Buitenlandsch Overzicht.
BUITENLAND.
KENNISGEVING.
BINNENLAND.
ren naar hier getransporteerd is en zijn
moedertaal meegebracht heeft.
Dit gezelschap nu vertoont een zangspel
van den Vlaming Miiy, getiteld: /Maria
van Bourgondiër, een onmogelijk stuk als
drama, maar rijk aan muzikale schoonheden.
Wanneer de componisten Dan. de Lange,
H. Viotta en C. van der Linden, van wie
gezegd wordt dat ze een opera in porte-
feuile hebben liggen, aan dit gezelschap in
den a.s. winter hun phantastische kinderen
mochten willen toevertrouwen ik heb
daarvan iets hooren luien dan kunnen
ze zeker zijn van een, wat de Duitschers
noemen //gewetensvoller uitvoering.
Gebeurt dit, dan is wMaria van Bour
gondiër als oefening in den Nederlandschen
muziekvorm ofschoon dit zangspel een
Fransch tintje draagt, een uitmuntende
voorbereiding.
5 Juni '86. H.
mgmgmgm
t EETEN. Door stemgerechtigde Ingelanden
van den polder van Eeten werd de rekening 1885
en de begrooting 1886 goedgekeurd en vastge
steld. De omslag yoor dit jaar werd bepaald op
3 per B.A. Tot lid van het bestuur werd
herbenoemd, J. Branderhorst alhier.
tEenige openbare wegen of gedeelten daarvan,
niet meer ten openbaren dienst bestemd, en welke
voorheen nóch voor de gemeente nóch voor parti
culieren eenig voordeel opleverden, zijn thans
door het gemeentebestuur in het openbaar ver
kocht voor de som van 756 behalve de kosten.
t GEN DEREN. De omslag voor het water
schap den polder van Genderen is door stemge
rechtigde ingelanden voor dit jaar vastgesteld op
2,75 per II.A. Tot lid van het bestuur werd
herbenoemd L van der Heek en tot Secretaris
penningmeester M. A. Boll.
7 Juni. De WelEerw. heer J. Osse-
waarde, predikant van Doeveren en Genderen,
hoopt op 18 Juli a.s. zijn afscheidsrede te Doe
veren te houden.
t Als een bijzonderheid kan gemeld worden
dat bij J. dc B. alhier een geit is, die vier spee-
nen heeft die allen even groot zijn en ook uit
alle vier melk geelt.
t MEEUWEN. Het bestuur van de Hulpgaten
in de Landen van Heusden en Altena heeft in
zijne vergadering, alhier gehouden bepaald, dat de
omslag over het geheele waterschap voor 1886
zou bedragen 0.30 per H.A. en voor die, met
uitzondering van het Nieuwland en den Zuid-
Ilollandsehen polder, ƒ0,01 per H.A.
t ZU1LICHEM, 7 Juni. Wanneer de landman
thans langs de landerijen gaat, kan hij met wel
gevallen op de producten neerzien. Alleen de
beetwortelen laten op vele plaatsen te wenschen
over. De aardappelen, het hoofdproduct in deze
streek, staan zelfs uitnemend. In het naburig
Brakel heeft men er reeds gerooid en weldra zul
len ze groot genoeg zijn om er mede naar de
markt te gaan.
De appel- en de pereboomen, vooral de laat-
sten, zullen dit jaar een slechten oogst geven.
Gras is er evenwel in overvloed en vooral de
regen, die gedurende de laatste weken mild
stroomde, geeft nog meer wasdom.
t UDENHOUT, 5 Juni. Een droevig ongeval
had heden alhier plaats. Joh. de Groot, arbeider,
bracht een kar mest op het land en had het on
geluk bij het optrekken der kar, onder de mest-
massa te geraken, met het Doodlottig gevolg dat
hij levenloos daar onder uit gehaald werd. Hij laat
een vrouw met 5 kinderen na.
