De nieuwe Drankwet
Openbare Verkooping
HOOITOEIAAT
WEILAND
Openbaar Verkoopen:
B ÜRGERLIJKEST AND.
322ste Staatsloterij
Gemengd Nieuws en Allerlei.
MA RKTBERICHTEN.
ADV ERTENTIEN.
Plano uitgaaf 10 Cent.
Hedikhuizen, Engelen, Vlij
men en Baardwijk.
DE HOOITOEMAAT van
verschillende perceelen, in
partijen.
y
Jeanne Lorette, die hare gevangenisstraf te
Arnhem ondergaat, is sedert eenigen tijd onge
steld en schijnt aan eene kwijnende ziekte te lijden.
In het gasthuis te Amsterdam overleed Vrijdag
Abraham Tjaden, 30 jaar oud, de broeder van
den op 26 Juli gesneuvelden Ernst Hendrik Tja
den, 21 jaar oud. De beide broeders, kostwinners
van het gezin, wareu ongehuwd en woonden bij
hunne ouders in. De overledene moet getroffen
zijn bij het wegdragen vau lijken bij de Boom-
dwarsstraat.
Een zoogenaamd vetweider te Goes had in den
poel onder 's Heer Arendskerke een weide gepacht,
waarin hij zestien stuks runderen weidde. Aan
gezien hij heel wat pacht schuldig is en de be
taling daarvan achterwege bleef, werd dezer dagen
beslag op de runderen gelegd. Daarbij bleek
echter nu, dat niet hij de eigenaar is van het
vee, maar onderscheiden andere personen, met wie
hij een onderhandsch contract tot beweiding heeft
aangegaan. Aangezien door den verpachter geen
toestemming was gegeven tot het weiden van aan
anderen behoorend vee, werd last gegeven, de
beesten door den deurwaarder in veiling te brengen.
Donderdag had deze veiling plaats. Op een
na zijn de beesten door de eigenaars gekocht. De
gezamenlijke opbrengst is 849.25, terwijl de
reëele waarde der 14 stuks op 1700 a f 1800
wordt geschat. De hoogste prijs per stuk was
f 126, de laagste 10. De achterstallige pacht-
penningen bedragen ruim f 1100, buiten de
onkestenzoodat de borgen nog lang niet
gedekt zijn.
In de rivier onder de gemeente s Gravendeel
is door een aldaar wonenden visscher een lijkje
drijvende gevonden en gevischt, hetwelk bij on
derzoek is gebleken te zijn dat van het l^-jarig
zoontje van schipper Tak, welk kind op den 25
December des vorigen jaars nabij de spoorweg
brug over de Oude Maas onder Dordrecht over
boord viel en verdronk.
Jl. Dinsdagavond ging de 9 jarige A. v. d.
W., van beroep metselaarsknecht, met een roei
bootje op de rivier nabij Dordrecht visschen. Daar
hij niet terugkeerde ontstond de vrees, dat hem
een ongeluk was overkomen, en werkelijk bleek
dit het gevalWoensdagochtend vond men den
man levenloos in zijn bootje nabij het „Huis te
Merwede.* Vermoedelijk was hij door een be
roerte getroffen geworden.
Meu schrijft uit Pernis:
Een vader van zeven kinderen, nagenoeg allen
buiten staat om slechts eenigermate mee den kost
te helpen verdienen, wendde zich, door voort
durende ongesteldheid daartoe genoodzaakt, hoe
ongaarne hij zulks ook deed, tot de diaconie dur
Herv. gem. tot onderstand. Voor „de school*
was bij de diaconie wel geld te vinden, maar voor
een ziek huisvader was ten behoeve zijner vrouw
en kinderen niet meer dan 50 ets. per week en
een roggebrood beschikbaar. Het was dan ook
naar het zeggen van den predikant zijn eigen
schuld, dat hij zoo arm was. Dit laatste was
voor den man zelf en voor velen met hem een
raad sel
f Heusden, van 16—24 Aug.
2o klasse. Trekking van 23 Aug.
Prjjs van 1500: no. 28051000nos. 12599
en 13137; 400: nos. 3843 en 18894: 100:
nos. 2624 en 20026.
LANGE SESSIE.
