigenaardigheid nl. van d# Griekscbe treur spelen is, dat daarbij een koor behoort, hetwelk niet, zooals in opera's, nu en dan tor wille vau een schoone melodie, een lied zingt dat even goed kon wegblijven, doch dat deel neemt aan de han deling en als bestaande uit dienaren of vrienden en kennissen, raad geeft, opwekt, troost, waar schuwt en iu zangen uitspreekt, wat naar 'e dichters meeuing het publiek deukt en gevoelt. Het koor in do Antigone bestaat uit ouden vau dagen. Men heeft daartoe een zestigtal zangers uitgenoodigd, die nit liefde voor de kunst zich moeite wildon getroosten een zestal groote korob- in de Grieksche taal in te stndeereu. Dit koor krijgt oen plaats achter 't toonoel eu de heer De Lange heeft de electriciteit iu dienst gesteld om overeenstemming te brengen tnsschen dit eu 't orkest. Zoo zal door onderlinge samenwerking voor 't eerst in ons land een kunstwerk ten gehoore ge bracht worden, dat, hoewel meer dan 22 eeu won oud, niets vau zijn waarde verloron heeft. Hét leert menschen kennen van volkomen geljjke be weging als wijeen zuster, die uit hooger begin sel de wet overtreedt, eon vorst, zich door vast houdendheid aan de wet, rampzalig makende, lucht en kwam met snerpende slagen op rug eu kop van den leeuw en de beide leeuwinnen neder. Dof grommend ea knarsetandend kropen de geweldige dfo ren in een hoek, de leeuw echter mat haar met fon kelende oogen, geeselde den grond met zijn' staart en maakte zich gereed tot den sprong. Kom maar! kom, als gij durft!* riep Dragomira. Karow maakte zich gereed om te schieten; maar op het oogenblik dat de leeuw zieh op haar storten zou, stond zij tusschen hem cn het roofdier, zeodat* het hem onmogelijk was haar te helpen, liet tmisje intusschen had de zweep weggeworpen en breidde hare armen uit, als eene christen-martelares in de ariia, die den dood verwacht. »Ik sta in Gods hand!* riep zij uit. De leeuw lag nog altijd op den sprpng, maar op- e us voer er een schok door zijne leden eu langzaam o haar toe sluipend hief hij zijn kop op/zag haar la g en opmerkzaam aan, en legde zich daarna voor hue voeten neder. Doch toen ook rukte Karow de deuren open en trek Dragomira naar buiten. Zij lachte hem toe. Ik bewonder u,* zeide de dierentemmer. Het was verschrikkelijk, maar schoon,* riep Ses sawin, »maar verzoek den hemel niet ten tweeden male. Ik verlangde een teeken,* zeide Dragomira kalm, thans ben ik volkomen bevredigd; ik weet nu dit God mijne geringe krachten nog wenscht te ge- biuiken. Als het vooraf bepaalde uur van mijn dood slaat, zal Hij mij oproepen, eerder niet.* Zij gaf Karow de hand en zeide: »Ik betuig ju mijn' dank en verzoek u niet verstoord op my to zijn. Deze avond was de moeielijkste van geheel mijn leven, ik zal hem nooit vergeten,* antwoordde hij. en AUoa, OHHELERWAABD To Thebo regeordo koning Liïos. Kinderloos zijnde, ondervroeg hij liet orakel te Delphi dit beloofde hem een zoon met de verontrustende bij voeging echter, dat deze zijn vader om 'f, leven brengen eu zijne moeder huwen zon. Toon do voorspelling in zoover uitgekomen was dat hem een zoon eeboron werd, werd konim* Laï >s zóo beangst v or hot l »t. van zijn cuU: dat hij het kind door den herder Kitheron in do wildernis liet te vondeling legden, opdat het door wilde dieren verschmtd zon worden. De herder legde het kind in een bo oh neer eu verschool zich in do nabjjueiü, tot een man uit Korinthe daar langs kwam, wieti hij het kind wees. Deze, van medelijden bewogen, nam bet mede eu voedde het op. Daar de voetjes door bet, binden zeer gezwollen waren, noemde hij de kleine Oidipous. Toen Oidipous onder werd, ondervroeg ook bij het orakel naar den naam zijns vaders, doch daar tot hem dezelfde waarschuwing kwam als tot koning Laïos, onderdrukte bij zijn verlangen en ontvlood Korinthe. Op weg naar Thebo kwam bij in twist, met eeu bejaard man, die op reis naar Delphi was en de driftige jongeling sloeg den man dood. De onbekende was niemand anders dan koning Laïos, die 't orakel wilde raadplegen over een monster, do Sphinx, een leeuwin met vrouwen hoofd, bij Thebe op eeu rots zittende, die eiken voorbijganger een raadsel opgafindien deze bet antwoord schuldig bleef, werd bij van de rots naar beneden geworpen on verpletterd. De stad zon van dat monster niet bevrijd worden voor hot eeu antwoord ontvangen bad. Oidipous zet na den moord zijne reis voort en komt in Thebe. Daar werd spoedig bekend, dat de koning op