KIPPljMotaMelaar,
puike STEENKOLEN.
HEESBEEN.
VERKOOPEN
Een landbouwershuis
Nieuw Ned. Panopticum.
W. J. N.Landré, notaris to Vlijmen,
BUTtOETILIJKE STAND.
LAND- EN TUINBOUW.
RECHTSZAKEN.
322ste Staatsloterij.
Gemengd Nieuws en Allerlei.
MARKTBERICHTEN.
ADVERTENTIEN.
TUIN- en BOUWLAND
Machines a Coudrs Berthier
Pr CHASSEURS m"EmT j
t Hedikhnizon, vau 130 Sept.
Geboren: Maria Petronolla, d. v. J. v. den
Hont en Digna v. Bobhoven Rendrika. d. v. Jan
v. de "Water en Gijsberdina Boeleu Hendrikns
Lambertns, z. v. Gijsbertus v. d. Heijden en Adri-
ana v. d. Lee; Antouios, z. v. Lambert us van
Sprang en Barlha v. de Wiel.
Overleden: Francis Vagts, 55 j., ecbfg. v.
Petronella MnsMaria v. Gestel, 13 m., d. v.
Marinus v. Gestel en Geertrnida v. Engolen.
Eeten, Gendoren en Heesbeen, van 1 Sept.1 Oct.
Ondertrouwd: L. v. Mersborgon jm. 30 j.
en T. Versteeg jd. 19 j.; J. v. Hcmurt jm. 19 j.
en T. v. Mersborgcn jd. 19 j.
Getrouwd: M. v. Enkhuizen jm. 30 j. en
P. Paaus jd. '24 j.
Geboren: Isabella Elizabeth Clazina Adriana,
d, v. J. P. Brouwers on J. C. Bnijs Dirk Willem,
z. v, H. v. Wijlen en M. v. d. KoppelJan, z. v.
G. v. d. Mooren en L. SaakosGerrit, z. v. A. L.
Branderhorst en D. v. WijkGerrilje Fredrika,
d. v. E. Haan en C. Krijgsman.
Overleden: Wilhelmina v. d. Mooren 2 m,
f Drongelou, van 1 Sept. tot 1 Oct.
Geboren: Bastiaan, z. v. A. Timmermans on
M. M. v. d. Kolk; Nicolaas, z. v. A. Schilders en
C. v. Wijngaarden.
f Meeuwen c. a. van 130 Sept.
Geboren: Aart, z. v. P. Coign en A. in 't
Veld Michiel, z. v. M. v. d. Beek on J. M. v.
Herwijnen..
Ovorleden: Herman Marius v. Ivoijck.
t ZEVENHUIZEN, 4 Oct. De hoofdproducten
vau den landbouw zijn tarwe en rogge. Beide val
len niet te best uit. Het stroo is kort en de kor
rel klein. De opbrengst van het koolzaad is zeer
gering. Daarentegen geven de overige voortbreng
selen, zooals gerst, haver, duive- en paardeboonen
een overvloedig beschot. Ook zijn de late aardap
pelen goed. De vroege hebben veel door de ziekte
geleden. De prijs er van is redelijk, 2.60 a 2.75,
tegen 2.40 a 2.50 de H.L. verleden jaar.
KERKNIEUWS.
Naar Zevenhuizen, ds. J. H. Gunning te Ben-
nebroek.
Naar Doeveren en Genderen, C. J. Six Dijkstra,
candidaat te Kadzand.
Het gerechtshof te 's Gravenhage behandelde he
den (Donderdag) de zaak van den landbouwer
Jasperse te Veere, beschuldigd van poging tot
moord' op de dienstbode, met wion hij, ofschoon
gehuwd, ongeoorloofden omgang had.
De beschuldigde legde volledige bekentenis af,
na eerst getracht te hebben eeue vroegere beken
tenis terug te nemen.
De adv.-gen. Bijleveld eischte 10 jaar.
De advocaat mr. Van Gigch betoogde, dat geen
poging Lot moord aanwezig was, wel eeno pogiug
tot doodslag en drong aan op een zachtere straf.
De uitspraak is bepaald op 14 October.
5e Klasse. Trekking van 6 Oct.
Prijs van 1000: nos. 2019, 2944, 5132, 16436
en 19644400nos. 7786 en 8698 200
nos. 1418, 1573, 5546, 15169 en 16242; 100:
nos. 2137, 3675, 5814,9065, 10601, 15552 en 19859.
