1885. li# De Doctor. FEUILLETON. DE DWEEPERS. voo n nnwr Uit-ever: L. J. YTT/RMAN TTensdon. In ecno vergadering waar de partijen zoo ongeveer tegen elkander opwegen, is het natuurlijk hij gewichtige zaken van hoog belang, dat allen tegenwoordig zijn. Zelden zijn dan ook do leden in onze Tweede Kamer zoo goed opgekomen als in de laatste dagen. Herhaalde malen kwam het voor, dat er met een voltallige kamer gestemd werd. Leden, pas uit het ziekbed verrezen, waren op hun post. Een van onze courantiers schreef in zijn blad een hoofdartikel, getiteld de K on ing- Doctor. Met zijne gewone breedsprakig heid bewees hij daarin, dat tegenwoordig in Nederland het opperste gezag eigenlijk in handen is van den medicijnmeester. Deze heeft het in zijne macht eene partij in de minderheid te brengen, door de zieken die hij onder handen heeft, nog een beetje zieker te maken. Het staat er wel niet met dezelfde woorden, maar hot blijkt uit het verband, dat liet zoo bedoeld is. Het artikel verscheen juist in de dagen, dat de lieer Oldenhuis Gratama ziek was. Een soort vingerwijzing dus voor diens doctor. Toen wij het stuk lazen, moeten wij eerlijk bekennen, dat wij het wel een beetje gemeen vonden, en de slottirade, dat ook de doctors in dc hand van God staan, ver zoende ons nog niet geheel. Maar ook dachten wij toen, wat is het voor zoo'n schrijver toch gelukkig, dat wij in den nieuwen tijd leven, waarop sommigen toch zoo gaarne schimpen. Want als een hon derdvijftig jaar geleden of zelfs nog in onze eeuw, eens iemand aan een doctor tegen over een lid van de Regeering zoo'n soort van zijdelingschen raad had willen geven, wat zou hij er slecht zijn afgekomen; men vroeg niet wat er stond, maar wat er uit het gedrukte of geschrevene kon gelezen worden, wat er mee bedoeld kon zijn. Maar dat is voor den schrijver van Doctor- Koning of Koning-Doctor nu niet meer te vreezen. Men zegt slechts: „ik heb het in dien geest niet bedoeld" en men is wit als sneeuw. In sommige landen past men een aardige methode toe, wanneer hij het gelijk staan der partijen, één lid door omstandigheden afwezig moet zijn. Dan spreekt men af en van de tegenpartij blijft ook een lid weg. Deze zelfde wijze van handelen heeft men bij ons in de Tweede Kamer ook al eens toegepast.. Dat is in elk geval loyaal en liet toeval beslist dan ten minste niet over ge wichtige zaken. Maar altijd en overal is men zoo loyaal niet en zeer vreemde, soms grap pige, soms lage middelen werden of worden dikwijls gebruikt, om de tegenpartij ge deeltelijk weg te houden. Wij herinneren ons, dat Dickens ergers verhaalt, dat een di ligence-koetsier een heele diligence vol kie zers iu de gracht smeet, opdat zij te laat aan de stembus zouden komen. Maar dat gebeurde in Engeland, en vandaar kunnen zij ons wol wat wijs maken. Wij hebben in ons land ook wel voorbeelden van iets der gelijks, hoewel niet zulke krasse. In de f/Haegsc Schouburg" van Droste lezen wij van zulk een feit, dat te Dordrecht was voor gevallen De brouwer bleef dus in de kuip, tot dat de vergadering afgeloopen was. In een der steden van Zeeland gebeurde het op een andere manier. In een andere stad van Holland ging het nog anders Zulke zaken bracht men vroeger in prak tijk en zij zijn meer komisch dan laag. Een lid van de Vroedschap voor eenigo uren iu een brouwketel kiezers, die tegen hun wil een zeetochtje maken; eenige raads leden, die uit wandelen zijn geweest en bij hunne thuiskomst bevinden zich een half uur vergist te hebben door de sluwheid van den klokkenistdo goede uitslag van die listen moet aan de winnende partij een buiten gewoon pleizier hebben verschaft, en wij voor ons achten ze lang zoo erg niet, als de leugens, waarmede thans menigeen be dot en overgehaald wordt, om zijne stem te geven. Men behoeft slechts een stapeltje strooibiljetten tijdens de verkiezing te door snuffelen om lot de overtuiging te komen dat de vader der leugenen in zulke dagen hoogtijd viert. Maar meer nog dan dat alles hindert een artikel als dat van