No. 510.
Zaterdag 28 Augustus.
1886.
FEUILLETON
Uitgever: L. J. VEERMAN Hemden.
5\'
De Geschiedenis van een Kind.
VOO*
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Franco per post zonder prijs-
verhooging.
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
Deze waarheid breekt baan onder ons.
De spaarbanken, vooral de Rijkspostspaar
bank bemerkt dit duidelijk. En het zou
haar nog klaarder blijken, indien niet de
tijdsomstandigheden haar invloed maar al
te merkbaar deden gevoelen in alle rangen
der maatschappij.
Zij, die ze nog niet als een waarheid
aannemen, kennen niet dat gevoel van
zekerheid, van voldaanheid, hetwelk teweeg
gebracht wordt door het bezit van een
spaarbankboekjekennen niet dat gevoel
van kalme berusting, wanneer ziekte of
ongeval voor een poos de verdiensten minder
doen vloeien of geheel doen ophoudenken
nen niet op hun ziekbed den grooten troost
de mijnen zullen niet geheel onverzorgd
achterblijven, indien ik mocht komen te
sterven.
Zijn gezin na zijn dood voor nijpend ge
brek te mogen bewaren, moet een verhef
fende troost zijn in de laatste ure, terwijl
het iets verschrikkelijks is te moeten schei
den en te weten dat de achterblijvenden,
geheel onverzorgd, de armoe ten prooi
vallen
Een spaarbankboekje dus voor uwe kin
deren, gij mannen en vrouwen uit den
werkenden stand, opdat ze vroeg de waar
heid van bovenstaande spreuk leeren ge
voelen
Een spaarbankboekje vooral voor uwe
zonen en dochters, die reeds in 't genot
van verdiensten zijn, opdat ze voor de toe
komst een appeltje voor den dorst bewaren
En bovenal, een boekje ook voor u zeiven,
opdat wanneer ziekte u verrast of de ouder
dom .u tot rust nemen dwingt, ge niet
geheel ontbloot voor de duistere toekomst
staat
Of neen
boekje.
Veronderstelt
toch liever geen spaarbank
eens,
ge
diensten elke week 25
zult van
ct. sparen,
uw ver-
natuur
lijk niet in een spaarpot, maar in een rente-
gevend fonds, gelijk de spaarbank is. Ge
begint daarmede bij uw trouwen, laat ons
aannemen op uw 25ste jaar. Ge zijt zoo
gelukkig
daarmee
tot uw
bij elkaar aan 1
ongeveer f 300,
onafgebroken
voortgaan
ge
te kunnen
50ste jaar, dan hebt ge
f 455 en aan rente
samen 755, waarvan
dan verder moet trachten te leven. Ge
kunt dan zeggen uw best gedaan te licbben,
en toch ontvangt ge tegen hoogèn intrest
nog maar jaarlijks f 35, dat is nog slechts een
goeden halven gulden in de weekHet is
duidelijk dat dit geen verzorgen van den
ouden dag kan genoemd worden.
Geen spaarbankboekje dus.
Wij weten er iets beters op.
Voor 12,50 elk jaar of ongeveer 25 ct.
per week, kan een 25-jarige na zijn dood
zijn vrouw en kinderen in liet bezit stellen
van f 700. Let wel, daarbij wordt niet
als conditie gesteld dat men een zekeren
tijd, bijv. tot zijn 50ste of 60ste jaar leven
moetzelfs wanneer de deelnemer op 26-ja-
rigen ouderdom komt te overlijden, ont
vangen zijne erven de 700 en geen cent
minder.
We ontleenen dit voorbeeld aan de tarie
ven van het „Nederlandsch Werk
liedenfonds", een instelling van jongen
datum, op wier streven we tot heden toe
in gebreke gebleven zijn de aandacht onzer
lezers te vestigen.
Het doel van dit fonds is den werkman
in de gelegenheid te stellen zich zeiven een
pensioen te verschaffen.
2) Door R. Tellheim.
Na verloop van eenige oogenblikken weerklonk uit
de keuken een bedrijvig geplas en gestamp. De oude
vrouw was weer aan baar werk, zij waschte. Reeds
zoovele jaren lang bad zij gewasschen en nog eens gc-
wasscben, van kindsbeen af, soms hongerig en het
noodige ontberend, tot zij al boenend en plassend hare
ellende vergat, zoo vele tranen van kommer en zorg
had zij mede weggewasscben, zoo vaak bare hoop en
begeerte onder het eentonige werk moeten bekampen
en zoo was het haar eene tweede natuur geworden,
hare toevlucht te nemen tot stamper en waschtob,
zoo dikwijls het gold zich zelf te kalmeeren of na te
denken omtrent het nemen van het een of ander be
sluit. Gelijkmatig, met machinale maat en vastheid,
bewogen hare knokige handen den stamper op en neer,
terwijl een paarlenregen van fonkelend schuim omhoog
spatte, dat in het neervallen ineen vloeide met de
zweetdroppelen die langs hare rimpelige wangen big
gelden. Allengs begon eene zonnige, eene blijmoedige
uitdrukking, hare harde trekken te ontplooien. Zij
scheen zoo hardvochtig, doch was inderdaad zoo goed
hartig. Rond hare kleurlooze lippen speelde een ver
stoken glimlachje en bijna onhoorbaar mompelde zij
Neen, niet in het armhuis. Bij mij zal ze blijven
en ik zal van haar houden, alsof het mijn kind was.
