No. 504.
Zaterdag 7 Augustus.
1886.
Eene Hygiënische fout.
Uitgever: L. J. VEERMAN Iïeusden.
BUITENLAND.
VOOR
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.Franco per post zonder prijs-
verhooging.
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte»
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
Binnenlandsche ADVERTENTIEN
waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven
worden slechts tweemaal in rekening gebracht, llij
toezending gelieve men vooral duidelijk den naam
van den Uitgever op het adres te stellen.
Onder ons leeken heerscht onder vele
andere verkeerdheden ook deze, dat we
elkander gaarne een of ander voedsel of
middel aanraden, 't welk wij zelf gaarne
lusten of waarvan we de goede uitwerking
op ons zeiven meenen bespeurd te hebben.
Er bestaat nauwelijks een spijs of drank,
welke niet zijn vereerders heeft, die 't aan
aanbevelingen niet laten ontbreken.
Niet slechts ooft en vruchtensappen, groen
ten, vleesch, visch en menigvuldige voort
brengselen van keuken en fournuis moeten
zich laten welgevallen als bijzonder nuttig
en zeer gezond geprezen te worden,ook wijnen
en bieren van alle soorten, thee en koffie,
ongeroomde, geroomde en zure melk en
wei, koolzuurhoudend water, gewoon water
in- en uitwendig en wat nog meer door
natuur en kunst voortgebracht wordt, 't
wordt alles aan gezonden en zieken als heil
zaam voor de gezondheid, als wonderbaar
middel in zieke dagen aangeprezen.
De een slaapt met de ramen opgeschoven
en daar 't hem goed bekomt, beveelt hij
het iedereen aan. Een ander neemt iederen
dag een koud bad, in den winter zoowel
als in den zomer. Nog een ander meent
in warme of Russische of Romeinsche baden
heil gevonden te hebben. Allen prediken
op hun beurt: „Gaat heen en doet des
gelijks
Men behoeft geen arts te zijn om te zien,
dat niet alles wat den een nut is, dit
ook zijn moet voor alle anderen.
Voedsel, rijk aan zetmeel en vet, goed
bekomende en krachten schenkende aan
hen, die dagelijks zwaren lichaamsarbeid
verrichten, is te zwaar voor dezulken, die
zittend werk hebben en stoort hunne denk
kracht. Volwassenen kupnen niet van melk
alleen leven, ofschoon die toch voor kleinen
een volkomen voedingsmiddel aanbiedt. Wie
door zwaren arbeid veel warmte ontwikkelt
en water verdampt, moet noodwendig veel
vocht tot zich nemen. Wanneer een ander,
die weinig beweging neemt, gelijke hoe
veelheid water gebruikte, zou hem dat zeker
slecht opbreken. Wij weten toch dat b. v.
niet alleen bier, maar ook wijn en zelfs
water, vooral wanneer het in den vorm van
koffie of soep genuttigd wordt, bij vele
menschen doch ook weder niet bij alle
de vetvorming begunstigt en de bezwaren,
aan bovenmatige vetvorming verbonden, zeer
verergeren kan.
Beroep en leefwijzeouderdom en
lichaamsgesteldheid, benevens vele andere
bestendige of wisselende invloeden en om
standigheden maken, dat 't geen voor den
een nuttig is, den anderen schaadt, zoodat
men nooit bepalen kan dit of dat is van
zichzelf gezond of ongezond, nuttig of scha
delijk. Het oordeel daarover moet zich
richten naar de persoonlijkheid en naar
omstandigheden. Is dit nu waar voor ge
zonden, hoeveel te meer dan niet voor zieken,
voor zwakke gestellen en voor hen, die voor
sommige krankheden blootstaan.
Een genezingswijze of middel, 't welk den
een heilzaam is, zijn ziekte verdwijnen doet
en hem de gezondheid teruggeeft, kan bij een
ander, die misschien aan dezelfde ziekte lijdt,
geheel tegengestelde gevolgen hebben
hoeveel meer nog bij dezulken bij wie de
aard der ziekte verschilt en slechts schijn
baar dezelfde is, dewijl ze gelijke verschijn
selen opmerken of 't geen ze opmerken op
gelijke wijze uitleggen.
