TE HUUR GEVRAAGD
verkoopen:
Gemengd Nieuws en Allerlei.
MARKTBE RICHT EN.
AD VE RTENTIEN."'""
te HEUSDEN
Adriana Batenburg,
A. H. YAN BERGEN,
Het eerste schot.
Rondom eeu rijkelijk voorzienen disch, waarop
de hazen na de patrijzen en de faizanten na de ha
zen werden opgedragen, werd de jacht besproken.
Waarover zou men ook anders spreken op een dag
van de opening der jacht, ouder leerlingen van St.
Hubertus? De kloine gebeurtenissen van den dag,
het woordentwisten over dit of dat schot, de vrij
heden der ströopers, alle kleine tegenspoeden waren
op beurten opgedischt, niet weinig ten spijt van
de tegenwoordige dames, die, ik ben er zeker van,
liever gewild hadden dat men zich wat meer mot
haar bezig hield en wat minder met kwartels en
snippen.
Aan het dessert openbaarde zich een treurige
stilte. Iedereen gevoelde zich afgemat door het heen
en weder trekken over het jachtveld. Enkole paren
oogen namen vorontrustende uitdrukkingen aan.
Nog vijf minuten en men zou gevreesd hebben dat
enkelen onder zeil gingen.
Om dit alles te voorkomen stond de heer des
huizes op en sprak met een opgewekte stem
Dames en heeren, ik stel een dronk in op deu
koning van den dag, den bekwaamsten schutter
onder ons, op Willem Velthuisen.* Eeuige stoelen
werden omgeworpen, allen stonden op met opgeheven
glazen en juichten den heer Velthuizou toe, een goeie
kerel, eenigzins gezet van gestalte, iets ouder dan
de andere jagers. Deze dankte rechts en links en
trachtte onder het gedruisch cenige woordon van
dank te doen booren. Niemand scheen nu lust te
hebben om in te dommelen.
Toen het weêr rustiger werd keek de gelukkige
jager allen met een glimlach aan, alsof hij zich nog
iets aardigs herinnerde en zei zachtkens:
>Ja, ja, ik heb me van daag zoo goed mogelijk
gehouden; maar het haalt niet bij het schot dat
ik eens gehad heb, al lang geleden, toen ik voor
het eerst mede op de hazen- en konijnenjacht ging.
>Ah, ha, dat is de inleiding op een van die jacht-
histories die hij zoo aardig vertelt,* zei een der
dames op vrooljjken toon.
Wi) zjjn allen gehoorNu maar geen tegen
werpingen gemaakt.
Nu zooals ge wilt
Ik was omstreeks 17 jaar oud en kwam van
kostschool. Ik bracht eenige boeken als prijzen
mede, die op eene bonte, smakelooze wjjze waren
vergald en ontving van mijn vader als prijs een
jachtgeweer, met belofte mij op jacht mede te zul
len nemen.
Verbeeld je, zoo'n eerste geweer dat men als
zijn eigendom in handen houdt! Het is of men
daardoor in eens van knaap tot groot mensch
overgaat. Men laat het dan ook geen oogenblik
uit de banden. Men betast het, men koert het,
men draagt het over schoader, men exerceert er
mede, men trekt den haan afo, wat een ge
not, zoo'n eerste geweer!
En het eerste tor jacht gaan danDe vele voor
bereidsels: het vost van bijzondere stof, zorgvul
dig geplooid; de wijde pantalon, opgesloten in
hooge slopkousen de ruime schoenen met zorg in
gesmeerd; het cintuur dat in de lendenen knelt,
omhangen met kruitdoos; de woitasch die togen
de boenen slaat en die mou tot bersteus toe vol
hoopt terug te brengen; eu de eerste bond die op
de hielen volgt! men zou meeneu alles te zullen
schieten.