Maar,* en hare stem hernam haren harden klank,
leeren werken zal ze.
Waarom nam je dat vrouwspersoon bij je in huis?*
snauwde de politie, vertegenwoordigd door een hrusken
inspecteur vrouw Brandes toe, toen zij op het bureau
verscheen ten einde aangifte van het voorgevallene te
doen en eene kostelooze begrafenis voor het ongeluk
kige schepsel te verzoeken.
Ik heb haar een paar maanden geleden opgeno
men, omdat ik juist eene stopster noodig had,* ant
woordde de oude vrouw.
Waarom heb je daarvan geen aangifte gedaan
Weet ik het. Bij ons, arme mensclien, heeft ieder
genoeg met zich zelf te stellen. Waarom heeft zij
zelve de zaak met de politie niet in het reine gebracht?*
Hm ze zal er hare redenen voor gehad heb
ben,* meende de beambte, terwijl hij met een dubbel
zinnig lachje de schouders optrok. Wij kennen dat.
Het was een rechtschapen vrouw er viel zie,
zooveel, niet op haar aan te merken,* vervolgde de
waschvrouw gebelgd, terwijl zij de ledige linkerhand
plat uitspreidend, er met de rechter over heen voer.
Zij werkte bij mij voor de kost en de huur van
mijn kamer. Zij gunde zich weinig rust en deed al
tijd haar best om het mij naar den zin te maken. Ze
was blijde, de ziel, dat ze met haar kind een onder
komen had.*
Dus een kind ook nog!* kefte de inspekteur, dat
wordt ons nu natuurlijk op den hals geschoven.
Neen, ik neem het kind tot mijn last,* gaf de
oude ten antwoord en wierp met een gevoel van
trots het hoofd in den nek.
Om het meisje als bedelkind te gebruiken!* her
nam de man onbeschoft.
Dc handen der grijze vrouw vielen met zulk een'
dreunenden slag op de voor haar staande tafel ne
der, dat de beambte, zijne armen over elkander slaande,
zoodat de roode opslagen van zijne uniformjas zich in
het oog loopend vertoonden, haar op grimmigen toon
toesnauwde
De gewone levensverzekeringen zijn voor
den werkman te dnnr, dewijl ze een be
trekkelijk hooge som voor administratie in
rekening brengen. Het werkliedenfonds
wordt gratis beheerd door zaakkundigen,
diej ter wille van belanghebbenden daarvoor
vaü hun tijd een deel opofferen. Wat de
eerste niet kunnen doen, doet dit fonds:
het houdt rekening met de omstandigheden
en schrapt geen deelnemers, indien ze tijdelijk
buiten staat zijn te betalen. Het geeft hun
gelegenheid later de scha in te halen en
wanneer ook dit niet kan geschieden, be
taalt het toch uit, naar gelang er betaald is.
We willen hier niet ophalen van den berg
van bezwaren en hinderpalen, die de op
richters te overwinnen hadden, we kondigen,
voor zoover dit nog noodig is, slechts aan,
dat er thans ook voor den werkman een
pensioenfonds bestaat, en bevelen met den
meesten aandrang dit fonds aan bij den
werkman tot deelneming, bij meer gegoeden
tot ondersteuning.
Wanneer we ons wederom een werkman
voorstellen die op 25-jarigen leeftijd aan
vangt wekelijks 26 centen op te sparen, dan
heeft deze op 60-jarigen leeftijd bij dit fonds
aanspraak op 2 pensioen in de week en
200 uitkeering bij overlijden.
Indien een jongen van 15 jaar zich voor
neemt elke week 24 cent af te zondereu,
kan hij daarvoor op 65-jarigen leeftijd een
pensioen van 8 gulden in de week ontvangen.
Met deze voorbeelden kunnen we volstaan
die er meer belieft en geheel op de hoogte
komen wil van alles wat deze schoone in
stelling aangaat, informeere bij de plaatselijke
agenten of bij den directeur, den heer J.
II. Schuilenburg, Dennenweg 70, den Haag.
Natuurlijk worden de jaarlijksche of weke-
lijksche uitkeeringen grooter, naarmate men
op ouderen leeftijd tot dit fonds toetreedt.
We richten dus onze opwekking vooral tot
de jongeren onder de groote schare der
werklieden. We weten zeer goed dat 't ver
van gemakkelijk is elke week een gedeelte
van 't weekgeld af te zonderen, maar ieder
gelieve te bedenken dat 't nog veel onge
makkelijker is op zijn ouden dag zonder
geld rond te komen.
