BUITENLAND. Buitenlandsch Overzicht. BINNENLAND. BEKENDMAKING. HEUSDEN, 7 Dec. t De rederijkerskamer „Oefening baart kunst/' alhier, gaf Donderdag 1.1. voor hare honoraire leden met dames hare 2e winter-uitvoering. Het voorstuk was getiteld „De Wraak der twee weezen,* tooneelspel in 5 bedrijven. Het voldeed zeer goed aan het groot getal aanwezige leden. Vooral het 4e bedrijf hoorden we algemeen roemen. Onder de werkende leden werd met genoegen weder de heer E. Gotschalk opgemerkt die het vorige jaar door afwezigheid verhinderd was op te treden. Een woord van lof komt aan de verschillende werkende leden toe, die allen even rolvast, zich zooveel mogelijk trachtten te verplaatsen in dat gene wat zij voorstelden. Dat hierbij enkelen uit muntten is volkomen waar, doch ook bij de ande ren was merkbare vooruitgang te bespeuren. Tot slot werd opgevoerd „Een uurtje in eene kiesvereeniging of Hij moet kandidaat worden." Dit stukje, dat aanvankelijk veel van zich liet verwachten, had zulk een onbeduidend slot, dat men zou raeenen dat er een gedeelte was uitge vallen, hetgeen wij echter niet gelooven. Niette min werkten de daarin ageerende personen zeer verdienstelijk. Vooral Samos was eenig in zijn op vatting. Plakhout, die er zich blijkbaar op toelegt om langzamer te spreken, gaf proeven van merk bare vooruitgang. Ook Spilhout begreep zijn rol, zonder daardoor in uitersten te vervallen, terwijl van Langhout zijne functie van Burgemeester zeer waardig opnam. Over het geheel mag men den avond als zeer goed geslaagd beschouwen. Het nieuwe décoratief gaf in menig opzicht blijken van goeden smaak en voldeed zeer goed. Den ons onbekenden decoratieschilder, vermoedelijk een der werkende leden, komt een woord van lof daarvoor ten volle toe. t Nog waren er velen niet uitgerust van de St. Nicolaaspret en het sleedje rijden van gisteren, toen zich reeds heden in de vroegte de stads omroeper deed hooren met het stéréotype „alhier is verloren" een gouden oorbel enz. Weldra werd die publicatie afgewisseld door de aankondiging van een verloren oorknopje; terwijl ten derden male het bekken in beweging gebracht werd met „alhier is gevonden een zware gouden ring met steen, die hem verloren heeft kan hem terugbe komen." Het bovenstaande geeft wel een weinig stof tot nadenken. Men zou er uit op kunnen ma ken dat er braaf feest gevierd is, maar het laatste geeft ook het bewijs, dat Heusden eerlijke perso nen in zijn midden heeft, die niet eene afwach tende houding aannemen tot eerst het verlorene wordt opgeëischt, maar die integendeel zich haasten om zich te ontdoen van datgene, wat hun niet toebehoort. WIJK. Benoemd tot onderwijzer alhier, de heer G. Zoon van Middelharnis. t B ABIJ LO NIÈN BRX)ËK71 Iet 38 jarig boe renmeisje P. S. alhier, verdacht van kindermoord, die onlangs wegens ziekte niet in arrest kon wor den gesteld, is Zaterdag 11. naar het huis van ar rest te 's Bosch overgebracht. t HELLOUW, 6 Dec. Als een bewijs dat het jachtveld alhier rijk is aan wild moge dienen, dat er dezer dagen daarin 80 hazen gezien, waarvan 15 geschoten werden. fSLEEUWIJK, 6 Dec. Hoewel de uitslag der suikerbeetwortelteelt alhier voor sommigen zeer bedroevend is, heeft de teelt dooreen genomen nog f 200 per hectare opgebracht. t WOUDRICHËM, 6 Dec. Den kinderen van ouders, behoorende tot de hervormde kerk dezer gemeente, zal dit jaar een kerstfeest worden ge geven; ter bestrijding dier kosten zal op Zondag morgen 12 dezer, een collecte gehouden worden. t WERKENDAM, 7 Dec. Daar de pulpe, 'l welk een goed veevoeder is en waarvan de koeien heerlijke melk geven, dit jaar niet hoog in prijs is, had een veehouder hier een ruime hoeveelheid opgedaan en in zijn schuur geborgen. Thans is de schuur beginnen uit te zetten; reeds wordt zij van