Buitenlandsch Overzicht. BUITENLAND. KENNISGEVING. BINNENLAND. ren naar hier getransporteerd is en zijn moedertaal meegebracht heeft. Dit gezelschap nu vertoont een zangspel van den Vlaming Miiy, getiteld: /Maria van Bourgondiër, een onmogelijk stuk als drama, maar rijk aan muzikale schoonheden. Wanneer de componisten Dan. de Lange, H. Viotta en C. van der Linden, van wie gezegd wordt dat ze een opera in porte- feuile hebben liggen, aan dit gezelschap in den a.s. winter hun phantastische kinderen mochten willen toevertrouwen ik heb daarvan iets hooren luien dan kunnen ze zeker zijn van een, wat de Duitschers noemen //gewetensvoller uitvoering. Gebeurt dit, dan is wMaria van Bour gondiër als oefening in den Nederlandschen muziekvorm ofschoon dit zangspel een Fransch tintje draagt, een uitmuntende voorbereiding. 5 Juni '86. H. mgmgmgm t EETEN. Door stemgerechtigde Ingelanden van den polder van Eeten werd de rekening 1885 en de begrooting 1886 goedgekeurd en vastge steld. De omslag yoor dit jaar werd bepaald op 3 per B.A. Tot lid van het bestuur werd herbenoemd, J. Branderhorst alhier. tEenige openbare wegen of gedeelten daarvan, niet meer ten openbaren dienst bestemd, en welke voorheen nóch voor de gemeente nóch voor parti culieren eenig voordeel opleverden, zijn thans door het gemeentebestuur in het openbaar ver kocht voor de som van 756 behalve de kosten. t GEN DEREN. De omslag voor het water schap den polder van Genderen is door stemge rechtigde ingelanden voor dit jaar vastgesteld op 2,75 per II.A. Tot lid van het bestuur werd herbenoemd L van der Heek en tot Secretaris penningmeester M. A. Boll. 7 Juni. De WelEerw. heer J. Osse- waarde, predikant van Doeveren en Genderen, hoopt op 18 Juli a.s. zijn afscheidsrede te Doe veren te houden. t Als een bijzonderheid kan gemeld worden dat bij J. dc B. alhier een geit is, die vier spee- nen heeft die allen even groot zijn en ook uit alle vier melk geelt. t MEEUWEN. Het bestuur van de Hulpgaten in de Landen van Heusden en Altena heeft in zijne vergadering, alhier gehouden bepaald, dat de omslag over het geheele waterschap voor 1886 zou bedragen 0.30 per H.A. en voor die, met uitzondering van het Nieuwland en den Zuid- Ilollandsehen polder, ƒ0,01 per H.A. t ZU1LICHEM, 7 Juni. Wanneer de landman thans langs de landerijen gaat, kan hij met wel gevallen op de producten neerzien. Alleen de beetwortelen laten op vele plaatsen te wenschen over. De aardappelen, het hoofdproduct in deze streek, staan zelfs uitnemend. In het naburig Brakel heeft men er reeds gerooid en weldra zul len ze groot genoeg zijn om er mede naar de markt te gaan. De appel- en de pereboomen, vooral de laat- sten, zullen dit jaar een slechten oogst geven. Gras is er evenwel in overvloed en vooral de regen, die gedurende de laatste weken mild stroomde, geeft nog meer wasdom. t UDENHOUT, 5 Juni. Een droevig ongeval had heden alhier plaats. Joh. de Groot, arbeider, bracht een kar mest op het land en had het on geluk bij het optrekken der kar, onder de mest- massa te geraken, met het Doodlottig gevolg dat hij levenloos daar onder uit gehaald werd. Hij laat een vrouw met 5 kinderen na. WAALWIJK, 5 Juni. De schoenmakerij in de Langstraat, die geruimen tijd reeds in kwij nenden toestand verkeerde, is thans een tijdperk van betrekkelijken bloei ingetreden. Er is volop werk en sommige fabrikanten hebben zooveel bestellingen, dat zij al hunne klanten niet op tijd kunnen bedipnen. De vrees voor de Duitsche con currentie, waarmede zoolang geschermd is, is ge heel