Jong gewend, oud gedaan. Wanneer de
jeugd leert bij 't noemen van 't weekgeld
eerst 25 ct. af te trekken, zal dit spoedig een
gewoonte worden, een gewoonte, die in
later dagen de meest zegenrijke vruchten
afwerpt.
Wanneer alle vaders en moeders aan den
a.s. schoonzoon het bewijs van deelneming
in het Ned. Werkliedenfonds ter inzage
vragen, zal spoedig geen enkel jongmensch,
die een fatsoenlijk meisje tot vrouw begeert,
verzuimen zich dit bijtijds aan te schaffen.
Ziet, het is niet genoeg dat er nu een
maal een fonds bestaatdit fonds moet een
waarachtig Nederlandsch fonds worden en
dien naam zal het eerst dan verdienen,
wanneer alle Nederlandsehe werklieden op
zijn register ingeschreven staan.
De werkman kan er van verzekerd zijn
dat de patroons het niet onder zich zullen
laten, indien ze tot dit fonds toetreden.
Ofschoon daarop niet gerekend kan worden,
daar in deze tijden vele patroons meer moeite
hebben om rond te komen dan hunne werk
lieden, ze kunnen toch verzekerd zijn dat
deze meer zullen op hebben met manschappen,
die de toekomst in 't oog houden, dan met
opmakers en doorbrengers.
We hebben hiermee 't onze gedaan en
wenschen het Nederlandsehe Werklieden
fonds een groot succes toe op zijn moeite
vollen en menschlievenden arbeid.
Nu, wat moet dat?*
Fijn en blank zijn mijne handen niet,* voegde
de oude hem toe, terwijl zij hare rimpelige knoken
terugtrok, »maar ze zijn eerlijk en aan het werken
gewoon en ik hoop dat het kind er ook zulke aan
het lijf zal krijgen, maar geen luie bedelaarslianden,
mijnheer.
Met klemmende onvriendelijkheid vroeg de inspec
teur naar den naam der overledene.
Vrouw Brandes streek nadenkend met de hand
over haar voorhoofdzij kon zich den naam niet
herinneren. Het was een vreemde naam, die mocielijk
uit te spreken was en daar de oude er altijd maar
zoo wat van gemaakt had, was de van al spoedig
achterwege gebleven en had vrouw Brandes haar op
verzoek van hare gast zelve voortaan hij haren doop
naam, Maria, genoemd.
Niet eens den naam te weten, het is wat moois
snauwde de politieman.
En papieren had ze zeker ook niet hij zich
Ik heb ten minste geen blaadje schrift gevonden.
Hoe oud is het kind?*
»Josa is in haar zesde jaar.*
Dan moet ze ondervraagd worden; ik zal zelf
hij je komen.
De man kwam in gezelschap van een' mindere;
al voeterend over de vijf trappen en de slechte lucht
landden zij boven aan.
In de armoedige nalatenschap der overledene werd
echter niets gevonden, wat tot eenige nadere uitkomst
aanleiding kon geven.
«Hoe heette je moeder?* vroeg de inspecteur aan
het kind.
Het meisje zweeg.
«Ik moet den naam weten, hoor!*
Moeders naam?*
Ja zeker 1
Moeder heette... moeder, anders niet.*
Nu, jij zult een bol worden,* sprak de man, met
een' honenden lach.
Waar kwam je moeder van daan, toen ze hier
ging wonen?*
Een heel eind hier van daan.*
De man had hooge gedachten van zijn' takt, vooral
waar het gold uit zijne slachtoffers te halen, wat er
uit te halen viel. Hij bestookte het kind met een
kruisvuur van vragen, tot eindelijk hare hartstochte
lijke natuur boven kwam. liet hoofdje in den nek
werpend, terwijl hare oogen vonken schoten, ontvloei
den aan hare van toorn bevende lippen een stroom
van woorden in eene vreemde taal.
0, hé! het meisje spreekt eene andere taal!*
iip de mindere beambte uit en keek zijn' superieur,
ie zich beijverde er eens recht slim uit te zien, met
en dom gezicht aan.
Vrouw Brandes trok het opgewonden kind naar
zich toe en sloot het in hare armen. »Ja,« zéidezij,
«als de moeder en het kind met elkander spraken,
kon ik er nooit iets van verstaan.
Het kleine, boosaardige schepseltje heeft mij op zeer
ongepaste wijze aangesproken, en wel in de taal der
Zigeuners*, meende de inspekteur, welke meening hij
goed vond als de zijne uit te spreken, ofschoon hij
niet alleen geen titel of jota van Josa's woorden ver
stond, maar zelfs geen flauw denkbeeld had, welke
taal zij sprak. Met nederbuigende vriendelijkheid het
woord tot zijn' ondergeschikte richtend, voegde hij
dezen toe
Je kunt een bewijsje opmaken dat de gestorvene
van geboorte Zigeunerin, naam onbekend, op kosten
dei' politie begraven kan worden.*
Als de politie eene begrafenis bekostigt, gaat zij
HIEUW
Id Land van leasden en Altena,
IE IAN
LERWAAHD.
J. 'Mg-!!.1!