JOH, B. WA1B0ER, 's Hertogenbosch. Postelstraat, hoek Vuehterstraat. BILLARTFABRIEK. CHR. KUIJK, J BURGERLIJKE STAND. INGEZONDEN. Gemengd Nieuws en Allerlei. ADYERTENTIEN. Tandarts, Oppert 148, ROTTERDAM. GEDACHT EX. fcD geniet kosteloos water bij brand en brandweer oefeningen. Wenscht het Gemeentebestuur voor andere doeleinden water, zoo wordt zulks tegen 6 cents per kub. Meter berekend. De mano- meterdruk zal 20 m. op de markt en bij brand 30 m. bedragen. Het eerstgestelde tarief blijft bestaan, doch is voor arbeidswoningen en burger klassen verlaagd; deze zullen voor f 2.60 een geheel jaar water kunnen genieten, onverschillig hoeveel kraantjes zij hebben. De concessionarissen vergoeden aan de gemeente de tot dusverre in het belang van de waterleiding gedane uitgaven, tot een maximum van f 1000. Na 25 jaren kan de gemeente de waterleiding overnemen tegen taxatie van de werkelijke waarde. De burgemeester der gemeente Assen waar schuwt voor de handelingen van Aukje en Ewa of Jellje Nonkes, respectievelijk 18 en 16 jaren, dochters van H. J. Nonkes. Ouder voorgeven van hun ouders te zullen laten kiezen of daags daarna te zullen betalen, weteu zij zich in winkels goederen te doen afgeven, waarvan de betaling steeds achterwege blijft. De familie heeft zich 1 Mei jl. metterwoon gevestigd te Smilde. Tegelijkertijd is aan Aukje Nonkes een verhuisbiljet afgegeven naar 's-Gravenhage. Te E-xt wordt volgens de Asser Ct." tegen woordig de lynchwet toegepast. Acht dagen gele den werden daar bij een welgesteld ingezeten pl. m. 30 groote glasruiten verbrijzeld, omdat hij met zijn vrouw en eenigste dochter den inwonenden man van laatstgenoemde verstieten. Deze verliet het huis zijner schoonouders en vertrok weer naar zijne ouders te Annen. Om die reden brachten de jongelui aan genoemden landbouwer een sere nade met ketelmuziek. De ontevredenen (geheel Eext) hebben eer van hun werk gehad, want de dochter is haar man gevolgd. De vader, die nog meer onheilen vreesde, had zich intusschen van een revolver voorzien. Zondagavond jl. brachten de jongelingen, en corps, voorzien van lange kalken pijpen, een be zoek aan de dienstmaagd van een ander ingezeten, die inmiddels naar Gieten was gevlucht. Bedoeld meisje zou met 1 Mei in 't huwelijksbootje ge stapt zijn, doch zei zoo in eens haar beminde het jawoord op. Men zag, dat 4 veldwachters waren gearriveerd en vandaar zeker, dat dien avond alles ru,stig is afgeloopen. In den nacht van Maan dag op Dinsdag zijn echter weer in een ander huis alle ruiten en ramen vernield, waaruit des daags de bewoners verhuisd waren, ('t Was een gehuurd huis, waarvan de eigenaar te Noordlaren woont.) De daders zijn onbekend. Men schrijft uit Wassenaar: De bloembollenveilingen te velde zijn onder Wassenaar bijna afgeloopen. Over hot algemeen is er goed verkocht. De crocnssen moesten een veer laten, zoo ook de hyacintben, vooral de eerste »de groote golo« en de laatste de blauwe.Daaren- egon brachten de narcissen veel geld op; ook de djnero tulpsoorten handhaafden huu ouden roem. In opgewonden, zenuwachtige» toestand sprong Donderdagavond een militair te Middelburg te water. Er uit gehaald, wist hij zich aan zijne ■edders te ontrukken en herhaalde hij dezelfde nanoeuvro. Na voor goed op het droge gebracht ,e zijn, werd hij in het hospitaal opgenomen. Ie Maastricht is een 16-jarige leidekker van een huis op zijn hoofd op straat gevallen. Zijn toestand is hopeloos. Een oude vrouw, die water wilde scheppen, is te Leiden in de Oude Vest gevallen an verdronken. Donderdagmorgen te 5 uur doeg de bliksem in de boerenwoning, bewoond door K. van Twisk te Wijde-Wormer. Vier koeien werden in den stal gedood. Het huis werd sterk beschadigd, doch de bewoners kregen geen letsel. Een twaalfjarige knaap te Hat ingen, bij Elberfeld, is bij het uithalen van :raaiennesteu door de verwoede kraaien aange vallen en zóó gehavend, dat