geweken. Onze schoenmakers hebben in den minder gunstigen tijd zich hoe langer zoo meer bekwaamdthans leveren zij werk, dat voor het buitenlandsche in geen enkel opzicht behoeft on der te doen en daardoor alleen moet de invoer van buiten van zelf ophouden. Men ziet ook hieruit, dat bet best is zich zelf te helpende Langstraatsche schoenenindustrie beeft geen beschermende rechten noodig als zij zichzelve beschermt, door steeds, zooals tegen woordig, goed werk te leveren. Dat dit zoo blijve in onze hartelijke wensch. t DALEM, 6 Juni. Voor de betrekking van opzichter 3e klasse bij den Prov. waterstaat in Gelderland, op eene jaarwedde van 1200, hebben zich niet minder dan 116 sollicitanten aangemeld. Bij den Raad van State is een voorstel aan hangig tot verhooging van het tarief der binnen- landsche telegrammen. De grondtaks zou zijn 10 cent, voor elke twee woorden zou 3 cents betaald worden tot een minimum van 25 cents. Boven de 40 woorden zal voor de dagbladen slechts één cent per woord berekend worden. Thans heeft de directeur der weesinrichting te Neerbosch voor goed besloten, met zijnen zoon, den heer J. van 't Lindenhout, die zich sedert eeni gen tijd wijdt aan opvoeding der weezen en alles wat daarmede in verband staat, in de volgende maand naar Amerika te vertrekken, ten einde al daar in de Hollaudsche nederzettingen lezingen te houden over de weesitirichting eu zijn arbeid on der de weezen. De directeur is ook voornemens aldaar gelden te verzamelen voor den bouw van het zevende weeshuis, waarvan het bestek en de teekeningen reeds gereed en goedgekeurd zijn. Door de Ned. Amerik. stoomvaartmaatschappij te Rotterdam, is aan den directeur vrije overtocht toegezegd. t Van wege het Geniebeheer te Gorinchem, zal over eenigen tijd worden aanbesteed het voltooien van het inundatiekanaal, van de Waal beneden Tiel naar de Linge. Raming 40,000. Op 29 Mei bad de jaarlijksche vergadering plaats van aandeelhouders der Nederl. algemeene maatschappij van levensverzekering //Conservatrix,* te Amsterdam. De rekening en verantwoording over het boek jaar 1885, door commissarissen en de commissie van onderzoek goedgekeurd, werd zonder verzet aangenomen. Uit een vergelijkend overzicht bleek, dat de maatschappij in 1885 bevredigend had gewerkt. Ter verzekering waren ingekomen 14569 aan vragen met 1,033,804 kapitaal. Dertig aanvra gen met 6210 kapitaal werden geweigerd en 14539 verzekeringen met 1,027,594 werden afgesloten. Op 1000 verzekerden stierven, in 1885, 128 personen. Totaal werd uitbetaald, sedert de oprichting, 132,568.72. Het reservefonds bedraagt volgens de wiskundige berekening ƒ80,158 154. Benoemd werd tot directeur de heer dr. L. W. van der Slnys, tot wiskundig adviseur de heer dr. W. Gleuns. De hh. A. B. Barkey en F. A. van Geytenbeek, aftredende commissarissen, werden met algemeene stemmen herkozen, terwijl de hh. G. J. E. Tydeman, aftredend directeur a. i. en dr. C. de Rooy gekozen werden als commissarissen, die deze benoeming aan namen. Het 13e Zuider Zendiiig«teest zal Woensdag 23 Juni bij Oisterwijk (N.