5e Klasse. Trekking van 7 Oct.
Prijs van 1500 no. 191981000 nos. 1592,
6150, 10653 en 20248; 400: nos. 1350, 6145, 8396
en 8637; ƒ200: nos. 3321, 5938, 8111 8974 en
17123; ƒ100: nos. 854, 1740. 5296, 6003, 7531,
10370, 11130, 12309, 16947, 17088 en 19334.
EEN VERLIEFD JONGMENSCII.
't Is Zondagmorgen negen uur. De familie is zich
aan liet kleeden. Dat vereischt op Zondag dubbele
zorg, al is bij velen reeds de afgodische vereering
van het Zondagsche pak uitgeroeid, liet dagmeisje,
een half uur over haar gewonen tijd ingelaten, wat
men op dezen dag door de vingers ziet, »doet« de
huiskamer en zet het ontbijt klaar. Ze stond erg ver
wonderd den jongenheer reeds kant en klaar voor 't
raam te vinden, daar ditzelfde jongmensch in den regel
Zondags een gehechtheid aan zijn sponde toont, die
kloppen, roepen en bonsen weerstaat, en ze vond het
nog vreemder dat hij niet eens op hare waarschuwing
scheen acht te geven, toen ze met stoffer en blik
kwam aanzetten, met het bepaalde voornemen eenige
wolken stofs in 't aanzijn te roepen.
Maar jongenheer, ik moet toch vegen
Loop rond met je jongenheer* en hij zocht
naar het zich nog niet vertoonende zachte dons op
de bovenlip, terwijl hij de kamer verliet.
Toen de familie aan de ontbijttafel plaats nam, stond
Emile stokstijf voor het raam en tuurde naar den
overkant.
Kerel, wat ben jij matineus van morgen, dat over
komt je ook niet iederen dag!* zei zijn vader.
Emile mompelde iets van vroeg wakker en niet kun
nen inslapen tegen zijn »pa,« want als zoon uit den
niet onbemiddelden burgerstand schijnt ook hij voornemens
tot zijn ouden dag van zijn *pa« te spreken en gluurde
onderwijl de straat over.
Zoek je soms dat meisje, dat er pas is komen wo
nen,* vroeg zijn zuster.
En zoowaar, Emile kleurde, hij kleurde als een jon
gejuffrouw en nam schaamrood plaats, onder een alge
meen gelach.
Ja, de jongenheer was verliefd en 't voorwerp zijner
vereering woonde in no. 27, zoodat hij int no. 28
het vrije uitzicht had op de woning zijner beminde.
0, die woning! In de Nederlandsche Bank liggen
schatten gouds, in het Museum de schoonste en duur
ste gewrochten der kunst, in het Palcis de kostbaarste
meubelen, maar wat beteekent dat alles, vergeleken
bij deze eenvoudige woning van rooden baksteen in
vwen verhuurd en op welker étage zij woonde, die
hij liever aan t hart zou drukken dan alle schatten
der aarde!
't Was verleden week begonnen. De verdieping had
leeg gestaan en op een goeden morgen arriveerde daar
een dier enorme wagens van de Gruijter, die een heel
huishouden bergen kunnen. iiij stond voor 't raam ter
wijl men aflaadde en opheesch en toen zag hij in 't
leege huis een gedaante zweven, die hij minstens voor
een engel gehouden had, indien ze niet in een licht
ochtendjaponnetje gehuld was geweest, 't Was een beeld
van een meisje, met blosjes op de wangen en krul-
poney. Hoe gaarne had hij haar zijn diensten aange
boden om de kanariekooi op te hangen of een paar
spijkers in de keuken te slaan. Onverschillig wat, als
hij maar de gelegenheid kreeg in haar nabijheid te
zijn. O, wat benijdde hij de buren, dien knorrigen
ouden heer boven haar, die voor de deur op zijn stok
leunende, stond te foeteren over de herrie onder hem
en volstrekt geen respect had voor 't hemelsche wezen
dat van tijd tot tijd haar bevallig kopje door 't uitge
nomen raam stak om een luchtje te scheppenen den
dooven boekhouder met zijn perkamente vrouw en per-
kamente dochters, die als spinnen zoo nijdig voor de
ramen stonden om wat er geheschen werd te begluren
en te kritiseeren en den winkelier in de benedenwo
ning, die 't voorrecht reeds gesmaakt had kennis met
zijn ideaal te maken, toen ze een boodschap kwam
doen. Wat benijdde hij ze, de onverschilligen, die on
der 't zelfde dak met haar sliepen en volstrekt geen
alinung» hadden van den betooverenden invloed, die
haar aanwezigheid uitoefende naar den overkant der
straat.