WAALWIJK, 5 Juni. De schoenmakerij in
de Langstraat, die geruimen tijd reeds in kwij
nenden toestand verkeerde, is thans een tijdperk
van betrekkelijken bloei ingetreden. Er is volop
werk en sommige fabrikanten hebben zooveel
bestellingen, dat zij al hunne klanten niet op tijd
kunnen bedipnen. De vrees voor de Duitsche con
currentie, waarmede zoolang geschermd is, is ge
heel geweken. Onze schoenmakers hebben in den
minder gunstigen tijd zich hoe langer zoo meer
bekwaamdthans leveren zij werk, dat voor het
buitenlandsche in geen enkel opzicht behoeft on
der te doen en daardoor alleen moet de invoer
van buiten van zelf ophouden.
Men ziet ook hieruit, dat bet best is zich zelf
te helpende Langstraatsche schoenenindustrie
beeft geen beschermende rechten noodig als zij
zichzelve beschermt, door steeds, zooals tegen
woordig, goed werk te leveren. Dat dit zoo blijve
in onze hartelijke wensch.
t DALEM, 6 Juni. Voor de betrekking van
opzichter 3e klasse bij den Prov. waterstaat in
Gelderland, op eene jaarwedde van 1200, hebben
zich niet minder dan 116 sollicitanten aangemeld.
Bij den Raad van State is een voorstel aan
hangig tot verhooging van het tarief der binnen-
landsche telegrammen. De grondtaks zou zijn 10
cent, voor elke twee woorden zou 3 cents betaald
worden tot een minimum van 25 cents.
Boven de 40 woorden zal voor de dagbladen
slechts één cent per woord berekend worden.
Thans heeft de directeur der weesinrichting te
Neerbosch voor goed besloten, met zijnen zoon, den
heer J. van 't Lindenhout, die zich sedert eeni
gen tijd wijdt aan opvoeding der weezen en alles
wat daarmede in verband staat, in de volgende
maand naar Amerika te vertrekken, ten einde al
daar in de Hollaudsche nederzettingen lezingen te
houden over de weesitirichting eu zijn arbeid on
der de weezen. De directeur is ook voornemens
aldaar gelden te verzamelen voor den bouw van
het zevende weeshuis, waarvan het bestek en de
teekeningen reeds gereed en goedgekeurd zijn.
Door de Ned. Amerik. stoomvaartmaatschappij
te Rotterdam, is aan den directeur vrije overtocht
toegezegd.
t Van wege het Geniebeheer te Gorinchem, zal
over eenigen tijd worden aanbesteed het voltooien
van het inundatiekanaal, van de Waal beneden
Tiel naar de Linge. Raming 40,000.
Op 29 Mei bad de jaarlijksche vergadering
plaats van aandeelhouders der Nederl. algemeene
maatschappij van levensverzekering //Conservatrix,*
te Amsterdam.
De rekening en verantwoording over het boek
jaar 1885, door commissarissen en de commissie
van onderzoek goedgekeurd, werd zonder verzet
aangenomen.
Uit een vergelijkend overzicht bleek, dat de
maatschappij in 1885 bevredigend had gewerkt.
Ter verzekering waren ingekomen 14569 aan
vragen met 1,033,804 kapitaal. Dertig aanvra
gen met 6210 kapitaal werden geweigerd en
14539 verzekeringen met 1,027,594 werden
afgesloten.
Op 1000 verzekerden stierven, in 1885, 128
personen.
Totaal werd uitbetaald, sedert de oprichting,
132,568.72. Het reservefonds bedraagt volgens
de wiskundige berekening ƒ80,158 154.
Benoemd werd tot directeur de heer dr. L. W.
van der Slnys, tot wiskundig adviseur de heer dr.
W. Gleuns.
De hh. A. B. Barkey en F. A. van Geytenbeek,
aftredende commissarissen, werden met algemeene
stemmen herkozen, terwijl de hh. G. J. E. Tydeman,
aftredend directeur a. i. en dr. C. de Rooy gekozen
werden als commissarissen, die deze benoeming aan
namen.
Het 13e Zuider Zendiiig«teest zal Woensdag
23 Juni bij Oisterwijk (N.-Br.) worden gehouden.
Als sprekers zullen zich dan doen hooren de
navolgende predikantenL. H. F. Creutzberg,
van Heemstede; P. Deetman, van Amsterdam;
C. C. A. L. John, van Tilburg; J. G. Knottne-
rus, van VGravenhageM. Mooij, van Dordrecht;
Dr. P. J. Muller, van Nijmegen J. J. van Noord,
van Werkendam; J. W. A. Notten, van Rotter-
terdainP. J. Roskam Abbing, van Silvolde en
J. W. Kautsmann, van Dinxperlo. Verder de
heeren Baron van Doorn van Westkapelle, van
Den Haag en T. M. Looman, van Amsterdam.
