TE HUUR GEVRAAGD verkoopen: Gemengd Nieuws en Allerlei. MARKTBE RICHT EN. AD VE RTENTIEN."'"" te HEUSDEN Adriana Batenburg, A. H. YAN BERGEN, Het eerste schot. Rondom eeu rijkelijk voorzienen disch, waarop de hazen na de patrijzen en de faizanten na de ha zen werden opgedragen, werd de jacht besproken. Waarover zou men ook anders spreken op een dag van de opening der jacht, ouder leerlingen van St. Hubertus? De kloine gebeurtenissen van den dag, het woordentwisten over dit of dat schot, de vrij heden der ströopers, alle kleine tegenspoeden waren op beurten opgedischt, niet weinig ten spijt van de tegenwoordige dames, die, ik ben er zeker van, liever gewild hadden dat men zich wat meer mot haar bezig hield en wat minder met kwartels en snippen. Aan het dessert openbaarde zich een treurige stilte. Iedereen gevoelde zich afgemat door het heen en weder trekken over het jachtveld. Enkole paren oogen namen vorontrustende uitdrukkingen aan. Nog vijf minuten en men zou gevreesd hebben dat enkelen onder zeil gingen. Om dit alles te voorkomen stond de heer des huizes op en sprak met een opgewekte stem Dames en heeren, ik stel een dronk in op deu koning van den dag, den bekwaamsten schutter onder ons, op Willem Velthuisen.* Eeuige stoelen werden omgeworpen, allen stonden op met opgeheven glazen en juichten den heer Velthuizou toe, een goeie kerel, eenigzins gezet van gestalte, iets ouder dan de andere jagers. Deze dankte rechts en links en trachtte onder het gedruisch cenige woordon van dank te doen booren. Niemand scheen nu lust te hebben om in te dommelen. Toen het weêr rustiger werd keek de gelukkige jager allen met een glimlach aan, alsof hij zich nog iets aardigs herinnerde en zei zachtkens: >Ja, ja, ik heb me van daag zoo goed mogelijk gehouden; maar het haalt niet bij het schot dat ik eens gehad heb, al lang geleden, toen ik voor het eerst mede op de hazen- en konijnenjacht ging. >Ah, ha, dat is de inleiding op een van die jacht- histories die hij zoo aardig vertelt,* zei een der dames op vrooljjken toon. Wi) zjjn allen gehoorNu maar geen tegen werpingen gemaakt. Nu zooals ge wilt Ik was omstreeks 17 jaar oud en kwam van kostschool. Ik bracht eenige boeken als prijzen mede, die op eene bonte, smakelooze wjjze waren vergald en ontving van mijn vader als prijs een jachtgeweer, met belofte mij op jacht mede te zul len nemen. Verbeeld je, zoo'n eerste geweer dat men als zijn eigendom in handen houdt! Het is of men daardoor in eens van knaap tot groot mensch overgaat. Men laat het dan ook geen oogenblik uit de banden. Men betast het, men koert het, men draagt het over schoader, men exerceert er mede, men trekt den haan afo, wat een ge not, zoo'n eerste geweer! En het eerste tor jacht gaan danDe vele voor bereidsels: het vost van bijzondere stof, zorgvul dig geplooid; de wijde pantalon, opgesloten in hooge slopkousen de ruime schoenen met zorg in gesmeerd; het cintuur dat in de lendenen knelt, omhangen met kruitdoos; de woitasch die togen de boenen slaat en die mou tot bersteus toe vol hoopt terug te brengen; eu de eerste bond die op de hielen volgt! men zou meeneu alles te zullen schieten. Ik maakte de eerste opening der jacht mede met enkele jagers, die mij allen met ougeruste oogen aanstaarden. Bedenk toch, zoo'n jongen! De jeugd is zoo onvoorzichtig! Een ieder weet dat men niet met vuurwapenen moet spelen. Ik bon zeker dat menigeen zich reeds verbeeldde een ko gelregen te ontvangen van de bijzondere plaats alwaar ik op post zou worden gezet. Ik wijt het dan ook hieraan dat ik op de ui terste punt geplaatst werd, zeer ver vau de an dere jagers verwijderd. Ik trooste mjj gemakkelijk in de eenzaamheid. >Wacht raaar*, zei ik, «gij tracht u van mjj te ontdoen, ik zal je eens toonen wat ik kan.