Zeg, ventje,* zei vader onder 't ontbijt, geen ver-
liefdhedens zonder permissie hoorEn vooral geen con
necties aanknoopen met onbekende dames!*
Onbekende, pa?«
Nu ja, onbekende, ze mag dan in de straat wonen,
maar onbekend is ze toch en je weet maar niet welk
varken je in de kuip hebt!*
Dat was te veel voor Emile. Hij werd bleek en
stond op. Zijn vader tegenspreken durfde hij niet,
maar hij kon de geliefde zijns harten toch niet bij
een varken ten vergelijken. Daarom ging hij heen.
Een varken en zij, het heerlijke wezen, 'tzouomuit
te schateren wezen als 't niet zoo bedroevend belee-
digend was.
Hij ging in 't zijkamertje voor het raam staan, na
tuurlijk den blik gericht op No. 27, waar nog altijd de
gordijnen potdicht bleven en dacht er over hoe de
gelegenheid te vinden haar te spreken. Den dag vol
gende op den verhuisdag, was het hem gelukt haar
aan te treffen. Toen hij 's middags na den eten naar
het kantoor ging, trad zij juist ter deur uit, terwijl
een bejaarde dame met een kind op den arm haar
tot de deur uitgeleide deed. Hij twijfelde er niet aan
of dit was haar moeder en jongste zusje. Zij zoende
't kind en riep »dag lieveling.* 't Werd Emile won
derlijk te moede. »Dug lieveling!* Wie weet of 't
oogenblik niet aanstaande was, dat ze ook tot hem zoo
zou spreken Hij kleurde tot achter de ooren op straat
en liep een paar kennissen strijkelings zonder groeten
voorbij, zijn oog steeds gericht op het residagroen
pak, dat voor hem uit fladderde en na een korte poos
in den tram plaats nam. Hij wenkte den koetsier en
sprong ook op. Hoe hij er den moed toe had gekregen,
wist hij nog niet, maar hij zeide, naar hij dacht zoo
onbevangen mogelijk, mooi weertje, juffrouw?* waar
op de juffrouw hein een zeer vriendelijken blik toe
wierp en antwoordde: ja, mijnheer!*. Meer niet;
maar genoeg om Emile in den zevenden hemel van
gelukzaligheid te brengen. Ilij had niet verder durven
spreken, warit naast hem zat een heer, met een zeer
brutaal uitzicht, die zijn geliefde voortdurend bleef
aanstaren, wat haar, naar 't bleek, erg onpleizierig
aandeed, daar zij de oogen neersloeg en met haar
parasol speelde.
Een mooi smoeltje,* mompelde de heer tegen
Emile, hetwelk dezen weer 't bloed in 't aangezicht
joeg. Hij gevoelde groote neiging het onbeschaamde
sujet in de haren te vliegen, maar liet het gelukkig
bij de neiging blijven. Het schoone wezen stapte on
derweg uit en ging een winkel binnen. Emile moest
naar 't kantoor en daar had hij den heelen dag ge
zeten en ongeloofelijk veel papier verknoeid, want hij
kon geen enkelen brief correct stellen.
En nu stond hij weer en gaapte haar ramen aan.
't Was hem wonderlijk te moede. Hij gevoelde dat
hij zoo niet langer leven kon, dat het van daag moest
buigen of barsten. Maar hoe dat wist hij zelf
niet. Wanneer er maar eens wat leven ;n die woning
kwam, dan kon hij eenig plan de bataille opstellen,
b. v. wanneer ze soms naar de kerk mocht gaan,
kon hij ze naloopen en bij den uitgang afwachten.
Misschien kwam er dan onder kerktijd wel een re
genbui en kon hij haar een paraplu aanbieden Of
wanneer ze in 't park ging wandelen met haar zusje,
kon hij 't wel zóó aanleggen op 't zelfde bankje plaats
te nemen. Edoch er scheen weer niets van te zullen
komen, de tweede étage van no. 27 bleef volmaakt
gesloten
«Emile, wat scheelt er toch aan!« vroeg zijn
moeder dicht aan zijn oor, na onmerkbaar binnen
gekomen te zijn.
