No. 546. Zaterdag 1 Januari. 1887. OUDEJAARSAVOND. ""THJÏDleton De Tweelingzusters. UitgeverL. J. VEERMAN Hensden. VOOR Binnenlandsche A 1) V E R T E N T I E N waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven worden slechts tweemaal in rekening gebracht,. Rij toezending gelieve men vooral duidelijk den naam van den Uitgever op het adres te stellen. Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 8 maanden f 1.Franco per post zonder 'prijs- verhooging. van die tooneelen van brooddronkenheid en wezenlijke dronkenschap, waardoor zich do nacht van 31 December geregeld ken merkt. Wanneer in den mensch do pleizie- rige stemming moet gewekt worden door jenever, of wanneer zijn vroolijkheid van dien aard is, dat hij uit puur genoegen stroomen van dit vocht zwelgt, dan zijn we zoo vrij den waren aard zijner vroolijkheid zeer verdacht te noemen. Voor ons is de overgang naar een nieuw jaar meer een gebeurtenis van bedaard ka rakter, een aanleiding tot een huiselijk feest, dat in onze dagen van uithuizigheid verdient in eere gehouden te worden. Dan blijven de kinderen op en vermaken zich met de ouders s. v. p. niet alleen, aan een eigen tafel, zooals dat soms de ge woonte is, om rustig te kunnen kruisjassen of pandoeren dan komen de getrouwde zoons of dochters met hun kroost onder 't vaderlijk dak en men roept de herinnering wakker aan lang verleden dagen, men roemt, al is 't maar met een enkel woord, van den zegen, in 't verloopen jaar ontvan gen dan spreekt vader, wiens hart vol is, met een krachtigen handdruk een onhoor- baren maar niettemin verstaanbaren wensch tot zijn oudsten, die hem over 't hoofd ge wassen isdan drukt moeder hare kinde ren aan 't hart en gevoelt zich zoo onuit sprekelijk gelukkig; dan komen de buren en regent het over en weer gelukwenschen en is de stille woning getuige van een vroolijkheid, gelijk alleen liefhebbende har ten die uiten kunnen. Wie zal 't wraken, wanneer dan een rondedans dit huiselijk feest besluit? Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 et. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. Alle begin is moeilijk, zegt het spreek woord. Het begin van een nieuw jaar maakt daarop zeer stellig een uitzondering. Wanneer men nagaat hoeveel woorden van welkom het nieuw aankomende worden toe geroepen, hoeveel welgemeende en sleur- volgende wenschen geuit, hoeveel liederen gezongen, hoeveel geestrijk vocht geplengd op zijn drempel, dan mag men niet zeg gen dat dit begin moeilijk is. Het schijnt integendeel uiterst gemakkelijk van 't een in 't ander over te gaan, want de dag van Nieuwjaar is alom een vreugdedag. Laat het zoo blijven. Die met een zuur gezicht 1887 welkom heet, heeft zeker niet veel goeds in den zin of heeft niets meer van den tijd te hopen. En dezulken zijn er gelukkig weinigen. Zelfs zij die op 't vervlogen jaar een mismoedigen blik terug werpen, voor wie 1886 een jaar van jam mer en ellende geweest is, zelfs zij vatten bij een nieuw cijfer weer iets van den ou den moed op en hopen. Dat wil echter niet zeggen dat we voor standers zijn van die groote luidruchtig heid, van dat brassen en zwelgen, dat nu eenmaal tot een gewoonte geworden is, (SLOT.) 14) «Maar nu moet gij mij ook toestaan, mijnheer,» zeide mevrouw, »dat gij uw intrek bij ons neemt, in plaats van in het logement. Gij kunt vrij over alles beschikken, alleen vrees ik dat gij geen zeer gezellig gezelschap zult hebben aan ons, daar wij om beurten in de ziekenkamer zullen zijn.» «Mevrouw, gij zijt waarlijk veel te goed voor mij, daar ik u bijna geheel vreemd ben, maar ik neem gaarne uw voorstel aan, dan kan ik gemakkelijker den loop der ziekte volgen. Tot mijn genoegen bespeur ik ook dat uwe dochter Clara, nu zij eenmaal weer thuis is, tot kalmte is gekomen. Ik heb alle hoop dat zij spoedig de koorts overwonnen heeft en als het warm is moet zij in een zonnig plekje in den tuin hare verloren krachten zien terug te winnen. Tot aller genoegen kon men dagelijks bij den zieke •vooruitgang bespeuren en langzamerhand begon er een opgewekte toon in huis te heerschen. Hij had het voorrecht gehad nooit ziek te zijn ge weest en had altijd zijn meeste tijd in den huiselijken kring doorgebracht. Nu begon men weer hoop te voe den dat hij spoedig de huiskamer voor de ziekenkamer mocht verwisselen. Wat doorstroomde allen een dankbaar gevoel toen de heer Sterk, leunende op den arm des dokters, voor het eerst den tuin mocht betreden. Hij stond