Buitenlandsch Overzicht.
BUITENLAND.
BEKENDMAKING.
BINNEN LAND.
Brieven uit de Residentie.
WAALWIJK. Bij Kon. besluit is benoemd tot
ontvanger der registratie en domeinen alhier, de
heer A. H. van Deventer, thans te Zevenaar.
t MEEUWEN, 8 Maart. Zoowel hier als in het
naburige Dussen vertoonen zich in menig huis
gezin de mazelen. Tot heden komt de ziekte
slechts in lichten graad voor.
t DUSSEN, 6 blaart. De vereeniging „Poly
hymnia" alhier, gaf Donderdag l.l. hare 2e uit
voering in het koffiehuis van de Wed. A. van Dijk
alhier.
Het programma bestond uit
„Honderd jaar te vroeg geboren/' kluchtspel;
„Sta pal," zang; „Dik en Dun," kluchtspel en
„Sergeant Kwelgeest," blijspel. Het geheel, dat
afgewisseld werd door verschillende voordrachten,
voldeed zeer goed. De groote opkomst, die ge
noegzaam bewees dat het pogen dezer jeugdige
vereeniging op welverdienden prijs wordt gesteld,
gaf herhaaldelijk blijken van instemming met het
geen ten tooneele werd gevoerd.
t DUSSEN, 3 Maart. Sedert eenige dagen
komen in enkele gezinnen aan den dijk alhier
gevallen van mazelen voor. Tot heden schijnt
die ziekte geen kwaadaardig karakter te hebben.
t MADE, 5 Maart. In den loop dezer week
deed zich in deze gemeente een geval van pokken
voor met doodelijken afloop. Ter waarschuwing
van velen deel ik het ontstaan van dit geval
mede.
Een dienstmeid in een zeer talrijk gezin al
hier, werd in kennis gesteld dat hare moeder te
Terheijden ziek lag. Zij ging deze een bezoek
brengen en vond nevens hare moeder de vader
ongesteld en een zusje eveneens. De vader was
's avonds te voren, hoewel ongesteld, nog in een
herberg gaan kaart spelen. Kort daarop stierf
de kleine plotseling en is bij geneeskundig on
derzoek gebleken dat allen pokken hadden, zelfs
het meisje waarmede de vader kaart had ge
speeld in de herberg kreeg die ziekte. Roeke
loosheid en onwetendheid omtrent hunne toe
stand hebben dus door schuld der ouders, al die
gevallen na zich gesleept. Het is te hopen dat
het bij deze zal blijven.
Wederom heeft de verdienstelijke dr. De Wit
in deze gemeente zich beschikbaar gesteld om
arm en rijk gratis te vaccineeren. Talrijk was dan
alweer de toeloop. Zoo zelfs dat de burgemeester
met den meesten ijver bij het inenten de behulp
zame hand bood.
■f OOSTERHOÜT, 6 Maart. Heden voormiddag
is deze gemeente officieel eigenares geworden van
de haven, havenhuis enz. voorheen behoord heb
bende bij dc domeingoederen van Z. K. H. Prins
Frederik.
t AN DEL, 5 Maart. De heer Noorloos, geluk
kig weder hersteld zijnde, heeft verklaard dat hij
geene aanwijzing kan doen, welke aanleiding zou
kunnen geven tot ontdekking der inbrekers. Aan
gezien het in den gang donker was, heeft hij niets
kunnen onderscheiden. Ook weet hij niet, toen hij
werd neergeslagen, of de diefstal reeds geschied
was. Uit de brandkast is circa 4000 ontvreemd,
ruim 3000 aan bankpapier in een boek liggende
is de aandacht ontgaan. Goud en zilver schijnt
niet mede genomen te zijn. Tot nog toe hebben de
bemoeiingen der politie geen resultaten opgeleverd.
t ALM KERK, 6 Maart. Heden morgen verga
derde de Gemeenteraad voor de tweede maal in
dit jaar en had het voorrecht den Burgemeester
weder in zijn midden te zien, die van eene hoogst
ernstige ziekte thans volkomen is hersteld. Op
de agenda kwamen vele onderwerpen voor, waar
onder enkelen van zeer ondergeschikten aard.
