BUITENLAND.
Buitenlandsch Overzicht.
BINNENLAND.
BEKENDMAKING.
HEUSDEN, 7 Dec.
t De rederijkerskamer „Oefening baart kunst/'
alhier, gaf Donderdag 1.1. voor hare honoraire
leden met dames hare 2e winter-uitvoering. Het
voorstuk was getiteld „De Wraak der twee weezen,*
tooneelspel in 5 bedrijven. Het voldeed zeer goed
aan het groot getal aanwezige leden. Vooral het
4e bedrijf hoorden we algemeen roemen. Onder
de werkende leden werd met genoegen weder de
heer E. Gotschalk opgemerkt die het vorige jaar
door afwezigheid verhinderd was op te treden.
Een woord van lof komt aan de verschillende
werkende leden toe, die allen even rolvast, zich
zooveel mogelijk trachtten te verplaatsen in dat
gene wat zij voorstelden. Dat hierbij enkelen uit
muntten is volkomen waar, doch ook bij de ande
ren was merkbare vooruitgang te bespeuren.
Tot slot werd opgevoerd „Een uurtje in eene
kiesvereeniging of Hij moet kandidaat worden."
Dit stukje, dat aanvankelijk veel van zich liet
verwachten, had zulk een onbeduidend slot, dat
men zou raeenen dat er een gedeelte was uitge
vallen, hetgeen wij echter niet gelooven. Niette
min werkten de daarin ageerende personen zeer
verdienstelijk. Vooral Samos was eenig in zijn op
vatting. Plakhout, die er zich blijkbaar op toelegt
om langzamer te spreken, gaf proeven van merk
bare vooruitgang. Ook Spilhout begreep zijn rol,
zonder daardoor in uitersten te vervallen, terwijl
van Langhout zijne functie van Burgemeester zeer
waardig opnam.
Over het geheel mag men den avond als zeer
goed geslaagd beschouwen.
Het nieuwe décoratief gaf in menig opzicht
blijken van goeden smaak en voldeed zeer goed.
Den ons onbekenden decoratieschilder, vermoedelijk
een der werkende leden, komt een woord van lof
daarvoor ten volle toe.
t Nog waren er velen niet uitgerust van de
St. Nicolaaspret en het sleedje rijden van gisteren,
toen zich reeds heden in de vroegte de stads
omroeper deed hooren met het stéréotype „alhier
is verloren" een gouden oorbel enz. Weldra werd
die publicatie afgewisseld door de aankondiging
van een verloren oorknopje; terwijl ten derden
male het bekken in beweging gebracht werd met
„alhier is gevonden een zware gouden ring met
steen, die hem verloren heeft kan hem terugbe
komen." Het bovenstaande geeft wel een weinig
stof tot nadenken. Men zou er uit op kunnen ma
ken dat er braaf feest gevierd is, maar het laatste
geeft ook het bewijs, dat Heusden eerlijke perso
nen in zijn midden heeft, die niet eene afwach
tende houding aannemen tot eerst het verlorene
wordt opgeëischt, maar die integendeel zich haasten
om zich te ontdoen van datgene, wat hun niet
toebehoort.
WIJK. Benoemd tot onderwijzer alhier, de
heer G. Zoon van Middelharnis.
t B ABIJ LO NIÈN BRX)ËK71 Iet 38 jarig boe
renmeisje P. S. alhier, verdacht van kindermoord,
die onlangs wegens ziekte niet in arrest kon wor
den gesteld, is Zaterdag 11. naar het huis van ar
rest te 's Bosch overgebracht.
t HELLOUW, 6 Dec. Als een bewijs dat het
jachtveld alhier rijk is aan wild moge dienen, dat
er dezer dagen daarin 80 hazen gezien, waarvan
15 geschoten werden.
fSLEEUWIJK, 6 Dec. Hoewel de uitslag der
suikerbeetwortelteelt alhier voor sommigen zeer
bedroevend is, heeft de teelt dooreen genomen nog
f 200 per hectare opgebracht.
t WOUDRICHËM, 6 Dec. Den kinderen van
ouders, behoorende tot de hervormde kerk dezer
gemeente, zal dit jaar een kerstfeest worden ge
geven; ter bestrijding dier kosten zal op Zondag
morgen 12 dezer, een collecte gehouden worden.