Ds. H. V. Hogerzeil, van Amsterdam, spreekt de
openingsrede uit en Ds. J. Riemens, van Middel
burg, de slotrede.
De geschorste kerkbestuurders der Ned. Herv.
gem. te Amsterdam, die in de eerste week dezes
jaars, op de bekende wijze, de Nieuwe kerk heb
ben veroverd, zijn thans naar het „Hdbl."
verneemt --- overgega&n tot eene daad. die «ie
Onlangs gaven wij eene beschrijving van het staatkundig
leven van den tegen woord igen minister-president van Grieken
land, den heer Tricutipis. Wat wij toen van hem zeiden, dat
hij namelijk een afkeer heeft van wapengeweld, is thans weer
schitterend gebleken. Ondanks de ongehoord moeielijke om
standigheden heeft hij den oorlog weten te verhinderen,
de ontwapening doorgezet en toch eene omverwerping van des
konings troon weten te voorkomen.
Op dit oogenblik is bijna het geheele Grieksehe leger op
voet van vrede. Welk motief de groote mogendheden der we
reld kunnen hebben om nu eene onrechtvaardige blokkade niet
terstond op te heffen Het curieuste van alle curieuse dingen
in deze Grieksche verwikkeling is dat verleden week de Turk-
sche regeering eene nota aan de mogendheden zond om aan
te dringen op de opheffing der blokkade van de Grieksche
knsten. Dit is weder een staaltje van Russische behendigheid.
Rusland heeft Turkije doen weten wees nu inaar blij dat door
mijn invloed u eene nieuwe verminking bespaard is, en vervul
mi den plicht der dankbaarheid door voor uw Grieksehcn vij
and op te tredeu.
riet is merkwaardig dat het alweer Oostenrijk is dat zich
met hand en tar.d tegen de opheffing der blokkade verzet.
Engelaud, dat met zijne machtige vloot wel geheel alleen die
blokkade ondernemen kon, heeft officieel bericht, dat liet be
reid is zijne vloot uit de Grieksche wateren terug te roepen
en zijn gezant te Athene te doen terugkeeren. Maar Oosten
rijk weigert. Hoe komt dat? Omdat liet als bij instinct ge
voelt dat de machtige hand van Rusland de zaken in het Oos
ten naar goedvinden regelt, en omdat Oostenrijk en Rusland
de groote mededingers zijn, die eens tot eene ernstige worste
ling zullen komen.
Ook dit is het werk van Bismarck. Hij heeft Oostenrijk
naar liet oosten gedrongen om de handen tegen Frankrijk vrij
te krijgen en den Russischen buurman een vijand te bezorgen.
Die invloed is zeer merkbaar. Geheel het oosten wordt via
Oostenrijk door Bismarck bewerkt. Dit wordt zóó opgemerkt,
dat toen onlangs de koning van Rnmenië zijn feestelijken in
tocht deed binnen Giurgevo, hij wrerd ontvangen met de beide
kreten: „Weg met Bratiano, den slaaf van Bismarck!"
Men weet dat Bratiano de minister-president van Rumenië
is, en dat hij de Rnmeensche staatkunde steeds regelt naar de
Oostenrijksche en Daitsche. Het opmerkelijkst was dat de po
litie niets deed om de vijandelijke demonstraties te Giurgevo
tegen te gaan. Wel een bewijs hoe zij in den geest van het
algemeen vielen.
In Frankrijk tivkt op dit oogenblik weder liet meest de
aandacht de zaak van de verbanning der prinsen. Het is zeker
waar dat als zulk een netelig onderwerp telkens aan de orde
komt, eene regeèring niet mag doen of zij niets merkt, maar
moet trachten de zaak tot. een eind t,e brengen. Maar eene
verbanning van de prinsen ten dan altijd nog maar prinsen in
naam 1) moet noodzakelijk het kabinet groote inoeielijkheden'
bereiden en maakt natuurlijk de. stelling van Frankrijk tegen
over het buitenland nog moeilijker dan zij reeds is.