hij bewusteloos uit Jen boom viel en een arm en een been brak. Den volgenden morgen overleed hij aan de talrijke hoofdwonden, hem door de kraaien toegebracht. Een gezelschap Duitsche turners, die Donderdag Roermond bezochten, werden door de straatjongens op zoo onbehoorlijke wijze bejegend, dat zij ge- oodzaakt waren de bescherming der politie in {te roepen. Toen deze hen daarop naar het station itgeleide deed, en zij reeds in het spoorweg rijtuig waren gestapt, wierp men hen nog steenen n andere voorwerpen na, waarbij ook beleedi- gingen en bedreigingen niet ontbraken. Wat tot leze afkeurenswaardige schending der gastvrijheid inleiding gaf, blijkt niet. Men schrijft uit Amsterdam: Het was heden een vroege kerkgang. Te 7 nren buden de afgezanten van het Leger des Heils* {Salvation-Army) de eerste volkssamenkomst leiden h »De VolkszaalGerard Doustraat 69. Dit lo caal, waarin vroeger tooneelvoorstelliugen tegen ij 0,25 intree werden gegeven, ziet er niet onvrien delijk uit. Buiten, boven den ingang, is het schild 'an het Reddingsleger aangebracht, met het motto 'Bloed en vuurt, verder prijkt de voorpui met nige bijbelteksten, meest varianten op het woord Komt allen herwaarfs, die vermoeid en beladen zijt In het zaaltje, dat rondom met spreuken witte letters op rood linnen aan den bijbel ontleend, is versierd, hadden op het uur van aanvang een honderdtal personen plaats genomen; onder dezen een belangrijk aantal, die blijkbaar alleen kwamen uit nieuwsgierigheid. De meeste bezoekers waren nit den welgestelden arb idersstand. Op het tooneel zaten drie mannelijke en drie vrouwelijke voorgan gers, de heeren Scboch (naar ik mij heb laten me- dedeeleu, vroeger kapitein der artillerie bij het Ned. leger); Geverls (eveneens Hollander), officier van bet reddingsleger en tot die bediening op Booth's pupillenschool opgeleid, en J. K. Tyler, staf-kapi tein; dan movronw Railton, ook eene der volge lingen: nog eene Engelsche dame en de ecbtgeuoote van den heer Schoch. Alleen de heeren Govertsen Tyler droegen de nniform van het reddingsleger: een rood vest en blauw bnis, met een koperen let ter S op den kraag. De twee Engelsche dames wa ren zeer stemming in het zwart met omslagdoeken en tuithoed met rooden band. I. K. Tyler was de eerste die het woord nam, door uit bet Liederenboek van bet Leger des Heils, tegen 5 ets. in de zaal verkrijgbaar, het eerste cou plet van No. 62 voor te lezen, schier onverstaan baar, aangezien de heer Tyler het Nederlandsch dog zeer gebroken spreekt. Er is reiniging voor iedereen, Die zich wascht in den levenden vloed. Er is volle verlossing en heil, Die men zeker verkrijgt door Zijn bloed. Hij dreunde de verzen meer dan hij ze las, en dit klonk niet zeer stichtelijk. Dit werd nog erger toen op een vroolijk wijsje datzelfde couplet werd inge zet, begeleid door den heer Goverts op de viool en waarmede sommigen nit het publiek immer lustig instemden. Daarna knielden de voorgangers en bad de heer Tyler. Ten tecken van instemming, mompelden de overigen bij het slot zijner zinsneden iets als een refrein, of bevestigden met luider stemme het ge sprokene met Amen, Amen Daarna werd weder een lied aangeheven op eenen anderen denn, zoodat het publiek gemakkelijk de melodie kon volgen van het »Ik geloof: Jezns redt; En zijn bloed maakt mij witter dan sneeuw. De heer Goverts, die nu aan het woord kwam, verklaarde eenen tekst nit Lucas 10 (de ontmoeting van J'ezus en den blinde op den weg naar Jericho). Ook de heer Schoch had inmiddels een vurig gebed ten hemel gezonden, waarvan de inhoud met al het andere overeenstemde, daar er de hoop in word uitgedrukt: »dat allen tot Jezns zouden komen Verder sprak nog mevrouw Railton in bet En- gelsch. De echtgenoote van den heer Schoch ver tolkte eiken volzin voor de toehoorders. Op de roepstem om zich voor den Heer te verootmoedigen en zich aan hot reddingsleger aan te