1886 KENfÊRlNG™ FEUILLETON Uitgever: L. J. VEERMAN Heusden. DE DWEEPERS. VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Franco per post zonder prijs- verhooging. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. Bmnenlandsche ADVERTENTIEN waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven worden slechts tweemaal in rekening gebracht. Dij toezending gelieve men vooral duidelijk den naam van den Uitgever op het adres te stellen. In ons Indië kent men slechts twee jaar getijden, moesons geheeten, en wel den drogen of goeden en den natten of kwaden moeson. De tijden van overgang, van ken tering vallen in de maanden Ap il en Novem ber. Die kentering wordt gevreesd, dewijl juist dan, de hevigste regens vallen en de geweldigste orkanen woeden. Het komt ons zoo voor dat we hier te lande, met name in onze onderwijspolitiek thans ook zulk een kentering beleven. Of die ons zal brengen van den drogen in den natten moeson of omgekeerd, laten we op 't odgenblik in 't midden. Ieder heeft daar over zijn bijzondere meeningen en al stemt heel Nederland toe dat we op gebied van nijverheid thans den kwaden moeson hebben, zoodra er sprake is van onderwijs, zijn de meeningen zeer verschillend, 'tls de kwade moeson, roept een deel onzer landgenooten, terwijl 't andere deel meent dat we in den goeden veikeeren. Men is 'ter zelfs niet over eens aan welke meening de meerder heid toekomt. Tot voor zeer korten tijd hielden zij die de laatste raeening aankleven bij kris en kras staande, dat ze op den goeden weg zijn en tot geen prijs iets wilden toegeven aan de lieden van den overkant. De open bare school regel. De bijzondere uitzondering de eerste genietende de liefde der regeering, de laatste het toezicht de eerste bovendien zoo goedkoop mogelijk. Dit volgde, naar zij meenden uit de wet van 1878 en uit art. 194- onzer grondwet. Tot geen prijs iets toegeven op dit beginsel, was de leuze, hoe ook de tegenstanders pruttelden. Men vroeg gelijkstelling afgewezen men drong aan op subsidie niet toegestaan men eischte restitutie geen cent. De openbare school was 't palladium van ons volksonderwijs, en in den hevigsten strijd werd een nieuwe wet op touw gezet, be handeld en aangenomen. Ze zal echter evenmin als haar voorgangster volledig uit gevoerd worden. Want niet slechts dat de vijand nog even vijandig is, thans zijn ook de vrienden onder elkaar aan 'tdebat- teeren, op welke wijze aan den strijd een einde te maken is en wie had het in '78 durven voorspellen, ze zijn geneigd tot on derhandeling niet alleen, maar tot toe geven. Van verschillende zijden gaan er stemmen op tot verzoening, tot een vergelijk. De machthebbende partij zal iets van haar ge zag laten glippen en daarmee hoopt men de onderliggende tevreden te stellen. We constateeren dit feit alleenlijk, zonder in bespiegeling te treden over deze kente ring, de vermoedelijke gevolgen en de ge koesterde hoop van daardoor den strijd te beslechten. We bepalen ons dus slechts tot de kentering. Ieder kent art. 194 der grondwet. De schoolwet blijft in deze dagen buiten be spreking met het oog op de a.s. grond wetsherziening is thans alleen sprake van genoemd artikel, hetwelk inhoudt De regeering heeft daarvan een verbeter de lezing gegeven. Daarin blijft plaats voor alinea l. Het vervolg wordt aldus: 2. de inrichting van het openbaar onderwijs wordt door de wet geregeld. 3. De openbare scho len zijn toegankelijk voor leerlingen zonder onderscheid van godsdienstige gezindheid. 