1887. Een paar keuren. FEUILLETON Marie de Vlecht ster. voos UitgeverL. J. VEERMAN neusden. Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.Franco per post verhooging. zonder Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonde stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. Binnenlandsche ADVERT ENT IEN waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven worden slechts tweemaal in rekening gebrachtBij toezending gelieve men vooral duidelijk den naam van den Uitgever op het adres te stellen. Sommige landen en enkele plaatsen hebben een wereldberoemden naam, om hetgeen zij fabriceeren, en om dien naam te behouden maakte men vroeger heel wat kosten en gaf men zich veel moeite. Niet in de eerste plaats deden dat zij, die er het meeste belang bij hadden, maar de stedelijke re geeringen en landswetten namen de zorg op zich. Had eene stad of eene firma het geheim van iets goeds en degelijks voort te kunnen brengen, dan werd er alle moge lijke zorg gedragen dat dit geheim bewaard bleef en er zooveel mogelijk voordeel van getrokken. Aan die wetten had Leiden hare langdurige vermaardheid te danken, van het uitstekende laken dat er gefabriceerd werd. Hoorn en Delft hare beroemdheid voor het bier en met zware straffen werden diegenen bedreigd, die het waagden de kunst naar andere plaatsen over te brengen. Maar niet alleen werd er gezorgd, dat de industrie tot eene bepaalde plaats be perkt bleef en werd dus de nijverheid be schermd, de regeering zorgde er ook voor, dat de burgerij niet bij den neus werd ge nomen en dat zij werkelijk de waren kreeg, waarvoor zij betaalde. Tegenwoordig be paalt zich de zorg der regeering daartoe, dat men geen bedorvene of schadelijke levensmiddelen verkoopt, maar in vroeger tijd strekte zich die bevoegdheid uit tot (Naar het Fransch.) (3 Ze'g, kijk die eens eventjes, zeide eene van de babbelaarsters toen zij Marie zag naderen. Aller gezichten draaiden naar den aangewezen kant en kwaadaardigheid sprak uit aller oogen. Hoe durft zoo iemand zich aan de bron te ver- toonen zoolang er nog eene fatsoenlijke vrouw is! krijschte eene afschuwelijke oude, wier roode neus duidelijk hare voorkeur voor den drank aantoonde. 't Is vreemd, zei eene leelijke meid, met eene vuile gelapte japon, 't is vreemd, maar als ik haar zie is het net of ze mijn kleeren aan heeft. Maak je daar maar niet bezorgd overZou je denken, lieve mensch, dat dal poppetje jouw vodden zou willen dragen? Het zou waarachtig wel de moeite waard wezen om voor zoo iets ze'n vinger uit te steken, zeide eene kleine gebochelde, die, in overeen stemming met haar man, de armenverzorging met een half dozijn kinderen had belast. Vodden, niet meer dan de jouwe, leelijke bult, antwoordde de meid bitter. In elk geval, mijn kleeren zijn eerlijk verdiend. Ja, ja, daar weten we alles van, ouwe klets kouts! Maar wij brengen geen geld naar de spaarbank van de boter van ons volk. Dat doen wij niet! Heel graag zou de meid haar daarop gediend heb ben, maar haar emmer was vol en zij moest plaats maken voor een ander. Daarenboven was de algemeene aandacht van dit aangenaam gezelschap gevestigd op Marie. alles wat de bewoners eener stad fabriceer den en waarmede de goede naam der nijver heid gemoeid was. Geen stuk laken van een bepaald weefsel mocht verkocht worden, tenzij het weefsel eerst gekeurd was, geen linnen uitgevoerd, voor het onderzoekend oog der staalmeesters er over was gegaan en zoo alles naar evenredigheid. Wij be hoeven er ons dan ook niet over te verwon deren, dat vele plaatsen een beroemden naam kregen in het buitenland voor hetgeen zij voortbrachten. Die keurmanie was even wel geene uitzondering voor ons land alleen waar gilden waren werd gekeurd, onder zocht en werden verbodsbepalingen gemaakt, en soms gebeurde het keuren al zeer zon derling. Als wij weten bijv. hoe het be roemde Beiersch bier, eeuwen aan eeuwen gekeurd werd, dan behoeven wij ons over zijne vermaardheid niet te verbazen. Het bier, dat ons voorgeslacht dronk, verdiende eigenlijk dien naam niet, want eerst na het jaar 400 is de hop uit Azië naar Europa gekomen en zonder hop geen goed bier, dat is bekend. In de middeneeuwen echter werd veel werk gemaakt van de kunst om goed bier te brouwen en de kloosters vooral gaven hier het goede voorbeeld. De roem van de Beiersche en Frankische bieren, dateert