Na de mededeeling van enkele ingekomen stuk
ken en van het verslag van den toestand der
gemeente over 1885, kwam aan de orde de be
handeling van het kohier der hondenbelasting
voor het loopende dienstjaar. Die dieren vor
derden een kwartier de aandacht der vergade
ring. Hoewel hun aantal wel eenigszins ver
mindert, leveren zij nog een aardig voordeeltje
aan de gemeentekas op. Het kohier met 69
honden le klasse en 66 honden 2e klasse werd
vastgesteld op ƒ306.
Daarna werden aan de orde gesteld de voor
stellen van Burg. en Weth. om Mejuffrouw W.
M. Mooij en de weduwe D. v. d. Plas, weder
voor één jaar te benoemen, de eene als onder
wijzeres aan de openbare school te Uitwijk en
de andere als klokluidster te Almkerk.
Voorts had er eene uitloting plaats van aan-
deelen in de geldleeningen dezer gemeente, groot
ƒ8000, 1000 en 5500.
Na de benoeming van den nestor van den
Raad (den heer Middelkoop) tot lid der lotings
commissie voor de schutterij en de aanneming
van het ontwerp-besluit tot wijziging der gemeente-
begrooting voor 1885, werd de vergadering door
den Voorz. gesloten.
t DALEM. Donderdag-avond, 6 uur, werd de
72 j:\rige D. v. d. G, arbeider dezer gemeente,
dood op den weg gevonden. Men vermoedt dat
de man aan een beroerte overleden was.
t Maandag, 15 Maart, a.s. zal de heer Dr.
Schaepman, lid der 2e Kamer, in de Doelen te
Gorinchem eene voorlezing houden.
t De winter van 1885/86 zal vooral den
arbeidenden stand lang heugen. Ook hier ziet
men reikhalzend, doch nog altijd te vergeefs, naar
werk uit. Andere jaren begint men gewoonlijk om
dezen tijd al aan het aardappelpoten te denken,
thans heeft men zelfs het land nog niet gereed kun
nen maken. Slaat het weer om dan zullen er zeker
handen te kort komenin elk geval zullen de
verschillende landproducten zich vrij wat later,
dan in den regel plaats heeft, vertoonen.
Bij den Raad van State zijn ingekomen ont
werpen tot wijziging, in verband met de wet om
trent het lichten van wrakken, van de reglementen
van politie op de verschillende rivieren enz.
Het bestuur van het Calamiteuse Waterschap
Schouwen, zal aanbesteden eene bestorting der
dijken over 5000 M2 en eene overbestorting van
pl. m. 2300 ton.
De jongste loting voor de militie te Amster
dam, waartegen, zooals men weet, bezwaren wa
ren ingebracht, is door Ged. Staten van Noord-
Holland, na gehouden onderzoek, goedgekeurd.
De „TJtrechtsche Kunstkring" wil, volgens de
„Midd. Cour." op den 100-jarigen gedenkdag van
het overlijden van den Zeeuwschen dichter Jacobus
Bellamy een tentoonstelling houden van werken,
portretten, souvenirs enz. van hem en van ge
schriften over hem of betrekking op hem hebbende.
Deze tentoonstelling, voornamelijk door de heeren
prof. Gallee en J. W. Leeflang tot stand gebracht,
zal geopend worden met een rede van jhr. mr.
W. H. De Beaufort, lid van de Tweede Kamer
en later zullen eenige liederen ran Bellamy op
de oude zangwijzen ten gehoore worden gebracht.
Men schrijft aan de „L. C."
De naam ooievaar komt van het oudtijds ode-
baer dat is gelukaanbrenger. Dit zij zoo het wil.
Het geluk ligt soms op een klein plaatsje, met
den vierkanten palm uit te meteu, zoo ook in
een ooievaarsnest. Wij Hollanders hebben echter
met de Denen altijd het oogenblik dat de ooievaar
terugkeerde hoog gewaardeerd. De ooievaar toch
is de lentebode, zijn komst verkondigt groei en
bloei, de winter heeft afscheid genomen. Nu
zijn er reeds 3 (4) ooievaars in Hollandte Bols-
ward, Ameide, Schipluiden (en Sliedrecht.) Bren
gen nu deze de lente, of om niet veeleischend te
zijn, het voorjaar? Daarvan is nog niets gebleken.
Integendeel, het voorjaar brengt de vogels tot hun
vorige broedplaats, ook omdat het tijd wordt en
Maart reeds is aangebroken. Daarbij heeft een
ooievaar veel te beschikken. Vooreerst de kennis
making, dan een paar te worden, hetgeen niet
zelden veel meer omhaal veroorzaakt dan onder
de raenschen. Is de zaak beklonken dan aan
het werk om het verhavende nest op te knappen.