Och, niets ma!* zei Emile hij draaide 't hoofd af
en kleurde.
Ja, je hebt iets, dat je voor ons verborgen houdt,
zeg hel mij maar, je bent altijd zoo'n openhartige
jongen geweest en zou je nu heimelijk verdriet met
je omdragen
Ik heb geen verdriet, ma, maar ik zou veel ge
lukkiger zijn a's zij 'took wist!*
Zij, dat meisje aan den overkant? Pas maar op,
hoor pa zei, dat hij dat boeltje niet vertrouwde.
Foei ma, als u 'i meisje zag, zou je me toestem
men dat er geen liever schepsel op de wereld was
en zeker geen d:e je bever tot dochter zoudt vven-
schen.
Moeder schaterde het uit. Zóó dwaas had ze 't nog
nooit bijgewoond. Ze begreep echter dat er iets gedaan
diende te worden en sprak er daarom met papa over,
die beloofde onderzoek naar het meisje te zullen
instellen.
Intusschen doorleefde Emile een naren dag. Hij
vond zijn kameraad ontzettend vervelend, de heele stad
geleek hem een groot graf. Zijn grootste vermaak
was in de straat op en neer te loopen en de neer
gelaten gordijnen van no. 27 te begluren, die als
een dicht wolkenfloers zijn hemel verduisterden.
Aldus wandelende tusschen licht en donker, zag hij
een net rijtuig voor de woning zijner aangebedene
stilhouden en een heer, waarin hij terstond den aris
tocraat opmerkte, daar binnenwippen. Zeker een
docter, dacht Emile en de schrik sloeg hem oin
't hart. Daarom was alles gesloten gebleven, omdat
ze ziek, misschien doodziek was Een poos later kwam
de bejaarde dame den koetsier een bevel overbrengen,
waarop deze wegreed in de kamer werd vervolgens
licht opgestoken en herhaaldelijk vertoonden zich scha
duwen op de gordijnen.
Zoo 't niet de docter is, dan is 't zeker haar
vader.Met deze troostende gedachte ging Emile
naar huis en droomde verder met open oogen.
Den volgenden dag deed vader wat hij voorne
mens was. Hij liep bij den buurt-secretaris aan, dien
hij kende en informeerde naar de bewoners van no.
27, tweede étage in de Maarten van Rossumstraat.
Thuis gekomen riep hij Emile en deelde hem mede,
dat aan den overkant de wed. Van Buren woonde
met haar ongetrouwde dochtervroeger hadden
moeder en dochter een mangelaffaire uitgeoefend, doch
na het ontstaan eener intieme relatie tusschen de
dochter en een heer van de Keizersgracht, was de
affaire verkocht en woonde de familie thans op no.
27. De kleine was een kleindochter van de moeder.
Als jij nou lust hebt om als vader te staan van
dat schaap, dan zal ik van middag voor je er op
uitgaan, Emile,* zei vader met een sarcastisch lachje.
Emile zei niets, pinkte een traan weg en beloofde
de zaak blauw blauw te laten.
Maar hij kon het h e e r 1 ij k e wezen nooit
tegenkomen zonder tot achter de ooren rood te
worden.
Twee personen te Leiderdorp wareu het met el
kander niet eens over den afloop van het rechts
geding tegen ds. Ving. De een vond dien afloop
juist naar behooren, de ander meende dat de pre
dikant volkomen verdiend had eenige weken in de
gevangenis door te brengen. Hierover eerst woor
den, toon handtastelijkheden, alles zonder overeen
stemming. Het slot was dat de eerste met onge
schokte overtuiging, maar met bloedend gelaat
en gezwollen oog het raadhuis ging opzoeken om
proces-verbaal te laten opmaken.