Naar 'k hoop, zich lempelwaarts gespoed
En reed3 zijn plaatsen ingenomen.
Al wie geen zilplaats had bleef staan:
't Was opgepropt in gang en pa&n,
Geen enkel plokje bleef er open,
Al had voor geld men 't willen knopen.
Van waar zoo'n toeloop op deez' dag,
Daar anders door zoo luttel leden
Dit godshuis doorgaans werd betreden,
En m' in de plaatse der geboden
Voor stoel en bank den leeraar proekeu zag?
Goedgonstig lezer hoor de reden
De eerwaarde predikant Van Spaan
Had jaren op deoz' plaats gestaan,
En was zijn kudde ten exempel
Door wandel, dit weerspreekt wel geen;
«Maar wat is Wandel toch alleen,
Wanneer de Leer, die Nommer Eén,
Niet is vau d'echtou, ouden stempel!?*
Zoo zuchtte menig snnggre kop,
Die 'tin »de Waarheid* heel wat verder
Gebracht had, dacht hem, dan de herder,
En wond nog veel onnooz'len op.
De kudde werd allengskens steger,
En 't kerkgebouw ook telkens leéger.
Des leeraars zoon, die pas den graad
Van theologisch candidaat
Met lof verworven had, dacht heden
Voor de eerste maal in 's vaders steö,
En tot diens blijdschap, op te trodon.
üf nu nieuwsgierigheid het doé,
Geljjk d« mannen van Athonen
Zich eens op d'Arcopagus
Uit nieuwszncht plachten te voreonen,
Of welNeen, spreke ik niet aldus!
Do grooto schare, hier verschenen,
Was wis, door heilbegeerte ontgloeid,
Naar deze plaats te zaam gevloeid.
Het klokgeklep had reeds de vromen
Naar 't stille bedehuis genood,
En de gemeente, klein en groot,
En arm eu rijk daar plaats genomen.
De nieuw'liug ving zijn voordracht aan,
Maar was een wijl pas voortgegaan,
Of eensklaps blijft hij stokstijf staan
Men ziet den spreker erg verbleoken
Hij blijft in zijne rede steken,
En mist de kracht tot verder spreken
En zakt ineen
Wat nare schrik
Bevangt elk in dit oogenblik
Men hoort de vrouwen gillen, zuchten,
Het zacht gemoed zoo overkropt;
Was nu de kerk niet volgepropt,
Zij zonden graag 't gebouw ontvluchten,
Om buiten 't volle hart te lnchteu.
De jeugdigen doen dapper meö
Met de oudoren, bij 't hartbeklemmon,
En heffen met haar lieve stemmen
Het treurlied aan, van ach en wee
Een kerklijk vreemde wijs van zingen
Het manlijk deel staat roerloos daar;
Toch, na wat toevens, ziet m' een paar
Dor kloeksten, met ondenkbaar wringen,
Door de verslagen drommen dringen
En wordt door hnn vereende kracht,
De flauwgevallene afgebracht,
Die buiten deze tempeldeuren
Al spoedig weder op kan fleuren,
Maar niet weör op den kansel komt.
Nog staat het volk verblnft, verstomd,
Toon de oude preékor, met de zaak verlegen,
Is ten katheder opgestegen
Niet om 't gehoor, maar mot eon' zegen
Te ontslaan de rede, straks gestoord,
Zot bij zoo goed het gaan wil, voort,
En wordt met aandacht aangehoord.
Met aandachtja, maar niet, door allen
Kees Ving alleen ving zelfs geen woord
Op; Kees is reeds lang in slaap gevallen:
Hoe straks den jongen proponent
Pas na het eerste atemvorheffou,
Dat zoo diep schokkende incident,
Die flaawwt' zoo onverwacht moest treffen,
Daarvan is Kees geen zier bekend.
Hoe onder scharrelen en stomlen,
De spreker door vereende kracht
Is buiten 'l kerkgebouw gebracht.
Kees weet bet niet, hij zat te dom'len.
Hoe de onde heer beeft kracht in zich gevoeld
Tot, spreken, en op het vacante sproekgestoelt'
Zijne onde plaats heeft, ingenomen,
Het is bij Kees, door 't zoete drooruen,
Niet tot bewustheid kannen komen.
