No. 470.
Zaterdag 10 April.
1886.
PASCHEÏÏ.
FEUILLETON.
Uitgever: L. .T. VEERMAN Heusden.
DE D WEE PERS.
VOOR
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Franco per post zonder prijs-
verhooging.
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
In het laatst van het vorige en in het
begin van dit jaar hebben wij heel wat
voorspellingen geslikt wegens het feit dat
dit jaar Paschen zoo laat valt. Als St. Mar
cus Pasehen zou vieren, dan zou het er
het geheele jaar spannen. En toen de win
ter ons zoo lang vast hield, begon men dit
reeds als een begin van de onheilen te be
schouwen. Nu de winter voorbij is wordt
men weer wat minder pessimistisch, en als
men de reden weet hoe het komt dat Pa
schen juist dit jaar zoo laat valt en dat het
geene uitzondering, maar wel eene zeldzaam
heid is, zoodat het dus meer gebeurd is en
ook nog meer zal gebeuren, dan zal men er
in het geheel geen kwaad voorteeken meer
in zien.
Vóór het jaar 1582 rekende men in de
beschaafde landen naar de zoogenaamde
Juliaansche tijdrekening, die in het jaar 46
vóór Christus door Julius Caesar was in
gevoerd. Men had met de gebrekkige hulp
middelen die men had, den omloop van
de zon (eigenlijk die van de aarde) bere
kend en bevonden dat die lang was 365V4
dag. Vier jaren waren dus eigenlijk 1461
dagen. Men bepaalde dus dat van de vier
burgerlijke jaren er drie zouden hebben 365
en een 366 dagen. Maar vier jaren duur
den eigenlijk niet zoo lang gelijk men uit
latere berekeningen ondervond. Elk jaar
was iets korterdit begon men daaruit te
bemerken dat de lente dag- en nacht-eve-
ning reeds op den lln Maart viel in plaats
van op den 2len. Paus Gregorius XIII
maakte aan die verwarring een einde door
zijn besluit van 24 Eebr. 1582, waarin hij
verordende dat in de maand October van
dat jaar de tien dagen die men ten achter
was, zouden worden ingehaald, door den
dag, volgend op 4 October, niet als 5, maar
als 15 October te rekenen en dat in het
vervolg de eeuwjaren gewone jaren van
365 dagen zouden zijn, behalve wan
neer de honderdtallen van die jaren door
vier zouden deelbaar zijn. Derhalve zouden
1600 en 2000 schrikkeljaren zijn, maar
1700, 1800 en 1900 niet.
De hevige godsdienstgeschillen, die toen
in Europa heerschten, waren oorzaak, dat
een gebod uit Rome overal zoo grif niet
werd gevolgd, maar langzamerhand gingen
toch alle Europeesche en Amerikaansche
volken mede, behalve Rusland, dat zich nog
houdt aan de Juliaansche tijdrekening en
nu dan ook met ons twaalf dagen ten
achter is.
Het Paaschfeest regelt zich, gelijk de
kerkvergadering van Nicea in Klein-Azië
in het jaar 325 bepaalde, naar de eerste
volle maan na de lente dag- en nacht-evening,
die daar vastgesteld is als te vallen op
21 Maart. Op dien dag, gelijk men gewoon
is te zeggen, passeert de zon de linie, en
zijn dag en nacht over de geheele aarde
evenlang. Wordt het nu, nadat de zon de
linie gepasseerd is, volle maan, dan is de
eerste Zondag na die volle maan, Paschen.
Dit jaar valt volle maan op 20 Maart,
dus vlak vóór 21 Maart. Er moet dus een
volgende volle maan worden afgewacht en
die is op 18 April. Nu is 18 April juist
een Zondag, wij moeten dus nog eene week
wachten en Paschen valt op 25 April. Was
den 18n April Zaterdag, dan zouden wij
19 April Paschen hebben. Was dit jaar
een schrikkeljaar geweest, dan zouden wij
17 April volle maan hebben gehad, en
Paschen was dan gevallen op 24 April.