pas uit de 15e eeuw. Dien roem hadden zij hoofdzakelijk te danken aan de voorgeschreven wijze van keuren. Om de sterkte van het bier te probeeren, begaven zich drie vertrouwde, beëedigde mannen naar den brouwer, die een nieuw brouwsel gemaakt had. Zij kwamen volgens de wet om het bier te probeeren. Een houten bank was voor de drie mannen bestemd, op de bank werd een gedeelte van het bier, dat gekeurd moest worden uitgegoten. Daarop plaatsten zich de drie keurmeesters. Voor hen bevond zich een tafel, waarop drie kannen van het te keuren bier stonden Er was een oogenblik stilte, gedurende hetwelk het jonge meisje zeer verlegen stond. Aan de manier waarop men haren groet beantwoordde kon zij zeer goed bemerken dat hare komst volstrekt niet in den smaak viel. Maar zij kon toch moeielijk nu weer heengaan. Er is niets mee verbeurd eens een snuitje te nemen, niet waar Franchon? zeide eene van de bab belaarsters, terwijl zij hare snuifdoos aan eene buur vrouw aanbood. Als ik praat van nemen, dan bedoel ik uit mijn eigen zak, maar niet uit dien van een ander. Dat maakt een verschil. Ja dat's wèl een verschil maar niet voor iedereen Er zijn lieden die dit niet zoo nauw nemen. Maar zeg ereis, heb je 't nieuws al gehoord Wat voor nieuws Hoe is het, weet je dat niet? Wel neen, wat meen je toch? Hoe laat ben je dan van ochtend wel uit je bed gekomen Je weet toch wel, dat vrouw Denis zoo'n prachtig stuk linnen heeft laten weven te Epagny Ze had het zelf gesponnen. Jawel, en wat zou dat Wel, ze had het gisteren te bleek gelegd op het weiland van de gemeente. Gisterenavond om 1U uur lag het er nog, maar van ochtend gevlogen Wat zeg je, gestolen? Asjeblieft, gestolen. Je weet waarachtig niet meer wat het tegen woordig voor een tijd is. Je zou wel luiken op alle ramen en sloten op alle deuren mogen laten maken. Men kan nu niets meer open en bloot laten liggen uit vrees dat het verdwijnt. Hel zal nog zoover loo- pen dat men je kleeren van je lijf steelt. En is het be kend wie het heeft gedaan? Men heeft alleen maar vermoeden. Och mensch, benevens een zandlooper. Het bier werd gedronken en de mannen bleven rustig zitten, tot het half uur dat de zandlooper noodig had om leeg te loopen, voorbij was gegaandan stonden zij op een gegeven teeken gelijktijdig op. Bleef nu de bank aan hun hertslederen broeken hangen, dan was het bier goed, bleef de bank staan, dan moest het bier weggedaan worden en de brouwer kreeg boete. In het midden der achttiende eeuw keurde men nog te Munchen het bier op dezelfde wijze. Op zoo'n grappige manier niet, maar toch wol zeer serieus werd in Leiden ge zorgd, dat ook daar de stad haar ouden roem kon handhaven. Er waren een aantal gequalificeerde personen aangesteld om op alles toezicht te houden, opdat de nering niet door ,/quaefwillighe" bedriegers bedorven wierde. De Leidsche lakenkeuren strekten aan andere steden tot. voorbeeld en zooals men te Leiden toezicht hield, poogde men dit overal te doen. Eén voor beeld slechts: wie te Leiden ^onnutte lake- nen drapenierde," dat wil zeggenslecht laken maakte van gemeene wol, noppen of vlokken, mocht in geen tien jaar meer iets aan het vak doen en zijne onnutte lakenen werden openlijk op den blauwen steen ver brand. Hetzelfde volgde men elders na. Wie te Naaiden slecht laken drapenierde, mocht geen laken meer maken (in het geheel niet) en de ^quade, snoode, arghe lakenen," werden na het luiden der klok verbrand. Of men in dien tijd doeltreffende maat regelen wist te nemenAls men aan de knoeiers het werk verbiedt en het slechte werk verbrandt, dan is het zeker, dat er niets dan goede waar aan de markt komt. En welke krachtige middelen gebruikte men in dien tijd om net verloopen der nering te beletten! In 1539 hadden drie Arnhem- sche drapeniers (lakenwevers), tegen hunnen poorterseed, de nering naar Munster over gebracht, wat natuurlijk heel slecht was, maar zij werden er voor gestraft met het uitsteken der oogen. In 1473 waren te Amsterdam de lakenvolders ontevreden en zij wilden de stad verlaten om zich elders te vestigen, maar de regeering wendde zich tot Karei den Stoute, die in het belang der Amsterdamsche lakenweverij, aan die volders het verhuizen op doodstraf verbood. Op het einde der veertiende eeuw waren ten gevolge der voor dien tijd zeer doel treffende maatregelen, de Leidsche lakens reeds