* E* mijn ouden hond aanvarende, be loofde ik opgetogen, terug te komen met een rui men oogst van hazen en patrijzen. Niettemin hield ik goed een oog in 't zeil, maar zag niets. De jacht kondigde zich dit jaar als zeer slecht aan. Bijna geen wild. Mijn me gezellen trok ken al verder en verder. Ik echter had mijn geweer nog niet behoeven te roeren. Ik had wel een haasje zich zien oprichten, maar dat was er zoo spoedig van door, dat ik geen tijd gehad had aan te leggen. Ik liep wanhopig op en neör, mij afvragende: >Zal ik dan niets schieten?* Het was nu al niet meer de kwestie om alles overhoop te schieten. Kon ik maar slechts eenmaal schieten, om met grond mjjn plaats te kunnen verlaten. Toevallig loopt mijn hond een boschje in, dat nabij de plaats gelegen was, die ik volgde. Ik nader en zie duidelijk de bladeren bewegen. Welke baas, welke jonge patrjjs zou de staande hond heb ben opgemerkt Ik wacht. Niets vliegt op, niets loopt weg. Toch bewegen de bladeren steeds. Daar onder moet zich zeker wild ophouden! Nu in allerijl aangelegd, en o, wat had gij oude jagers een reden om mij te wautrouwen! ik schiet in de richting dor takken die bewegen. Paf! Er volgt een geluid van brekende takken en een schreeuw: «Ach Hemel, help!* Ik stond versteend. Dit geluid kwam toch niet uit de keel van eeu konijn, noch uit de suavel vau een snip Waar had ik dan op geschoten? Welk onheil had ik begaan Ik moet er op dat oogenblik zoo bleek als een doode hebben uitgezien. Mijn hart klopte met herige slagen en mijne oogen meenden een schrikkelijk schouwspel te zullen zien. Met twee sprongen was ik in het boschje en baande mij een weg door het struikgewas. «Mijn hemel, hebt gjj geschoten mijnheer? Ge hebt mg een grooten schrik aangejaagd, hoor je!« 't Was een jeugdig boerendeerntje, nog bleek van schrik, maar toch reeds glimlachende, bij wolk glimlachen haar witte tanden zichtbaar werden en zij mij eenigzins schalksch aanzag. «Zijt ge niet bezeerd?* was mijn eerste vraag. «Neen, maar het scheelde toch maar weinig, «kijk maar eens naar dezen tak.* En vlak bij haar toonde zij mij een plaats met bladeren bedekt, welke door den hagel waren af geschoten en een gebroken takeen halvering voer mjj door de leden. Zon het mogelijk zijn dat zij geheel ongedeerd was «Zjjt gij niet in het minst gewoud?* hernam ik; «hagelkorrels voelt men niet altijd terstond.* «Neen, ik ben er zeker van.* «Laat eens zion.« Worktuigelijk betaste ik haar, vreezende, iu Vollen ernst, dat haar hier of daar een korrel in het lichaam was gedrongen; en, zoo waar, mijne handen beefden. Ik ontmoette echter geen veront- rnstende verschijnselen. Ten slotte begon zij mij schalksch toe te lachen, zeggende: »nn ben ik er zeker van dat ik niet geraakt ben, anders zon ik het nu wel gemerkt hebben.* Ik begon na ook te lachen en terwijl ik haar de hand toestak, zei ik: «zoo ik je gewond had, had ik mjj dat uooit kannen vergeven.* «Wel, wel, wat ge zegt.* En tegelijkertijd begon zij weder te lachen. Het was zeker een gezicht dat tot lachen geschapen was! O, wat vond ik ze Mef, dat jonge boerinnetje, zoo lief, dat ik als bevreesde en linksche school knaap een stoutmoedigheid verkreeg, waarover ik later nog meermalen verbaasd was. «Neen, gjj zijt te lief sta mjj toe dat ik u even omhelze! En de daad bij het woord voe gende, gaf ik haar twee kussen, waartegen zjj wel- is-waar eenigen weerstand bood, die toch met lachen verzeld ging. «Is dat nn omdat ge me hebt willen dood schieten? Is dat nn alles daarom?