t WERKENDAM, 7 Dec. Daar de pulpe, 'l
welk een goed veevoeder is en waarvan de koeien
heerlijke melk geven, dit jaar niet hoog in prijs
is, had een veehouder hier een ruime hoeveelheid
opgedaan en in zijn schuur geborgen. Thans is de
schuur beginnen uit te zetten; reeds wordt zij
van buiten met balken gesteund, doch de vrees
wordt gekoesterd dat zij ontruimd zal moeten
worden en tot het gewone kuilen der pulpe over
gegaan.
t DALEM, 5 Dec. In de laatste weken zijn
in deze streken honderde bossen grauwe teen voor
het buitenland verkocht. De prijs is aanmerkelijk
hooger dan voor eenige maanden, daar men de
beste soort al verkoopt tot 15 gulden de honderd
bossen.
Te Groningen is in ruim 84jarigen ouderdom
overleden de oud-hoogleeraar in de godgeleerdheid
P. Hofstede de Groot.
Bij vonnis der Rotterdamsche Rechtbank van 4
Oct. 11. is de Christelijke jongelingsvereeniging
„Liefde en Vrede", te Vlaardingen, vervallen ver
klaard van haar hoedanigheid^als rechtspersoon
is een curator benoemd om de vereffening der
zaken van die Vereeniging, onder toezicht des
rechters, tot stand te brengen en is eindelijk die
Vereeniging in de kosten van het proces veroor
deeld.
De feiten, die tot deze uitspraak hebben ge
leid, zijn te kenschetsend, om ze niet eenigszins
uitvoeriger aan de „N. Rott. Crt." te ontleenen.
Tusschen de leden was verschil ontstaan over
den zin van art. 2 der statuten, of die moest
verstaan worden zóo, dat de Heilige Schrift als
de eenige genoegzame en onfeilbare gids voor
geloof en leven, werd erkend als de grondslag
der Vereeniging, dan wel, of naast de Heilige
Schrift ook de drie formulieren van eenigheid
moesten worden aangenomen. Dit geschil was
oorzaak dat zekere B die zich als lid der
Vereeniging wilde doen aannemen, en de daartoe
bij art. 11 der statuten gevorderde verklaring,
Te Pest is een bekend Rassichnihilist overleden,
Wasilivitch Baehmoutoff geheeten. Bachmoutoff was
vroeger kapitein van de genie. Hij had zich aan
gesloten bij hot geheime genootschap, aan welks
hoofd Degajeff stond, en had de plannen ontwor
pen voor de mijnen, die het winterpaleis te St.
Petersburg in de lucht moesten doen vliegen. Na het
ontdekken vau den aanslag nam hij de vlucht naar
Hongarije, waar hij als photograaf zijn brood ver
diende.
Prof. Kolomnin, hoogleeraar te St. Petersburg en
hoofd der heelkundige kliniek aldaar, heeft zich
van het leven beroofd, uit wanhoop over den nood-
lottigen uitslag eener operatie, welke hij een dame,
op haar eigen dringend verzoek, had doen onder
gaan, en welke den dood dier patiënte ten ge
volge had.
Er is nog een lijk gevonden in de mijn van Ele-
mare bij Durham, waar een ontploffing heeft plaats
gehad. Twintig mijnwerkers zijn nog bedolven, en
men vreest dat allen den dood hebben gevonden.
Te Londen woedde een geweldige brand in de
City. Vier pakhuizen zijn vernield, alsook de oude
kerk van St. Mary Magdalen, nabij Queen Victoria-
street. De schade wordt op 100,000 pd. st. geschat.
De «Westmoreland* van de «Red Star Line* is
op de reis van Antwerpen naar New-York door een
orkaan overvallen. 4 matrozen en 2 passagiers kwa
men door een hevige stortzee om, 15 anderen wer
den gewond.
Een giftmenger, die eenigzins aan het Leidsche
monster doet denken, is te Jemeppe bij Luik ge
arresteerd. Het laatst had hij het gemunt op een
jongeling van 19 jaren, over wien hij voogd is, en
de eenigo drijfveer van den booswicht was een
sommetje van 3000 frs., dat hij bij den dood van
zijn pupil zou erven.
Hij was naar een apotheker van Seraing gegaan
en had hem vergiftige tarwe gevraagd voor het
verdelgen van ratten. Hiervan maakte hij een brouw
sel voor zijn neef; het had echter den dood niet
ten gevolge, en de voogd ging opnieuw naar den
apotheker, om hom een sterker vergif te vragen.