-Br.) worden gehouden. Als sprekers zullen zich dan doen hooren de navolgende predikantenL. H. F. Creutzberg, van Heemstede; P. Deetman, van Amsterdam; C. C. A. L. John, van Tilburg; J. G. Knottne- rus, van VGravenhageM. Mooij, van Dordrecht; Dr. P. J. Muller, van Nijmegen J. J. van Noord, van Werkendam; J. W. A. Notten, van Rotter- terdainP. J. Roskam Abbing, van Silvolde en J. W. Kautsmann, van Dinxperlo. Verder de heeren Baron van Doorn van Westkapelle, van Den Haag en T. M. Looman, van Amsterdam. Ds. H. V. Hogerzeil, van Amsterdam, spreekt de openingsrede uit en Ds. J. Riemens, van Middel burg, de slotrede. De geschorste kerkbestuurders der Ned. Herv. gem. te Amsterdam, die in de eerste week dezes jaars, op de bekende wijze, de Nieuwe kerk heb ben veroverd, zijn thans naar het „Hdbl." verneemt --- overgega&n tot eene daad. die «ie Onlangs gaven wij eene beschrijving van het staatkundig leven van den tegen woord igen minister-president van Grieken land, den heer Tricutipis. Wat wij toen van hem zeiden, dat hij namelijk een afkeer heeft van wapengeweld, is thans weer schitterend gebleken. Ondanks de ongehoord moeielijke om standigheden heeft hij den oorlog weten te verhinderen, de ontwapening doorgezet en toch eene omverwerping van des konings troon weten te voorkomen. Op dit oogenblik is bijna het geheele Grieksehe leger op voet van vrede. Welk motief de groote mogendheden der we reld kunnen hebben om nu eene onrechtvaardige blokkade niet terstond op te heffen Het curieuste van alle curieuse dingen in deze Grieksche verwikkeling is dat verleden week de Turk- sche regeering eene nota aan de mogendheden zond om aan te dringen op de opheffing der blokkade van de Grieksche knsten. Dit is weder een staaltje van Russische behendigheid. Rusland heeft Turkije doen weten wees nu inaar blij dat door mijn invloed u eene nieuwe verminking bespaard is, en vervul mi den plicht der dankbaarheid door voor uw Grieksehcn vij and op te tredeu. riet is merkwaardig dat het alweer Oostenrijk is dat zich met hand en tar.d tegen de opheffing der blokkade verzet. Engelaud, dat met zijne machtige vloot wel geheel alleen die blokkade ondernemen kon, heeft officieel bericht, dat liet be reid is zijne vloot uit de Grieksche wateren terug te roepen en zijn gezant te Athene te doen terugkeeren. Maar Oosten rijk weigert. Hoe komt dat? Omdat liet als bij instinct ge voelt dat de machtige hand van Rusland de zaken in het Oos ten naar goedvinden regelt, en omdat Oostenrijk en Rusland de groote mededingers zijn, die eens tot eene ernstige worste ling zullen komen. Ook dit is het werk van Bismarck. Hij heeft Oostenrijk naar liet oosten gedrongen om de handen tegen Frankrijk vrij te krijgen en den Russischen buurman een vijand te bezorgen. Die invloed is zeer merkbaar. Geheel het oosten wordt via Oostenrijk door Bismarck bewerkt. Dit wordt zóó opgemerkt, dat toen onlangs de koning van Rnmenië zijn feestelijken in tocht deed binnen Giurgevo, hij wrerd ontvangen met de beide kreten: „Weg met Bratiano, den slaaf van Bismarck!" Men weet dat Bratiano de minister-president van Rumenië is, en dat hij de Rnmeensche staatkunde steeds regelt naar de Oostenrijksche en Daitsche. Het opmerkelijkst was dat de po litie niets deed om de vijandelijke demonstraties te Giurgevo tegen te gaan. Wel een bewijs hoe zij in den geest van het algemeen vielen. In Frankrijk tivkt op dit oogenblik weder liet meest de aandacht de zaak van de verbanning der prinsen. Het is zeker waar dat als zulk een netelig onderwerp telkens aan de orde komt, eene regeèring niet mag doen of zij niets merkt, maar moet trachten de zaak tot. een eind t,e brengen. Maar eene verbanning van de prinsen ten dan altijd nog maar prinsen in naam 1) moet noodzakelijk het kabinet groote inoeielijkheden' bereiden en maakt natuurlijk de. stelling van Frankrijk tegen over het buitenland nog moeilijker dan zij reeds is. Van'daar dat zoowel de president van de republiek als van den ministerraad, aarzelen te doen wat de commissie