sluiten, werd door drie vrouwen en eenen man voldaan. Zij Da derden de estrade, knielden voor den staf-kapitein neder en ontlasten hunne ziolen. De nienwbekeer- den gaven daarna, op uitnoodiging van de leiders dor samenkomst, met, luider stemme getuigenis van hotgeen hunne zielen, in dit voor hen zoo plechtig oogen'dik, bewoog en bewogen had. De toespraken, door deze uienwtoegetredenen gehouden, schenen niet voor de vuist te worden gezegd. Do samenkomst maakt eenen gemengden indruk van oprechtheid en overleg. Dat deze voorgangers van het reddingsleger van eene dweepzieke nataur zijn, schijnt te blijken uit de seDnwachtige gebaren, die zij uitstooter, vooral onder het houden der ge beden. Hot geheel outzeilde de klip dor eentonig heid niet en veleu der bezoekers verlieten vóór het einde de zaal. De heer Schoch is blijkbaar een beschaafd man. Hij houdt zich aan den onderwetschen prediktrant. De hoer Tyler schijnt wel uit de mindere rangen der maatschappij afkomstig. Goverts, de jonge Hol- landsche officier, evenzoo. Toch moet worden erkend dat deze laatste niet zonder talent en op zeer bevattelijke wijze zijne tekstverklaring ten beste gaf, vooral in aaumerking genomen den aaid en het gehalte van het publiek, waarvoor hij doorgaans optreedt. Kenmerkend was dat Tyler, do menschen tot medezingen willende opwekkeu, daarbij hetzelfde scheppende handgebaar en met zijne stem deuzelf- den uithaal maakt, welke men van Engelsche ko miekzangers in eene music hall gewoon is, als zij hunne toehoorders tot instemming met, het refrein van hunnen >song< willen aanvuren vAll-togetheri wri»iii i.Mamg^:Ttt«agangcsiiirii»iw.uui.B»i JHI. t Meeuwen c. a., van 131 April. Ondertrouwd: A. Dekker en A. Rornijn Getrouwd: J. de Rooij en G. in 'tVeld; B. Haspels en J. de Rooij. Geboren: Adrianus, z. v. H. Bonman en C. van EnkhuizenCornelis, z. v. P. Branderhorst en M. A. Uijthoven; Jozua Govert, z. v. L. den Hollander en J. OckersJohanna Maria Cornelia, d. v. C. de Wit en J. van Rul; Maarton, z. v. P. J. van de Koppel en P. Lankhaar. Overleden: A. van Koijck, 9 w. •f Eeten c. a. van 1 April tot 1 Mei. Ondertrouwd: B. Branderhorst,jm., 24j., en A. van der Zaken, jd., 21 j., van Besooien; IJ. Colijn, jm., 26 j., en C. Burghout, jd., 21 j., van Drongelen. Gob or en: Petronella, d. v. J. van Hemert en F. van Mersbergen. Overleden: J. Oppers, 55 j., echtgen. van J. Bouwens; levenl. kind van M. van Eukhuizen en P. Paans. Mijnheer de Redacteur.' Dezer dagen vond ik in een tijdschrijft de be schrijving van een grooteu brand, waarin de be woners der bovenverdiepingen werden voorgesteld, deels als verkoold teruggevonden, en deels als half dood en verminkt weggedragen in zoo verre zij den sprong op de beneden uitgespreide bedden en matrassen hadden gewaagd. Bewogen met znlk een treurig lot en aan geen tijd of nar gebonden, besloot ik mijne gedachten eens te laten gaan tot het aangeven, zoo mogelijk, van redmid delen, die, door deskundigen gewijzigd, verbeterd en toegepast, bij soortgelijke toestanden met eenige vrucht zonden kunneu worden aangewend. 't Is volstrekt de bedoeling niet om hiermede iets af te doen op de waarde van het bestaande, ja dat o. a. de voortreffelijke brandladders in de meeste gevallen toereikend zijn, wordt gaarne toegegeven. Intnsschen wijst het ouheil te Amster dam in de feestweek op de mogelijkheid, dat ook deze hetzij dan wegens ongunstig terrein, hetzij uit gebrek aan ruimte, of omdat ze alle ra men niet gelijk of spoedig genoeg kannen bezet ten, niet altijd toereikend zijn. Aan bet mislukken dezer proef is niet de minste zwarigheid verbon den, en mocht zulks meer bevoegden opwekken om hunne krachten te beproeven, dan zon het doel bereikt geacht worden. Wanneer de onderste gedeelten eener woning in brand staan, zoodat de uitgang voor de bewoners der bovenverdiepingen i3 afgesloten, dan moeten deze door de ramen gered worden. