No. 446. Zaterdag 16 Januari. 1886. FEUILLETON. Uitgever: L. J. VEERMAN. Heusden. DE DWEEPERS. VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. Abo nnementsprijs: per 3 maanden f 1.Franco per post verhooging. zonder prijs- Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 et. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. PIT Binnenlandsche A D V E R T E N T IE N waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven worden slechts tweemaal in rekening gebracht. Bij toezending gelieve men vooral duidelijk den naam van den Uitgever op het adres te stellen. HONDEN EN KATTEN ALS ZINNEBEELDEN. Zoo vor de geschiedenis en de sage ons terug voeren in het verledon, ontmoeten wij den hond nimmer als een wild, een zelfstandig dier, doch steeds als den metgezel van don monseh en de zelfstandig levende, met het hondengeslacht ver wante dieren, wolven en vossen, zijn van den eigenlijken hond zoo verschillend, dat tor nauwer- nood aan afstamming van éón type kan gedacht worden. De hond verschijnt van de vroegste tijden af als symbool van goede eigenschappen, vooral van trouw en waakzaamheid. Reeds Homeras bezingt do trouw Van Odessens' hond die alleen na lang afzijn zijnen meester her kent, terwijl zijn onde voedster eerst de teekenen van zekere wond en de kloeke Penélope een ge heim teeken behoefde om zich te overtuigen dat de lang beweende weer teruggekomen was. Ook de vreeselijke Cerberus der onde godenleer, die den ingang tot de onderwereld bewaakte, was toch een symbool van trouw en waakzaamheid en zijne drie koppen beteekenden eenvoudig dat deze eigen schappen in driemaal versterkte mate aanwezig behoorden te zijn, waar hot de bewaking van het doodenrijk betrof. Op de oude, Egyptische graf- teekens van 3 tot 4 duizend jaren v. Chr. komen reeds beelden van bonden voor, en steeds als be geleiders van menschelijke wezens. Ook bij de ont dekking van Amerika vond men daar den hond reeds als huisdier in dezelfde verhouding tot den mensch als in onze streken. Afzonderlijk lovende Indianenstammen vereeren Bedert de vroegste tijden do honden als heilige 24) LEOPOLD VON SACHER MAS0C1I. Eene ziel gered. Een paar minuten later trad Dragomira naar bui ten en stapte met de waardin door de sneeuw en de poort uit, voor welke een kleine, met linnen over spannen wagen stond, zooals de joodsche kramers gewoonlijk gebruiken. De voerman was Juri. Zwij gend stapten de beide vrouwen in en het ellendige voertuig zette zich in beweging. Het sneeuwen had volkomen opgehouden, aan den hemel schitterden de sterren; toch was het donker en met alle voorzichtigheid kwam men slechts lang zaam vooruit. De wielen knoeperden in de sneeuw, dc paarden snoven. Zal hij geen achterdocht krijgenvroeg Drago- mira eindelijk. Wel neen,« antwoordde Bassi op spott.cnden toon, hij is volkomen verblind; die ontkomt ons niet meer. En waarom denkt gij dat hij argwaan zou kunnen krijgen Omdat gij hem voor een rendez-vous wel wat al te ver laat komen.» Ik heb hem wijs gemaakt dat het om mijn' man was, en dat moet hij wel gelooven.» Het was laat, toen de wagen voor de herberg stil hield en de twee vrouwen uitstapten. Ongeveer honderd schreden terzijde van den straatweg verhief zich de uitgestrekte, met slroo gedekte behuizing, die dieren en meenden dat de goden de gestalte van den hond aannamen, wanueer ze zich aan den mensch vertoonen wilden en men vindt in onde Peruaansche graven zorgvuldig bewaarde honden- mummiën. Bij de Grieken en vooral bij de Spar tanen gold do hond voor heilig en werd in de tempels van Ares een hond geofferd als een teeken dat juist in den krijg de eigenschappen van dit dier een zeer bijzondere waarde hebben. Ook op standbeelden eu grafteekens uit de middeleeuwen vindt men niet zelden een hond aan de voeten van bet beeld des gestorvenen uitgehouwen als symbool der tronw. Zelden slechts komt de hond als een symbool van vijandelijke machten voor. Dewijl hjj overal den mensch begeloidde, kozen de booze daemonen zijne gestalte om tot de menschen te naderen. Er zijn vele spookgeschiedenissen, waarin booze geesten als zwarte honden met vurige oogou verschijnen. De meest bekende en beroemde van deze is die van Fanst, tot wien de geest der hel, Mepbisto, kwam in de gedaante eens poedels eu den doct.er op zjjne tochten begeleidde. Doch in 't algemeen is de hond het symbool van tronw en waakzaamheid en waar hij optreedt als schade berokkenend, is dat het werk der booze machten, die den tronwen vriend van den mensch misbruiken. Een minder schoone plaats in de symboliek be slaat bet