No. 535.
Woensdag 25 November.
1886.
OP VOED IMG.
FEUILLETON
De Tweelingzusters.
vocra
Uitgever: L. .1. VEERMAN ITcnsden.
'f*--
Mi
-4
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1Franco per post
verhooging.
zonder prijs-
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
Toen Pickwick zijn knecht Sam Weller
prees in tegenwoordigheid van diens vader,
zeide deze: r/Ja mijnheer, ik heb hem ook
eene uitstekende opvoeding gegeven. Toen
hij nog een heel kleine jongen was, heb ik
hem al op straat laten loopen en zijn eigen
fortuin laten zoeken. Er is niets beter om
te maken dat een jongen bij de hand wordt."
Pickwick vond de methode vrij gevaarlijk,
maar omdat hij zelf nooit kinderen opgevoed
had, kon hij met geen kennis van zaken
antwoorden, anders zou hij waarschijnlijk
levendig geaposteld hebben tegen do me
thode van straatopvoeding.
Tegenwoordig evenwel schijnt de meening
van vader Weller veel aanhangers te hebben.
Als men ten minste zoo des avonds eens
langs de straat loopt, dan ziet men deze
wijze van opvoeding in volle kracht. En
men moet zeggen, er is veel te leeren op
straat:' wanneer wij jongens van een jaar-
of tien, twaalf tusschen een hoop volwassenen
zien staan en hen met open mond alles
zien opvangen, wat aan den mond van de
ouderen ontvalt, dan gelooven wij gaarne
dat zij met meer denkbeelden over alles
en nog wat, naar huis zullen gaan, dan zij
uit hun huis meedroegen. De vraag is echter,
wat leeren zij? en als wij daarop een
antwoord trachten te geven, dan huiveren wij.
Plet is waar, velen zouden tehuis niet
veel beters leeren dan op de straat. Waar
zouden de ouders het ook geleerd hebben
Zij zijn getrouwd, zij hebben kinderen, maar
niet het flauwste idee van de verplichting
die op hen rust om voor die kinderen te
zorgen, niet alleen voor hun lichamelijk maar
ook voor hun geestelijk welzijn. In de meeste
gevallen wordt aan de eerste verplichting
nog al voldaan, en de gevallen zijn gelukkig
Het was den geheelen dag warm geweest, doch
toen Anna met hare logées zich op de straat bevonden,
bemerkten zij dat het drukkend heet was en daar zij
zich dicht bij het park bevonden, besloten zij onder
het zwaar geboomte eenige schaduw te zoeken.
Zij hadden te samen veel te bepraten en natuurlijk
werden de bezoekers van van morgen nog eens op het
tapijt gebracht. Anna vertelde dat de dokter een goede
vriend van den huize was. Mevrouw Lukassen had
hem dikwijls bij zich ontmoet en de zachtheid, waar-
meé hij zijne patiënten behandelde en het geduld dat
hij met lastige zieken had, had haar .geheel voor hein
ingenomen. Het scheen ook wel dat hij zich zeer tot
haar aangetrokken gevoelde en hij kon er altijd op
rekenen dat zij zijne geneesmiddelen bij den zieke aan
beval, zoodat hem zijne taak daardoor dikwijls gemak
kelijk gemaakt werd.
De ingenieur was een hupsch en vrolijk jongmensch,
een zieltje zonder zorg en altijd zeer voorkomend voor
de dames. Anna geloofde zelfs dat Helene Roos dacht
dat hij bizonder galant tegenover haar was, zij bloosde
altijd als hij haar de eene of andere aardigheid zeide,
die niets te beduiden had en haar dag was bedorven
als hij in een gezelschap niet veel notitie van haar
nam, maar met jongere meisjes schertste of haar eenige
galante woorden in het oor fluisterde.
«Maar vertel mij nu ook eens iets van den ontvan
ger en zijne vrouw,» zeide Clara. Is zij niet de eerste
persoon en speelt haar man niet de tweede viool?»