Zoo wordt het spoedig Mei, zal er nog iets van
het kraambed komen. Een ooievaar vertrekt al
tijd in het midden van Augustus, dus doorgaans
in de warmste dagen. Hij verkondigt bij zijn
terugtocht echter evenmin vroegtijdige koude als
hij in het voorjaar, zonder zijn goeden naam te
kort te doen, de lente bezorgt.
Het verhaal van het „achtergelaten bloedje"
in de kathedrale kerk te Breda is, volgens „de
Tijd," onjuist. De vrouw, eene protestantsche
dienstmaagd uit het ziekenhuis, is wel degelijk
teruggekomen met de namen van peter en meter
van het inmiddels hij den koster bezorgde wicht,
dat. daarop terstond gedoopt en naar de moeder
teruggebracht werd.
Omtrent den moord te Haarlem wordt nader
het volgende gemeldde huzaar Leenards, tot
voor kort oppasser hij den luit. V., in de Frans
Halsstraat aldaar, had wraak opgevat jegens de
dienstbode, welke hij verdacht dat zij hem had
verraden wegens oneerlijkheden. Hij stond in
gemelde straat die dienstbode op te wachten, die
met haar vrijer uit was. Toen zij terugkwamen,
wilde Leenards met de meid gaan vechten en
gaf den vrijer, een korporaal, een stomp in het
gezicht, waarop de vrijer en het meisje de vlucht
namen. Toen de korporaal in de kazerne kwam,
werd terstond eene patrouille uitgezonden om L.
te zoeken; deze ging vrijwillig mede, doch voor
de kazerne gekomen haalde hij een revolver te
voorschijn en binnen een paar seconden was het
bekende treurige feit volvoerd.
In den Haag is eene vrouw bevallen van drie
welgeschapen kinderen, twee dochters en een zoon.
Er is tusschen Frankrijk en Dnitschland iets voor
gevallen, wat weet men niet precies, maar de twee
onde vijanden vertrouwen elkaar blijkbaar niet.
Er is zelfs sprake van geweest dat de baron de
Courcel, de Fransche gezant te Berlijn, zijn post
zou nederleggen. Het schijnt dat de oorzaak van
do verwijdering wordt gegooid op de herhaalde
spionnage van Frauschen in Duitschland. Om dit
te bevestigen, wordt verhaald dat de Fransche
Kegeering besloten heeft oen wetsontwerp op den
militairen spiondienst in tijd van vrede aan do
kamers voor te loggen. Dit zon inderdaad curious
wezen.
Maar overigons schijnt Bismarck op Frankrijk
zeer vorstoord omdat hij zeer goed bemerkt dat
dit rijk aan do politieke comedie in het oosten
niet wil meedoen. Frankrijk begrijpt evenwel als
elk ander dat die comedie op een treurspel moet
uitloopeu, en het mengt zich daarin liever niet.
Die houding is voor de Grieken een zijdeling-
scho aanmoediging, en do zaken schijnen daar dan
ook een bijzonder ernstigen keer te nemen. Zij
die gedacht hadden dat na het lenke vredesver
drag, verleden week te Bucharest gesloten, de
Grieken een, twee, drie het hoofd in den schoot
zonden leggen, vergisten zich. De Grieken zijn in
staat om met het hoofd tegon een munr te loopen,
en zoo znllon zij thans hunne plannen doorzetten.
Eene aanleiding znllen zij waarschijnlijk krjjgen in
een ultimatum van Turkjje, eischeudo dat Grieken
land zich ontwapono.
Is dit eenmaal afgeslagen, dan moet Turkije
aanvallen, en dat. is juist wat de Grieken wen-
schen. De regeering zou bevel gegeven hebben aan
de vloot om als de Armada des vredes« haar
mocht aanvallen, zich tot het uiterste te verde
digen.
Wij zouden ons zeer verwonderen als onder het
kabinet-Gladstone de Engelsche kanonnen tegen
Grieksche schepen gingen losbulderen, maar hoe
dit loope, de zaak kan ernstig genoeg worden, daar
zulke kleine oorlogen juist de aanleiding zijn voor
de groote.