buiten met balken gesteund, doch de vrees wordt gekoesterd dat zij ontruimd zal moeten worden en tot het gewone kuilen der pulpe over gegaan. t DALEM, 5 Dec. In de laatste weken zijn in deze streken honderde bossen grauwe teen voor het buitenland verkocht. De prijs is aanmerkelijk hooger dan voor eenige maanden, daar men de beste soort al verkoopt tot 15 gulden de honderd bossen. Te Groningen is in ruim 84jarigen ouderdom overleden de oud-hoogleeraar in de godgeleerdheid P. Hofstede de Groot. Bij vonnis der Rotterdamsche Rechtbank van 4 Oct. 11. is de Christelijke jongelingsvereeniging „Liefde en Vrede", te Vlaardingen, vervallen ver klaard van haar hoedanigheid^als rechtspersoon is een curator benoemd om de vereffening der zaken van die Vereeniging, onder toezicht des rechters, tot stand te brengen en is eindelijk die Vereeniging in de kosten van het proces veroor deeld. De feiten, die tot deze uitspraak hebben ge leid, zijn te kenschetsend, om ze niet eenigszins uitvoeriger aan de „N. Rott. Crt." te ontleenen. Tusschen de leden was verschil ontstaan over den zin van art. 2 der statuten, of die moest verstaan worden zóo, dat de Heilige Schrift als de eenige genoegzame en onfeilbare gids voor geloof en leven, werd erkend als de grondslag der Vereeniging, dan wel, of naast de Heilige Schrift ook de drie formulieren van eenigheid moesten worden aangenomen. Dit geschil was oorzaak dat zekere B die zich als lid der Vereeniging wilde doen aannemen, en de daartoe bij art. 11 der statuten gevorderde verklaring, Te Pest is een bekend Rassichnihilist overleden, Wasilivitch Baehmoutoff geheeten. Bachmoutoff was vroeger kapitein van de genie. Hij had zich aan gesloten bij hot geheime genootschap, aan welks hoofd Degajeff stond, en had de plannen ontwor pen voor de mijnen, die het winterpaleis te St. Petersburg in de lucht moesten doen vliegen. Na het ontdekken vau den aanslag nam hij de vlucht naar Hongarije, waar hij als photograaf zijn brood ver diende. Prof. Kolomnin, hoogleeraar te St. Petersburg en hoofd der heelkundige kliniek aldaar, heeft zich van het leven beroofd, uit wanhoop over den nood- lottigen uitslag eener operatie, welke hij een dame, op haar eigen dringend verzoek, had doen onder gaan, en welke den dood dier patiënte ten ge volge had. Er is nog een lijk gevonden in de mijn van Ele- mare bij Durham, waar een ontploffing heeft plaats gehad. Twintig mijnwerkers zijn nog bedolven, en men vreest dat allen den dood hebben gevonden. Te Londen woedde een geweldige brand in de City. Vier pakhuizen zijn vernield, alsook de oude kerk van St. Mary Magdalen, nabij Queen Victoria- street. De schade wordt op 100,000 pd. st. geschat. De «Westmoreland* van de «Red Star Line* is op de reis van Antwerpen naar New-York door een orkaan overvallen. 4 matrozen en 2 passagiers kwa men door een hevige stortzee om, 15 anderen wer den gewond. Een giftmenger, die eenigzins aan het Leidsche monster doet denken, is te Jemeppe bij Luik ge arresteerd. Het laatst had hij het gemunt op een jongeling van 19 jaren, over wien hij voogd is, en de eenigo drijfveer van den booswicht was een sommetje van 3000 frs., dat hij bij den dood van zijn pupil zou erven. Hij was naar een apotheker van Seraing gegaan en had hem vergiftige tarwe gevraagd voor het verdelgen van ratten. Hiervan maakte hij een brouw sel voor zijn neef; het had echter den dood niet ten gevolge, en de voogd ging opnieuw naar den apotheker, om hom een sterker vergif te vragen. Deze kreeg achterdocht en gaf hem een geheel on schuldig braakmiddel; hij hield den man in het oog, en toen hij vernam dat de jongen gebraakt had, waarschuwde hij de justitie. Er is nu tevens aan het licht gekomen dat in den tijd van twee jaar de broeder, de schoonvader, de vader en de