Kees dut en droomt en snorkt Maar zie,
Zijne onverstoorbre lethargie
Neemt nu een eind: Bereidt uw gaven,*
Zoo spreekt opeens de heer Van Spaan,
Met christelijk welgemeend vermaan
Zijn hoorders aan
«Om de armen in hun' druk te laven,
Geeft met een dankbaar blij gemoed,
»Van 't u geschonken wereldsch goed.
,Gg ziet eenmaal met woeker 't n betalen,
«En moge op 't geen gij d'armen broeder doot,
«Gods zegen rijk'lijk nederdalen.
»Zoo zij'tl* En de armeu-collectant
Neemt 't klingelzakje x) fluks ter hand,
En tjjgt aan 't hengelen eu visschen.
Hij is bij Kees straks aangeland,
En wil bij hem zich vergewissen,
üf dooz' voor de armen wat kan missen
Maar Kees verroert geen enkel lid,
Alsof hij vol devotie bidt,
Of wol diep in gepeinzen zit.
De bengelaar is een man vau zaken,
En geeft den peinzer fiks een' stoot,
Om aan 't gezeur een eind te maken.
Kees voelt den por ternauwernood,
Of hij schrikt op, wordt benrt'lings wit en rood,
Voldoet aan 't vragende begeeren.
Maar met eeu' blik daar naar omhoog,
Krijgt hij den ouden man in 't oog,
Die daar zoo ijvrig staat te oreren.
Kees wrijft zich de oogen, of 't, wellicht,
(Wie weet!) hem hapert aan 'tgezicht
Neen, de oude is 't toch, 't was goed gekeken
Daar moest wat wonders achter steken.
Hij stoot daarom zijn' buurman aan,
En fluistert: >Waar komt die vandaan?
'k Dacht, dat de jonge heer moest preeken
»Welnn, dat heeft, hij ook gedaan,*
Is 't antwoord, >hedeu vóór acht dagen,
«Hoe kant gij, Kees, zoo iets nog vragen?
«Gij waart toen immers zelf tor kerk,
»Of zijt ge dat reeds nu vergeteu,
>Dat ware toch, dunkt mij, wat sterk!*
«Wol heb 'k dan hier zoo lang gezeten?
»Op dezo plaats zoo lang al? hoe?...
«Was 'k al die dagen zonder eten?..,
Dan geef m'u hoed eens effen, toe
«En laat me door, ik wil me spoeijen,
«Hoe ongerust is vast in'u wijf!
»Och erm m'n zeuven erme blooijen,
»Die hebben wel de koorts op 't lijf,
«Vau angst, waar ik zoolang toch blijf!*
Hij rijst, komt door 't gedrang naar buiten,
Niets is in staat zijn vaart te stuiten,
Betreedt zijn woning, maar, boe vreemd 1
Hij kan bij vrouw of kroost van treuren,
Om 't achtdaagscb afzijn niets bespeuren,
Noch iets, dat naar verrassing zweemt.
Hij laat, de lenkertook niets dijken
Van zijn verrassing, maar neemt voor:
«Moge ooit een stoel zoo zacht een rustplaats lijken,
«Neon, in de kerk slaap 'k nimmer weder, hoor
D. V. D. B.
GEDACHTEN.
Het, boste dat wij in zwaarmoedige en treurige
oogenblikken doen kunnen, is ons teu plicht te
stellen andoren het leven te veraangenamen. Het
zij ons dan niet genoeg niet onvriendelijk te zijn,
wjj moeten ook Irachtcn jegens oen ieder vriendelijk
te wezen.
Men is nooit gelukkig, maar men gelooft altijd
het te zullen worden.
Slechts van zoer weinigen kan men zeggen, dat
zij thans levende moesten schijnen zich tot oen
ander leven voor te bereiden. Zij zijn bijna altijd
vervuld met hetgeen zij wenscheu, en niet met het
geen zij zijn. Het eenige wat zij niet bereiken is
tevredenheid met hun lot. Blijmoedigheid is de
schoonste lofzang aan do Godheid; hij, die een on
schuldig vermaak beneden zich acht,, doet slechts
eene schrede nader tot het onvorschillige en lijde
lijke van den ouderdom.