Ik maakte de eerste opening der jacht mede
met enkele jagers, die mij allen met ougeruste
oogen aanstaarden. Bedenk toch, zoo'n jongen! De
jeugd is zoo onvoorzichtig! Een ieder weet dat
men niet met vuurwapenen moet spelen. Ik bon
zeker dat menigeen zich reeds verbeeldde een ko
gelregen te ontvangen van de bijzondere plaats
alwaar ik op post zou worden gezet.
Ik wijt het dan ook hieraan dat ik op de ui
terste punt geplaatst werd, zeer ver vau de an
dere jagers verwijderd. Ik trooste mjj gemakkelijk
in de eenzaamheid. >Wacht raaar*, zei ik, «gij
tracht u van mjj te ontdoen, ik zal je eens toonen
wat ik kan.* E* mijn ouden hond aanvarende, be
loofde ik opgetogen, terug te komen met een rui
men oogst van hazen en patrijzen.
Niettemin hield ik goed een oog in 't zeil, maar
zag niets. De jacht kondigde zich dit jaar als zeer
slecht aan. Bijna geen wild. Mijn me gezellen trok
ken al verder en verder. Ik echter had mijn geweer
nog niet behoeven te roeren. Ik had wel een haasje
zich zien oprichten, maar dat was er zoo spoedig
van door, dat ik geen tijd gehad had aan te leggen.
Ik liep wanhopig op en neör, mij afvragende:
>Zal ik dan niets schieten?* Het was nu al niet
meer de kwestie om alles overhoop te schieten. Kon
ik maar slechts eenmaal schieten, om met grond
mjjn plaats te kunnen verlaten.
Toevallig loopt mijn hond een boschje in, dat
nabij de plaats gelegen was, die ik volgde. Ik
nader en zie duidelijk de bladeren bewegen. Welke
baas, welke jonge patrjjs zou de staande hond heb
ben opgemerkt Ik wacht. Niets vliegt op, niets
loopt weg. Toch bewegen de bladeren steeds. Daar
onder moet zich zeker wild ophouden! Nu
in allerijl aangelegd, en o, wat had gij oude
jagers een reden om mij te wautrouwen! ik
schiet in de richting dor takken die bewegen. Paf!
Er volgt een geluid van brekende takken en een
schreeuw: «Ach Hemel, help!*
Ik stond versteend. Dit geluid kwam toch niet
uit de keel van eeu konijn, noch uit de suavel
vau een snip Waar had ik dan op geschoten?
Welk onheil had ik begaan Ik moet er op dat
oogenblik zoo bleek als een doode hebben uitgezien.
Mijn hart klopte met herige slagen en mijne oogen
meenden een schrikkelijk schouwspel te zullen zien.
Met twee sprongen was ik in het boschje en
baande mij een weg door het struikgewas.
«Mijn hemel, hebt gjj geschoten mijnheer? Ge
hebt mg een grooten schrik aangejaagd, hoor je!«
't Was een jeugdig boerendeerntje, nog bleek
van schrik, maar toch reeds glimlachende, bij wolk
glimlachen haar witte tanden zichtbaar werden en
zij mij eenigzins schalksch aanzag.
«Zijt ge niet bezeerd?* was mijn eerste vraag.
«Neen, maar het scheelde toch maar weinig,
«kijk maar eens naar dezen tak.*
En vlak bij haar toonde zij mij een plaats met
bladeren bedekt, welke door den hagel waren af
geschoten en een gebroken takeen halvering voer
mjj door de leden. Zon het mogelijk zijn dat zij
geheel ongedeerd was
«Zjjt gij niet in het minst gewoud?* hernam ik;
«hagelkorrels voelt men niet altijd terstond.*
«Neen, ik ben er zeker van.*
«Laat eens zion.«
Worktuigelijk betaste ik haar, vreezende, iu
Vollen ernst, dat haar hier of daar een korrel in
het lichaam was gedrongen; en, zoo waar, mijne
handen beefden. Ik ontmoette echter geen veront-
rnstende verschijnselen.