verootmoedigd van zijn ziekbed op en was meer dan te voren geneigd, de zegeningen welke hij rondom zich bespeurde in hare volle waarde te genieten. Dokter Willems, gij zijt mij een reddende engel geweest,» zeide hij, gij zijt juist ter goeder ure mijn ziekbed genaderd en God heeft uwe middelen gezegend, op mijn eeuwigdurende dank kunt gij rekenen.» Welnu, mijnheer, spoedig zal de tijd daar zijn dat ik u op de proef wil stellen; ik mag echter nu niets meer zeggen, er is eene andere persoon in betrokken. Clara maakte ook druk gebruik van den tuin en de dokter was altijd bereid haar zijn arm tot steun te bieden. Zij vonden zooveel genoegen in elkanders gezelschap en waren zoo vertrouwelijk met elkander geworden, dat het beiden speet als een derde zich bij hun gezelschap voegde. Tot nog toe had dokter Willems zijne liefde nog niet durven belijden; hij vreesde dat het slechts een gevoel van dankbaarheid was, dat haar voor hem be zielde, en durfde dus de groote vraag niet te doen. Hij mocht echter niet langer gebruik maken van de gastvrijheid der familie, die hem wel op de handen had willen dragen, zoo dweepte een ieder met hem. Hij was dus besloten op het einde der week te ver trekken, rnaar vóór dien tijd wilde hij zekerheid hebben. Hij had de laatste dagen eenige verandering in het gedrag van Clara bespeurd. Zoo vrij en on gedwongen als zij eerst met hem omging, zoo stil en in zich zelve gekeerd werd zij nu; dikwijls betrapte hij haar met tranen in de oogen, maar als zij begreep dat hij haar gadesloeg, dan zocht zij hem te ontwij ken. Ook nu weêr, toen hij zich naar den tuin begaf orn haar op haar geliefkoosd plekje op te zoeken, zat zij weêr in zich zelve verdiept en wilde opstaan om te vertrekken. Lieve Clara, gij staat mij immers wel toe dat ik u zoo toespreek? Wilt gij mij ontvluchten? Zijt gij over het een of ander ontevreden op mij? Zeg het dan, want ik zou gaarne in vriendschap van u scheiden en het zou mij spijten als gij mij een kwaad hart toedraagt als ik van u vertrokken ben.» Wat zegt gij, dokter, gaat gij mij, ik bedoel mijne ouders, verlaten?» vraagde zij verward, terwijl een zachte blos haar gelaat bedekte. Uw pa is weêr zoover hersteld, dat ik hem vei lig aan uw dokter kan overlaten en ik geloof dat men mij niet meer noodig heeftdaarbij heb ik te lang van de gastvrijheid uwer familie gebruik gemaakt Men kan tegenwoordig geen blad in han den nemen op een der christelijke feestdagen, of men stuit op een uitlegging der feest vreugde, die heenwijst naar onze heidensche voorvaderen, heel schrander en geleerd dik wijls, maar nul voor 't hart. Wat geeft het ons dat we weten hoe de oude Germa nen joelden van Kerstmis tot Driekoningen Daarmee wordt toch immers het onchris telijke joelen der hedendaagsche christenen niet vergoelijkt? Oudejaarsavond een huiselijk, een fami liefeest, dat worde wederom zoo, wanneer 't hier en daar uit de mode gegaan is. Och, we herinneren ons nog prettige jaarsover gangen uit den tijd toen de menschen nog eenvoudiger waren en wat minder offerden aan weelde en aan Bachustoen de feest vreugde aangewakkerd werd door ge zult er misschien om lachen maar 't was zoo door een simpel kopje chocolade melk. Kom daar tegenwoordig eens mee aan Grog is thans onze drank, we zweren bij cognac, nagemaakten wijn, en andere ver dachte vochten, die de zenuwen prikkelen en overspannen en den volgenden dag ons tot een last maken. En in huis blijven Geen denken aan. Muziek hier, bal daar, concert ginds en wij zouden dwaas genoeg zijn met centen in den zak thuis te blijven? We hebben immers nog een heel jaar voor ons om daar te zitten kniezen en elkaar vervelen. Ja, als we daar maar zeker van waren 't Vorige oudejaarsfeest zagen we gezichten rond ons, die we thans te vergeefs zoeken. De barre dood heeft in zoo'n jaar bijna geen kring gespaard. Wie weet het, gij vroolijke springer, of dit nieuwejaar niet het laatste is. cn heb dus mijn vertrek op liet laatst dezer week bepaald. Zij sprak niet maar zag zeer bleekhaar hart klopte of het bersten zou. En hebt gij nu niet een vriendelijk afscheids woord voor mijzult gij verheugd zijn als ik ver trokken ben?» Och, dokter, martel mij nietgij weet het tegen deel ik ben u zooveel dank schuldig voor hel be houd van mijn lieven vader, dat ik het u nimmer vergelden kan.» En gevoelt gij alleen maar dankbaarheid voor mij; ik zou zoo gaarne een ander woord in de plaats hooren.» Hij trok haar naar zich toe en vroeg: «Kunt