uit de Kamer verlangt. Deze wil de onmiddellijke verbanning van alle prinsen en prinsessen uit Frankrijk. De regeering wil alleen de uitzetting van de werkelijke kroonpretendenten, zooals de hertogen van Orleans en de Bonapartistische prinsen, en de bevoegdheid om alle leden van vroeger over Frank rijk geregeerd hebbende vorstenfamilies over de grenzen te doen gaan. Het is de meerderheid van de commissie uit de Kamer, die de oogenblikkelijke verbanning wil, d. w. z. 0 van de 11 leden. Onder de 5 van de minderheid behoort Henry Maret, een radicaal, maar die tegenstander is van elke soort verbanning. Nu wil het toeval dat de heer Maret als oudste in jaren, het rapport der commissie moet uitbrengen, en dat hij dus ook de argumenten tegen de verbanning liet klinken, laat zich denken. Behartigenswaard is wat het „Journal des Debats" over de zaak schrijft. „Wij weten niet," zegt het „hoe deze onder neming zal eindigen. Maar dit is zeker, dat men zich ver geefs beroept op het welzijn van de republiek en het in stand honden van onze instellingen. De republiek wordt niet be dreigd, onze instellingen niet aangetast; zelfs niet de schaduw van gevaar bestaat. „Dit alles erkent de regeering. In zulke omstandigheden bestaat er zelfs geen voorwendsel voor eene verbanningswet." Zeker is het dat er onder de beweging oppositie tegen het kabinet schuilt, maar toch houden wij het voor zeker, dat zoowel Kamer als Senaat de verbanningswet zullen aannemen. Men durft niet tegen de openbare meeniug aan. En nu het zeker is dat eene dochter van den graaf van Parijs in liet huwelijk zal treden met den kroonprins van Italië, zal het MijnheerGij hebt daar een vijftig centimes-stuk verloren Ik wist heel goed dat deze halve lranc mij niet toebehoorde en zag dadelijk in, dat het eene lee- ning was, die de kleine jongen mij aanbood. Toen deze mij het geldstuk in de hand legde, drukte ik de zijne met krachtdaarop betaalde ik en snelde heen, met wankelende schreden, als iemand die beschonken is. Om in mijne woning terug te komen, moest ik de Seine over. Op den Pont-Royal bleef ik geruimen tijd naar de rivier staan kijken, die om de pijlers bruiste en de gedachte schoot mij door het hoofd of het niet maar het best zou wezen om met een sprong aan al mijne zorgen een einde te maken. Toen dacht ik echter aan mijne moeder en vervolgde mijn weg. Den volgenden morgen was ik zoo gelukkig om door den bankier eindelijk ontvangen te worden. Geluk en ongeluk komen nooit alleen er was juist eme plaats open en ik kreeg die. Toen mijn nieuwe principaal een blik op mijne afgedragen kleeding had geworpen, betaalde hij mij een vierendeel jaars vooruit. Hoe groot ook mijn tegenzin was om in de res tauratie in den faubourg Saint Germain terug te kee- ren, legde ik mij evenwel de verplichting op om een jaar lang alle Zondagen daar mijn middagmaal te ge bruiken, waarbij ik telkens een franc drinkgeld gaf aan een kleinen jongen, die mij zoo goedhartig uit den nood had geholpen. Gij begrijpt echter wel, dat ik het daarbij niet liet blijven. Het kind is tot een man opgegroeid ik heb hem onder den arm genomen en hij is thans eigenaar van den grooten restaurant. Zoodra de heeren weder hunne woning in de stad betrokken hebben, hoop ik het genoegen te hebben bun daar. een diner aan te bieden. wel onmogelijk zijn voor Freycinet om Je onmiddellijke uit zetting van alle leden van vorstelijke families uit Frankrijk te voorkomen. Prins Jeröme Bonaparte, die uitstekend met de pen omgaat, heeft in de „Figaro" wel een protest tegen de