Ten slotte begon zij mij schalksch toe te lachen,
zeggende: »nn ben ik er zeker van dat ik niet
geraakt ben, anders zon ik het nu wel gemerkt
hebben.*
Ik begon na ook te lachen en terwijl ik haar
de hand toestak, zei ik: «zoo ik je gewond had,
had ik mjj dat uooit kannen vergeven.*
«Wel, wel, wat ge zegt.*
En tegelijkertijd begon zij weder te lachen. Het
was zeker een gezicht dat tot lachen geschapen
was! O, wat vond ik ze Mef, dat jonge boerinnetje,
zoo lief, dat ik als bevreesde en linksche school
knaap een stoutmoedigheid verkreeg, waarover ik
later nog meermalen verbaasd was.
«Neen, gjj zijt te lief sta mjj toe dat ik
u even omhelze! En de daad bij het woord voe
gende, gaf ik haar twee kussen, waartegen zjj wel-
is-waar eenigen weerstand bood, die toch met
lachen verzeld ging.
«Is dat nn omdat ge me hebt willen dood
schieten? Is dat nn alles daarom?*
Laat ons bescheiden dit tablean wegnemen.
Haasten wij ons om met zorg de takken der boomen
dik te bedekken met de afgevallen bladeren. Ik
zon voor niets ter wereld het gevoel der dames
willen schokken die de goedheid hadden naar mjj
te luisteren, evenmin aan sommige heeren stof ge-
veu om aan dit jachtavontuur verkeerde gevolg
trekkingen te verbinden.
Toen wij des avonds aan tafel gezeten waren,
kwamen de oude jagers mjj volgen der wjjze nit-
hooren
«Wjj hebben uit uwe richting een schot gehoord
waarop hebt ge geschoten
«Op op een kwartel, antwoorde ik.«
Hebt ge hem geraakt
«Neen, zei ik met eeu verlegen gezicht, ik werd
tegeljjkertjjd door eene vroolijke dwaasheid afgeleid.*
«Arme Willem, ge znlt nooit een goed jager
worden!*
«Ik erken er ook thans ten volle het gewicht van.*
Ziedaar, dames en heeren, de geschiedenis van
mjjn eerste schot. "Heb ik geljjk wanneer ik zeg
dat van daag geen enkele zooveel dapperheid aan
den dag gelegd heeft
En Willem Velthuisen, een goeie kerel,
eenigszins gezet van gestalte en iets ouder dan de
andere jagers, eindigde zijn verhaal met een glim
lach en een dronk op de zoo benijdenswaardige
jengd. CARLOS.
Het bestuur der vereeniging voor volksvermaken
te Veendam noodigde den heer Julhes uit ook daór
met zijn ballon op te stjjgen, maar moet nu, zoo
als uit een bericht in de «Nieuwe Veend. Crt.«
blijkt, tot zijne teleurstelling bemerken dat te Veen-
dam geen gasfabriek, bestaat en aldaar dus eeu der
eerste vereischten voor oeue opstijging outbreekt,.
Wij lezen in het «Bat. Handelsblad:*
Uit een particulier schrijven uit 's-llage nemen
wjj het volgende over «Ongoloofolijk moge
het schijnen, maar het is toch waar wat rnen op
de sociëteit vertelde, dat hij het Departement, van
Koloniën do Indische spoorweg-bvgrooting 1887 zoek
is geraakt. Trots het meest ernstige onderzoek is
het niet mogen gelukken dit stuk, dat naar men
zegt miustens een centimeter of 3 dik is, terug
te vinden. Men verhaalt daarbij dat men «ton
lange leste* den Gouverneur-Generaal om een nienw
exemplaar heeft getelegrafeerd.
Verbeeld n na eens, wat zou men moeten doen
tegenover de Kamers, wanneer er geen telegrafische
verbinding ware «Arnst.*
Nopens een Haagsche straatcelebriteit deelt de
«Avondpost,* 't volgende mede:
«Mie de bondenscheerster was Vrijdag
niet dronken. Toch vervoegde zjj zich des avonds
aan het hoofdbnreel van politie om nachtlogies. Een
paar agenten beduidden haar dat»het niet aanging
haar in nnchteren toestand op te nemen.