Deze kreeg achterdocht en gaf hem een geheel on
schuldig braakmiddel; hij hield den man in het
oog, en toen hij vernam dat de jongen gebraakt
had, waarschuwde hij de justitie. Er is nu tevens
aan het licht gekomen dat in den tijd van twee
jaar de broeder, de schoonvader, de vader en de
moeder van het onmensch met kleine tusschenpoozen
zijn gestorven. Zijn moeder was voor acht dagen
bij hem komen logeeren, en is in dien tijd overleden.
Door al deze sterfgevallen kwam hij in het bezit
van 30,000 a 40,000 frs.; geldzucht was dus ook
hier weer de drijfvoer tot de misdaad.
In den nacht van 3 op 4 dezer heeft te Verviers
oen verschrikkelijke brand gewoed, waardoor de
grooto speelgoedwinkel van don heer A. Xhrouet is
vernield. Deze en zijne vrouw zijn in de vlammen
omgekomen; hunne beide zoons sprongen uit oen
cfer ramen en bezeerden zich ernstig. Ook verschei
dene bedienden hebben verwondingen bekomen.
Een der dieven, die den trein van Ostende naar
Verviers plunderden, was, zeide men te Londen
gearresteerd en men verwachtte spoedig de ande
ren in handen te krijgen. Volgens de «Indépen-
dauce* is het bericht nog niet bevestigd.
In Italië zal eene inschrijving worden geopend
om kapitein Casati in Afrika te gaan opsporen.
Zijn laatste schrijven aan Camperia, gedagteekend
17 Juli 1884, bevatte verschillende belangrijke bij
zonderheden aangaande den toestand in de binnen
landen van Afrika en de wreedheden van den
jongen koning Muanga van Uganda, die, na eerst
den bisschop der Engelsche Missie met meer dan
50 zijner aanhangers te hebben doen vermoorden,
kort daarop 100 personen, die de scholen der En
gelsche zendelingen bezochten, hetzelfde lot deed
ondergaan. De zendelingen in Uganda werden voorts
feitelijk gevangen gehouden. Naar aanleiding van
de aanhoudende geschillen tusschen de verschillende
inlandsche vorsten, sprak hij in dat schrijven verder
de meeuing uit, dat Europa, in verband met de
door haar gevolgde nieuwe koloniale politiek, wel
licht, door spoedig eene expeditie naar Uganda en
Uniora te zenden, van dien toestand partij zou
kunnen trekken en er tevens een eind aan zou
kunnen maken. Zijn brief eindigde verder met de
treurige mededeeling, dat hij aan het noodzakelijkste
gebrek had en zelfs ontbloot was van de onmis
baarste kleedingst ukken.
In Ilalië zijn gedurende dit jaar ongeveer 48,000
personen door de cholera aangetast, en ongeveer
22,000 daaraan bezweken.
Merlatti is, ondanks de voorspellingen van de
geneesheeren, die meenden dat hij zijn vasten geen
twintig dagen zou uithouden, nu reeds negenendertig
dagen aan het vasten geweest. Hij is echter uiter
mate zwak en zijn gezichtsvermogen is veel ver
minderd. Hij heeft echter alle vertrouwen op het
slagen zjjner proef (50 dagen vasten.) Hij beweert
zelfs dat hij het wel tot 1 Januari zal kunnen halen.
Uit Livorno wordt bericht, dat de bemanning
van een Fransch schip, 't welk in de golf van
Piombino voor anker lag, aan 't muiten is geslagen.
De kapitein werd gewond en de bootsman ver
moord. Twee man der equipage werden door de
karabiniers gearresteerd.
Te Piacenza i3 een adelijke oude dame overleden,
de markiezin Augnessola, die door den dood van
haar eenigen zoon een menscheuhaatster was ge
worden en alleen leefde met haar dienstboden. Haar
vermogen werd op 12 millioen frs. geschatna haar
dood vend men slechts 300.000 frs. in matrassen
verstopt. De 11 dienstboden, die vermoedelijk met
de rest gingen strijken, zullen nu vervolgd worden.
Dij Avignon is een meisje van 9 jaren door den
sneltrein van Marseille overreden. Zij werd verbrij
zeld op den weg gevonden.
Twee schepen, te Southampton binnengekomen,
hebben gerapporteerd op de hoogte van Kaap la
Hogue een schip in vlammen te hebben gezien,
doch de hoogo zee verhinderde hen hulp te verleenen.