verbanning doen opnemen, waarin hij de schuld gooit op de „koningsge- zinden," maar de Bonapartes zullen daarom niet verschoond worden. Heden Dinsdag wordt in Engeland het lot beslist van de home-rule-bill. Een hoogst ernstige beslissing 1 Parnell, de leider der Ieren, zeide op een groote vergadering te Liverpool, dat hij wel het ontwerp van Gladstone niet geheel kon goed keuren, „maar men heeft meer aan een half brood, dan aan in het geheel geen brood." Parnell eindigde zijne rede aldus „Ierland heeft voor de eerste maal zeer zacht op de deur vau Engeland geklopt, maar het heeft niet geantwoord. De tweede maal heeft het wat harder geklopt, en de derde maal zal het met de wapens in de vuist op de deur bonzen." Heel prettig is dus in Engeland het vooruitzicht niet. Wordt de bill aangenomen, oproer van de Orangisten in Ierland, wordt zij verworpen, oproer van de Ieren en val van Gladstone. Omtrent dit laatste zijn de geruchten evenwel zoo tegen strijdig, dat wij daaromtrent beter doen met tot een volgend nummer te wachten. (8 Eene dame schrijft naar aanleiding van de ge boorte van den Spaanschen koning aan Daily News: »Het is tegen de gebrniken van het hof, dat eene Kouingin van Spanje haar kind zelf voeden zou, zoodat ook Koningin Maria Christina zich deze vreugde heeft moeten ontzeggen. Hare oudste dochter had eoue min, die zoo zwart was, dat men haar aan het hof de Afrikaansche noemde. Zoodra Koning Alfonso XIII geboren wa3, en door den heer Sagasta, destijds president van den minister raad, aan de aanwezigen als hnn Koning was voorgesteld, nam de hertogin van Medina hem het kind af en bracht het naar de moeder, met de woorden: «Kus uwen Koning!* En met tranen in de oogen drukte de Koningin het knaapje een kus op het voorhoofd en zeide «Ais iel s in ij vergoeding kan schenken voor al wat ik geleden heb, is hot de geboorte van mijn zoon.« De Spaauscbe et.ikeite heerscht nog, verouderd en oppermachtig, en de heer Sagasta zelf zon er niets aan durven veranderen. De jonge koning heeft dan ook, behalve zijne min en vice-min, eene eiudelooze menigte aya's, oppassters, kamerheeren, eon geheelo hofhouding met intendanten, belli nden en stalpersoneel de zuigeling bewoont dan ook een geheele reeks van appartementen, afgescheiden van zijne zu-jes en zijne moeder. Deze is huiselijk van aard ze heeft een groot deel van de luiermand zelve gemaakt, en zon er ook op gesteld geweest zjja, dat het, kindergoed, waar de prinsesjes uitgegroeid waren, voor den jongen koning mocht gebruikt worden. De paus heeft een prachtig doopkleed gezonden, maar koning in Christina heeft dat, waaronder koning Alphonso XII gedoopt was, doen gebruiken. De kleiue Alphonso XIII is een flink, krachtig kind, zeer donker (volgens een andor bericht heeft hij groote blauwe oogen en een vervaarlijk langen neus). De dames van Madrid hebben den jongen Koning eene wieg gezonden, geheel van lelieljes van dalen gemaakt, in gewone grootte. Het onderstel, de randen, alles is keurig uitgevoerdals hemel dienen drie reusachtige bladen vau waaierpalmen, uit welker punten lelietjes van dalen hangen. Koningin Christina drong er op aan, dat men den jongen koning in die wieg zon leggen, maar de doctoren verzotten zich daartegen, wegens den schadeljjken invloed, dien de sterke geur op do zenuwen van het kiud kon uitoefenen.