gij mij niet een weinig liefde schenken? O, Clara, wist gij slechts hoe lief ik u heb, hoe ik u lang in stilte heb bemind en zoo lang naar wederliefde heb gesmacht. Ben ik u dan geheel onverschillig en heb ik mij zoo bedrogen? Zeg mij slechts één woord en gij maakt mij tot den gelukkigsten sterveling. Mijne lieve Clara, zeg, bemint gij mij?» Zacht sloeg zij hare oogen tot hem op en fluis terde ja. 0, hoe gelukkig maakt gij mij,« juichte hij, ter wijl hij haar in de armen sloot; mijn geluk is bijna te groot dan dat het waar zou zijn. Kom, laat ons naar uwe ouders gaan en hun deelgenoot van ons geluk maken, hunne toestemming tot onze verloving vragen. Die wandeling duurde tot in het oneindige; nu het ijs eindelijk gebroken was, durfde zij hem ook wel te vertellen hoe lang zij hem reeds had lief gehad, maar dat zij telkens tusschen hoop en vrees slingerde en eindelijk het vast besluit genomen had om voor hare rust hem zoo veel mogelijk te ontwijken. Het speet hem zeer dat hij zijn verblijf niet langer kon rekken, maar zijn vriend schreef hein dat hij eene benoeming als statisdokter had ontvangen en moest de volgende week zich daarheen begeven. Na dus eenige genotvolle dagen aan de zijde van Wij zouden niet gaarne zien dat iemand deze ongewisheid beangstigde, maar ze mag, dunkt ons, wat ernst mengen in onze vreug de. Het leven is en blijft kort en onze taak zwaar. Daar zijn zoo van die dagen die den mensch als 't ware noodigen te overzien wat gedaan is en wat te doen overblijft. De oudejaarsdag is daarvoor als 't ware aan gewezen. Men zegt dat op den avond van dien dag in de kerkgebouwen personen te zien zijn, die 't op andere keeren met het kerkgaan zoo nauw niet nemen, 't Zou geen wonder wezen indien 't zoo was. Ieder ern stig mensch wil dan gaarne een woordje op zijn pas hooren. 't Is als een reispenning voor de toekomst. De eerste klokslag van een nieuw jaar heeft een wonderen klank. Daar is in, zegt Laurillard in een zijner kleine liederen, danken en rouwen, zuchten en loven, wee moed en vertrouwen, iets van de aarde en den hemel. Het is het onuitspreeklijk ge voel daarvan dat den menschen drijft den Onuitsprekelijke te zoeken op den laatsten avond van 'tjaar en zich te uiten, niet in zingen, ook niet in woorden, maar in het schoonste lied van 't hart, het lied zonder woorden. Dat niemand onzer lezers verhinderd wor de, dat li(41 aan te steramen in den grond toon der hoop. Met kloeken moed het jaar 1887 aangevangen en de hand aan den ploeg gehoudenHet worde voor hunne huisgezinnen een zegen en levere, wanneer het ook door den Tijd bij 't Verleden ge voegd wordt, op zijn beurt ruime stof tot danken en loven Clara gesloten te hebben, vertrok hij onder belofte van spoedig weder te keeren. XII. Een jaar is er verloopen sedert het engagement van Clara. Dokter Willems komt trouw zijn meisje bezoeken en spreekt er reeds over om een geschikt huis te huren; Clara zal met hare mama bij de familie Lukassen eenige dagen doorbrengen om mede keus te maken in de woningen. Philip Lukassen heeft woord gehouden wat betreft zijne studie. Met ijver heeft hij er zich op toegelegd om de verloren uren terug te winnen, zoodat zijne vroegere vrienden hem al een saaie vent gaan noemen; maar dat deert hem niet, hij weet welke prijs hij zai veroveren na afloop zijner examens. Hij maakt druk gebruik van de toestemming van Marie om de familie te bezoeken. Mijnheer Sterk, die geheel her steld is, heeft sympathie voor hem opgevat en noemt hem altijd hartelijk welkom. Johan, die in drukke correspondentie met hem is, waarvan Marie natuurlijk altijd het onderwerp is, schat hem hooger dan ééa zijner vorige vrienden. Mevrouw Lukassen, die be grepen heeft dat hare wenschen niet in overeenstem ming waren met die van haren zoon, heeft zich aan die illusie niet meer overgegeven. Zij is te gelukkig met den gunsligen ommekeer in zijn gedrag en be schouwt Marie als de oorzaak zijner beterschap, zoo dat zij ook later als dochter van harte welkom zal zijn. Luitenant Dragon heeft zijne bezoeken gedurig her haald, tot dat men onderling ging fluisteren dat er een engagement tusschen hem en Anna op til was. En heeft men -zich daarin zóó bedrogen? Ik geloof het niet, want juist lieden zag ik eene advertentie van den volgenden inhoud in alle couranten: V e r I o o f d A. DRAGON, luitenant der artillerie, EN mejuffrouw A. LUKASSEN. ELVIRA.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1887 | | pagina 1