Ja, dat zou men bij de eerste kennismaking den-
hoogst zeldzaam, dat ouders daarin opzettelijk
te kort schieten. Wij laten ter zijde het
geval dat de ouders door verkwisting of
misbruik van sterken drank hun kinderen
niet kunnen geven, wat hun toekomt
hier is niet direct het opzet in het spel
dat onthoudt alleen uit zucht tot plagen
zwakheid van karakter belet hun te voldoen
aan hunne plichten.
Maar verreweg veel meer schieten zij te
kort in de zorg voor het geestelijk welzijn.
Hoe menig huisgezin is er, waar de liefde
bij de opvoeding volstrekt geeno stem heeft,
of waar zij het wel heeft, daar is het dikwijls
een onverstandige liefde, die bijna evenveel
bederft als het gemis aan liefde.
Gehoorzaamheid ja, wordt geleerd, maar
dikwijls met vloeken en den stokde omgang
is in huis niet aangenaam. Zoodra do kinderen
ook maar eenigzins op zich zelf hebben leeren
staan, trekken zij er uit en de straat op
en thuis is men blijde dat men voor eenige
oogenblikken van de joelende bende verlost
is en de straat-opvoeding begint. Het weinig
goed, dat school en kerk onder zulke
omstandigheden nog hebben kunnen zaaien,
wordt verstikt onder do lessen die op straat
worden opgedaan, lessen, niet van de
makkers, maar van de ouderen, die ook hun
huis zijn ontvlucht, omdat er niets is dat
er hun boeit, om dat er niets is waar zij
zich mede kunnen bezig houden.
Tot de beste opvoeders van kinderen
belmoren kinderen, dat wil zeggende
omgang met andere kinderen bevordert het
best de ontwikkeling. Men heeft ouders,
die, door een dwaze liefde gedreven en
overbevreesd dat hun kind, hun lieveling,
verkeerde hebbelijkheden van anderen zal
overnemen, het angstvallig van den omgang
met anderen afhouden, het nooit uit hunne
oogen laten, maar in volstrekte afzondering
houden. Behalve dat zij dan ook verplicht
ken,» zeide Anna, «maar als men ze beter kent wordt
het oordeel wel wat gewijzigd. Zij is eene ontwikkelde,
verstandige vrouw en hij gevoelt wel eenigzins zijne
minderheid, maar zij heeft tact genoeg om het hem
niet te doen gevoelen. Ik voor mij zou het verschrik
kelijk vinden een man te hebben die mij niet volgen
kon, als ik eens eene hoogere vlucht met mijne ge
dachten nam. De man dient ook altijd eenige sporten
hooger te staan op den ladder des verstands. Mij dunkt
het is aangenamer voor den man dat hij langzaam zijn
vrouw die hoogte helpt bestijgen, dan dat het tegen
overgestelde geval wenschelijk zou zijn.»
«Maar ik zou het toch niet wenschen een geleerd
man te bezitten,» zei Marie. «Wat zou hij mij nietig
en onbeduidend vinden, ik zou zoo tegen hem opzien,
dat ik mij niet vrij meer zou durven uitlaten, uit vrees
van bespot of uitgelachen te worden. Hij zou zeker
alle wereldsche zaken te nietig vinden en er stellig slordig
uitzien. Ik heb eens een staaltje gehoord van slordig
heid van zoo'n kamergeleerde. Het was hem altijd on
verschillig hoe hij gekleed was en keek er zelfs niet
naar welke jas hij 's morgens aantrok, maar nam maai
de eerste de beste die hij aan den kapstok zag hangen.
Het gevolg was dat wanneer hij met zijne vrouw eene
visite moest gaan maken, er gewoonlijk geen geschikte
jas te vinden was, daar allen in gebruik waren ge
steld. Dit begon mevrouw zoo te verdrieten dat zij ein
delijk bij den kleermaker, die de maat van een stel
kleèren van haar man bezat, een nieuw pak liet maken
zonder zijn medeweten en als hij nu onverwacht uit
moest of visites af moest wachten, kreeg hij het pak
van mevrouw ter leen, die het na gebruik dadelijk
weêr terug verlangde.»
V.