Van'daar dat zoowel de president van de republiek als van
den ministerraad, aarzelen te doen wat de commissie uit de
Kamer verlangt. Deze wil de onmiddellijke verbanning van
alle prinsen en prinsessen uit Frankrijk. De regeering wil
alleen de uitzetting van de werkelijke kroonpretendenten,
zooals de hertogen van Orleans en de Bonapartistische prinsen,
en de bevoegdheid om alle leden van vroeger over Frank
rijk geregeerd hebbende vorstenfamilies over de grenzen te
doen gaan.
Het is de meerderheid van de commissie uit de Kamer, die
de oogenblikkelijke verbanning wil, d. w. z. 0 van de 11 leden.
Onder de 5 van de minderheid behoort Henry Maret, een
radicaal, maar die tegenstander is van elke soort verbanning.
Nu wil het toeval dat de heer Maret als oudste in jaren,
het rapport der commissie moet uitbrengen, en dat hij dus
ook de argumenten tegen de verbanning liet klinken, laat
zich denken.
Behartigenswaard is wat het „Journal des Debats" over de
zaak schrijft. „Wij weten niet," zegt het „hoe deze onder
neming zal eindigen. Maar dit is zeker, dat men zich ver
geefs beroept op het welzijn van de republiek en het in stand
honden van onze instellingen. De republiek wordt niet be
dreigd, onze instellingen niet aangetast; zelfs niet de schaduw
van gevaar bestaat.
„Dit alles erkent de regeering. In zulke omstandigheden
bestaat er zelfs geen voorwendsel voor eene verbanningswet."
Zeker is het dat er onder de beweging oppositie tegen het
kabinet schuilt, maar toch houden wij het voor zeker, dat
zoowel Kamer als Senaat de verbanningswet zullen aannemen.
Men durft niet tegen de openbare meeniug aan. En nu het
zeker is dat eene dochter van den graaf van Parijs in liet
huwelijk zal treden met den kroonprins van Italië, zal het
MijnheerGij hebt daar een vijftig centimes-stuk
verloren Ik wist heel goed dat deze halve lranc mij
niet toebehoorde en zag dadelijk in, dat het eene lee-
ning was, die de kleine jongen mij aanbood. Toen deze
mij het geldstuk in de hand legde, drukte ik de zijne
met krachtdaarop betaalde ik en snelde heen, met
wankelende schreden, als iemand die beschonken is.
Om in mijne woning terug te komen, moest ik de
Seine over. Op den Pont-Royal bleef ik geruimen tijd
naar de rivier staan kijken, die om de pijlers bruiste
en de gedachte schoot mij door het hoofd of het
niet maar het best zou wezen om met een sprong
aan al mijne zorgen een einde te maken. Toen dacht
ik echter aan mijne moeder en vervolgde mijn weg.
Den volgenden morgen was ik zoo gelukkig om
door den bankier eindelijk ontvangen te worden.
Geluk en ongeluk komen nooit alleen er was juist
eme plaats open en ik kreeg die. Toen mijn nieuwe
principaal een blik op mijne afgedragen kleeding had
geworpen, betaalde hij mij een vierendeel jaars vooruit.
Hoe groot ook mijn tegenzin was om in de res
tauratie in den faubourg Saint Germain terug te kee-
ren, legde ik mij evenwel de verplichting op om een
jaar lang alle Zondagen daar mijn middagmaal te ge
bruiken, waarbij ik telkens een franc drinkgeld gaf
aan een kleinen jongen, die mij zoo goedhartig uit
den nood had geholpen.
Gij begrijpt echter wel, dat ik het daarbij niet liet
blijven. Het kind is tot een man opgegroeid ik heb
hem onder den arm genomen en hij is thans eigenaar
van den grooten restaurant. Zoodra de heeren weder
hunne woning in de stad betrokken hebben, hoop ik
het genoegen te hebben bun daar. een diner aan te
bieden.
wel onmogelijk zijn voor Freycinet om Je onmiddellijke uit
zetting van alle leden van vorstelijke families uit Frankrijk
te voorkomen.