* Laat ons bescheiden dit tablean wegnemen. Haasten wij ons om met zorg de takken der boomen dik te bedekken met de afgevallen bladeren. Ik zon voor niets ter wereld het gevoel der dames willen schokken die de goedheid hadden naar mjj te luisteren, evenmin aan sommige heeren stof ge- veu om aan dit jachtavontuur verkeerde gevolg trekkingen te verbinden. Toen wij des avonds aan tafel gezeten waren, kwamen de oude jagers mjj volgen der wjjze nit- hooren «Wjj hebben uit uwe richting een schot gehoord waarop hebt ge geschoten «Op op een kwartel, antwoorde ik.« Hebt ge hem geraakt «Neen, zei ik met eeu verlegen gezicht, ik werd tegeljjkertjjd door eene vroolijke dwaasheid afgeleid.* «Arme Willem, ge znlt nooit een goed jager worden!* «Ik erken er ook thans ten volle het gewicht van.* Ziedaar, dames en heeren, de geschiedenis van mjjn eerste schot. "Heb ik geljjk wanneer ik zeg dat van daag geen enkele zooveel dapperheid aan den dag gelegd heeft En Willem Velthuisen, een goeie kerel, eenigszins gezet van gestalte en iets ouder dan de andere jagers, eindigde zijn verhaal met een glim lach en een dronk op de zoo benijdenswaardige jengd. CARLOS. Het bestuur der vereeniging voor volksvermaken te Veendam noodigde den heer Julhes uit ook daór met zijn ballon op te stjjgen, maar moet nu, zoo als uit een bericht in de «Nieuwe Veend. Crt.« blijkt, tot zijne teleurstelling bemerken dat te Veen- dam geen gasfabriek, bestaat en aldaar dus eeu der eerste vereischten voor oeue opstijging outbreekt,. Wij lezen in het «Bat. Handelsblad:* Uit een particulier schrijven uit 's-llage nemen wjj het volgende over «Ongoloofolijk moge het schijnen, maar het is toch waar wat rnen op de sociëteit vertelde, dat hij het Departement, van Koloniën do Indische spoorweg-bvgrooting 1887 zoek is geraakt. Trots het meest ernstige onderzoek is het niet mogen gelukken dit stuk, dat naar men zegt miustens een centimeter of 3 dik is, terug te vinden. Men verhaalt daarbij dat men «ton lange leste* den Gouverneur-Generaal om een nienw exemplaar heeft getelegrafeerd. Verbeeld n na eens, wat zou men moeten doen tegenover de Kamers, wanneer er geen telegrafische verbinding ware «Arnst.* Nopens een Haagsche straatcelebriteit deelt de «Avondpost,* 't volgende mede: «Mie de bondenscheerster was Vrijdag niet dronken. Toch vervoegde zjj zich des avonds aan het hoofdbnreel van politie om nachtlogies. Een paar agenten beduidden haar dat»het niet aanging haar in nnchteren toestand op te nemen. Protest van Mie: «En ik zèl, en ik wil, en ik mot, en ik gaai d'er in, al zon ik tot zes uur op straat motten wachten!* Inmiddels werd op een handkar een persoon binnengereden. De man was zóó dronken dat hij niet, meer staan kon, nog minder loopen. Mie staarde hem met verlangende oogen na «zoo'n bevoor rechte,* dacht ze zeker. Toen eenige minnten later ook een «wezenlooze huzaar* op dezelfde wjjze werd binnengebracht, kende de ergernis van Mie geen grenzen meer. Met woest gebaar vloog ze het politiebnreel in, werd er weer uitgeworpen, liep er weer in en maakte eindeljjk zoo'n geweldig misbaar, dat de politie zich over baar ontfermde en baar een plaatsje gaf op de haar lief geworden brits. Door drie particulieren werd te Amsterdam aan het bnrean gebracht een 35jarig man, zonder be roep of woonplaats, die zich in een gesloten loods toegang bad verschaft om daar te slapen, voorge vende dat het te laat was geworden voor het loge ment Toevlucht voor behoeftigen. Hij was zeer ar moedig gekleed en had bjj zich ecu grooton linnen zak, waarin eenige kleedingstnkken en onder meer eene som geld, gewikkeld in verschillende pakjes, te zamen bedrageude 60,761/2. In eeu naaikistje, ook in die zak geborgen, waarvan hij zegt de sleu tel niet meer te hebben en dat door de politie is geopend, werden gevonden 52 muntbiljetten van 10, 11 bankbiljetten van 25, 4 baukbiljetten van 60 en 4 bankbiljetten van ƒ40 en een goudtientje, benevens in datzelfde kislje 4 spaarbankboekjes, waarop gestort waren achtereenvolgens 1352.20, ƒ116 en 696; te zamen een bedrag vertegen woordigende vau 3370.20Y2 De «Ldb. Ct.