Protest van Mie: «En ik zèl, en ik wil, en ik
mot, en ik gaai d'er in, al zon ik tot zes uur op
straat motten wachten!*
Inmiddels werd op een handkar een persoon
binnengereden. De man was zóó dronken dat hij
niet, meer staan kon, nog minder loopen. Mie staarde
hem met verlangende oogen na «zoo'n bevoor
rechte,* dacht ze zeker.
Toen eenige minnten later ook een «wezenlooze
huzaar* op dezelfde wjjze werd binnengebracht,
kende de ergernis van Mie geen grenzen meer.
Met woest gebaar vloog ze het politiebnreel in,
werd er weer uitgeworpen, liep er weer in en
maakte eindeljjk zoo'n geweldig misbaar, dat de
politie zich over baar ontfermde en baar een plaatsje
gaf op de haar lief geworden brits.
Door drie particulieren werd te Amsterdam aan
het bnrean gebracht een 35jarig man, zonder be
roep of woonplaats, die zich in een gesloten loods
toegang bad verschaft om daar te slapen, voorge
vende dat het te laat was geworden voor het loge
ment Toevlucht voor behoeftigen. Hij was zeer ar
moedig gekleed en had bjj zich ecu grooton linnen
zak, waarin eenige kleedingstnkken en onder meer
eene som geld, gewikkeld in verschillende pakjes,
te zamen bedrageude 60,761/2. In eeu naaikistje,
ook in die zak geborgen, waarvan hij zegt de sleu
tel niet meer te hebben en dat door de politie is
geopend, werden gevonden 52 muntbiljetten van 10,
11 bankbiljetten van 25, 4 baukbiljetten van 60
en 4 bankbiljetten van ƒ40 en een goudtientje,
benevens in datzelfde kislje 4 spaarbankboekjes,
waarop gestort waren achtereenvolgens 1352.20,
ƒ116 en 696; te zamen een bedrag vertegen
woordigende vau 3370.20Y2
De «Ldb. Ct.« bevat het volgend recept om
op dooduenvoudige wijze ratten te verschalken.
Neem
Een niet te kleine waschknip.
Val dat ding hoogstons voor de helft met wa
ter, zoodat het minstens eeu handbreedte onder
den rend vau de knip sta en strooi nn over dat
water kaf of goed klein gesneden stroohaksel, ter
hoogte van 1 a 2 dnimen en over die laag luch
tigjes wat meel, of wat zemelen, of hebt ge er last
in, hang dan aan tonwtjus, die boven de kuip er
gens bevestigd zjjn, vlak boven't. kaf of haksel stuk
jes kaaskorst, gebraden spek of zulke lekkerujjen
voor ratten. Leg vervolgens, bij wjjze vau brugge
tjes, éen of meor plankjes van don grond op
don rand van do knip, voetpaden voor de rat-
ton, die dan niet behoeven te klanteren. Ga dan
aan uwe gewone bezigheden en wacht de dingen j bierdrinkers heel wat dikke en vette personen waren
af, die daar komen zullenGnn aan de ratten
dat ze, zonder daarin gestoord te worden, langs de
bruggetjes den rand van de knip komen bekijken.
Belust op 't voeder, dat ze zien of rniken, zal me
nige rat van den rand van de kuip op de laag
springen, die op 't in de knip gedane vocht drijft
dadeljjk onderduikelen en niet in staat wezen
weer uit de knip te komen. De een voor en de an
dere na zal de dupe worden van deze hinderlaag.
Geloofwaardige personen verzekeren plechtig, dat
zjj op boven beschreven manier in éen nacht in éen
knip wel eens 20, zelfs 30 ratten gesnapt hebben.