Wij zien b. v. twee menschen op voor
hen lastige wijze in zwaarte toenemen.
Beiden leven goed en hebben niet overmatig
veel beweging. De een neemt een water
kuur, met gebruik van eenvoudige kost en
veel beweging en verliest daarbij betrekke
lijk veel van 't geen hem te veel is. De
rijkelijke watertoevoer, zoo wordt hem ver
klaard, lost de harde massa's op, verdunt
de sappen en doet de afscheiding toenemen.
Zijn confrater, deze ervaring en verkla
ring vernemende en evenals hij doctorale
hulp, van wege de kosten, onnoodig ach
tende, begint dezelfde kuur met water. Hij
baadt, stilt zijn honger slechts matig, al
thans bij vroeger vergeleken, drinkt veel
water, maar vreemd, ofschoon 't een tijd
lang goed gaat en hij in gewicht afneemt,
langzamerhand komen allerlei vreemdsoor
tige verschijnselen: dikwijls stijgt hem het
bloed naar 't hoofdbij bewegingen, die
hem vroeger geen moeite kostten, wordt
hij aamborstig en krijgt hartkloppingen;
hij neemt, trots zijn dieet, weder toe in
gewicht, en wel naar mate hij tot krach
tige lichaamsbeweging minder in staat is
en door veel waterdrinken vermeent zijn
te dik en te veel bloed naar behooren te
verdunnen en te verminderen. Wendt hij
zich dan eindelijk tot een kundigen arts,
dan kan hij tot zijn verbazing hooren, dat
bij zijn lichaamsgesteldheid water juist het
tegengestelde bewerkt heeft van 't geen hij
er van verwachtte, het heeft zijn bloed
massa vermeerderd, de spieren, in 't bijzon
der het hart verzwakt en de vetvorming
begunstigd.
Of wij hebben met twee personen te
doen, die door koude baden in rivier of
zee hunne krachten willen doen toenemen.
Beide volgen gelijke levenswijs en nemen
hunne kuur op dezelfde manier. Den een
bekomt ze heerlijk en de ander wordt
zwakker dan ooit te voren. Dit kan daar
aan liggen dat hij minder organische kracht
bezit dan de ander, om de afkoeling door
meer warmtevoortbrenging tegenstand te
bieden, of zijn spijsverteering of bloedvor-
ming kan minder goed zijn, of ook kun
nen er andere oorzaken in 't spel zijn, om
voor hem de kuur schadelijk te maken.
Hetzelfde verschil vertoont zich bij 't z.g.
harding-systeemkoude wasschingen en
baden, dagelijks door duizenden met goed
gevolg gebruikt, berooven anderen geheel
van hun geringe weerstandskracht en zou
den nog meer onheil aanrichten, ingeval
de afkeer van 't koude water niet bij in
stinkt onoverwinnelijk bleek en de schade
lijke gevolgen zoo spoedig zichtbaar wer
den. Wanneer welgevoede en van nature
krachtige lieden, kinderen en volwassenen,
door koud water, lichte kleeding, open ra
men en andere afkoelingsmiddelen gehard
worden, zoo verlangen zwakke, lijn ge
bouwde, schraal gevoede of bovenmate
vette personen in de eerste plaats verbete
ring van voedingswijze en kleeding, en
eerst daarna een zachten overgang van
warm tot koel en koud waterin elk ander
geval worden ze niet gehard maar ver
zwakt en doen eene, dikwijls ongeneeslijke,
ziekte op.
Wanneer zich zulke verschillende geval
len voordoen in de breede rij der gezon
den, kan men zich'voorstellen hoe het in
het leger der kranken moet uitzien, zoo
men op deze dezelfde methode gaat toe
passen. Wat ons als ziekte voorkomt, is
altijd een product uit vele factoren en in
vloeden van verschillenden aard en sterkte.
Ziekten kunnen uit oorzaken ontstaan, welke
bij andere personen volstrekt geen uitwer
king toonen of zoo geringe, dat men de
gevolgen niet als ziekte beschouwen kan.