4. In of voor elke gemeente wordt lager onderwijs gegeven, voldoende aan de behoefte der bevolking. Het wordt, voor zooveel daarin niet op andere wijze is voorzien, van overheidswege verstrekt in openbare scholen; aldaar wordt het aan onvermogen- den kosteloos gegeven. Het vervolg is als boven. De groote inwendig verdeelde liberale Unie heeft ook hare stem laten hooren en voorgesteld in al. I het woord //openbaar" te doen vervallen en voorts uit te drukken (fat de overheid zich terugtrekt van het direct verschaffen van onderwijs daar, waar door bijzonder onderwijs in de behoefté vol doende voorzien wordt. In de algemeene vergadering echter is met 48 tegen 22 stemmen besloten art. 194 der tegenwoordige grondwet onveranderd te handhaven. Toch is, blijkens de stemming, de opinie zeer gewijzigd. Zeer geachte Unieleden en vele andere mannen van naam buiten de Unie, als prof. Van der Wijck, prof. Zaaijer, prof. Spruijt, Dr- Betz enz. zijn zeer bepaald tegen art. 194 gekant en willen op eenige wijze tegemoet komen aan hen, die dit artikel zoo niet ten hunnen gunste veranderd, dan toch gaarne ver dwenen zien. Naar de meeniug van vele der vroegere voorstanders moet de grondwet over het openbaar onderwijs zoo weinig mogelijk bepalen, opdat de gewone wetgever de handen vrij hebbe. Dat is ook de opinie van de //Standaard," het orgaan van Dr. Kuyper, die met bepaalde afbakening in de grondwet zeer weinig op heeft. Tot heden echter is nog door niemand een formule gevonden waarmee alle voor standers der openbare school meegaan. De een wil dit schrappen en dat behouden, de andere dit behouden en dat schrappen. Doch de kentering is er. Het besluit der liberale Unie beteekent in den grond der zaak niets. Bij den dag groeien de voor standers van een veranderd art. 194 aan. Hoe die 't eens zullen worden zal de toe komst leeren en hoe ze 't met de andere partijen eens zullen worden eveneens. We geven nog het woord aan een twee tal stemmen uit de wereld der openbare school. De eerste is het //Schoolblad," 't welk te Groningen uitkomt en druk gelezen wordt. Ook dat stemt thans toe dat de openbare school slechts voor een deel van 't volk geschikt is en 't niet aangaat het andere deel daaraan te laten betalen. Het spreekt onomwonden voor tegemoetkoming aan de tegenstanders. De tweede is niet een blad, maar een persoon, de heer de Hertog te Amsterdam, openbaar onderwijzer, die een poging tot bemiddeling wagende, een nieuw art. 194 voorstelt, waarin deze alinea de voor naamste is Van overheidswege wordt gezorgd dat er overal in het Rijk voor alle kinderen minstens goed lager onderwijs verkrijgbaar zij; hetzij door het oprichten van rijks- of gemeentescholen, hetzij door het subsi- deeren van bijzondere scholen, welke aan bij de wet te stellen voorwaarden voldoen. Hier leest men reeds van subsidie. De voorsteller kan nog wel niet op grooten aanhang rekenen, maar 't feit dat een open- 33) LEOPOLD VON SAC11EU MASOCII. De Proeftijd. Gedurende hetzelfde wintersaisoen, waarin het bo ven beschreven bal bij graaf Soltyk plaats had, kwam ook aan Henryka's vader,, den heer van Markany, de beurt Om zich door de een of andere festiviteit te do'en gelden. Hij verklaarde, zich voor eene sledevaart naar zijn landgoed, Romschin genaamd, dat achter 'Myschkow aan den grooten heirbaan lag, op vier uren afstand van Kicw. Onder de genoodigden bevond zich ook Zcsin Ja- dewski. Dragomira had Henryka bevolen hem op haar lijstje te plaatsen en deze had zich beijverd aan dat gebod te voldoen. Toen hij de trappen voor het hoe renhuis besteeg trof hij Dragomira aan op het terras. Hij herkende haar eerst, toen zij hem glimlachend tegemoet trad en hqm hare hand toe stak. Zij zag er in haar groen zijden pelsmantel met de zware gou den tressen en met haar hoog gepoederd kapsel dan ook zonderling genoeg uil, een bloeiend lentelandschap dat met sneeuw bestrooid is. Zesin aarzelde de toe gestoken hand aan te nemen. «Het schijnt wel dat gij mij niet meer kent,» sprak zij in spotzieken luim. «Dat zou niet zoo onmogelijk zijn,gaf Zcsin ten antwoord. «Reeds de helft van wat men van u ver telt, zou onbegrijpelijk zijn. Gij hebt reeds eene gan- sehe reeks gedaante verwisselingen ondergaan.» «Wat ben ik dan zoo al geworden, laat hooren. «Eene dame uil de groote. wereld!» «Dat was uw eigen begeerte.» «Eene intrigueerende coquette.» «Een natuurlijk gevolg van het voorgaande. «De afgod van graaf Soltyk.» «Ook dat. En wat verder?» «Wilt gij mij plagen, Dragomira, of hebt gij mij niet meer lief?» - «v «Gij zijt een dwaas, ziedaar alles,» antwoordde zij met onnavolgbare gratie. «Geef mij uw' arm. Zesin gehoorzaamde. «Als ik