moeder van het onmensch met kleine tusschenpoozen zijn gestorven. Zijn moeder was voor acht dagen bij hem komen logeeren, en is in dien tijd overleden. Door al deze sterfgevallen kwam hij in het bezit van 30,000 a 40,000 frs.; geldzucht was dus ook hier weer de drijfvoer tot de misdaad. In den nacht van 3 op 4 dezer heeft te Verviers oen verschrikkelijke brand gewoed, waardoor de grooto speelgoedwinkel van don heer A. Xhrouet is vernield. Deze en zijne vrouw zijn in de vlammen omgekomen; hunne beide zoons sprongen uit oen cfer ramen en bezeerden zich ernstig. Ook verschei dene bedienden hebben verwondingen bekomen. Een der dieven, die den trein van Ostende naar Verviers plunderden, was, zeide men te Londen gearresteerd en men verwachtte spoedig de ande ren in handen te krijgen. Volgens de «Indépen- dauce* is het bericht nog niet bevestigd. In Italië zal eene inschrijving worden geopend om kapitein Casati in Afrika te gaan opsporen. Zijn laatste schrijven aan Camperia, gedagteekend 17 Juli 1884, bevatte verschillende belangrijke bij zonderheden aangaande den toestand in de binnen landen van Afrika en de wreedheden van den jongen koning Muanga van Uganda, die, na eerst den bisschop der Engelsche Missie met meer dan 50 zijner aanhangers te hebben doen vermoorden, kort daarop 100 personen, die de scholen der En gelsche zendelingen bezochten, hetzelfde lot deed ondergaan. De zendelingen in Uganda werden voorts feitelijk gevangen gehouden. Naar aanleiding van de aanhoudende geschillen tusschen de verschillende inlandsche vorsten, sprak hij in dat schrijven verder de meeuing uit, dat Europa, in verband met de door haar gevolgde nieuwe koloniale politiek, wel licht, door spoedig eene expeditie naar Uganda en Uniora te zenden, van dien toestand partij zou kunnen trekken en er tevens een eind aan zou kunnen maken. Zijn brief eindigde verder met de treurige mededeeling, dat hij aan het noodzakelijkste gebrek had en zelfs ontbloot was van de onmis baarste kleedingst ukken. In Ilalië zijn gedurende dit jaar ongeveer 48,000 personen door de cholera aangetast, en ongeveer 22,000 daaraan bezweken. Merlatti is, ondanks de voorspellingen van de geneesheeren, die meenden dat hij zijn vasten geen twintig dagen zou uithouden, nu reeds negenendertig dagen aan het vasten geweest. Hij is echter uiter mate zwak en zijn gezichtsvermogen is veel ver minderd. Hij heeft echter alle vertrouwen op het slagen zjjner proef (50 dagen vasten.) Hij beweert zelfs dat hij het wel tot 1 Januari zal kunnen halen. Uit Livorno wordt bericht, dat de bemanning van een Fransch schip, 't welk in de golf van Piombino voor anker lag, aan 't muiten is geslagen. De kapitein werd gewond en de bootsman ver moord. Twee man der equipage werden door de karabiniers gearresteerd. Te Piacenza i3 een adelijke oude dame overleden, de markiezin Augnessola, die door den dood van haar eenigen zoon een menscheuhaatster was ge worden en alleen leefde met haar dienstboden. Haar vermogen werd op 12 millioen frs. geschatna haar dood vend men slechts 300.000 frs. in matrassen verstopt. De 11 dienstboden, die vermoedelijk met de rest gingen strijken, zullen nu vervolgd worden. Dij Avignon is een meisje van 9 jaren door den sneltrein van Marseille overreden. Zij werd verbrij zeld op den weg gevonden. Twee schepen, te Southampton binnengekomen, hebben gerapporteerd op de hoogte van Kaap la Hogue een schip in vlammen te hebben gezien, doch de hoogo zee verhinderde hen hulp te verleenen. Het is nu gebleken dat de «Snowdon,* een schip van 1000 ton en geladen met timmerhout, is ver brand. Het vaartuig was bemand met 17 koppen, die allen omkwamen. Bij een van de jongste stormen in de Vereenigde Staten werd de watertoren te Kankakee door den wind omgeworpen. Deze