God lief te hebben is tovreden te zijn met het
geen Hij op aardo doet.
Hij die anderen niet kan vergeven, breekt de
brng af, waar bij zelf over moet, want ieder heeft
vergiffenis noodig.
waarop de predikant hem vroeg: «Gelooft gij aa
den Mont-Blauc?« «Ja. want hoewel ik dien berg
zelf niet heb gezien, zijn er verscheidene anderen
die bom hebben bestegen en boitendien zijn er be
wijzen genoeg voorhanden dat zulk een berg be
staat,* «Dus gij gelooft aan niets of het moot door
u of anderen gezien kunnen worden?* «Neon,
natuurlijk niet!* «Hebt ge ooit nw eigen her
senen gezien «Neen.* »Hebbou anderen die
wel eens gezien?* «Ook niet!* «En gelooft u
dan nog dat u hersenen hebt?* De jonge man ver
viel in uou diep nadenken.
Een hoefsmid komt uit zijn smederij met een
gloeiend hoefijzer. Een nieuwsgierig soldaat komt
voorbij en bekijkt het ijzer van allo kanten. De baas
wordt boos en houdt hom hot hoefijzer vlak onder
den neus. «Als je me een kwartje geeft, dan lik
ik er aan,* zegt de oljjke landsvordediger. Wacht
eens, denkt de baas bij zichzelf, ik zal je je praatjes
wel afloeren. Fluks haalt hij een kwartje uit zijn
zak en geeft het den soldaat.
Deze pakt gretig toe, likt er aan (nl. aan het
kwartje) en stapt vroolijk weg.
Bnurman's aardig dochtertje. Hoeveel kost dit
de elZoon van den ellenridder, die «smoorlijk*
van haar is: «Eén enkelo kus maar.* B. a. d.
«Goed, geeft u drie el grootmoeder zal betalen*.
Vijftig jaar geledon bevond zich onder de koristen
vau den schouwburg te Bergamc in Boven Italië
een jongmensch, die, om zijn moeder te kunnen
ondersteunen, te gelijk korist en kleermaker was.
Op zekeron dag kwam de zanger Nazari bij hem
om een jas te laten aanmeten. Nazari herkende
den kleermaker als één van de koristen en vroeg:
«Helft gij een goede stem?* «Niet bijzonder,
ik breng met moeite de G uit.* «Laat eens
hooren* De korist zong inot moeite do G.
«Nu de A.« «Dat kan ik niet, mijnheer.*
«Zing A, zeg ik je!« Dc korist bracht de A
uit. «Nu de H.« «Onmogelijk!* «Do H
of ik zalMaak u niet driftig, ik zal het
probooron.* En het gelukto. «Ziet, ge wel, dat
ge het kuut. En ik zeg je, als ge vlijtig studeeren
wilt, zult ge eon beroemd zanger wordou.* Nazari
had zich niet vergistde arme korist liet bij zijn
overlijden een vermogen van oen millioen lire na;
het was de beroemde Rubini.
Een gozolschap buitenlui stond Dinsdagmiddag
te Rotterdam bomelwaarts te staren, ten einde den
ballon van Latteman waar te nemen.
Een van hen, die voor het eerst de tolephoon-
dradeu bemerkte, zei: «Bij ons buiten zijn ze toch
vrij wat zindelijker dan in de stad, kijk die spin
rag hindert en daar hebben de stadslui geen ge
dachte van dat zulks niet helder is.«
Nog geen maand is sedert het bloedig drama iu
den Jordaan te Amsterdam voorbijgaan, of men
hoorde op den «Hartjesdag* aldaar langs de straten
galmen
Bokkebekken,
Palingtrekken,
Ha, ha, ha
Het is inderdaad treurig, zoo bitter weinig men-
schelijk gevoel somiv.ige lieden bezitten.
Onder de «gedachten* neemt de »W. Ct.« deze
op: «Alle hazardspelen zijn bij de wet verboden
met uitzondering vau hot huwelijk.*
In de Boschlaau te Rotterdam bestond eenige
jaren geleden eeu koffiehuis, dat den naam had
«Spring der es in«; dat hnis werd later ingericht
tot kerk eeuer strenge orthodoxe gemeentethans
ia hot weer een bierhuis goworden.