Al pratende waren zij het park zoo diep ingewan
deld dat zij, door het dicht geboomte en door haar
zijn het kind altijd bezig te houden, komt
er toch voor de meesten een tijd dat zij
met hun stelsel moeten brekenhet kind
moet naar school, of als dat ook niet behoeft,
en men het thuis kan laten leeren, dan
komt het jonge mensch onder de menschen
en stoot zich ovoral. Het heeft zich niet
leeren schikken, maar alles is voor den wind
gegaan, en nu komt het in de kleine, later
in de groote maatschappij, waar men het
niet ontziet, waar niet ieder het naar de
oogen kijkt, het verwende kind ligt spoedig
met iedereen overhoop die zich naar zijne
luimen niet schikt, en de maatschappij laat
hem links liggen omdat men er niet mede
kan omgaan. Het worden op hooge uitzonde
ringen na, ongelukken in de wereld. Het
wordt minder erg, als zoo'n kind in een
huisgezin opgroeit waar allen elkander
moeten leeren verdragen, maar als het de
eenige huwelijksschat is, dan zijn teleurstel
lingen voor de dwaze ouders bijna zeker in
het verschiet. Wij hebben dan ook altijd
medelijden als wij zoo'n moederzoontje zien
vertroetelen en het zorgvuldig zien bewaren
voor aanraking mot anderen. Een kind on
der kinderen geeft den besten waarborg
voor de toekomst, maar een kind op straat,
overdag en des avonds onder volwassenen,
die geene wacht hebben voor hunne lippen,
die geene eerbied hebben voor de kinder
ziel, daar gaat het vroeg rijp zijn verderf
tegemoet om op zijne beurt weer andore
kinderen te helpen bedervenkinderen in
de afzondering opgevoed, zorgvuldig beschut
voor alle aanraking met anderen, worden
meest ongelukkige wezens, dikwijls men-
schenhaters, omdat zij de wereld zoo heel
anders vinden dan hunne kleine wereld thuis.
De middelen tot opvoeding loopen bij
vele volkeren zeer uiteen. Men zou het
niet gelooven, maar bij de meeste wilde
volkeren is de opvoeding door middel van
lichamelijke straffen eene zeldzaamheid. De
Indiaan in Noord-Amerika o. a. slaat zijn
kind in het geheel niet. Woorden zijn alles
waarmede hij het kind straft, en wanneer
deze niet helpen, dan grijpt hij naar een
kuip water om door het koude bad de op
gewondenheid van het kind te doen beda
ren en af te koelen. Dat afkoeling een goed
raiddel is om kinderen gehoorzaamheid te
loeren, schijnt een verbreide meening te zijn.
Do Eskimo's brengen hunne schreiende kin
deren tot zwijgen door zo een poosje in de
sneeuw te zetten. Sommige Indianen maken
bij ongehoorzaamheid hunner kinderen hun
het gezicht zwart, dat hen natuurlijk niet
veel hinderen zou als het zwartmaken niet
vergezeld ware door een echten vastendag.
Do Wost-Afrikaanscho negers straffen hen
niet en verontschuldigen dit met de woor
den, dat zij nog niet oud genoeg zijn om
te weten wat zij doen moeten.
De Grieken en Romeinen achtten licha
melijke tuchtiging eene vernedering voor
vrijgeborenen en alleen geschikt voor slaven.
De volkeren uit den nieuwen tijd denken
er anders over en zij die zich het cultuur
volk bij uitnemendheid noemen, de Duit
schors, houden den stok als hulpmiddel bij
de opvoeding in hooge eere, en op pae-
dagogenvergaderingen wordt telkens met
meerderheid van stemmen besloten, dat
de stok in de school niet mag gemist wor-
den. Op sommige plaatsen vindt men zelfs
voorschriften, die do lengte en de dikte van
den stok bepalen.