toren was vervaardigd van plaatijzer op een hardsteenen voet. De wind had eene snelheid van 1600 M. per minuut, en nadat herhaalde schommelingen waren waargenomen, sloeg de gansche toren tegen den grond. Dit moge stof tot nadenken geven aan de ontwerpers van den 300 M. hoogen toren te Parijs. Twee faillissementen worden uit Amerika bericht, het een te Virginia City met een passief van 915.000 dollars, het andere te San Francisco met een passief van 400.000 dollars. Volgens een bericht uit Algiers loopt het ge rucht, dat het Fransche stoomschip «Chandeina- gor«, dat 1200 man van het vreemdenlegioen aan boord had, in een storm met man en muis is vergaan. In de Kamer deelde de Min. van Binnenl. Zaken mede, dat de «Chandernagor* den 12n Nov. in de baai van Kalong was aangekomen; men had geen bericht of het schip van daar was vertrokken en er was geen reden om aan te nemen dat het bericht uit Algiers juist was. De familie van Paul Bert was aan boord van de «Chandernagor*. Blijkens een door den Franschen minister van ma rine ontvangen telegram van Singapore, keert de «Chandernagor* naar Frankrijk terug. Aan boord was alles wel. Een belangrijk monument is ontdekt in Jerusalem door den heer Clermont-Ganneau. In een oud gebouw nl. vond hij eon blok steen met een Grieksch opschrift. De beteekonis daarvan was het navol gende: Ieder vreemdeling, die dezen grenssteen passeert, zal ter dood gebracht worden. Blijkbaar hebben wij hier te doen met een deel van een der vele steenen zuilen, die in den tempel van Herodes een grenslijn afbakenden, waarbinnen alleen de joden mochten binnentreden. Men zal zich herinneren dat Paulns bijna ge- steenigd werd, omdat hij Grieken mede had gonomeu binnen dezen gereserveerden kring. (Handelingen der Apostelen XXI28). Do steen is overgebracht naar Konstantinopel, een. afgietsel is gedeponeerd in het Louv re-Museum te Parijs. Hoewel de quaestie in het Oosten meer op den achtergrond geraakt, is omtrent de naaste toekomst van Turkije nog zeer weinig te zeggen. De aan dacht is ook eenigermate van de Bulgaren afge wend door belangrijke voorvallen in Frankrijk en gewichtige debatten in den Duitschen Rijksdag. Laatstleden Vrijdag is namelijk het Fransche kabinet de Freycinet gevallen. De zaak welke bet betrof was een votum der kamer om de onder prefecten af te schaffen. De Regeering had zich met nadruk tegen dat amendement verzet en met reden beriep zij er zich op dat het niet aangaat bij amendement eene organisatie van bestuur af te breken. Niottemin werd met 8 a 9 stemmen meerderheid het amendement aangenomen. Onmiddellijk heeft toen het geheele kabinet zijn ontslag genomen. Men moet evenwel niet gelooven, dat een man als de Freycinet alleen om de aanne ming yan dit amendement met al zijne ambtge- nooten aftreedt. De oorzaak zit dieper. Herhaal delijk heeft het verschijnsel zich voorgedaan, dat de uiterste linkerzjjde met de monarchalea stemde, om het ministerie eene nederlaag toe te brengen. Op deze wijze was de Freycinet met al zijne bekwaamheid, niet in staat op eene meerderheid te rekenen. «Ik heb genoeg van eene meerderheid die mij haar vertrouwen, maar niet haren steun schenkt;* dit woord van de Freycinet teekent den toestand. En waarom wijzen wij er vooral op? Omdat dit juist de klip is waarop zoo menige liberale regee- ring is gestrand. Zoodra van eene liberale meer derheid een deel als al te voortvarend zich afscheidt, ziet men in den regel door eene samenwerking van de anti-liberalen met de wilde liberalen het liberale kabinet vallen om voor een conservatief het kussen te schudden. In de toekomst zou dit ook de klip kunuen worden waarop ons constitutioneel regee- ringsstelsel te gronde ging, daarom wijzen wij er met nadrnk op. In Frankrijk is de toestand zooveel