En Bismarck wil geen groot» oorlogen. Niet
omdat hij een man des vredos is, maar omdat het
voor hem eene eere-zaak is, zijne belofte aan den
ouden keizer Wilhelm te honden, dat gedurende
diens laatste levonsjaron Duitschland niet meer in
oorlog zou gewikkeld worden.
De >Vossische Zeitung*, een uitmuntend Ber-
lijasch blad, stelde dit nog dezer dagen in het
licht. »Het geheele verbond der drie keizers,* zeide
het, »bernst op het bestaan van één persoon, wiens
dagen geteld ziju. De zekerheid dat Duitschland,
Oostenrijk en Rusland tot eon wereldstrijd zullen
komen, dreef er daarom juist toe hen in één ver
bond op te nemen. Maar dat duurt slechts zoo
lang als de oude Wilhelm leeft. Na zijn dood
staat alles op losse schroeven. Want een oorlog
tnsscheu Duitschland en Rusland is om zoo te
zeggon eene historische noodzakelijkheid. Laat ons
das zorgen klaar te komen in hot weinigje tijd
dat ons nog rest.*
Heel opwekkend is zolk oen vooruitzicht niet.
Het zon evenwel kunnen zijn dat de Duitschers
deze verwachting zoo luide uitspreken in de hoop,
dat Frankrijk zich late verleiden in het vooruit
zicht op een Duitsch-Russischen oorlog, zich kalm
te honden. Tijd gewonnen is reeds veel gewonnen.
Do parlementaire oorlog in Duitschland is weder
in vollen gang, thans vooral naar aanleiding van
het door do Regoering ingediende ontwerp tot in
voering van een rijksmonopolio over de vervaardi
ging en den verkoop van brandewijn. Dit is weer
een stukje van Bismarck, die niet weet wat hij
toch zal uitdenken om met alle geweld de staatskas
te vullen en de nationale nijverheid en handel te
bevoorrechten. Zelfs de grootste vereerders van
Bismarck moeten erkennen dat hij hard op weg is
de hen te slachten om de eieren te krijgen. Het
verzet in den Rijksdag was dan ook zoo hevig, dat
mi n het er wel voor honden mag dat het plan zal
schipbreuk lijden voor het oogeublik. Bismarck,
dit weet men, verdraait om eene uitspraak van
het Parlement zijn pink niet.
Een zeer merkwaardig debat is in de vorige
week gevoerd in het parlement van Engeland. Een
der conservatieven stelde een reactie voor, waarbij
werd uitgesproken dat het parlement weigerde de
bcgrooting te behandelen, voor het was ingelicht
omtrent do plannon der Regeering omtrent Ierland.
Gladstone heeft toen in eene belangrijke redevoe
ring als het, ware de proef genomen hjj liet door
schemeren dat wat men ouder «Home Rale* ver-
s.aat, een eigen parlement, ten slotte het eenige
middel zal zijn om Ierland tot kalmte te brengen.
Dc stemming, die met 160 stemmen Gladstone
du meerderheid schonk, mag als een bewijs gelden
dat Gladstone den toestand meester is.
Gladstone is een oude vos, die op opmerkelijke
wijze de kunst verstaat door vage beloften hen
in bedwang te houden die hem ernstig konden
wonden.
Voor eene hervorming in Ierland, als Gladstone
bedoelt, moet hij niet alleen zeker zijn van het
Parlement, maar wat nog heel wat meer betee-
kent, van het Hnis der Lords. Deze instelling is
totaal veranderd. Er zitten in dat Huis de meest
onbeduidende grootheden allen krachtens ïecht
van geboorte of rang. Nu richtte tegen dit Huis
verleden week de schitterende afgevaardigde La-
honchere eene lang niet malsche motie.
Gladstone maakte van deze gelegeuheid gebruik
om te erkennen dat er in de samenstelling van
dat Huis heel veel was dat volstrekt niet deugde,
daarvan was de geheele natie overtuigd. Maar hij
kon toch met de motie niet medegaan, daar men
moot trachten naar verbetering, zoo mogelijk, niet
naar opheffing.
Do motie-Labouchere viel daarop, maar Glad
stone had dit, voordeel gewonnen dat het Engel
sche Huis dir Lords weet. dat hot zwaard van
Damocles het hoven he' hoofd hangt,. En daarvoor
zal het, niet licht Gladstone in den steek laten.
Het is evenwel hiermede niet, uitgemaakt dat
Gladstone zijne plannen mot Ierland zal kunnen
doorzetten.