* De officiëele Madridsche bladen bevatten thans ook een door Sagasta onderteekend decreet, waarbij Dou Rafael Alcalde Y Bnrill tot tandarts van den koning benoemd wordt. Tweemaal 's weeks moet hij, vergezeld van een adsisteut, de tanden des konings gaan bezichtigen, schoonmaken en zoo noodig plombeeren. Hij ontvangt daarvoor een jaarwedde van ongeveer 4000 francs. Als de mi nister Camacho toch aan bet bezuinigen gaat, zon hij dezen ambtenaar met voordeel eenigen tijd op wachtgeld kunnen stellen, tot de jonge koning aan zijne eerste tanden begint. Te Parijs is nu een boscbmeusch, Kroa, te zien, van oen geheel behaard menschenras, nit Noord- Siam, dat, volgens de aanhangers der leer van Darwin, in de reeks der schepselen den over gang vortut van aap tot raen-mh. De telephoonmaatschappij te Luik heeft bare geabonueerden in de gelegenheid gesteld om op een door hen op te geven tijdstip te worden ge wekt. Op het, bepaalde nur geeft de beambte in het cent raai bureel een woksignaal, en blijft, daarna do schel bij den geaboneerde zoo lang in beweging totdat, üeze meldt dat hij het sein ontvangen heeft. Te Ruhrort. was dezer dagen het publiek in het koorddansersspel getuige van een treurig tooneel. Gedurende de voorstelling mislukte een toer; eeu meisje vau 11 a 12 jaar viel van de gespannen koord in een net, en werd daarop door den directeur ge grepen en met de zweep zoo onbarmhartig gesla gen, dat algemeene verontwaardiging losbrak. Eenige dames weenden luido, eu toirn cenige heeren zich de zaak aantrokken en den beul ziju gedrag ver weten, antwoordde deze brutaal: «Dat gaat u niet aan; het is mijn kind en ik kan er mee doen wat ik wil.* Het meisje moest, weer op de koord, maar viel er nn al zeer spoedig voor de t weede maal af, en werd in den wagen, de woning der acrobaten gestopt. Onlangs werd de luchtreiziger Opitz, toen hij te Berlijn met zijn ballon, iu gezelschap van één medereiziger, opgestegen was, hoog in de lucht door een on weder overvallen. Men zag gernimen tijd den ballon omringd door bliksemstralen, die hem dreigden te vernietigen, en het ranke schuitje ging met hevige schokken heen en weer. Men verwachtte niet3 anders dan dat do luchtreizigers door den bliksem gedood waren. Maar toen het, on weder even bedaarde, daalde de ballon bedaard en kwam te Mariötidorf met de beide reizigers neder, druipnat, maar ongedeerd. Zij hadden eerst een vreeselijken dood voor oogen gezien, maar opeens zagen zij. als door een wonder, de wolkeu en de bliksemstralen wegtrekken en een helderen zonneschijn rondom hen stralen. Uit Panama wordt bericht, dat daar opnieuw de geele koorts heerscht. Het aantal slachtoffers is gemiddeld 40 per dag. Hadde do Lesseps niet bij hot plan tot doorgra ving van de landenglo van Suez blijken gegeven van eene voorboeldelooze wilskracht en bekwaam heid, dan ware dat werk nimmer voltooid gewor den, en ware het kanaal van Snez niet, volkomen geslaagd, dan zou gewis de doorgraving van de landengte van Panama nimmer ter sprake zijn ge bracht. Maar, reeds van af den beginne was het gemak kelijk te voorzien, niettegenstaande bet vertrouwen in de Lesseps, dat de uitvoering van het Panama kanaal met bezwaren zon hebben te kampen. Flalf in contanten, half in aandeelen, moesten de 10 millioen frankeu gedekt worden die den inbreng der concessie vertegenwoordigden. Buitendien 15 pet. van de toekomstige baten ten behoeve van (zooals de statuten lniden) «porsonnes dévooées la création de l'entreprise.