Dit geval doet zich ook zeer zeldzaam voor,
namelijk het vallen van Paschen op 24 April.
Dit zal voor de eerste maal, van nu af aan
gerekend, gebeuren in 2011.
De vroegste Paschen zal, zooals uit boven
staande blijkt, kunnen vallen op 22 Maart.
Dit gebeurde het laatst in het jaar 1818
en zal voor het jaar 2000 niet weer plaats
hebben. Paschen op 25 April is geweest
in 1666, in 1734, dit jaar, en dan vóór het
jaar 2000 nog eens, namelijk in 1943.
Op de berekening van den datum van
Paschen, heeft dus de omloopstijd der maan
den voornaamsten invloed. Een maansomloop
duurt ongeveer 29a/2 dag, twee maansom-
loopen dus 59 dagen. Weet men dus, hoe
oud de maan is op 1 Januari, dan is men
eeri geheel eind op weg. Wanneer men
zegt, de maan is op 1 Januari twaalf dagen
oud, dan bedoelt men daarmede, dat het
op 1 Januari 12 dagen geleden is, dat het
nieuwe maan was. Men noemt dit de
Epacta. De Epacta trekt men af van 29,
dan jveet men op welken datum van Maart
de nieuwe maan valt. Hierbij 15 opgeteld
krijgt men de datum van de volle maan.
De Zondag die dan volgt is Paschen, wanneer
namelijk die volle maan op of na 21 Maart
valt. Komt die volle maan vóór 21 Maart,
dan moet men er een maansomloop bij
tellen, dat is 30, en is de volgende Zondag
Paschen.
Om de Epacta te berekenen hebben wij
het Guldengetal noodig. Om de 19 jaar
vallen de schijngestalten der maan op dezelfde
datums. Volle maan in 1886 is op den
zelfden datum als volle maan in 1905 enz.
Zoo'n tijdvak van 19 jaar heet een tnaan-
cirkel. Het jaar van den loopenden maan-
cirkel heet Guldengetal. Om het Gulden
getal van een gegeven jaar te berekenen,
telt men één bij dat jaartal op, deelc door
19, de rest is het guldengetal. Dus (1886 -f-1)
gedeeld door 19 geeft tot quotient 99 en
tot rest 6. Het guldengetal van 1886 is
dus 6. Om uit het guldengetal de Epacta
48)
LEOPOLD VON SACHER MAS0CH.
Medusa.
«Laat Soltyk aan mij over,« herhaalde Henryka,
toen zij den volgenden morgen bij Dragomira's bed
nederknielde. »Ik zal hem aan Apostol overleveren zoo
zeker als gij het doen zoudt.
«Wat bezielt u toch!» riep Dragomira uit. «Be
mint gij hem?«
«Hem beminnen. Neen, ik haat hem en zou mij
gaarne wreken over zijne smalende woorden van gis-
t 'teren.
1, «Altijd zelfzuchtige beweegredenen,® gaf Dragomira
ten antwoord, «gij zijt er nog ver van af, onze ver-
p,hevene leer te begrijpen. Wat wij uit heilige over-
tuiging en uit erbarming doen, komt u voor als eene
f aangename krachtsinspanning. Ik zie nu in, waarom
er bij terechtstellingen altijd zoovele vrouwen aanwe
zig zijn. Bedwing dien duivelschen lust, die bloedgie-
'j righeid. Zij zal u nog ten verderve voeren.
r »Ik wil u altijd gaarne gehoorzamen, maar geef
ditmaal toe; laat Soltyk aan mij over.»
«Dat is geene taak waar gij tegen opgewassen
zijt.
«En gij, zijt gij dan zoo volkomen zeker van u
zelf?»
Ja.«
«Gij hoopt hem te bekeeren zoodat hij zich vrij
willig ten offer zal brengen?»
«Ik hoop het om zijnentwille.»
«Zou het niet beter zijn, hem tot onzen bondge
noot te maken Hij is schoon, rijk, moedig, ontwik
keld en als geschapen om anderen te doen buigen
onder het juk van zijn' ijzeren wil.»