Willem de Zwjjger, of eeuig ander beroemd man,
van zeep is eene bekende inzending op de tentoon
stellingen. Indertijd kon men ook het beleg van
Haarlem met Kenau Simons Hasselaar en Trjjn
van Leempnt van koek aanschouwen, en in Spanjo
vindt men bjj banketbakkers allerlei tafereelen uit
de gewjjde geschiedenis van suiker met of zonder
likeur. Deze industrie heeft nog haar laatste woord
niet gesproken. In de eerste Goudsbloemstraat te
Amsterdam is thans eene afbeelding te zien der
ongeregeldheden van de rnaaud Juli in koek.
Een jong matroos, die weinig lust had de oefe
ningen der vloot mede te maken, bezocht liever
zjjn liefje. Wijl bjj zjjn verblijf daar wat al te
lang rekte, dacht de politie er over eens een kijkje
bjj de gelieven te nemen. Door de boren van hot
gevaar verwittigd, was janmaat gereed om hel on
der het oog te zien. Aan ontsnappen op klaar lich
ten dag viel niet te denken.
«Trek grootmoeders kleeren aan met haar muts
op en ga zoo te bed, dan zal ik zeggen dat je ziek
bent,* raadde de liefste van den zeeman. De raad
wérd opgevolgd. Toen de politie kwam, ging de
listige meid haar te gemoet en fluisterde: «Stil
wat, grootmoeder ligt ziek te bed!* De politie
ging na heel stil naar het bed, boog zich over de zieke
grootmoeder en riep: «Een grootmoeder met een
baard is al te gek. Ga jjj maar eens mee, vrindje
't Costnum werd afgelegd en de ontmaskerde zieke
giootmoeder werd als gevangen man weggevoerd.
De alles verschroeiende hitte, die wij in de laatste
weken hebbon gohad verzekert een hooggeleerd
schrjjver in de «Pester Lloyd* is een gevolg
van de buitengewone hoogte, die de zon-protnbo-
ranzen (stroomen van gloeiend waterstofgas), dit
maal bereikten. Van de hoogte dozer protuberan-
zen hangt de normaliteit of abnormaliteit der
warmteverhoudingen onzer aarde en der andere
planeten af. Wanneer de protnberanzen 12,000 ki
lometer hoog zijn, hetgeen dhgeveer overeenkomt
met de doorsnede der aarde, slaan de astronomen
er geen acht op en heeft ook onze aarde eene nor
male temperatuur. 'Maar niet zelden bereiken deze
wisselende zonnevlammen eene hoogte van 100,000
kilometer en wanneer dit tegen het einde van den
winter plaats heeft, verhuizen de winterjassen naar
de kleêrkast; gebeurt dit echter in den zomer,
zooals nu in de tweede helft van Augustus, dan
worden we door die ondragelijke hitte, droogte en
andere noodlottigheden gekweld, welke zich de
tradioneele «oudste bewoners* niet herinneren.
De protnberanzen zjjn het veelvuldigst en het;
sterkst op het einde van Juni en in het midden!
van October, het minst beteekenend in de tweed
helft van Mei en in de eerste van Augustus. Ge
durende dit laatste tijdperk is de zon niet allee
het tooneel van uitbarstingen, maar ook scbjjnt d
vjammenring, die haar omgeeft, somtijds van gee
enkele zijde voedsel te ontvangen, maar verteert
zich zelf tot hjj ter hoogte van 5 a 6000 k.m
geheel verdwijnt. Wee dan onze aarde! Want hoi
lager de vlammenzee in Mei zinkt, te heftiger hou-:
den hier de ijs-heiligen Servatins, Pancratins en]
Bouifacius hnis; des te boller blazen zjj
kaken op, om met ijzigon adem de hoop van
heel jaar te vernietigen, zonder dat zij
te vreezen dat de eene of andere weldadige zonne-'
protuberans hun een Quos ego! tegendondert. D<
oppervlakte der zon is sedert het midden var
Augustas weder het tooneel van herhaalde evolu#
tiën; protuberauzon werken zich met buitengewone
bracht naar omhoog en bereikten, naar de bereke
uiogeu van sterrekundigen, den 24eu August u;
haar hoogste punt: over de 300,000 kilometer,
Deze verschijnselen veroorzaakten de afmattendi
temperatuur iu de laatste 14 dagen, die het ons,
arme aardebewouers, zoo zuur maakte.