Een zeer zonderling millitair transport kon men
Donderdag tnsscbeu 1 eu 2 ure de Groote Markt
in den Haag zien overtrekken.
Drie soldalen van het «keurkorps* namelijk,'
waarvan twee elk beladen met, een vuurmand (toe
stel tol het drogen van kindergoed) eu een met
oen pot-de-chambre ouder den arm.
't Bespottelijk gezicht, drie jagers, met chakot.
op en koppel en sabel om, op hot drukste unr van
don dag zóó belast door de stad te zien loopen,;
wekte aller lachlust.
De beer A. was 30 jaar goworden, had ruim-;
schoots genoten van alles wat de wereld eon jong- -
mensch kan aanbieden, en dacht er nu ernstig aan -(
om wat rnstigor, meer huiselijk te worden. Een f
rijk huwelijk stond daartoe op den voorgrond,]
en de schoone, talentvolle, tevens eenige dochter
van den met geld en goed zoo rnim gezegendon
grondbezitter Z. voldeed alleszins aan de bepalingen
en eischen, die hij had gemeend hiervoor vasf
te moeten stellen. Met allen ernst begon hij haa
het hof te maken, en het viel den uitgeleerdenf
woreldling, als kenner van vrouwenharten, metg
Op de heden (Maandag) gebonden markt vau
vette kalveren waren aangevoerd 157 stuks.
De prijs was le kwal. van 0.44 tot 0.48;
2e kwal. van f 0.40 tot f 0.443e kwal. van
f 0.38 tot, 0.40 per kilogram.
Er bestond veel handel, zoodat spoedig al het
aangevoerde was opgeruimd.
De prijs der boter wa3 0.90 1.30.
welke hij tot heden steeds gespeeld had, niet moeilijk:
een gnnstigeu indruk to maken op het zoo vatbaar ii,
gemoed van de jonge maagd. Zich weldra over-|
tuigd houdende dat, het proces gewonnen was, ging,
hij uaar den heer Z. om haar te vragen. De meid
liet hem in do zijkamer, liep ijlings naar hare
meesteres om zich van bare boodschap te kwijten,
en ziende welk een hoogen blos, op het hooren
van dien naam, de wangen kleurde, voegde zij or"
nog bij: «O, mejuffrouw! 'tis toch zoo'n vriendelijk,
knap eu aardig heer, verleden jaar op de bniteu-
kermis te B. heb ik den ganschen nacht met hem
gedanst* Belet werd gegeven, en de kans wai
onherroepoljjk verkeken.
Prettig! Als men tnsscbeu twee lieftalligi
jouge dames gezet.cn, met don hoed tusschen d
knieën, eeu kopje thee voor buurvrouw rechts iu
de eene en het glas limonade voor juffrouw links)
in de andere hand heol beleefd vasthoudt en dan
plotseling het gevoel krijgt dat men moet niezen
GedachteloosEen predikant, veertien dagen go-
leden in eon dor gevangenissen prekend, begon)
onder gewoonte zijn toespraak aldus
«Het doet mij genoegen, geliefden, zoovelen uwei
heden morgen hier vereonigd te zien.*
At,tont. Een dienstmaagd, die baar mevrou
den heer des huizes hoorde verzoeken, om als hij
thuis kwam om te eten, Dombey en Zoon med
te brengen, zette tegen etenstijd twee extra borde
voor do te verwachten gasten op tafel.
Eeu ongeloovig jong student zeide eens legi
oen predikant, dat hij uiet, iu den Bijbel geloofde^
heeft voorradig
zooals die op 1 SEPTEMBER e.k. iu alle lo
kalen met vergunning moet ophangen.
De vroegere uitgave is alsdan van onwaarde.
liet College van H-egenteri
over de Godshuizen te
Heusden,
zal op DINSDAG den 31 Augustus 1886, des
voormiddags ten 11 ure, bij den Heer H. Mourik
aan de Wijksche poort te Hensden, in het
Breeder bij biljetten omschreven.
Notaris DE GIER te Heusden bericht de
INZET van het
op de „V e r r e w e i d e* onder Veen, groot
1,7010 Ilect. Staande op f 3200. Gehoogd
niet f 300.