ernstiger, omdat het daar niet alleen eene partij betreft, maar zelfs den regeeringsvorm. De toeleg der monarchale partijen toch is duidelijk genoeg; zij willen het land in zulk eene hopeloozen toestand van verwar ring brengen, dat het Fransche volk met volko men gelatenheid een koning of keizer als redder zou begroeten. Voor den ouden president der republiek is de zaak zeer lastig, want er is bijna geen staatsman, aan wien de vorming van een ministerie is op te dragen. De eenige is Floquet, de voorzitter der kamer. Maar de heer Floquet is een gezworen Russenhater. Hjj is dezelfde die, toen de vorige keizer van Rusland aan Napoleon III een bezoek bracht, om den Czar te tergen luidkeels riepLeve PolenEn dat alle Franschen hunne hoop hebben gesteld op een Russisch-Fransch verbond tegen Duitschland, dat weet Grévy even goed als ieder ander. De moeielijkbeden zijn dus groot, en de eenige uitweg zou zijn dat het ministerie op zijn besluit terug kwam en de kamer word ontbonden. Het ongeluk wil dat terwjjl aldus door eene bal dadige meerderheid eene regeering werd omver ge worpen, die het aanzien van de Fransche repu bliek in het buitenland heeft doen rijzen,-in den Rijksdag te Berlijn zeer ernstige taal tegen Frank rijk werd gevoerd. Zoowel de minister van oorlog als de oude maar schalk Moltke spreken het onbewimpeld uit, dat er gevaar dreigt van den kant van Frankrijk. Moltke erkende dat een verbond tusschen Duitschland en Frankrijk de beste waarborg voor den vrede zou zijn, maar daar Frankrijk steeds op wraak en op herovering van Elzas en Lotharingen zint, is dit verbond onmogelijk. En het eind van het lied is dat Duitschland den vrede moet verzekeren, door zich nog beter ten oorlog te wapenen. Het zal natuurlijk weer gaan als altijd. Als Dnitschlands leger is uitgebreid, zullen Frankrijk en Rusland volgen, en zoo gaan de groote mogend heden voort, zoo lang tot eindelijk de militaire lasten onduldbaar zullen geworden zijn en eene geduchte uitbarsting is te voorzien. Do Duitrche regeering zet oen vrij onbetamelijken spoed achter haar plan tot legerversterking. Zjj wil het eenvoudig voor kerstmis aangenomen zien. Hoewel zeker een deel van den Rijksdag zal tegen stemmen, valt er niet aan te twijfelen of de wet wordt aangenomen. Zooals wij reed3 opmerkten treedt de Bulgaar- sche quaestie thans meer op den achtergrond. Toch is het, als een zeldzaam feit de herinnering waard, dat op dit oogenblib eene deputatie van vier Bul- gaarsche staatslieden de Europeesche hoofdsteden bezoekt om den waren toestand van Bulgarije bloot te leggon. Dit is nog iets aarstvaderlijks dat van vertrouwen in hunne zaak blijk geeft, maar de di plomaten van den tegen woordigen tijd zijn er alles behalve op gesteld. Het is dan ook wel te ver wachten dat men te Berlijn zoo goed als te Pe tersburg zal weigeren de heeren officieel te ont vangen. Deze week zal de Belgische kamer misschien voor Belgie's toekomst zeer belangrijke zakon be handelen. De afgevaardigden van N ij vel stellen voor bescherming aan den landbouw te verleenen. De kamer zal dit waarschijnlijk goedkeuren. Het ministerie evenwel is er bepaald tegen. Dan is er de quaestie van de afschaffing der plaatsvervanging. Bijna alle katholieke clubs en bladen hebben zich daar tegen verklaard. De re geering evenwel is er voor en heeft alleen daarom, naar men zegt, van den koning meer gedaan ge kregen in andere zaken, dan men verwachtte. Dit zijn dus twee netelige quaesties, die het be staan van het kabinet-Barnaert ernstig bedreigen. Men ziet hieruit weder dat eene groote meerder heid in een parlement en een vast besloten regee ring nog niet voor eene nederlaag zijn gevrijwaard, als er niet een bepaald overleg tussehen meerder heid en regeering bestaat. Men vindt dit b. v. in