Een uit Tonkin teruggekeerd soldaat heeft eei
Chiueescbe leeuwerik meegebracht naar Parijs.
De Chineezeu zjjn zeer ervaren in de vogelteelt;;
de leeuwerikken hebban zij zóó afgericht, dat zif
de geluiden van alle vogels van het bemelscbe rjjk
kannen nabootsen. Het gezang van den leeuwerik;
zélf is overigens verrakkeljjk eu zijn talent voor;
nabootsen strekt alleen om een zonderlingen smaak'
te bevredigen. De Chineesche leeuwerik is dikker
dan die van ons klimaat. Iu het nabootsen van s
andere gelaiden kannen zij het verwonderlijk ver
brengen. In de straten en kantoren ziet men niet
zolden leenwerikken, die het blaffen van honden, f
het manwen van katten, het klokken van hoenders,
het kirren van duiveu en zelfs het gekraai derf
hanen nadoen. In het voorjaar ziet men Chineezen -
met kooien iu de hand rondtrekken, om geleerde
leenwerikken te vertoonen. Ook worden er veel
wedstrjjden gehonden, waarbjj een jary het gezang
der leeuwerikken beoordeelt en den besten zanger
bekroont.
Bjj grooto godsdienslfeeston brengen de Chineezen
bnnne leenwerikken iu den tempel, hangen de
kooien aan de mnren, opdat het gezang der vogels
de goden verheuge. Dan komt het dikwijls voor
dat de leenwerikken het balken van den ezel óf
het knorren van het zwijn voor het altaar naboot-
sen. De lieveliugsloouwerik van den keizer vau
China, Chingwanghi of zieletroost genaamd, is een]
der geleerdste vogelen. Hij bewoont een goudouf
kooi, die toevertrouwd is aan de hoede van oen
maudarjju, die vele bediendeu tot zijne beschik-^
king heeft.
Zaterdag was te Berlijn iets heel zonderlings tof
zian. De bierhuishoudor Wit.th.ius verliet zijn lo-'j
kaal dat te klein was geworden en verhuisde naar
eeu andere straat en zijn vaste klanten maakten
op plechtige wjjze die verhuizing mede.
In het onde huis werd eene redevoering tot af-|
scheid gehouden en daarop sloeg men de glazen
stnk, die men tot nog toe had gebruikt. Toen werd
een vaandel ontrold dat Witthans voor zjjn klanten
had laten maken, allen namen een schuimend glas!
bier iu de hand en statig trok m«u in optocht;
naar het nieuwe verbljjf.
Natuurlijk wekte de potsierljjke vertooning zoer|
de lachtlnst op eu dat te moor omdat er onder dt|
hunne]
De orde word geen oogenblik gestoord ou het
vroolijk gezelschap kwam behouden en wel in het
nieuwe lokaal.
«Dat is al te kras,* voegde iemand den houder
van een gaarkeuken toe, «ik heb wel eens een haar
of een vlieg in mjjn soep gevonden, maar no zwomt
waarlijk een bakkerstor in mjjn bord rond.*
«Wat mjj betreft, heb ik liever met een tor te
doen,* antwoordde de aangesprokene, want een tor
zie je eer in de soep dan een onnoozel klein vliegje.
Gecompliceerde nitdrnkking: leelijk, akelig, van
je moedors pappot weggeloopen scelet, wil je den
kop wel eens niet verdraaien, voor dat ik het com
mandeer, anders zal ik je kletskop met den kolf
van mijn geweer in je borstkas drukken, dat je
door je ribben zit te kijken als een gevangene door
de traliën; al valt je kop af dan zul je 't hart
nog niet hebben om te kjjken waar-i heen gerold is
Bjj den commissaris van politie:
Boer: Ik heb een builtje met geld verloren,
mijnheer.