«Volkomen waar. Maar hij is een duivel in mon-
schengedaante en onze leer wordt niet gepre
dikt om hem in de gelegenheid te stellen zijne harts
tochten, de hartstochten van een tijger, te bevredigen.
Hij zou zijne slachtoffers folteren met het welbehagen
van een' beul of van een' Turkschen pacha; hij
zou martelen en moorden en in den naam des Aller-
hoogsten zonde op zonde stapelen.»
«Het valt mij soms moeielijk, u te volgen. Kan
het zonde zijn datgene, wat Gode welgevallig is met
een vreugdevol hart te doen?«
«Met geestdrift, in ootmoed en vroomheid moet
God gediend worden, niet met wreedheid en on-
menschelijke bloeddorst.
«Doet gij het aldus
«Ja, God is mijn getuige. Ik vervul zijne geboden
als eene ware plicht. Zoo er een ander middel be
stond om de ongelukkigen, die ik op Gods altaar
breng, aan de eeuwige verdoemenis te ontrukken, ik
zou nooit naar een' wapen de hand uitsteken of een'
droppel bloed vergieten.»
Na het ontbijt vertrokken de heer en mevrouw
Markany. Ook Sessawin sloot zich bij hen aan. De
overigen vergezelden hen tot aan het steenen Ma
riabeeld, waar de weg zich in tweeën splitst en
sloegen de richting van Myschkow in. Voorop gingen
Henryka en Tarajewitsch, in de tweede slede, die
door Soltyk zelf bestuurd werd, zaten mevrouw Mu-
lutin en hare dochter. In Myschkow aangekomen
hielden zij stil voor het voormalige riddergoed van
Bojary. Ouder gewoonte opende de oude vrouw de
poort. Het huis scheen uitgestorven. Soltyk gaf me
vrouw Malutin voor een oogenblik de teugels over,
hielp Dragomira uit de slede en geleidde haar naar
binnen. Tarajewitsch volgde met Henryka.
In den kleinen salon, die aan mevrouw Samaky
eertijds tot ontvangkamer had gediend, liet Drago
mira zich op een' stoel neder, terwijl Soltyk bij het
venster plaats nam en Henryka met een pistool in de
hand bij de deur post vatte.
«Gij' herinnert u nog ons spel van gisteren, niet
waar?« begon de graaf tot Tarajewitsch gewend en
zijne donkere oogen met eene honende uitdrukking
op hem vestigende.
«Ja, ik heb alles verspeeld.
«Ook uw leven.»
Mijn leven Dat heb ik immers maar gedroomd
Heeft mejoukvrouw Henryka mij niet onderweg nog
gezegd, dat het maar scherts was?«
«Ja, maar alleen om u zonder moeite hier te
krijgen,» antwoordde deze. «Wij, Dragomira en ik
zijn getuigen, dat gij aan den graaf uw leven ver
speeld hebt. Hij kan naar willekeur met u handelen.
«Zeker dat herinner ik mij maar dat was
scherts, niet waar.
«Volstrekt niet,» riep Soltyk uit, «gij hebt mij
beleedigd en zijt nu in mijne macht.»
«Dood mij dan, ik ben bereid.
«Dooden wil ik u niet,hernam Soltyk «en daar
ik ook op andere wijze niets met uw onnut leven
weet aan te vangen, zal ik u cadeau doen aan me-
jonkvrouw Malutin.»
«Maar ik ben toch geen slaaf, dien men koopt en
verkoopt als eene koopwaarsprak Tarajewitsch
hooghartig.
«Och,» sprak Soltyk lachend, «de zaak komt eigen
lijk hierop nedergij zijt vrij, maar uw leven behoort
te berekenen, vermindert men het met één,
vermenigvuldigt de rest met 11. Komt er
meer dan 30 uit, dan vermindert men dit
getal zoo dikwijls met 30 tot er een getal
minder dan 30 overschiet. Dit getal heet
dan de Epacta. De berekening is een
kunstje. Bijv. voor 1886 is het guldenge
tal 6. (61) X 11 geeft 55. Hiervan
30 afgetrokken geeft 25 voor de Epacta
van 1886. Deze wijze van berekening geldt
slechts voor de jaren 17001899.