« bevat het volgend recept om op dooduenvoudige wijze ratten te verschalken. Neem Een niet te kleine waschknip. Val dat ding hoogstons voor de helft met wa ter, zoodat het minstens eeu handbreedte onder den rend vau de knip sta en strooi nn over dat water kaf of goed klein gesneden stroohaksel, ter hoogte van 1 a 2 dnimen en over die laag luch tigjes wat meel, of wat zemelen, of hebt ge er last in, hang dan aan tonwtjus, die boven de kuip er gens bevestigd zjjn, vlak boven't. kaf of haksel stuk jes kaaskorst, gebraden spek of zulke lekkerujjen voor ratten. Leg vervolgens, bij wjjze vau brugge tjes, éen of meor plankjes van don grond op don rand van do knip, voetpaden voor de rat- ton, die dan niet behoeven te klanteren. Ga dan aan uwe gewone bezigheden en wacht de dingen j bierdrinkers heel wat dikke en vette personen waren af, die daar komen zullenGnn aan de ratten dat ze, zonder daarin gestoord te worden, langs de bruggetjes den rand van de knip komen bekijken. Belust op 't voeder, dat ze zien of rniken, zal me nige rat van den rand van de kuip op de laag springen, die op 't in de knip gedane vocht drijft dadeljjk onderduikelen en niet in staat wezen weer uit de knip te komen. De een voor en de an dere na zal de dupe worden van deze hinderlaag. Geloofwaardige personen verzekeren plechtig, dat zjj op boven beschreven manier in éen nacht in éen knip wel eens 20, zelfs 30 ratten gesnapt hebben. Willem de Zwjjger, of eeuig ander beroemd man, van zeep is eene bekende inzending op de tentoon stellingen. Indertijd kon men ook het beleg van Haarlem met Kenau Simons Hasselaar en Trjjn van Leempnt van koek aanschouwen, en in Spanjo vindt men bjj banketbakkers allerlei tafereelen uit de gewjjde geschiedenis van suiker met of zonder likeur. Deze industrie heeft nog haar laatste woord niet gesproken. In de eerste Goudsbloemstraat te Amsterdam is thans eene afbeelding te zien der ongeregeldheden van de rnaaud Juli in koek. Een jong matroos, die weinig lust had de oefe ningen der vloot mede te maken, bezocht liever zjjn liefje. Wijl bjj zjjn verblijf daar wat al te lang rekte, dacht de politie er over eens een kijkje bjj de gelieven te nemen. Door de boren van hot gevaar verwittigd, was janmaat gereed om hel on der het oog te zien. Aan ontsnappen op klaar lich ten dag viel niet te denken. «Trek grootmoeders kleeren aan met haar muts op en ga zoo te bed, dan zal ik zeggen dat je ziek bent,* raadde de liefste van den zeeman. De raad wérd opgevolgd. Toen de politie kwam, ging de listige meid haar te gemoet en fluisterde: «Stil wat, grootmoeder ligt ziek te bed!* De politie ging na heel stil naar het bed, boog zich over de zieke grootmoeder en riep: «Een grootmoeder met een baard is al te gek. Ga jjj maar eens mee, vrindje 't Costnum werd afgelegd en de ontmaskerde zieke giootmoeder werd als gevangen man weggevoerd. De alles verschroeiende hitte, die wij in de laatste weken hebbon gohad verzekert een hooggeleerd schrjjver in de «Pester Lloyd* is een gevolg van de buitengewone hoogte, die de zon-protnbo- ranzen (stroomen van gloeiend waterstofgas), dit maal bereikten. Van de hoogte dozer protuberan- zen hangt de normaliteit of abnormaliteit der warmteverhoudingen onzer aarde en der andere planeten af. Wanneer de protnberanzen 12,000 ki lometer hoog zijn, hetgeen dhgeveer overeenkomt met de doorsnede der aarde, slaan de astronomen er geen acht op en heeft ook onze aarde eene nor male temperatuur. 