Zou het nog zoo zijn? Dominé B. (thans
emeritus), ontving in het voorjaar van 1862 een
beroep naar eene dorpsgemeente in Zeeland. Aan
gezien hij een groeten naam had van wege de zui
verheid in de loer, kroeg hij al spoedig een adres
van de kern dier gemeente, met de bede dat het
hem behagen mocht dit beroep op te volgen. Hoe
strcelend dit voor den predikant ook wezen mocht,
zoo wilde hij toch gaarne weten welk vleesch daar
in do kuip was. Daarom werd het adres terugge
zonden, met verzoek dat elk ondertoekenaar (die
hot missen kon) zich verbinden zou, bij do intreö-
preek 1.voor do armen te offeren. Van de
291 namen waren er, toen het adres terugkwam,
249 geschrapt. De predikant bedankte daarop voor
het beroep.
De koster eener gemeente van een Noord-Hol-
landsch dorp is tevens agent om de bekende hor
loges van ƒ6.30 aau den man te brengen. Daartoo
bedient hij zich o. a. van geïllustreerde prijscou
ranten. Zondag 11. had hij in zijn ijver een exem
plaar van deze prijscourant golegd niet alleen in
de bijbels van ouderlingen, diakenen en kerkvoog
den, maar zelfs op domino's bijbel, op don preek
stoel en in het gezangenboek van den voorzanger.
Toen hij geen bestelling op een uurwerk ontving,
maar wel een standjo na hot eind van de preek,
wist hij althans best hoe laat 't was.
Onderwijzer. Waarom deuk je wel, Meier,
dat Socrates zoo kalm don dood in de oogen zag
Meier. »Hij was zeker in een levensver
zekering.*
In het treurspel, Boerin. Lieve hemel, nu
zijn zo allen dood. Hoe krijgen ze toch alle dagen
zooveel nieuwe tooneelspelers
Tourist voor den Niagara. Almachtig aar
dig Eu loopt dat nou don hoeion nacht ook
door
Foei Jantje, lig je nog in bed? Hé, wat ben je
lui; sta op en schaam je!«
Och, moeder, laat me nog een beetje liggen, ik
kan me in het bed ook wol schamen.*
Waarom huil je zoo, kleine meid?*
Hihihi, moeder beeft mjj en Pietje ieder oen
mosterdpap gelegd, maar die van Piotjo is veel
grooter dan de mjjue.*
Hé, juffrouw Meijer, gaat U verhuizen?*
Ja, wat zal ik zeggen, mijn lieve Azorretje
wordt zoo aamborstig, dat hot beestjo erg last heeft
van het trappenklimmen.*
Waar ga je met dat raam heen, Hannes?*
vroeg een dorpsgeestelijke, die een boer tegen kwam.
die een venster op zijn schouders droeg.
Naar de stad, dominé?*
Wat moet je er meê uitvoeren?*
Ik heb in de krant gelezen dat er in stad een
groote optocht is en de memchen wol vijftig gul
den voor een raam geven en nu ga ik het mijne
verkoopeu.*
Een man van zijn tijd. Onlangs stond in een
Engelsch blad de volgende advertentie:
Een vader wenscht voor zijn zoon eene school
te vinden, waar hem eene manneljjke en nuttige
opvoeding wordt gegeven en waar de onderwijzers
de hoofden hunner leerlingen niet volstoppen met
geschiedenissen van volken, die sinds honderden
eeuwen dood en begraven zijn, en waarvan geen
enkel burger voor kapitein op eeue stoomboot of
voor stationschef gedeugd zou hebben.*
Ook oen uitvlucht. »Zeg, krijg ik die »Revue
Suisse* nu eens van je terug? Ik heb hem noodig!*
Met een paar dagen heb je hem, hoor. Je be
grijpt, dat Zwitsersche Fransch leest zoo moei-
lgk!«
Goedhartig. »Och, Mijnheer de telegraaf, tele
grafeert u aau mijn vrijer, dat zijn moeder zoo
naar ligt, maar doet u het als je blieft een beetje
langzaam aan, want anders mocht hij eens ver
schrikken.
Tweederlei val. In zekeren schouwburg werd
een nieuw stuk opgevoerd, «lat met glans viel. Toen
in het tweede bedrijf gedurende de alleenspraak
van een der tooneelspelers het fiasco zijn toppunt
had berreikt, viel ongelukkig een groot stuk kalk
van het plafond, midden onder het opgewonden
publiek, en zeker zou er eene paniek ontstaan zijn,
als niet de tooneelspeler zoo gevat was geweest het pu
bliek met luider stem toe te roepen: Stelt u ge
rust, heeren en dames, dat is niet het eerste stuk
dat hier valt!*
Pa, wat i3 toch een belletrist
Wel, je verstaat Fransch, niet waar? Nu
wat is belle in het Nederlandsch?