* Tusschen 1871, toen er voor de eerste maal te Antwerpen quaestie van do doorgraving der land engte van Panama was, tot 1878 in welk jaar de coucessie werd verleend, en 1880, toen de Panama- maatschappij werd opgericht, verliepen alzoo tien jaren, en voor werkkapitaal kon men sleehts beschik ken over eene som van 800 millioen, eigenlijk gezegd van 290 millioen, als men met don bovengeuoem- den inbreng van 10 millioen rekening houdt. Op dat tijdstip werd de finauciëole toekomst der onderneming in grove trekken aldns geschetst. Het jaarlijksch verkeer, geschat op 6 millioen ton, vertegenwoordigt, tegen het concessie-cijfer van 15 fr. per ton, eene vermoedelijke opbrengst van 90 millioen. Men rekende buitendien op eene obli gatierekening, waarvoor 45 millioen rente noodig zou zijn, zoodat er lD/g pet. voor de aandeelhou ders zou overblijven. In 1882, 1883 en 1884 nu zijn obligatieleningen gesloten, waarvan, in ronde cijfers, de jaarlijksche lasten 25 millioen franken bedragen. Dat de maatschappij thans in fioanciëele moeie- lijkhedeu verkeert, zal dan ook wel niet verwon deren (in twee dagen daalden de aandeelen 11 a 12 pet.), doch ook bezwaren vau technischen aard zijn in 't midden gebracht, b.v. het beweerde verschil van waterhoogten aan de beide mondingen van het kanaal; dit punt is tot onderzoek naar de afdee- litigen voor scheepvaart en astronomie verwezen ten aanzien van andere bezwaren verstrekte do Iran ache Regeering aan den Rijksboofdingenieur M. Rousseau eene opdracht, dd. 24 December jl. luidende 1°. de beoo: deeling nit een technisch oogpunt vau het thans in uit voering zijnde ontwerp, zoowel ton aanzien van het eigenlijk gezegde kauaal, als van zijn havens; 2°. de beoordeeling van de middelen door de maatschappij of door haar aannemers ton behoeve van do uitvoering in het werk gesteld of te stellen 3°. raming van den alsuog vóór het in exploitatie brengen van bet kanaal benoodigden tijd; 4°. raming van de gemaakte en nog te maken kosten 5°. raming van de onderhouds-en exploitatie kosten 6°. raming van de directe eu indirecte exploi tatiekosten. De hoofdingenieur Rousseau, sedert van zijne zending teruggekeerd, heeft het gevraagde verslag iu handen gesteld van den Minister van Openbare Werken; en hoewel dat verslag nog niet is open baar gemaakt, weet do redactie van de «Revue industrielle* daarvan bereids de hoofdtrekken mede te deelen, hierop nederkomeude dat de rapporten van de kanaalmaatschappij in strijd met de waar heid zouden zijn ten aanzien van 1°. de gemakkelijkheid van uitvoering der wer ken, nit een technisch oogpunt; 2°. het bedrag van het voor de uitvoering nog be- noodigde kapitaal 3°. den tijd, noodig voor de uitvoering. De fransche Regeering heeft verder, volgens de «Revue Industrielle®, het verslag van den hoofd ingenieur Rousseau ter kennis gebracht van de di rectie der kanaalmaatschappij, ten einde haar in de gelegenheid te stollen het daarin aangevoerde te wederleggen. Belangstellend zien wij nit naar het antwoord van de afdeelingen voor de scheepvaart en astro nomie en naar het antwoord van de kanaalmaat schappij. Stpt. Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders der gemeente Heus- den, gelet op artikel 8 der wet van den 2den Jung 1875, (staatsblad N°. 95), tot regeling van hot toe- zigt bij bet oprichten van inrigtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken; doen to weten: dat op heden aan N. A. Frank en zijne rechtverkrijgenden vergunning is verleend tot het oprichten van eene blauwververij en wasscberij in het pand wijk W N°. 8, kadaster Sectie A N°. 408, gelegen aan de Oud-Hensdeusche poort. Heusden, den 2 Juni 1886. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, H. J. van Eggelen. Houcoop.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1886 | | pagina 2