'Maar niet zelden bereiken deze wisselende zonnevlammen eene hoogte van 100,000 kilometer en wanneer dit tegen het einde van den winter plaats heeft, verhuizen de winterjassen naar de kleêrkast; gebeurt dit echter in den zomer, zooals nu in de tweede helft van Augustus, dan worden we door die ondragelijke hitte, droogte en andere noodlottigheden gekweld, welke zich de tradioneele «oudste bewoners* niet herinneren. De protnberanzen zjjn het veelvuldigst en het; sterkst op het einde van Juni en in het midden! van October, het minst beteekenend in de tweed helft van Mei en in de eerste van Augustus. Ge durende dit laatste tijdperk is de zon niet allee het tooneel van uitbarstingen, maar ook scbjjnt d vjammenring, die haar omgeeft, somtijds van gee enkele zijde voedsel te ontvangen, maar verteert zich zelf tot hjj ter hoogte van 5 a 6000 k.m geheel verdwijnt. Wee dan onze aarde! Want hoi lager de vlammenzee in Mei zinkt, te heftiger hou-: den hier de ijs-heiligen Servatins, Pancratins en] Bouifacius hnis; des te boller blazen zjj kaken op, om met ijzigon adem de hoop van heel jaar te vernietigen, zonder dat zij te vreezen dat de eene of andere weldadige zonne-' protuberans hun een Quos ego! tegendondert. D< oppervlakte der zon is sedert het midden var Augustas weder het tooneel van herhaalde evolu# tiën; protuberauzon werken zich met buitengewone bracht naar omhoog en bereikten, naar de bereke uiogeu van sterrekundigen, den 24eu August u; haar hoogste punt: over de 300,000 kilometer, Deze verschijnselen veroorzaakten de afmattendi temperatuur iu de laatste 14 dagen, die het ons, arme aardebewouers, zoo zuur maakte. Een uit Tonkin teruggekeerd soldaat heeft eei Chiueescbe leeuwerik meegebracht naar Parijs. De Chineezeu zjjn zeer ervaren in de vogelteelt;; de leeuwerikken hebban zij zóó afgericht, dat zif de geluiden van alle vogels van het bemelscbe rjjk kannen nabootsen. Het gezang van den leeuwerik; zélf is overigens verrakkeljjk eu zijn talent voor; nabootsen strekt alleen om een zonderlingen smaak' te bevredigen. De Chineesche leeuwerik is dikker dan die van ons klimaat. Iu het nabootsen van s andere gelaiden kannen zij het verwonderlijk ver brengen. In de straten en kantoren ziet men niet zolden leenwerikken, die het blaffen van honden, f het manwen van katten, het klokken van hoenders, het kirren van duiveu en zelfs het gekraai derf hanen nadoen. In het voorjaar ziet men Chineezen - met kooien iu de hand rondtrekken, om geleerde leenwerikken te vertoonen. Ook worden er veel wedstrjjden gehonden, waarbjj een jary het gezang der leeuwerikken beoordeelt en den besten zanger bekroont. Bjj grooto godsdienslfeeston brengen de Chineezen bnnne leenwerikken iu den tempel, hangen de kooien aan de mnren, opdat het gezang der vogels de goden verheuge. Dan komt het dikwijls voor dat de leenwerikken het balken van den ezel óf het knorren van het zwijn voor het altaar naboot- sen. De lieveliugsloouwerik van den keizer vau China, Chingwanghi of zieletroost genaamd, is een] der geleerdste vogelen. Hij bewoont een goudouf kooi, die toevertrouwd is aan de hoede van oen maudarjju, die vele bediendeu tot zijne beschik-^ king heeft. Zaterdag was te Berlijn iets heel zonderlings tof zian. De bierhuishoudor Wit.th.ius verliet zijn lo-'j kaal dat te klein was geworden en verhuisde naar eeu andere straat en zijn vaste klanten maakten op plechtige wjjze die verhuizing mede. In het onde huis werd eene redevoering tot af-| scheid gehouden en daarop sloeg men de glazen stnk, die men tot nog toe had gebruikt. Toen werd een vaandel ontrold dat Witthans voor zjjn klanten had laten maken, allen namen een schuimend glas! bier iu de hand en statig trok m«u in optocht; naar het nieuwe verbljjf. Natuurlijk wekte de potsierljjke vertooning zoer| de lachtlnst op eu dat te moor omdat er onder dt| hunne] De orde word geen oogenblik gestoord ou het vroolijk gezelschap kwam behouden en wel in het nieuwe lokaal. «Dat is al te kras,* voegde iemand den houder van een gaarkeuken toe, «ik heb wel eens een haar of een vlieg in mjjn soep gevonden, maar no zwomt waarlijk een bakkerstor in mjjn bord rond.