Prins Jeröme Bonaparte, die uitstekend met de pen omgaat,
heeft in de „Figaro" wel een protest tegen de verbanning
doen opnemen, waarin hij de schuld gooit op de „koningsge-
zinden," maar de Bonapartes zullen daarom niet verschoond
worden.
Heden Dinsdag wordt in Engeland het lot beslist van de
home-rule-bill. Een hoogst ernstige beslissing 1 Parnell, de
leider der Ieren, zeide op een groote vergadering te Liverpool,
dat hij wel het ontwerp van Gladstone niet geheel kon goed
keuren, „maar men heeft meer aan een half brood, dan aan
in het geheel geen brood." Parnell eindigde zijne rede aldus
„Ierland heeft voor de eerste maal zeer zacht op de deur vau
Engeland geklopt, maar het heeft niet geantwoord. De tweede
maal heeft het wat harder geklopt, en de derde maal zal het
met de wapens in de vuist op de deur bonzen."
Heel prettig is dus in Engeland het vooruitzicht niet. Wordt
de bill aangenomen, oproer van de Orangisten in Ierland,
wordt zij verworpen, oproer van de Ieren en val van Gladstone.
Omtrent dit laatste zijn de geruchten evenwel zoo tegen
strijdig, dat wij daaromtrent beter doen met tot een volgend
nummer te wachten. (8
Eene dame schrijft naar aanleiding van de ge
boorte van den Spaanschen koning aan Daily News:
»Het is tegen de gebrniken van het hof, dat eene
Kouingin van Spanje haar kind zelf voeden zou,
zoodat ook Koningin Maria Christina zich deze
vreugde heeft moeten ontzeggen. Hare oudste
dochter had eoue min, die zoo zwart was, dat men
haar aan het hof de Afrikaansche noemde. Zoodra
Koning Alfonso XIII geboren wa3, en door den
heer Sagasta, destijds president van den minister
raad, aan de aanwezigen als hnn Koning was
voorgesteld, nam de hertogin van Medina hem het
kind af en bracht het naar de moeder, met de
woorden: «Kus uwen Koning!* En met tranen
in de oogen drukte de Koningin het knaapje een
kus op het voorhoofd en zeide
«Ais iel s in ij vergoeding kan schenken voor al
wat ik geleden heb, is hot de geboorte van mijn zoon.«
De Spaauscbe et.ikeite heerscht nog, verouderd
en oppermachtig, en de heer Sagasta zelf zon er
niets aan durven veranderen. De jonge koning
heeft dan ook, behalve zijne min en vice-min, eene
eiudelooze menigte aya's, oppassters, kamerheeren,
eon geheelo hofhouding met intendanten, belli nden
en stalpersoneel de zuigeling bewoont dan ook
een geheele reeks van appartementen, afgescheiden
van zijne zu-jes en zijne moeder.
Deze is huiselijk van aard ze heeft een groot
deel van de luiermand zelve gemaakt, en zon er
ook op gesteld geweest zjja, dat het, kindergoed,
waar de prinsesjes uitgegroeid waren, voor den
jongen koning mocht gebruikt worden. De paus
heeft een prachtig doopkleed gezonden, maar koning
in Christina heeft dat, waaronder koning Alphonso
XII gedoopt was, doen gebruiken. De kleiue
Alphonso XIII is een flink, krachtig kind, zeer
donker (volgens een andor bericht heeft hij groote
blauwe oogen en een vervaarlijk langen neus).
De dames van Madrid hebben den jongen Koning
eene wieg gezonden, geheel van lelieljes van dalen
gemaakt, in gewone grootte. Het onderstel, de
randen, alles is keurig uitgevoerdals hemel dienen
drie reusachtige bladen vau waaierpalmen, uit
welker punten lelietjes van dalen hangen. Koningin
Christina drong er op aan, dat men den jongen
koning in die wieg zon leggen, maar de doctoren
verzotten zich daartegen, wegens den schadeljjken
invloed, dien de sterke geur op do zenuwen van
het kiud kon uitoefenen.*
De officiëele Madridsche bladen bevatten thans
ook een door Sagasta onderteekend decreet, waarbij
Dou Rafael Alcalde Y Bnrill tot tandarts van den
koning benoemd wordt. Tweemaal 's weeks moet
hij, vergezeld van een adsisteut, de tanden des
konings gaan bezichtigen, schoonmaken en zoo
noodig plombeeren. Hij ontvangt daarvoor een
jaarwedde van ongeveer 4000 francs. Als de mi
nister Camacho toch aan bet bezuinigen gaat,
zon hij dezen ambtenaar met voordeel eenigen tijd
op wachtgeld kunnen stellen, tot de jonge koning
aan zijne eerste tanden begint.