tweede huisdier, dat meest in de nabij heid van den mensch leeft, ofschoon het ook in volkomen wilden toestand voorkomt, de kat. In 't algemeen geldt de kat als symbool van valschheid, list en bedrog, doch hare zinnebeeldige beteekenis is veel meer uitgestrekt als die van den hond, met wien ze in gestadigen onmin leeft en zeer dikwijls worden aan katten ook goede, in 't bijzonder de oigenschap der voorspelling toege schreven. Doch daarvoor moet men naar de oudheid te rug; onze dunk van de katten is minder in hnn voordeel dan die der oude Egyptenaren, onder wie ze ook reeds 3000 jaren v. Chr. als huisdieren voorkomen. De soort echter verschilt van de onze, gelijk nit oude af beeldingon blijkt en komt overeen met die, welke nog heden in Soedan gevonden wordt. De kat was toen ter tijd een symbool van vrede en huiselijkheid, zij was den huisgoden heilig. Ook was ze gewijd aan de godin der maan en sterren. In de tempels der godinnen werden katten verpleegd en de beelden der godinnen versierd met edelge steenten in den vorm van lichtgevende kattenoogen. De voorname Egyptenaren lieten hnnne katten na den dood balsemen en te Bnbastis in onderaardsche gewelven bijzetten. De priesters namen het doen en laten der katten waar om daarnaar hunne voorspel lingen en orakelspreuken in te kleeden. Twee der meest beroemde goden van 't Egyptische volk wer den afgebeeld in menschelijke gestalte met katten- koppeu of geheel in kattengedaante. De mannelijke kat was de God der muziek, waarom is moeilijk nit te maken, misschien waren de katten van dien tijd groote liefhebbers van muziek of was hnn mauwen melodischor dan die van onze tijden. Mis schien hebben ze die eer wel te danken aan de onde sage van Orpheus, die het eerst door den leeuw en den tijger gevolgd werd, toen hij de gansche natuur, tot zelfs de steenen, bewoog door zijn tonen. De vrouwelijke kat was de godin der liefde en 't schijnt dat mon in 't oude Egypte de schoonheid der vrouw des te hooger schatte, hoe meer ze ge leek op eoue kat, want op oude beelden vindt men inderdaad vrouwelijke wezens met afgeplat voor hoofd en neus en breeden kin, volkomen gelijkende op den kop eener kat. Die een dezer dieren doodde, werd eveneens mot den dood gestraft en meestal behoefde 't gerecht zich niot in de zaak te mengen, daar 't volk den dader op staanden voet in stukken scheurde. Ook onder de Mohammedanen staat de kat in eere. Van Mohammed vortelt men dat hij eens toon een kat op een slip van zijn mantel te slapen lag, dien slip afsneed om 't dier niet te storen en dat de kat, wakker wordende, hem daarvoor, door op de achterpooten te gaan staan, dankte. Zijn volge lingen vereerdeu haar daarom. Te Caïro is nog een kattenhospitaal, dat zich in de liefde van alle in woners verheugt en de Turco's in Franschen dienst hadden in den oorlog tegen do Pruisen hnn lieve lingsdieren bij zich, die do verwouden woedende beten toebrachten. Bij de Romeinen waren de katten niet hooger in eer dan bij ons. Ze werden door hen slechts be schouwd als verdelgers van ratten en muizen. In Noord-Europa werden ze eerst verbreid in de tiende eeuw en hoewel hare goede eigenschappen op prijs gesteld werden, wekten ze toch afschuw op, door dien ze onder de heidenen zoo ho">g in eere gestaan hadden. De kat is steeds in onze landen het zinne beeld van valschheid geweest en het bijgeloof meende dat hooge geesten en de duivel zelf bij voorkeur hare gestalte aannamen en in deze gestalte met tooveraars en heksen nachtelijke feesten vierden. Niet zelden zijn katten gerechtelijk vervolgd en ver oordeeld om openlijk verbrand te worden. Toch heeft de kat zich gehandhaafd zoowel onder Ro- manen als Germanen, als der menschen trouwe huisgenoot. Het is bekend dat beroemde mannen, als Petrarca, Richelien, Colbert en anderen steeds katten bij en om zich hadden. Ook Paul do Koek en Victorien Sardon zijn groote liefhebbers van deze dieren. De kat heeft alzoo, gelijk men ziet, een meer bewogen geschiedenis dan de hond en zoo ze een maal op gelijken voet mot de heidensche godon verkeerd heeft, ze heeft daarvoor omgekeerd ook veel geleden en aau gruwelijke vervolging bloot gestaan. door een hoogen heg omgeven was. De honden sloe gen aan en de bundel verdord groen, die het huis als eene herberg aanwees, schommelde treurig heen en weer. De naaste omtrek van het gebouw was vlak en kaal, maar op eenigen afstand strekte zich een heuvelachtig terrein uit, dat dicht met naaldhout begroeid was. De waardin stiet de deur open en ge leidde Dragomira door de groote, met tabaksrook en