Het is nu gebleken dat de «Snowdon,* een schip
van 1000 ton en geladen met timmerhout, is ver
brand. Het vaartuig was bemand met 17 koppen,
die allen omkwamen.
Bij een van de jongste stormen in de Vereenigde
Staten werd de watertoren te Kankakee door den
wind omgeworpen. Deze toren was vervaardigd
van plaatijzer op een hardsteenen voet. De wind
had eene snelheid van 1600 M. per minuut, en
nadat herhaalde schommelingen waren waargenomen,
sloeg de gansche toren tegen den grond. Dit moge
stof tot nadenken geven aan de ontwerpers van den
300 M. hoogen toren te Parijs.
Twee faillissementen worden uit Amerika bericht,
het een te Virginia City met een passief van
915.000 dollars, het andere te San Francisco met
een passief van 400.000 dollars.
Volgens een bericht uit Algiers loopt het ge
rucht, dat het Fransche stoomschip «Chandeina-
gor«, dat 1200 man van het vreemdenlegioen aan
boord had, in een storm met man en muis is
vergaan.
In de Kamer deelde de Min. van Binnenl. Zaken
mede, dat de «Chandernagor* den 12n Nov. in
de baai van Kalong was aangekomen; men had
geen bericht of het schip van daar was vertrokken
en er was geen reden om aan te nemen dat het
bericht uit Algiers juist was. De familie van Paul
Bert was aan boord van de «Chandernagor*.
Blijkens een door den Franschen minister van ma
rine ontvangen telegram van Singapore, keert de
«Chandernagor* naar Frankrijk terug. Aan boord
was alles wel.
Een belangrijk monument is ontdekt in Jerusalem
door den heer Clermont-Ganneau. In een oud
gebouw nl. vond hij eon blok steen met een Grieksch
opschrift. De beteekonis daarvan was het navol
gende: Ieder vreemdeling, die dezen grenssteen
passeert, zal ter dood gebracht worden.
Blijkbaar hebben wij hier te doen met een deel
van een der vele steenen zuilen, die in den tempel
van Herodes een grenslijn afbakenden, waarbinnen
alleen de joden mochten binnentreden.
Men zal zich herinneren dat Paulns bijna ge-
steenigd werd, omdat hij Grieken mede had gonomeu
binnen dezen gereserveerden kring. (Handelingen
der Apostelen XXI28).
Do steen is overgebracht naar Konstantinopel,
een. afgietsel is gedeponeerd in het Louv re-Museum
te Parijs.
Hoewel de quaestie in het Oosten meer op den
achtergrond geraakt, is omtrent de naaste toekomst
van Turkije nog zeer weinig te zeggen. De aan
dacht is ook eenigermate van de Bulgaren afge
wend door belangrijke voorvallen in Frankrijk en
gewichtige debatten in den Duitschen Rijksdag.
Laatstleden Vrijdag is namelijk het Fransche
kabinet de Freycinet gevallen. De zaak welke bet
betrof was een votum der kamer om de onder
prefecten af te schaffen. De Regeering had zich
met nadruk tegen dat amendement verzet en met
reden beriep zij er zich op dat het niet aangaat
bij amendement eene organisatie van bestuur af
te breken. Niottemin werd met 8 a 9 stemmen
meerderheid het amendement aangenomen.
Onmiddellijk heeft toen het geheele kabinet zijn
ontslag genomen. Men moet evenwel niet gelooven,
dat een man als de Freycinet alleen om de aanne
ming yan dit amendement met al zijne ambtge-
nooten aftreedt. De oorzaak zit dieper. Herhaal
delijk heeft het verschijnsel zich voorgedaan, dat
de uiterste linkerzjjde met de monarchalea stemde,
om het ministerie eene nederlaag toe te brengen.
Op deze wijze was de Freycinet met al zijne
bekwaamheid, niet in staat op eene meerderheid
te rekenen. «Ik heb genoeg van eene meerderheid
die mij haar vertrouwen, maar niet haren steun
schenkt;* dit woord van de Freycinet teekent den
toestand.
En waarom wijzen wij er vooral op? Omdat dit
juist de klip is waarop zoo menige liberale regee-
ring is gestrand. Zoodra van eene liberale meer
derheid een deel als al te voortvarend zich afscheidt,
ziet men in den regel door eene samenwerking van
de anti-liberalen met de wilde liberalen het liberale
kabinet vallen om voor een conservatief het kussen
te schudden. In de toekomst zou dit ook de klip
kunuen worden waarop ons constitutioneel regee-
ringsstelsel te gronde ging, daarom wijzen wij er
met nadrnk op.