En voorts kan, in betrekking tot het aan
getaste orgaan, een en dezelfde ziekte een
geheel verschillende beteekenis hebben
eene longaandoening b. v. bij een kind,
een volwassene en een grijsaard, bij zwak
ken of gezonden, is zeer verschillend in ge
volgen en gevaar.
Bij groote epidemiën, b. v. in tijden van
cholera, wanneer velen door dezelfde ziekte
oorzaken getroffen worden, toonen zich toch
zeer verschillende gevolgen, gelijk iedereen
weet. Dezen komen er met een lichte on
passelijkheid af, anderen met een meer of
minder hevige diarrhee, weder anderen
krijgen de werkelijke cholera, van welken,
bij gelijke behandeling, eenigen sterven,
anderen genezen.
De groote verscheidenheid in gevolgen
van gelijke ziekte-oorzaken, komt ten deele
door de talrijkheid en werkingskracht der
laatste, voor een groot deel zijn ze afhan
kelijk van de natuur des aangetasten, die
voor den verloop en het gevaar meestal
nog gewichtiger is dan de oorzaak.
Ziekten zijn bovendien niet geheel op
zich zelf staande gevallen, die den mensch
aantasten en schade toebrengen, ongeveer
gelijk de bliksem onze woningen, maar 't
zijn organische processen, die een oorzaak
hebben, ieder oogenblik en in ieder indi
vidu aan verandering onderhevig zijn.
De ziekte kan derhalve niet van den zieke
afgescheiden beoordeeld eu door vijandige
middelen bekampt worden't voorwerp der
behandeling is de kranke in persoon en
zijn door de ziekteoorzaak veranderde
toestand.
Zelfs in gevallen waarin een bijzonder
middel in den regel hulp bewijst, als bijv.
wat chinine tegen koorts of salicylzure
natron tegen reumathiek, is altijd nog de
hoeveelheid en de wijze van innemen niet
alleen van de hevigheid der ziekte, maar
ook van den toestand des zieken afhan
kelijk.
Zoo min wij dus sommige spijzen, ge
woonten e. a. uit hun aard voor iedereen
„gezond" kunnen noemen, evenmin kan
men geneesmiddelen of behandelingsme
thoden op zichzelf beschouwd de eigenschap
„heilzaam" toekennen, daar de heelende wer
king in elk bijzonder geval afhangt van
de natuur des kranken en van nog velerlei
omstandigheden, die ter beoordeeling blijven,
van een deskundige.
Uit Familiënblatt vertaald.
De volledige resultaten der verkiezingen voor de
algemeene raden in Frankrijk zijn thans bekend.
Gekozen zjjn 847 republikeinen en 411 conserva
tieven. De republikeinen winnen 76 zetels en de
conservatieven 83. Er moeten nog 177 herstem
mingen plaats hebben.
De Fransche minister van Financiën, de heer
Sadi-Carnot, was in de vorige week druk aan de
arbeid, toen een bode hom meêdeelde dat een zjjner
vrienden, een referendaris aau een der ministeriin
hem wenschle te spreken.
Zijne excellentie liet den vriend binnenkomen
en voegde 'hem dadelijk toe: »Wel, mijn waarde!
h >o maak je het toch, ik heb je in geen heele tjjd
gezien
De referendaris zweeg aanvankelijk en zeide toen
met ijskoude bedaardheid: »Het spijt mij zeer dat
ik je een trenrig nieuwtje moot brengen; ik heb
eeu onderhoud met mijne raadslieden gehad en wjj
h- bben besloten dat je niet langer minister kunt
blijven; pak je boeltje dus maar dadeljjk op en
ga heen. Ik zal voortaan je plaats vervullen!*
De heer Sadi-Carnot meende aan een laffe aar
digheid te moeten denken, maar weldra bleek het
dat zijn arme vriend plotseling krankzinnig was
g worden. Hij riep de hulp zjjn er ondergeschikten
in, die den gek met een zoet ljjntje wisten weg te
troonen. Hij werd onmiddelljjk naar een gesticht
vervoerd.
NIEUWSBLAD
Het Land van 1 Wen en Altena,
LANGSTRAAT EN DE EOMELERVAARD
m