Blijft nog over te weten op welken da
tum de Zondag valt. Noemt men den len
Januari A, den 2en B enz. tot F toe, dan
heet de letter die op den Zondag valt, de
Zondagsletter. Kent men den eersten Zon
dag van het jaar, dan kent men ze alle.
Om den Zondagsletter te berekenen van
een gegeven jaar, ga men op de volgende
wijze te werk. Men vermindert het jaartal
met 1800, telt er bij de schrikkeljaren, se
dert 1800 verloopen, en deelt door 7, de
rest geeft den Zondagsletter voor het jaar
in deze volgorde:
D. C. B. A. G. F. E.
Te berekenen voor 1886 heeft men dus
86 21 gedeeld door 7, geeft tot uit
komst 15 en tot rest 2, de Zondagsletter
is dus C. Door eene gemakkelijke bereke
ning vindt men nu de datums 28 Maart,
4, 11, 18 en 25 April voor Zondagen in
de tusschenruimte, waarin Paschen kan
vallen. Uit de Epacta weten wij dat op
20 Maart en 18 April de volle maan valt.
Wij hebben dus voor Paschen den Zondag
na 18 April, dat is 25 April.
In 1887, Zondagsletter B, dus Zondagen
27 Maart, 3, 10, 17. en 24 April. Epacta
6 dus, (296) Maart, 23 Maart nieuwe
maan, 15 dagen later, 7 April, volle maan.
Zondag 10 April Paschen. In 1888, Zon
dagsletter A vóór 25 Febr. en G na 25
Febr., met den laatsten datum hebben wij
aan Dragomira. Zij zal daarover beschikken naar het
haar goeddunkt, ik heb afstand van u gedaan.» Hij
verliet het vertrek; Tarajewitsch bleef alleen met de
beide meisjes.
«Wat besluit gij over mij?» vroeg hij op tame
lijk onderworpen toon aan zijne meesteres.
«Ik laat u de keus,« antwoordde Dragomira.
«Wilt gij mij voortaan slaafs en blindelings gehoor
zamen of verkiest gij te sterven.Zij trok een' dolk
te voorschijn en naderde hem.
«Ik zal gehoorzamen,» stamelde Tarajewitsch, be
schouw mij voortaan als uw slaaf.
«Dan blijft gij hier,» zeide Dragomira terwijl zij
den dolk weder verborg, «ik moet naar Kiew. Hen
ryka zal u gedurende mijne afwezigheid bewaken. Gij
hebt haar even gewillig te gehoorzamen als mij.»
Tarajewitsch maakte eene buiging.
«Nu zijt gij mijn gevangene,» riep Henryka op
triomfantelijken toon uit, «neem u in acht, iets te
doen, wat op ongehoorzaamheid of verraad gelijkt.
Ik ben in staat u als een' hond neer te schieten.»
Zij dreigde hem met haar pistool.
«Nog één vraag,» smeekte de ongelukkige, toen
Dragomira aanstalten maakte om het vertrek te ver
laten, «wat zijt gij met mij van plan?»
Gij zult het te weten komen als ik terugkom.»
«Gij wilt mij vermoorden, omdat ik uwe plannen
heb tegengewerkt,prevelde Tarajewitsch. «Straf mij,
maar schenk mij het leven.»
Dragomira keek hem minachtend aan en trok de
schouders op.
«Genadesmeekte hij en wierp zich voor haar
op de knieën. «Erbarm u mijner!»
Gij zijt een werktuig van onze vijanden,» gaf Drago
mira ten antwoord, «en daarom moest ik geen er
barming met u hebben. Maar misschien kant gij my
usdcn
DOOR
„Zelfs 't wild gedierte dat in 'tbosch vraatgierig op
buit loert, dag en nacht, is min bloeddorstig dan gij
Petrarca.