Te Parijs is nu een boscbmeusch, Kroa, te
zien, van oen geheel behaard menschenras, nit
Noord- Siam, dat, volgens de aanhangers der leer
van Darwin, in de reeks der schepselen den over
gang vortut van aap tot raen-mh.
De telephoonmaatschappij te Luik heeft bare
geabonueerden in de gelegenheid gesteld om op
een door hen op te geven tijdstip te worden ge
wekt. Op het, bepaalde nur geeft de beambte in het
cent raai bureel een woksignaal, en blijft, daarna do
schel bij den geaboneerde zoo lang in beweging
totdat, üeze meldt dat hij het sein ontvangen heeft.
Te Ruhrort. was dezer dagen het publiek in het
koorddansersspel getuige van een treurig tooneel.
Gedurende de voorstelling mislukte een toer; eeu
meisje vau 11 a 12 jaar viel van de gespannen koord
in een net, en werd daarop door den directeur ge
grepen en met de zweep zoo onbarmhartig gesla
gen, dat algemeene verontwaardiging losbrak. Eenige
dames weenden luido, eu toirn cenige heeren zich
de zaak aantrokken en den beul ziju gedrag ver
weten, antwoordde deze brutaal: «Dat gaat u niet
aan; het is mijn kind en ik kan er mee doen wat
ik wil.*
Het meisje moest, weer op de koord, maar viel
er nn al zeer spoedig voor de t weede maal af, en
werd in den wagen, de woning der acrobaten gestopt.
Onlangs werd de luchtreiziger Opitz, toen hij
te Berlijn met zijn ballon, iu gezelschap van één
medereiziger, opgestegen was, hoog in de lucht
door een on weder overvallen. Men zag gernimen
tijd den ballon omringd door bliksemstralen, die
hem dreigden te vernietigen, en het ranke schuitje
ging met hevige schokken heen en weer. Men
verwachtte niet3 anders dan dat do luchtreizigers
door den bliksem gedood waren. Maar toen het,
on weder even bedaarde, daalde de ballon bedaard
en kwam te Mariötidorf met de beide reizigers
neder, druipnat, maar ongedeerd.
Zij hadden eerst een vreeselijken dood voor
oogen gezien, maar opeens zagen zij. als door een
wonder, de wolkeu en de bliksemstralen wegtrekken
en een helderen zonneschijn rondom hen stralen.
Uit Panama wordt bericht, dat daar opnieuw
de geele koorts heerscht. Het aantal slachtoffers
is gemiddeld 40 per dag.
Hadde do Lesseps niet bij hot plan tot doorgra
ving van de landenglo van Suez blijken gegeven
van eene voorboeldelooze wilskracht en bekwaam
heid, dan ware dat werk nimmer voltooid gewor
den, en ware het kanaal van Snez niet, volkomen
geslaagd, dan zou gewis de doorgraving van de
landengte van Panama nimmer ter sprake zijn ge
bracht.
Maar, reeds van af den beginne was het gemak
kelijk te voorzien, niettegenstaande bet vertrouwen
in de Lesseps, dat de uitvoering van het Panama
kanaal met bezwaren zon hebben te kampen. Flalf
in contanten, half in aandeelen, moesten de 10
millioen frankeu gedekt worden die den inbreng
der concessie vertegenwoordigden. Buitendien 15
pet. van de toekomstige baten ten behoeve van
(zooals de statuten lniden) «porsonnes dévooées
la création de l'entreprise.*
Tusschen 1871, toen er voor de eerste maal te
Antwerpen quaestie van do doorgraving der land
engte van Panama was, tot 1878 in welk jaar de
coucessie werd verleend, en 1880, toen de Panama-
maatschappij werd opgericht, verliepen alzoo tien
jaren, en voor werkkapitaal kon men sleehts beschik
ken over eene som van 800 millioen, eigenlijk gezegd
van 290 millioen, als men met don bovengeuoem-
den inbreng van 10 millioen rekening houdt.