Doctoi- Koning. Daarin wordt met vroom gebaar op de afschuwelijkste zaken gezinspeeld. De argelooze lezer leest ze en zegt„het is zoo." Maar voor hen, die tusschen de regels weton te lezen, is het doel, dat met zulk schrijven beoogd wordt, niet verborgen. LEOPOLD VON SACIIER MASOCII. Amor's pijl. Zesin kwam van het exercitieveld. Hij was on aangenaam gestemd en vermoeid, en passeerde onver schillig de schitterend verlichte winkels, de equipages en de elegante dames, wier japons hem langs de beenen streken. Doch op eens klonk eene heldere, welluidende stem, hem van het andere trottoir toe, .en toen de jonge officier bleef staan, kwam Anitta, wan hare oude kamenier vergezeld, vlug en vroolijk top hem toe getrippeld. jWat doet het mij een genoegen, u hier te ont moeten* sprak zij, terwijl zij hem hare kleine hand reikte, wij gaan van avond naar dc opera. Gij koint toch zeker ook?» »Nu ik weet dat gij er heen gaat, natuurlijk wel. «En gij komt ons zeker eens een bezoek brengen in onze loge?» Indien gij het mij permitteert.» «Wel zeker!» Zesin maakte aanstalten om een eind aan het ge sprek te maken en haar niet langer op te houden. «Hebt gij dienst?» vroeg Anitta. «Waarom anders zoo haastig Vergezelt gij mij niet naar de pro menade?» «Met veel genoegen. Zij gingen vertrouwelijk naast elkander voort en babbelden onbezorgd. Midden op de promenade, daar, waar de ontbladerde boschages een natuurlijke be schutting vormden tegen nieuwsgierige blikken, bleef Anitta staan. »Zoo, nu kunt gij gaan, maar om zeven uur staat gij aan de trap, nietwaar? Ge zult opge togen zijn over mijn beeldig toilet. Hare stem klonk zoo vleiend en zoo kinderlijk on schuldig, dat Zesin zich niet weerhouden kon, haren mantel en handschoen weg te schuiven en een' kus op haren arm te drukken. «Hebt gij mij dan inderdaad lief?» fluisterde het meisje zacht. «Met geheel mijn hart.» «Ik u ook,« lispelde zij en zag hem in het gelaat met haar betooverendstcn blik. Toen knikte zij hem vriendelijk toe en verwijderde zich. Zesin bleef nog een oogenblik staan, keek haar na en zuchtte, doch het was geen zucht van zwaarmoedigheid, die hem ontsnapte, maar eene zooals meermalen aan onzen boezem ontwelt, wanneer wij ons recht welgemoed en gelukkig gevoelen. Dien avond stond hij met een kloppend hart in de vestibule van den schouwburg aan den voet van de met tapijten belegde trappen, en zag de elegante wereld van Ivievv langs zicli heen gaan. Geen enkele van de bevallige en rijk uitgedoste schoonen, schonk hij meer dan een vluchtigen en onverschilligen blik, ofschoon de knappe officier door ieder barer werd opgemcikt, en de eene trotsch het hoofd in den nek wierp, de andere gedwongen lachte en eene derde hem met uitladende, van moedwil fonkelende blikken aankeek. Eindelijk verscheen zij, die hij verwachtte en wel in gezelschap van hare moeder. Haar toilet was in derdaad allerliefst, eene japon van rose atlas met een korte sleep, eene sorti van witte gebrocheerde zijde met wit vossenbont oin/.et, eene witte roos in de hand en eene andere in beur donker haar. Er was moeielijk iets meer bekoorlijks te denken, dat dit contrast van winter en zomer. Anitta had den wach tende opgemerkt en knikte hem in het voorbijzweven vriendelijk lachend toe. lntusschen zat graaf Soltyk blasé en zich verve lende in zijne loge. Hij had de primadonna bloemen gezonden, maar in den grond van zijn har| gaf hij om haar even weinig als om de vele dames, die, op de met fluweel bekleede balustrades harer loges geleund, hare hinocle's op hem richtten. Na enkele oogenbiik- ken trad mevrouw Oginski met Anitta hare loge binnen, welke recht tegenover dc zijne gelegen was. Soltyk zag haar, en daar hij op het oogenblik niets 1 beters te doen had, richtte hij zijn' tooneelkijker op hare dochter. Anitta stond gedurende een oogenblik aan de ba lustrade, niet vermoedende hoe zij als de levende koopwaar op dc slavenmarkt, door verscheidene pan n oogen oplettend gemonsterd werd. Met graaf Soltyk had er inlusschen een algeheele