Engeland, maar daar komt dan ook hoogst zelden iets voor, zooals thans te Parijs en te Brussel is te zien. (5 INSCHRIJVING VOOR DE NATIONALE MILITIE. Burgemeester en Wethouders der gemeente Heusden. Gelet op art. 19 der wet van den 19 Augustus 1861 (Staats blad no. 72.) Roepen bij deze op alle mannelijke ingezetenen dezer ge meente, die op den eersten Januari aanstaande hun 19de jaar zijn ingetreden en alzoo geboren zijn in het jaar 1868, ten einde zich aan te geven ter inschrijving voor de Nationale Mi litie, waartoe ten raadhuize dezer gemeente, van den len tot en met den 31en Januari 1887 gelegenheid zal worden gege ven des voormiddags van 10 tot 12 uur. Den belanghebbende wordt herinnerd: lo. Dat, ingevolge de wet op de Nationale Militie, voor ingezetenen wordt gehouden a. hij wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of, zijn beiden overleden, wiens voogd ingezetene is volgens de wet van den 28 Juli 1850 (Staatsblad no. 44) b. hij, dis, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de laatste, aan den len Januari aanstaande voorafgaande, 18 maanden in Neder land verblijf hield c. hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al is zijn voogd geen ingezetene, mits hij bin nen het Rijk verblijf houdt; Voor ingezetene wordt niet gehouden de vreemdeling, bchoorende tot eenen staat, waar de Nederlander niet aan den verplichten krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienstplichtigheid, het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen, 2o. Dat de inschrijving moet geschieden: a. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of, is deze overleden, de moeder, of zijn beiden overleden de voogd woont; b. van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente waar hij woont; c. van hem, die geen vader, moe der of voogd heeft, of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands gevestigd is, in de gsmeente, waar hij woontd. van den buiten 's lands wonende zoon van een Ne derlander, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woont in de gemeente waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft. 3. Dat hij die eerst na het intreden van zijn 19de jaar, doch voor het volbrengen van zijn 20ste, ingezeten wordt, ver plicht is, zich zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij Burg. en Weth. der gemeente, waar de inschrijving, naar de onderscheiding hiervoor sub. 2o. vermeld, moet ge schieden. 4o. Dat bij ongesteldheid, afwezigheid, ontstentenis van den militieplichtige, zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doen der aangifte verpligt is. 5o. Dat welke aanspraak op vrijstelling iemand ook ver meent te hebben, hij desniettegenstaande aan de inschrijving onderworpen is. 6o. Dat hij die zich uiterlijk op den 31 Januari aanstaande voor 4 ure des namiddags niet ter inschrijving zal hebben aan gegeven, gestraft wordt met eene boete van 25 tot 100 gulden. 7o. Dat h;j, die zich na den 31 Januari aanstaande doch voor den 31 December daaraanvolgende ter inschrijving aan geeft, alsnog wordt ingeschreven. 8o. Dat hij, wiens aangifte ter inschrijving in het jaar en in de gemeente, waarin zij had moeten geschieden, verzuimd is, zoo hij voor den dienst geschikt bevonden wordt, zonder lo ting daartoe wordt aangewezen, tenzij hij vrijstelling van dienst kan erlangen. 9o. Dat voor de Militie niet wordt ingeschreven a. de in een vreemd rijk achtergebleven zoon van een ingezetenen, die geen Nederlander is; b. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten. En zal deze worden afgekondigd en aangeplakt waar zulks gebruikelijk is. Heusden, deu 6 December 1886. Burgemeester en Wethouders voornoemd, HONCOOP. De Secretaris, H. J. YAN EGGELEN.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1886 | | pagina 2