In het meest beschaafde land van Azië,
waar men Salomo's spreuken niet kent, heb
ben de ouders het meest onbeperkt recht
over hun kinderen; daar worden zelfs vol
wassenen nog door hunne ouders met
den stok getuchtigd, en de vader wordt er
niet gestraft als hij zijn kind gewond, zelfs
niet wanneer hij het gedood hoeft.
discours, nu eerst merkten dat het begon te regenen,
zoodat zfj zich spoedig omkeerden om zich huiswaarts
te begeven. Groote regendroppels begonnen reeds te
vallen en in de verte hoorde men het gerommel van
den donder reeds. Anna zette de meisjes tot spoed aan,
want zij wist dat hare tante geen rust zou hebben
zoolang zij nog niet thuis waren. Eindelijk, moe van
het loopen en bijna buiten adem, bereikten zij het huis
waar tante voor het raam al angstig stond uit te zien
naar hare terugkomst. Met verhoogde kleuren traden
zij binnen en bemerkten eerst nu dat er nog meer ge
zelschap aanwezig was, voor dat tante hare logees en
nichtje voorstelde aan een officier, luitenant Dragon,
die in Z. overgeplaatst zijnde, zijne opwachting bij de
familie kwam maken Anna herkende aanstonds het
gezicht en den naam van den officier, dien zij in hare
vorige woonplaats dikwijls gezien had. Zij was toen ech
ter nog niet gepresenteerd en had hem dus nooit op
bals of partijtjes ontmoet, maar bij renoinmée wist zij
dat hij een eerste danseur was. Ook hij herinnerde
zich haar gezichtje nog wel van vroeger, maar wat
hadden die twee jaren wonderen aan haar verricht,
bekende hij zich zelf. Twee jaren geleden had hij ze
altijd als een schoolmeisje beschouwd en als hij ze er
gens toevallig ontmoette, zeer weinig notitie van haat-
genomen en nu verscheen zij eensklaps als eene bloei
ende roos, die hij vol bewondering aanstaarde. Me
vrouw Lukassen zag de verraste blikken van beide
personen, en informeerde zich naar hunne vroegere
bekendheid met elkander. De moederlijke bezorgd
heid kwam aanstonds boven, zij maakte zich ongerust
dat een ander den schoonen prijs zou winnen, die zij
voor haar zoon bestemd had, en gevoelde zich gerust
gesteld bij de gedachte, dat Philip den volgenden
dag in hun midden zou zijn. Zij zou het hein zoo
aangenaam mogelijk in huis trachten te maken, en
het kon dan niet uitblijven dat de oogen van Philip
geopend zouden worden voor zooveel goede eigen
schappen, die zijn nichtje bezat. Anna zou hem aan
sporen zijne studiën met kracht voort te zetten, zoo
dat hij een meer geregeld leven zou gaan leiden en
later een eigen werkkring zou kiezen. Zoo maakte
zij zich allerlei illusion, terwijl zij haar gast een kopje
thee inschonk en hem zeer aangenaam onderhield,
terwijl de meisjes naar hare kamers waren gegaan,
om hare natte kleeding met andere te verwisselen.
Met bewonderende oogen volgde de luitenant Dragon
al de bewegingen van Anna, die op li^re beurt tel
kens de hare neersloeg, als zij zijn vurig oog ont
moette. Een vrolijke toon heerschte onder de jonge
lieden, tot men eensklaps een felle bliksemstraal zag
flikkeren, vergezeld van een ratelenden donderslag.
Een flinke regenbui volgde daarop, zoodat allen ver
heugd waren nu veilig onder dak te zitten en degenen
beklaagden, die zich onder weg mochten bevinden.
Nog eenige harde donderslagen volgden elkander op,
maar toen scheen de bui af te drijven, hoewel de
regen in strooinen bleef nederkletteren. Een harde
ruk aan de schel deed hun opspringen en een oogen-
blik daarna verscheen de dokter in hun midden, die
een oogenblikje eene schuilplaats zocht in dezen vrien
denkring. Hij was bij een zieke geroepen, maar had
zich uit voorzorg met regenjas en parapluie gewapend,
doch op zijne terugreis werd de regen hem toch te
machtig en daar hel van buiten gezien er zoo gezellig
bij de familie uitzag kon hij de verzoeking geen weer
stand bieden om nog eens even in te loopen, hoewel
het de tweede visite op één dag was.
«Wel, dokter, als gij wist hoe aangenaam ons
altijd uw gezelschap is, dan zoudt gij geene excuses
daarvoor behoeven te maken,» verklaarde de heer
Lukassen. (Wordt vervolgd).
m
mm
IIS
Mm,
5)