Soliyk liet hoofd op hol wil brengén, vervolgde zij, «heb ik daarmede een. bepaald doel. Van liefde is daarbij geen sprake.» «En wat verlangt gij van mij?» «Weet gij dat nog niet?» Zij keek hem kalm maar strak in het, gelaat met denzelfden gchcimzin- nigen blik dien geen mensch vermocht te weerstaan. «Neen, ik weet liet niet.» «Ik zal u nooit beminnen, omdat ik niet liefhebben kan,* sprak zij, «maar ik wil dat gij mij lief hebt.» «En indien ik dat doe, wat dan?» «Wat dan? Dat zult gij ter rechter tijd ervaren.» Er werd dien ganschen nacht gedanst tot aan den morgen toe, en het leest werd in de meest opge wekte stemming ten einde gebracht. Dragomira vond echter geen gelegenheid meer tot een ongestoord ge sprek met Zesin. Eerst toen de dageraad de toppen der dik besneeuwde populieren, welke het hoerenhuis van Romschin omgaven, verguldde, ging men ter rustle in een kunstmatig duister, door dikke gordijnen en tapijten teweeg gébracht. De jongere hoeren moes ten zich, gelijk Markany, schertsend voorspeld had, met een stroolcger in de eetzaal vergenoegen. Bij het ontbijt bleef Dragomira's plaats ledig. Zij gevoelde zich, naar Henryka mededeelde, onvvel en was op hare kamer gebleven. Om haar niet alleen te laten, bood zij aan, haar gezelschap te 'houden, wat hare ouders gerecdelijk toestonden. Na liet ontbijt keerde de slöet van sleden in dezelfde orde, waarin zij gekomen was, naaLKiew terug. Heitryka en Dragomira bleven alleen in Romschin achter, gelijk hun oorspronkelijk plan was. Toen Henryka aan Dragomira's bed verscheen, om haar van hel vertrek der overigen te verwittigen, keek deze haar glimlachend aan. «Zij hebben zich dus inderdaad laten beet nomen,zeidc zij. «Helaas, al te zeer!» gaf Henryka op spotzieken toon ten antwoord. «Soltyk werd er zelfs bleek van cn vroeg mij ongemerk t, of gij ernstig ongesteld waiirt. Dragomira richtte zich op. «Maar nu,» sprak zij, «zal ik opstaan. Kom slavin, bedien mij.» «Wilt gij eerst ontbijten. «Ja, maar maak voort.» Zij gaf het meisje een lichten slag met hare hand. »U echter gelast ik, streng te vasten, hoort gij?» Henryka knikte en verliet liet vertrek om dadelijk daarop terug te keeren met een schenkblad, waarop zij het verlangde ontbijt bracht. Zij knielde voor Dragomira's bed neder en reikte haar het blad toe. Terwijl deze haar ontbijt nuttigde, bleef Henryka in dezelfde houding liggen. «Kan ik een had-nemen?» vroeg de eerste, toen zj gereed was. «Stellig- «Zorg er dan voor en haast u.« Henryka vloog de kamer uit. Toen zij terugkeerde met de boodschap, dat alles gereed was, stond Dra gomira op en Henryka deed haar in geknielde houding de pantoffels aan. Daarna wikkelde zij haar in een' mantel en bracht haar naar de badkamer, waar de vloer met tapijten belegd en de vensters met roode gordijnen behangen waren. Dragomira gedroeg zich nu als cèn echte Sultane. Zij liet zich door Henryka oiuklcedcn en in het bad helpen, om zich, nadat zij liet bussin verlaten had, door haar met wollen doeken te laten afdrogen. Daarop zette zij zich, in zacht pelswerk gewikkeld, bij den haard, terwijl Henryka, die als eene slavin van het serail voor haar op de knieën lag, hare voeten afdroogde en de pantoffels weer aan deed. In hare slaapkamer teruggekeerd, beval zij Henryka, heur het haar te kappen. Vrees DE Het La» 1. Het openbaar onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der regeering. 2. De in richting van het penbaar onderwijs wordt met eerbiediging van ieders godsdienstige begrippen, door de wet geregeld. 3. Er wordt overal in het Rijk van overheidswego voldoend openbaar onderwijs gegeven. 4. Hot geven van ouderwijs is vrij, behoudens het toezicht der overheid en bovendien, zoo ver het middelbaar en lager onder wijs betreft, behoudens het onderzoek naar do be kwaamheid en zedelijkheid der onderwijzers; het een en ander door de wet te regelen. De koning doet van den staat der verschillende scholen jaar- lijksch een uitvoerig verslag aau de staten-gene- raal geven. ••i; DOOR

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1886 | | pagina 1