* «Wat mjj betreft, heb ik liever met een tor te doen,* antwoordde de aangesprokene, want een tor zie je eer in de soep dan een onnoozel klein vliegje. Gecompliceerde nitdrnkking: leelijk, akelig, van je moedors pappot weggeloopen scelet, wil je den kop wel eens niet verdraaien, voor dat ik het com mandeer, anders zal ik je kletskop met den kolf van mijn geweer in je borstkas drukken, dat je door je ribben zit te kijken als een gevangene door de traliën; al valt je kop af dan zul je 't hart nog niet hebben om te kjjken waar-i heen gerold is Bjj den commissaris van politie: Boer: Ik heb een builtje met geld verloren, mijnheer. Zoo, en hoeveel zat er in? Krek vijftig gulden, maar zog u dat maar niet, zeg maar vijf. Ja ziet n, als ze lozen dat er zóóveel in zit, dan brengen ze het zeker niet terug! BoerDie Hans van me, dat is me een jongen Hij is nu pas veertieu jaar oud, maar d'r zit me een kop op, zeg ik je! Voor eeu jaar hoedde hg nog doodgewoon de varkens, en nou woont hjj al in de stad en is bjj den tramwaai als paardenjou- gen aangesteld. De onderwjjzer (leest): «De oude vrouw voorzag in het onderhoud van zich en haar zoon slechts kommerlijk met spinnen.* «Wat valt er bjj dien zin op te merken, Willem?* Willem: «Dat die jongen nog iets van die spin nen eteu wilde, meester.* f DUSSEN, 9 Sept. Op de heden alhier gehou den botermarkt werden aangevoerd 95 kilo boter Zjj gold van 1.18 tot 1.67. f WAALWIJK, 10 Sept. Op de heden gebonden markt was de aanvoer vee gewoon, handel veel vlugger, aangevoerd werden 845 KG. boter, die 1.25 a 1.55 per kilogram gold. f DORDRECHT, 10 Sept. Weiboter 0.55 k 0.44. Kunstboter 0.30 a 0.23. Grasboter ƒ0.75 a ƒ0.65. Tonnen, 12.11.Eieren 4.25 a 3.25 per 100. eone KAMER, op een goedeu stand, voor don tijd van 8 dagen, geschikt om een nette étalage uit te stallen, tegen begin Oct. Franco brievon worden ingewacht met opgaaf van prijs, onder letter B L, bureau dezer conrant. De ondergeteekende, bij beschik king der Arr. reebtbauk te 's Her togenbosch, dd. 26 Juni 1886, be noemd tot curator over de onbeheerde nalatenschap van gewoond hebbende te 's Bosch, en aldaar overleden don 23u Mei 1886, roept bij deze, ter voldoening aan art. 1174 B. W. op, al diegenen die vermeenon tot die nalatenschap gerechtigd te zijn, om, binnen de zes maanden na heden aan hem, schrifteljjk opgave te verstrekken hnnner namen, beroep en woonplaats, alsmede van de betrekking van bloed verwantschap tusschen hen en de overledene be staan hebbende. 's Bosch, 4 September 1886. J. J. DE WIT, Adv.-proc. Notaris VAN MEER- TEN te A n d e 1zal ten huize van J. Bouman te W ij k ten verzoeke van Hendrik van Wijk Az. aldaar, op Woensdagen 15 en 22 September 1886, telkens des voor- middags elf ure, in het openbaar z/de Poortkamp," in de Hoeven te Wijk, Sectie B, Nummer 575, groot 96 Aren, 40 Cen tiaren. in het Pomp veld te Veen, Sectie P, Nummer 112, groot 1.04.50 Hectare. Nadere inlichtingen geeft genoemde Notaris. BEKROOND Hoogste onderscheiding Wereldtentoonstelling ANTWERPEN 1885. ouden, Zilveren en Bronzen Medaille, ouds gevestigde fabrieken van HEILIGERLEE, 1 «Ie van ym- LAND, PROVINCIE GRONINGEN. Specialiteit in nieuwe eonstruetie BRANDSPUI TEN, eigen vinding, 180 stuks met sueees geleverd. Metalen TORENKLOKKEN. TORENUURWERKEN. Metalen voor SLUISWER- KEN, WATERMOLEN MACHINES, enz.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1886 | | pagina 3