Op dat tijdstip werd de finauciëole toekomst der
onderneming in grove trekken aldns geschetst.
Het jaarlijksch verkeer, geschat op 6 millioen
ton, vertegenwoordigt, tegen het concessie-cijfer van
15 fr. per ton, eene vermoedelijke opbrengst van
90 millioen. Men rekende buitendien op eene obli
gatierekening, waarvoor 45 millioen rente noodig
zou zijn, zoodat er lD/g pet. voor de aandeelhou
ders zou overblijven. In 1882, 1883 en 1884 nu
zijn obligatieleningen gesloten, waarvan, in ronde
cijfers, de jaarlijksche lasten 25 millioen franken
bedragen.
Dat de maatschappij thans in fioanciëele moeie-
lijkhedeu verkeert, zal dan ook wel niet verwon
deren (in twee dagen daalden de aandeelen 11 a
12 pet.), doch ook bezwaren vau technischen aard
zijn in 't midden gebracht, b.v. het beweerde verschil
van waterhoogten aan de beide mondingen van het
kanaal; dit punt is tot onderzoek naar de afdee-
litigen voor scheepvaart en astronomie verwezen
ten aanzien van andere bezwaren verstrekte do
Iran ache Regeering aan den Rijksboofdingenieur
M. Rousseau eene opdracht, dd. 24 December jl.
luidende
1°. de beoo: deeling nit een technisch oogpunt
vau het thans in uit voering zijnde ontwerp, zoowel
ton aanzien van het eigenlijk gezegde kauaal, als
van zijn havens;
2°. de beoordeeling van de middelen door de
maatschappij of door haar aannemers ton behoeve
van do uitvoering in het werk gesteld of te stellen
3°. raming van den alsuog vóór het in exploitatie
brengen van bet kanaal benoodigden tijd;
4°. raming van de gemaakte en nog te maken
kosten
5°. raming van de onderhouds-en exploitatie
kosten
6°. raming van de directe eu indirecte exploi
tatiekosten.
De hoofdingenieur Rousseau, sedert van zijne
zending teruggekeerd, heeft het gevraagde verslag
iu handen gesteld van den Minister van Openbare
Werken; en hoewel dat verslag nog niet is open
baar gemaakt, weet do redactie van de «Revue
industrielle* daarvan bereids de hoofdtrekken mede
te deelen, hierop nederkomeude dat de rapporten
van de kanaalmaatschappij in strijd met de waar
heid zouden zijn ten aanzien van
1°. de gemakkelijkheid van uitvoering der wer
ken, nit een technisch oogpunt;
2°. het bedrag van het voor de uitvoering nog be-
noodigde kapitaal
3°. den tijd, noodig voor de uitvoering.
De fransche Regeering heeft verder, volgens de
«Revue Industrielle®, het verslag van den hoofd
ingenieur Rousseau ter kennis gebracht van de di
rectie der kanaalmaatschappij, ten einde haar in
de gelegenheid te stollen het daarin aangevoerde
te wederleggen.
Belangstellend zien wij nit naar het antwoord
van de afdeelingen voor de scheepvaart en astro
nomie en naar het antwoord van de kanaalmaat
schappij. Stpt.
Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder
kunnen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Heus-
den, gelet op artikel 8 der wet van den 2den Jung
1875, (staatsblad N°. 95), tot regeling van hot toe-
zigt bij bet oprichten van inrigtingen, welke gevaar,
schade of hinder kunnen veroorzaken; doen to
weten: dat op heden aan N. A. Frank en zijne
rechtverkrijgenden vergunning is verleend tot het
oprichten van eene blauwververij en wasscberij in
het pand wijk W N°. 8, kadaster Sectie A N°. 408,
gelegen aan de Oud-Hensdeusche poort.
Heusden, den 2 Juni 1886.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
H. J. van Eggelen. Houcoop.