weg vermoord eu door roovers uit geschud was gevonden en toen Kroon, de broeder van koningin Jokastó de regeoriug aanvaard had, liet deze bokeud maken dat hij, die het raadsel der Sphinx zou oplossen, de koniugin tot echtgenoot bekomen zou. De moedige Oidipous besloot de gevaarlijke proef te wagen, begaf zich naar de Sphinx en vroeg het raadsel. Deze gaf op Noem het dier dat 's morgens op vier, 's mid dags op twee eu 's avonds op drie boenen loopt. Oidipous antwoordde terstond »dat is do menscb, die in zijn jeugd op handen en voeten kruipt en oud geworden een slok behoeft.Do Sphinx was verslagen, zij stortte zich in den afgrond, Thebe jubelde ett Oidipous huwde zijn moeder Jokastó. Do echtgenooteu leefden in vrede eu eendracht en do regeering vau Oidipous was een zogen voor den Slaat. Uitliet h u wol jjk sproten vier kinderen, waarvan twee dochters, Antigone en Isrnené. Na twintig jaren echter, toen de pest groote verwoes tingen in Tuebo aanrichtte eu koning Oidipous ter afwering van 't gevaar net orakel niadpioogde, bracht dit het geheim aan bet licht. Ontzettend waren de gevolgen. Jokaslc verhing zirh van ver twijfeling eu Oidipon* «tak z'ch in wanhoop de oogeu uit en verliet Thebe, veracht eu vau allen verlaten, behalve van zijne dochter Antigone, die haren blinden, ongelukkigen vader op zijn zwerf- eidde on mot de uiterste t,tederheid ver- Do ongelukkige man vond oen onder komen te, Athene, waar bij eeu paar jaren later overleed. Na zijn dood keerde Antigone naar Thebe terug. Daar was intusschen twist ontstaan tusschen hare broeder Eieokles en Polunikes, die volgens afspraak om beurt zonden rogeeren. Toon do laatste aan do beurt was weigerde de eerste het bewind over te geven en Polunikes vluchtte naar Argos. Toen begon de bekende strijd der zeven vorsten tegen Thebe, die zeer ongelukkig voor de aanval lers afliep ze sueuveldeu op één na allen en waarin ook beide broeders omkwamen. De regeering kwam daarop weder in handen van Kreon en een der eerste regeeringsdaden van dezen vorst was het bevel het lijk van Eteokles mot alle eerbewijzen aan diens rang verschuldigd, te laten verbranden, doch dat van diens broeder Polunikes op het slagveld aan de raven ten prooi te laten. tochten gi zorgde. Doch het liefdevol hart van de zwaar beproefde Antigone kwam tegen dit bevel op. Zoo'n smaad, eon barer broeders aangedaan, kon zij niet dulden eu de liefde en de eerbied voor gestorven verwanten hooger stellende dan een menschelijke wet, sloop zij in den vroegen morgen, van de weduwe haars broe ders vergezeld, buiten de veste en droeg het lijk vau Polunikes op denzolfden brandstapel, die Eteo kles overschot zon vertereu. Doch toen den volgen den dag de vlammen ten homel sloegen, bleek het,, hoe vreeselijk de haat tusschen broeders is, want de vlam verdeelde zich voor bet oog der menigte in tweeën en scheidde hen, die bij hun leven twee drachtig waren, ook na den dood. Kouing Kreon was woedend over deze schending van het koninklijk bevel. Zelfs de tusschenkorast zijner ecktgenoote en zijns zoons Haemon, de vor- loofde van Antigone, vermocht niet hem zachter te stemmen ten opzichte der overtreedster zijner bevelen. Antigone wordt veroordeeld levend begraven te worden. De kouing door 't geweten verontrust en bestormd door verwanten en vriendeD, komt tot in keer, ijlt naar Antigone doch vindt slechts haar lijk. Zo had zich omgebracht en bij haar ljjk jam- merde Haemon. Ook deze brengt zich om 't loven en zijn moeder overleeft dit verlies niet. Dit is in 't kort de goschiedenis der ou elukkige Antigone, door den Griekschen dichter Sophocles tot onderwerp gekozen voor zijn meest beroemde tragédie. Echter komt bij bom het wonder op den brandstapel niet voor en laat hij A. haren beween den broeder begraven. Ofschoou voor velen puzer lezers deze episode uit de Griekscho overlevering stellig nieuw is, eisebt do opneming daarvan toch eonige toelichting. Te Amsterdam zal voor Kerstmis de feestelijke opening plaats hebben van het nieuwe Gymnasium eu bij gelegenheid daarvan zal den 18den Dec. iu den Stadsschouwburg het schoone werk van So phocles in de oorspronkelijke taal worden opge voerd. Was dat geen gebeurtenis voor het groote publiek om storm te loopen op 't Leidscho plein, voor de wetenschap in de schoone kunsten is ze van des te meer belang. DOOll i 111 ijJ.» jmmmmesmmmBmmmamsBfrn

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1885 | | pagina 1