Op „H anew aard* aldaar, groot 1,4820
Ilect. Staande op ƒ2250. Gehoogd met f 100.
TOESLAG op 31 Augustus, voormiddag
11 uur, ten huize van den heer Jan Vos Gz.
le Veen.
De diensten DINSDAGZATERDAG 's mor
gens 4 ure van Heusden en 's namiddags 3 ure
Vin Botterdam, worden ingetrokkon.
De dienst op Maandag blijft onveranderd.
(t e b o r e n :Josephus, z. v. J. Waiijcrs en E.
Dakino; Willem, z. v. E. A. do Bruijn en D. van
Oversteeg,; Levenl. aangegeven m. kind van J. de
Itoude en J. van Diem.
Prijzen van f 100 en datu boven.
^UIT AMERIKA.
Edgertou, 1 Augustus 1886.
Konden wij u in Juni schrijven dat het graan hier best
stond, zoodat er zonder buitengewoontjes een goede oogst ver
wacht mocht worden, - nn zijn de toestanden alles behalve
verblijdend. Het graan dat in Mei en in 't begin van Juni
zoo prachtig stond is door de hitte en droogte zeer benadeeld,
en zal een halve oogst ons deel zijn.
Toch zijn wij nog niet van de slechsten af, en zullen er
wel door rollen doch moeten vele diagen in de lijn van ver
beteringen achterwege blijven. Gelukkig voor ons dat de
geheele Noordkuat aan de droogte lijdt, zoodat het eene alge-
meene malaise is.
Minnesota vooral is ellendig, en - Jowa, Nebraska, Wiscon
sin en zelfs Illinois zijn in hetzelfde schuitje. Hosvelen
hier er door zullen scharrelen begrijp ik niet, want koopers
laten zich niet kijken.
Wij hebben sedert de laatste maand regelmatig van 100°
tot 109" F. warmte in de schaduw gehad; dus behoeft men
nitt te vragen, hoe heet het hier was. Dit werd veroorzaakt
door Syphoona (warme winden), die van de zandvlakten van
Kansas, Colorado en Nebraska tot ons overwaaien, en ons het
leven zeer onaangenaam maakten, tot op 135° F. in de zon.
In Washington begint men te zien, dat het vrije handel-
stelsel het best voor Amerika zal wezen nu, indien dat er
door gaat dan zal het hier veel beter worden, en den boer
eerst goed gaan, als hij maar een verbouw heeftdat zal de
gelukkigste wetgeviug voor ons zijn, die zij maken kunnen.
Over Spoorwegen wordt heel veel gesproken, doch voor het
andere jaar zal er hier wel niets van komen.
Lasst mich ruhen, lasst mieh trimmen
Lange, lange
Hoffmann v. Fali.khslf.ben.
't Was Zondag, eu bij hwele atroomeu
Had 't volk, mot vroomgeziud gemoed,
Vroeger hiug aan de collecte-zakjes een schelletje
sedert in de kerk onder de preek niemand meer slaapt, is
bijna overal dit schelletje verdwenen.
TERECHTWIJZING.
Een arme jood bood langs de straat
Zijn valletjes van ijzerdrnad
Aan burgers en aau beeren;
Het weêr was, o zoo nat en koud
Zijn kleed verschoten, dun en oud-,
Zijn leven vol ontberen.
Een jongen, niet eeu steenen hart
En blir.d voor zooveel leed en smart,
Vond nog een wreed behagen
Om niet dat hoofd gebukt door leed,
Dat. kaal en afgesleten kleed
Te spotten en te plagen.
De man wiseht uit zijn oog een traan
En sprak aldus den bengel aan
wllebt gij nog nooit gelezen
«Hoe men den Heer, die 't al gebiedt,
«Die op elk schepsel ncderziet,
«Moet eeven en moet vreezen?
«En weet gij niet, dat ieders lot
«Geregeld wordt door aller God
«Door aller Heer te samen?
«Die voor elk lid van 't groot gezin
«Eiscbt broederhart en broedermin
«Ga been! en leer u schamen."
•e HERTOGENBOSCH, 23 Aug.
VAN
ONDEll