wereldberoemd verschillende schrijvers van dien tijd spreken er over, de staaltjes, die zij aanvoeren als bewijs, zijn zeker zeer duidelijk, maar ook zeer zonderling gekozen. Bijv. twee edelen, vader en zoon waren ver oordeeld om onthoofd te worden. Zij woon den in Oost-Friesland. Om dit vonnis over eenkomstig den rang en de waardigheid dier heeren uit te voeren, moest het op een fijn kleed gebeuren; men deed dus den ouden man op een bruin en den jongeling op een groen tfLeidsch laken" knielen. En dit beschouwt men als het klaarste bewijs, dat de Leidsche lakens r/toen ter tijd de beste en fijnste waren," want anders had geen edelman daarop onthoofd willen worden! Zóó goed werkten toen keuren en ver bodsbepalingen, dat: Als iemand zich van best Leidsch laken, Een mooien bruigomsrok liet maken, Zijn zoon had levenslang daaraan Een Zondagskleed om uit te gaan. De kleinzoon kou weer al zijn dagen, Dienzelfdeu rok als werkpak dragen, En de achterkleinzoon kreeg op 't lost Een buis en broek nog uit de rest En dan dat mocht eerst laken heeten Was hij er uitgegroeid, eer 't pak nog was (versleten. je begrijpt toch wel, dat zijn altijd dezelfde lui die dat leveren, viel eene andere in, terwijl zij een hate- lijken blik wierp op Marie. Sints die beroerde nu, je begrijpt me wel, want we hebben sedert dien tijd geen oogenblik rust gehad. Maar het is zoo duidelijk mogelijk. Het goede voorbeeld doet veelHet is onmogelijk te begrij pen hoe een huisvader, die geen krimp lijdt, tot zulke dingen is kunnen komen. Zoo iemand moet door God verlaten geweest zijn. En als de man het nog noodig had gehad! Wel mensch, ik moet om je lachen! Het noo dig hebben! Dat zit hem in het bloed, en dat is niet tegen te houden. Het is eene ziekte, en het ergste is dat gaat van de vader op de kinderen over, evenals de humeuren. Je kan niet zeggen waar dat ophoudt. Als ik prefect was dan zou ik wel zorgen dat het ophield. Maar 't is waar, politie hebben we eigen lijk niet. Wel, hoe zouden we die hebben. De prefect of althans de gendarmes liggen met de dieven onder ééne deken. We weten er alles van hoe het gaat met die heeren. In het geheim worden hun van die kleine diensten bewezen je begrijpt me? en daarom houden ze de handen voor de oogen. Dat is't Ja het moet zeker zoo iets wezen, anders zou den de zaken wel beter gaan. Maar ik zeg altijd maar we moeten ons kruis met geduld dragen. Dag buur vrouw, God zegen je Terwijl zij Marie voorbijging, liet zij niet na haar te grieven. Komaan, kleine gans, ga op je plaats staan, duwde zij haar toe op haar vinnigsten toon. Marie antwoordde niet. Zij had werk genoeg ge had om de tranen terug te dringen, die telkens dreig den hare oogleden te ontspringen, terwijl zij dat pij nigende gesprek moest aanhooren. Maar eindelijk, ge lukkig, begon zij het einde te zien. Er moest nog maar één emmer gevuld worden. Maar de lieve dame, welke dien emmer behoorde, door verfijnde kwaadaardigheid gedreven, veinsde in haar emmer water iets vuils te zien. Zij leegde hem weer en plaatste hem opnieuw onder den straal, 't Is waar, daarmede ging tijd verloren, maar wat kon dit beteekenen tegenover het genot iemand te tergen Zij slaagde kostelijk. Want juist toen Marie hare plaats, waarnaar ze zoo lang en bitter gewacht had, wilde innemen, kwam van den anderen kant de vrouw van een raadslid, die eenvoudig den emmer van Marie wegnam en den haren er voor in de plaats zette. Jou nest, zei ze met minachting, wou jij den pas afsnijden aan iemand, die zooveel ouder is dan jij, en die tot het bestuur der gemeente in betrekking staal? Of denk jij sous dat ik voor jou mijn prachtige bout zou laten verbranden Maar madame, ik wacht al een uur Welnu, wat zou dat Wacht mijnentwege nog een uur Is dat eene reden om onbeleefd te zijn tegen iemand van mijn jaren en mijn stand Quand glié bon, glié pro(wanneer de maat vol is, is het genoegklonk in den plaatselijken tongval thans eenklaps eene flinke stem. Op hetzelfde oogenblik sprong een jonkman te voorschijn, rukte den emmer van madame weg, wierp dien op zijde en zette dien van Marie er voor in de plaats. »Wij zullen eens kijken,* zeide hij, of die vuile babbelaarsters van het dorp het recht hebben een jong meisje te be schimpen, dat te beschroomd is de tanden te laten zien. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1887 | | pagina 1