In Frankrijk is de toestand zooveel ernstiger,
omdat het daar niet alleen eene partij betreft, maar
zelfs den regeeringsvorm. De toeleg der monarchale
partijen toch is duidelijk genoeg; zij willen het
land in zulk eene hopeloozen toestand van verwar
ring brengen, dat het Fransche volk met volko
men gelatenheid een koning of keizer als redder
zou begroeten.
Voor den ouden president der republiek is de
zaak zeer lastig, want er is bijna geen staatsman,
aan wien de vorming van een ministerie is op te
dragen. De eenige is Floquet, de voorzitter der
kamer. Maar de heer Floquet is een gezworen
Russenhater. Hjj is dezelfde die, toen de vorige
keizer van Rusland aan Napoleon III een bezoek
bracht, om den Czar te tergen luidkeels riepLeve
PolenEn dat alle Franschen hunne hoop hebben
gesteld op een Russisch-Fransch verbond tegen
Duitschland, dat weet Grévy even goed als ieder
ander. De moeielijkbeden zijn dus groot, en de
eenige uitweg zou zijn dat het ministerie op zijn
besluit terug kwam en de kamer word ontbonden.
Het ongeluk wil dat terwjjl aldus door eene bal
dadige meerderheid eene regeering werd omver ge
worpen, die het aanzien van de Fransche repu
bliek in het buitenland heeft doen rijzen,-in den
Rijksdag te Berlijn zeer ernstige taal tegen Frank
rijk werd gevoerd.
Zoowel de minister van oorlog als de oude maar
schalk Moltke spreken het onbewimpeld uit, dat er
gevaar dreigt van den kant van Frankrijk. Moltke
erkende dat een verbond tusschen Duitschland en
Frankrijk de beste waarborg voor den vrede zou
zijn, maar daar Frankrijk steeds op wraak en op
herovering van Elzas en Lotharingen zint, is dit
verbond onmogelijk. En het eind van het lied is
dat Duitschland den vrede moet verzekeren, door
zich nog beter ten oorlog te wapenen.
Het zal natuurlijk weer gaan als altijd. Als
Dnitschlands leger is uitgebreid, zullen Frankrijk
en Rusland volgen, en zoo gaan de groote mogend
heden voort, zoo lang tot eindelijk de militaire
lasten onduldbaar zullen geworden zijn en eene
geduchte uitbarsting is te voorzien.
Do Duitrche regeering zet oen vrij onbetamelijken
spoed achter haar plan tot legerversterking. Zjj
wil het eenvoudig voor kerstmis aangenomen zien.
Hoewel zeker een deel van den Rijksdag zal tegen
stemmen, valt er niet aan te twijfelen of de wet
wordt aangenomen.
Zooals wij reed3 opmerkten treedt de Bulgaar-
sche quaestie thans meer op den achtergrond. Toch
is het, als een zeldzaam feit de herinnering waard,
dat op dit oogenblib eene deputatie van vier Bul-
gaarsche staatslieden de Europeesche hoofdsteden
bezoekt om den waren toestand van Bulgarije bloot
te leggon. Dit is nog iets aarstvaderlijks dat van
vertrouwen in hunne zaak blijk geeft, maar de di
plomaten van den tegen woordigen tijd zijn er alles
behalve op gesteld. Het is dan ook wel te ver
wachten dat men te Berlijn zoo goed als te Pe
tersburg zal weigeren de heeren officieel te ont
vangen.
Deze week zal de Belgische kamer misschien
voor Belgie's toekomst zeer belangrijke zakon be
handelen. De afgevaardigden van N ij vel stellen
voor bescherming aan den landbouw te verleenen.
De kamer zal dit waarschijnlijk goedkeuren. Het
ministerie evenwel is er bepaald tegen.
Dan is er de quaestie van de afschaffing der
plaatsvervanging. Bijna alle katholieke clubs en
bladen hebben zich daar tegen verklaard. De re
geering evenwel is er voor en heeft alleen daarom,
naar men zegt, van den koning meer gedaan ge
kregen in andere zaken, dan men verwachtte.
Dit zijn dus twee netelige quaesties, die het be
staan van het kabinet-Barnaert ernstig bedreigen.