ommekeer plaats gehadzijne wangen kleurden zich, zijne lippen heef den en de gloeiende oogen verslonden de bevallige gestalte, bijna nog een kind en bleven toen langen tijd op het schoone gelaat rusten, waarop de zonde noharen stempel niet had gedrukt. De ouverture begon en liep ten einde zonder dat Soltyk er iets van be- m akte. liet koor zong, de primadonna trad op, maar S iltyk scheen oor noch oog meer te bezitten en vruchteloos trachtte de anders zoo capricieuse en hoigmocdige zangeres zijne aandacht te trekken; hij st tai de nog altijd zoo oplettend in de tegenover lig gende loge alsof hij er zijne ziel in verloren had. Aandoeningen, welke hem tot nog toe onbekend wa- re i gebleven, slopen zijn hart binnen, zijn bloed be gon krachtiger te vloeien en zijne phantasie geraakte in werking. Hij was gewoon, al wat hem beviel ook dadelijk te kunnen verkrijgen het prikkelde zijne hoogmoed, dat hier de verhoudingen anders waren, ja, het scheen wel of het jonge meisje hem niet eens opmerkte. Hij, graaf Soltyk, de bezitter van millioenen, de mag- na.i, de veroveraar, de Adonis, was toch anders Dit, blad verschijnt clhcn W O E N S D A G en 7, A T E R D A G. Abonnementsprijs: per .'3 maanden f 1.Franco per post zonder prijs- verhooging. Advertent.iën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 et. Groote letters naar plaatsruimte Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. stukken tot Maandag en Donderdagavond 8 uur. Ingezonden Ecu voorval van ons' Eeuw moot hior niet zijn verzwegen, Do zaolclock lnijde vast, de ond-raedt wiert vergaert, Waarvan hot half getal, het ander eveuaort. Hot scheelt maar aan een stem, kan men die doen verliezen. Sal men door meorderheit een nieuw ïtegent verkiesen, Een brouwer, wel bekent in die voorname stadt, Die nevens andero in de Regetring sat, Wiordt door sijn knecht verkocht, die hem was komen seggon, Dat men oeu nieuwo lap moot op do bronw-kuyp leggen, De man vreest voor syn schaö, krijgt daetlijk een leer, Klimt op het leege vat, en glijt van boven neör. De kuegt draegt alios weg, daar hij was langs gestegen, Eu luystort nergens uaer, en laet zijn baes verlegen, Die riep vergeefs: Flip! en raokto daer niot uyt, Voor dat men op 't stadbuys geraekt, was tot besluyt. Men hoort ook over Zee van znlcke kunsten spreken, Daar list zig heeft bedient van diergclijcke strokon, Als do regeering daer oen tijt verordent luidt Tot bet volmaeken van do vroedschap van de Stadt, De minste stemmen, die niotsterekgenoegsig vonden, En door do regte weg niet overwegen konden, Lieten door een Kornet, die niemant hielt verdagt, Een deel der kieseren uytnooden op zijn jagt. De gasten komen 't scheep en wierdeu wel outfangeu, Wanneer zij door de wyn en vreugde syn bevangen, Ligt rueu hot anker op, hot zeyl wort losgemaeckt, En zy zyn zeewaerts in, uit het gesigt geraeckt. Hot was hun lief of loet, zij moeston spelovaeren, Men maeckt haer goede cier; die giam was moest bodaren, Maer voor den derden dag set niemaut voet aen landt, Hnn mackers sogten hen mot. ongednlt aen strandt, Eu moston zonder hen tot de vorkiesing komen, Gelyck bedongen was en men bat voorgenomen. Sy wierden overstemt en door het nieuw getal, Kreeg hnn gezag du krack en raokte aan lacger wal. Nog op een andero plaets had men met een besloten, Dat men op seeckren dag de vroedschap zon ver- grooten, En vullon het gotal, dat open stout, zoo ras De clock van twaeloven aldaar geslaegen was. Do leden van den Raedt, die niet gowaarschonwt waren, Syn landwaerts gegaou tot dat men sou vergaeren Het nerwerek van do Stadt wiordt onderwijl verstelt, Die3 het bestemde oer veel vroegor wierdt getelt, Als deze wandelaers sig hoven konden vinden. Om door de moorderheyt te stijven honue vrinden, Die waereu toen te swack, de keus was al gedaon, Eer dat d' afwesonden weer binno konden gaen. 18) DOOR liet bezit van eene wereld weegt niet op tegen uwe bekoorlijkheid. Voltaire's Pucelle.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1885 | | pagina 1