brandewijnlucht gevulde gelagkamer, waar een oude israëliet juist zijn gebed deed, in een aardig, zin delijk kamertje, waarin zich een bed, een spiegel en een koffer bevond, welke laatste de kleederen bevatte, die Sergitsch gezonden had. Bassi stak eene kaars aan en liet Dragomira toen alleen. Deze begon zich haastig te verkleeden en, eer zij nog geheel gereed was, klonk de hoefslag van een paard en dadelijk daarop de stem van Pikturno, die de gelagkamer binnentrad. Bassi kwam door de half geopende deur naar binnen sluipen en gaf Dra gomira een' wenk dat zij zich stil zou houden. »llij is er,« fluisterde zij toen, «ik ga met hem in het aangrenzende vertrek. Door de reet in de deur kunt gij alles zien wat er gebeurt; maar vergeet niet, vooraf de kaars uit te doen.« Dragomira knikte en de waardin verdween weder. Het meisje voltooide haar toilet en laadde daarna hare revolver. De liefdezuster had zich veranderd in een schoone, kloeke amazone. Uit het aangrenzende vertrek drong het geluid van voetstappen tot haar door, daarop vernam zij den klank van Pikturno's slem, waarop een zacht gefluis ter volgde. Zij deed de kaars uit, trad op de teenen naar de deur en bracht haar oog voor de reet. Zij kon de kleine ruimte bijna geheel overzien. De kamer had twee uitgangen, de eene leidde naar i het vertrekje waarin zij zelve zich bevond, de andere naar de groote gelagkamer. Een venster dat met een dik, groen gordijn behangen was, kwam op het erf uit. Tegen het midden van den wand, die zich tegen over de bespiedster bevond, stond een ouden, met roode stof ovet trok ken divan, uit welken het paarde- haar door verscheidene gaten en scheuren naar bul- ten keek. Ter zijde daarvan bevond zich eene kast, waarop verscheidene glazen met ingelegde vruchten prijkten en voorts eene commode, met eene pendule en eenige porceleinen poppetjes vei's:erd. Bij het ven ster stond nog een stoel; dat was het geheele atneu blement. Bassi Rachelles stapte met hare handen in de zakken van haren pelsmantel de kamer op en neer, terwijl een spotachtig lachje bare volle lippen deed krullen. Pikturno zat schrijlings op den eenigen stoel en keek haar verbaasd aan. «Ge moet niet denken dat ik verliefd op u ben,» zeide de waardin. «Gij hebt mij om een rendez-vous verzocht, welnu, ik ben goedhartig en heb het u toegestaan. Doch daaruit volgt nog volstrekt niets, niet het minste. »Ik dacht, dat gij toch wel iets voor mij gevoelde, stotterde Pikturno blijkbaar zeer verlegen. «Voor u Bassi bleef recht voor hem staan en zag hem uittartend aan. «Geen zier!» «Om mij dat te zeggen, hadt gij mij niet hier behoeven te laten komen,» antwoordde Pikturno. «Daartoe bestond in Kiew gelegenheid genoeg.» «Hoe zoudt gij ook weten,riep Bassi uit, ter wijl zij hare eene hand in de zijde zette, «hoe zoudt gij ook weten, met welk doel ik u juist hier liet komen. «Ge zijt vandaag nukkig, geloof ik, lieve Bassi, sprak Pikturno en stond op om haar te omhelzen. Maar met do vlugheid van eene slang ontglipte zij aan zijne armen. «Baak mij niet aan,« riep zij en stiet hem terug. «Ik zie dat het heter is als ik maar weer vertrek. «Ga maar heen.Zij ging bij liet venster staan en keerde hem haren rug toe. Bassi Zij bewoog zich niet. Zijt gij boos op mij Wat scheelt er dan eigen lijk aan?» Op dit oogenblik werd er zacht tegen het venster geklopt. De waardin sloeg de gordijnen ter zijde en tikte eveneens tegen de ruilen. «Wat betcekent dat?» vroeg Pikturno. «Niets,gaf Bassi ten antwoord en zette zich op den divan neer, «kom maar hij mij.« Pikturno gehoorzaamde volgaarne en de bekoorlijke vrouw liet hem toe hare handen in de zijne te nemen. Dus toch alleen maar nukken «Misschien eene list.» «Met welk doel?» «Om u te vangen.» Mij Ben ik niet reeds lang uw gevangene, schoone Bassi Zeker,spotte zij, «maar het is niet genoeg dat de vogel in het net komt, eerst als het toegetrokken is, heeft men hem in zijne macht. En dat zal ik thans doen. «Wat bedoelt gij dan toch?» Zij zag hem aan met een zonderlingen blik, smach tend en valsch tegelijk en toen hij zijne armen om haar heen sloeg, haalde zij bliksemsnel uit de wijde mouwen van haren pelsmantel een strik te voorschijn, wierp hem dien om den hals en sprong op. «In Gods naam riep Pikturno. «Ge verworgt mij.» Op dit oogenblik werd de eene deur geopend en drongen de handlangers der waardin de kamer binnen. Het Land van lensden en Altena, DE LANGSTRAAT DE DOHHELERVAARD DOOR i/In eind'loos bloedvergieten stelt ge uw eer." Alfieri.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1886 | | pagina 1