Do markies Hartiugton heeft zich weder in het,
openbaar zóó stellig daar tegen uitgelaten, dat
men hem aanziet voor den nieuwen kabinet,stor
meerder. zoo Gladstone's ministerie op het, lerscbe
Imrvorrciugs-voorst el valt. Men zegt,, hoewel het
haast niet, te gelooven is, dat zelfs de radicale
Chamberlain ter zake van de lerscbe quaeslio nit
Gladstone's ministerie wil treden. (8
Er is sprake van een spoorweg onder den grond
to Parijs.
Hot aantal broodeloozen bedraagt te Parjjs, vol
gens den »Uri du I'euple,* niet ninder dan 230,000.
Op de onlangs openbaar gemaakte ambtelijke ar-
menlijsten staan er 180,000 en men kan daarbij
gerust nog 50,000 armen voegen, die zich niet
lieten inschrijven.
Bij Calais voer een Engelsch stoomschip tegen
een vissehersboot aan. Deze zonk en de beman
ning (6 mannen) verdrouk.
Ongeveer vijf jaar geleden vordwonen op hot
goed van lord Trevor, in Derbyshire, familie-jn-
woelen, ter waarde van 50.000 pd. st. Eerst dezer
dagen zijn ze door een knecht, in een kelder, die
niet gebruikt werd, teruggevonden. Dat op die
zelfde plaats een stuk van de «Standard* van 18
Oct. 1885 gevonden werd, doet vermoeden, dat die
juweeleu daar later neergelegd ziju
Te Malplaqnet is voor 100 frs. een beker ver
kocht, waaruit Marlborough dronk toen hij den
avond vóór den veldslag daar vertoefde. De beker
houdt D/s liter in.
Het kleed dat de infante Eulalio bij haar huwe
lijk droog, kostte 24.000 guldon. Do rok is van
moréo antique met kant, waarop de wapens van
de 12 rijken zijn geborduurd, waarin Spanje vroe
ger was verdeeld.
Men zegt dat de hertog van Sevilla ter eere
van de bruid gratie zal krijgen van zijn gevange
nisstraf en alleen zal worden verbannen. Zijn vroaw
en kinderen worden te Parijs verwacht.
In Febrnaii kwamen 36 stoomschepen te Buenos
Ayres met 9363 landverhuizers.
Te Bjelaja-Zerkow verscheen den 7n Febr. jl.
een krant, de «Bjelozerkowitz*, die na het eerste
nummer weer ophield te bestaan wegens ge
brek aan stof! Hoog staat de journalistiek in Rus
land dns nog niet.
De Burgemeester van Hensden;
Gelet op art. 15 der wet van 26 Mei 1870
(Staatsblad no. 82);
Brengt ter openbare kennis, dat van af heden,
geduronde 30 dagen, ter secretarie der gemeente
ter inzage zijn nedergelegd staat no. 75 met een
vervolg, bevattende de uitkomsten van de meting
en schatting van de eigendommen, die ontstaan
ziju, belastbaar zijn geworden of verandering heb
ben ondergaan.
Hensden, den 5 Maart 1886.
De Burgemeester voornoemd,
HONCOOP.
'sGRAVENHAGE, 6 Maart 1886.
Zooals in mijn laatsten brief werd opgemerkt,
vind ik het volkomen raiioneul dat de ambtenaar,
die in strijd met zjjn ambtsplichten, deel uitmaakt
van eene partij, welks streven het is de bestaande
toestanden omvur te werpen, uit 's Rijks dioust
wordt, verwijderd, zelfs al zon zoodauige verwjj-
dering grondwettig minder juist ziju.
Om die gedragslijn te kunneu billijken, moet
echter de verwijdering alleen plaats hebben, om
dat het deel uitmaken van gezegde partij onvaree-
nigbaar wordt geacht mot den plicht om hot uit
voerend gezag te handhaven en mogen geene an
dere omstandigheden daarbij gelden. Wordt dit
wel gedaan dan zon de indruk kunnen worden
verkregen dat het motief dor verwijdering slechts
een voorwendsel is, om zich op die wijze van een
lastig persoon te ontdoen of ter voldoening aan
persoonlijke vjjaudschap.