Zoo, en hoeveel zat er in?
Krek vijftig gulden, maar zog u dat maar niet,
zeg maar vijf.
Ja ziet n, als ze lozen dat er zóóveel in zit, dan
brengen ze het zeker niet terug!
BoerDie Hans van me, dat is me een jongen
Hij is nu pas veertieu jaar oud, maar d'r zit me
een kop op, zeg ik je! Voor eeu jaar hoedde hg
nog doodgewoon de varkens, en nou woont hjj al
in de stad en is bjj den tramwaai als paardenjou-
gen aangesteld.
De onderwjjzer (leest): «De oude vrouw voorzag
in het onderhoud van zich en haar zoon slechts
kommerlijk met spinnen.*
«Wat valt er bjj dien zin op te merken, Willem?*
Willem: «Dat die jongen nog iets van die spin
nen eteu wilde, meester.*
f DUSSEN, 9 Sept. Op de heden alhier gehou
den botermarkt werden aangevoerd 95 kilo boter
Zjj gold van 1.18 tot 1.67.
f WAALWIJK, 10 Sept. Op de heden gebonden
markt was de aanvoer vee gewoon, handel veel
vlugger, aangevoerd werden 845 KG. boter, die
1.25 a 1.55 per kilogram gold.
f DORDRECHT, 10 Sept. Weiboter 0.55 k
0.44. Kunstboter 0.30 a 0.23. Grasboter
ƒ0.75 a ƒ0.65. Tonnen, 12.11.Eieren
4.25 a 3.25 per 100.
eone KAMER, op een goedeu stand, voor don tijd
van 8 dagen, geschikt om een nette étalage uit
te stallen, tegen begin Oct.
Franco brievon worden ingewacht met opgaaf
van prijs, onder letter B L, bureau dezer conrant.
De ondergeteekende, bij beschik
king der Arr. reebtbauk te 's Her
togenbosch, dd. 26 Juni 1886, be
noemd tot curator over de onbeheerde nalatenschap van
gewoond hebbende te 's Bosch, en aldaar overleden
don 23u Mei 1886, roept bij deze, ter voldoening
aan art. 1174 B. W. op, al diegenen die vermeenon
tot die nalatenschap gerechtigd te zijn, om, binnen
de zes maanden na heden aan hem, schrifteljjk
opgave te verstrekken hnnner namen, beroep en
woonplaats, alsmede van de betrekking van bloed
verwantschap tusschen hen en de overledene be
staan hebbende.
's Bosch, 4 September 1886.
J. J. DE WIT,
Adv.-proc.
Notaris VAN MEER-
TEN te A n d e 1zal ten
huize van J. Bouman te
W ij k ten verzoeke van
Hendrik van Wijk Az. aldaar, op Woensdagen
15 en 22 September 1886, telkens des voor-
middags elf ure, in het openbaar
z/de Poortkamp," in de Hoeven te Wijk, Sectie
B, Nummer 575, groot 96 Aren, 40 Cen
tiaren.
in
het Pomp veld te Veen, Sectie P, Nummer
112, groot 1.04.50 Hectare.
Nadere inlichtingen geeft genoemde Notaris.
BEKROOND
Hoogste onderscheiding Wereldtentoonstelling
ANTWERPEN 1885.
ouden, Zilveren en Bronzen Medaille,
ouds gevestigde fabrieken van
HEILIGERLEE,
1 «Ie
van
ym-
LAND,
PROVINCIE GRONINGEN.
Specialiteit in nieuwe eonstruetie BRANDSPUI
TEN, eigen vinding, 180 stuks met sueees
geleverd. Metalen TORENKLOKKEN.
TORENUURWERKEN. Metalen voor SLUISWER-
KEN, WATERMOLEN MACHINES, enz.