Men ziet hieruit weder dat eene groote meerder
heid in een parlement en een vast besloten regee
ring nog niet voor eene nederlaag zijn gevrijwaard,
als er niet een bepaald overleg tussehen meerder
heid en regeering bestaat. Men vindt dit b. v. in
Engeland, maar daar komt dan ook hoogst zelden
iets voor, zooals thans te Parijs en te Brussel is
te zien. (5
INSCHRIJVING VOOR DE NATIONALE MILITIE.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Heusden.
Gelet op art. 19 der wet van den 19 Augustus 1861 (Staats
blad no. 72.)
Roepen bij deze op alle mannelijke ingezetenen dezer ge
meente, die op den eersten Januari aanstaande hun 19de jaar
zijn ingetreden en alzoo geboren zijn in het jaar 1868, ten
einde zich aan te geven ter inschrijving voor de Nationale Mi
litie, waartoe ten raadhuize dezer gemeente, van den len tot
en met den 31en Januari 1887 gelegenheid zal worden gege
ven des voormiddags van 10 tot 12 uur.
Den belanghebbende wordt herinnerd:
lo. Dat, ingevolge de wet op de Nationale Militie, voor
ingezetenen wordt gehouden
a. hij wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of,
zijn beiden overleden, wiens voogd ingezetene is volgens de
wet van den 28 Juli 1850 (Staatsblad no. 44) b. hij, dis,
geen ouders of voogd hebbende, gedurende de laatste, aan den
len Januari aanstaande voorafgaande, 18 maanden in Neder
land verblijf hield c. hij, van wiens ouders de langstlevende
ingezeten was, al is zijn voogd geen ingezetene, mits hij bin
nen het Rijk verblijf houdt; Voor ingezetene wordt niet
gehouden de vreemdeling, bchoorende tot eenen staat, waar de
Nederlander niet aan den verplichten krijgsdienst is onderworpen,
of waar ten aanzien der dienstplichtigheid, het beginsel van
wederkeerigheid is aangenomen,
2o. Dat de inschrijving moet geschieden:
a. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of,
is deze overleden, de moeder, of zijn beiden overleden de voogd
woont; b. van een gehuwde en van een weduwnaar in de
gemeente waar hij woont; c. van hem, die geen vader, moe
der of voogd heeft, of door dezen is achtergelaten, of wiens
voogd buiten 's lands gevestigd is, in de gsmeente, waar hij
woontd. van den buiten 's lands wonende zoon van een Ne
derlander, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land
woont in de gemeente waar zijn vader of voogd het laatst in
Nederland gewoond heeft.
3. Dat hij die eerst na het intreden van zijn 19de jaar,
doch voor het volbrengen van zijn 20ste, ingezeten wordt, ver
plicht is, zich zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te
geven bij Burg. en Weth. der gemeente, waar de inschrijving,
naar de onderscheiding hiervoor sub. 2o. vermeld, moet ge
schieden.
4o. Dat bij ongesteldheid, afwezigheid, ontstentenis van den
militieplichtige, zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder,
of, zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doen der aangifte
verpligt is.
5o. Dat welke aanspraak op vrijstelling iemand ook ver
meent te hebben, hij desniettegenstaande aan de inschrijving
onderworpen is.
6o. Dat hij die zich uiterlijk op den 31 Januari aanstaande
voor 4 ure des namiddags niet ter inschrijving zal hebben aan
gegeven, gestraft wordt met eene boete van 25 tot 100 gulden.
7o. Dat h;j, die zich na den 31 Januari aanstaande doch
voor den 31 December daaraanvolgende ter inschrijving aan
geeft, alsnog wordt ingeschreven.
8o. Dat hij, wiens aangifte ter inschrijving in het jaar en
in de gemeente, waarin zij had moeten geschieden, verzuimd
is, zoo hij voor den dienst geschikt bevonden wordt, zonder lo
ting daartoe wordt aangewezen, tenzij hij vrijstelling van dienst
kan erlangen.
9o. Dat voor de Militie niet wordt ingeschreven
a. de in een vreemd rijk achtergebleven zoon van een
ingezetenen, die geen Nederlander is; b. de in een vreemd
Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling, al
is zijn voogd ingezeten.
En zal deze worden afgekondigd en aangeplakt waar zulks
gebruikelijk is.
Heusden, deu 6 December 1886.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
HONCOOP.
De Secretaris,
H. J. YAN EGGELEN.