Naar sommige personen, die góed ingelicht
kunnen zijn, willeu beweren is de schorsing van
de in mijn vorig schrijven bedoelden ambtenaar
niet geheel te wijten aan het daarvoor aangevoerde
motief. Bedoelde ambtenaar, die eene werkkring
aan do afdeeling Binnenlandsch bestuur van het
Departement, voor Binnenlandsche Zaken bekleedt.,
had namelijk een concept Koninklijk besluit ont
worpen, waarbij aan een hooggeplaatst ambtenaar
in eene der provinciën een maand verlof werd
vorloend.
De ambtenaar belast met bet overschrijven van
dit stuk vergiste zich met den datum van ingang
vau dat verlof, hetwelk door don ontwerper werd
ontdekt. Deze niet op goeden voet staaude mot
den Chef der afdeeling, waarin de ambtenaar die
de fout had begaan, werkzaam is, wilde niet met
eerstgouoomdo iu aanraking komeu en begaf zich
dus naar don schuldige om hem hot abuis onder
hot oog te brengen. Op verzoek van den belang
hebbende stond hij hem toe dit te vorbeteren, of
schoon hjj vooruit kon weten, dat dit hem bij ont
dekking kwalijk zon kannen geuomen worden.
Op welke manier is niet bekend, maar de Chef
van den kopiïst kwam te weten wat geschied was
en vond dit een schoone gelegenheid om den ont
werper van het besluit eens een lesje te geven.
Hij diende eene nota iu aan den Secretaris-Gene
raal waarin hij zich beklaagde dat een ambtenaar
van eene andere afdeoling de vrijheid had genomen
om buiten zijn weten aan eene ondergeschikte
van hem bevel te geven tot verandering van een
stuk. Deze nota werd in handen gesteld van den
Chef der afdeeling, waarin de thans geschorste
ambtenaar werkzaam was en deze stelde hem
natnurljjk ter hand aan den belaughebbende. En
dat zij in goede handen was gesteld, ble< k nit het
antwoord, waarin de aantijging dat bevel was ge
geven tot verandering, zoo goed was weórlegd, en
het doel om hom in een kwaad daglicht te stellen
zoo goed was aangetoond, dat aan de zaak geen
verder gevolg werd gegeven.
Maar dit was voor het eergevoel van den be
langhebbende niet genoeg en daarom begaf hij zich
op een goeden dag naar den Minister, om zich
over het gebeurde te beklagen. ZExc. liet zich do
zaak bij nota duidelijk uiteenzetten en hot gevolg
er van was, dat de klager, de kopiïst en diens
Chef by den Secretaris-Generaal werden ontboden,
en eerstgenoemde aldaar in zijn eer werd hersteld.
Nu zal men zeggen dat dit niet moer dan billijk
was, maar wie gelooft dat men aan een Depar
tement van algemeen bestuur van dergelijke billijk
heden houdt heeft hot mis. Natnurljjk wordt het
hem die recht vraagt kwaljjk genomen en eene
goede gelegenheid afgewacht om hem dit te doen
voelen, of indien dit niet gedaan wordt, moeten
daarvoor bjjzondere, niet voor iedereen te begrijpen
redenen bestaan.
Dat deze somwijlen moeten bestaan, blijkt uit
het volgende staaltje. In het laatst der maand
December van 1885 kwam aan hot Departement
van Binnenlandsche Zaken een schrjjven in, waarin
verschillende ambtenaren, zoowel hoog- als laagge
plaatsten, van minder goede handelingen werden
beschuldigd. Niet alleen dat, het schrjjven den
indruk gaf dat oneerlijke daden werden gepleegd,
maar ook de in de laatste jaren plaats gehad
hebbende bevorderingen werden daarin danig ge-
critiseerd. Daardoor ontstond het vermoeden dat
hier gedacht moest worden aan een achtergesteld
ambtenaar, die onder verdichte naamteekening op
deze wijze zjju hart eens wilde luchten en wellicht
's Ministers aandacht wilde vestigen op hem nof
onbekende feiten.
Het bleek echter dat de brief door eene vrouw
was geschreven, en daarom was het moeieljjk do
schuldige te ontdekken. De hulp van experts werd
ingeroepen, en op welke wjjze men tot de ont
dekking kwam is duister maar zeker is het dat
men te weten kwam dat de brief was geschreven
door de dochter van een klerk, die door een vori-
gon miniiter van bode tot die rang was verheven.
Nu zou men toch deuken dat zulk oeu ambte
naar, die door onwaar geschrijf den goeden naam
van hoofd-ambtenaren durft aan te tasten, als ver
diend loon daarvoor, zoo al niet ontslag, dan toch