Schoon.
En triste?
Treurig.
Best. Belletrist,, vat je, is een schoon maar
treurig beroep, want een belletrist heeft meestal
geen gold.
Niet wen3chelgk. >Ik zal hier even uitstappen
en mijne beenen wat uitstrekken*, zeide een lange
man, toen de trein aan een station stil hield.
Och, doe dat als 't u blieft niet,* sprak hier
op een passagier, die tegenover hem had gezeten
en voel last van de lange beenen van zjju overbuur
man had gehad »laat het maar! zij zjjn al lang
genoeg.*
Goede informatie. »Wat is die Dijkers toch
voor een kerel? Is hij solide?*
>0, sedert hg niet meer in zaken is, is het de
fatsoenlijkste man van de wereld!*
f DUSSEN, 7 Oct. Op de heden alhier gehou
den botermarkt werden aangevoerd 142 kilo boter.
Zij gold van 1.35 tot 1.48.
f DORDRECHT, 8 Oct. Weiboter 0.60 k
0.50. Kunstboter 0.35 a 0.26. Grasboter
ƒ0.88 a ƒ0.80. Tonnen, 14.25 a 13.50 Eieren
6.25 a ƒ5.50 per 100.
DORDRECHT, 7 October. Tarwe. Jarige puike
Zeeuwsche, Vlaamsche en Overm. 7.50 a 7.80.
Overm. goede en mindere 7.10 a 7.30, Nieuwe puike
Zw., VI. en Overm. 6.70 a 7.10, dito mindere en
Blauwe 6.20 a 6.40, dito Zomer a dito
Canada 5,70 a 6.10.
Rogge. Zeeuwsche.on VI. 5.10 k 5.80, Overm.
5.— a 5.50.
Gerst. Winter Zeeuwsch on VI. Zakmaat 4.10
a 4.60, Overm. en Flakk. Zakm. 4.a 4.30.
Zomer Zws. en VI. Zakm. 4.a 4.50.
Haver. Voeder 2.50 k 3.
Spelt a
Paardenboonen Duivenboonen
6.30 a 6.80. Witte Boonen 8.a 10.Br.
Boonen 9.a 10.
Blauwe kook-Erwten 7.60 8.80, Voeder dito
7.— a 7.20.
Kanariezaad 9.a 10.
Koolzaad is op levering Oct. op 800 kilo OHe
tot j 235 gedaan.
Lijnzaad zonder handel.
Raapolie per 100 kilo 6 w. 22Y3, cont. f2H/j.
Lijnolie 6 w. 241/4, cont. 23]/4-
Raapkoeken. Harde 75 a 80 per 1040 stuks.
Lijnkoeken. Harde 95 k 100 per 1040 stuks.
ligt in de Haven te Ileusdcn met eene lading
Levert uit het Schip vrij aan huis
tt 50 O JE INT per MUD.
zal op MAANDAGEN 18 en 25 OCTOBER 1886,
telkens 's namiddags 2 ure, ton herberge van Van
de a Moobkn, te Heesbeen, in het openbaar,
krachtens artikel 1223 B. W.,
te Ileesbeen, kadaster Sectie E no. 98 »n 99 groot
92 aren.
Informatiën geeft men ten kantore van den
Heer P. c. A. KU1JPERS te Drunen.
LES VÉRITABLES
Sont les meillenres pour Families Tailleurs,
Conturières otc
S'adresser directeraeot I Henry-Ch. BRTMER lils,
175, Boulevard Voltaire, 175, PARIS.
VT1V factice VTN naturel
meilleur que le 20 c. Ie lit.
Le moyen de le fabriqner dans chaque ménage
est envoyé franco cortre 1 fr. (Mandat ou timbres).
BERTHIER, 175, Boulevard Voltaire, Paris,
merveilleuse s'adaptant a tont fasil, il est im-l
possible de manqner le gibier. On la reqoil\
franco partout, en envoyant 1 fr. 50 (Mandat oul
timbres), a BERTHIER, 175, Boulevard Vol-1
ta 're, Paris.
Nederl. Hekv. Gemeente.
Beroepen
Aangenomen
Prijzen van 100 en daarboven.
met
ingénieur-constructeur
^tjmiii i*«i vrab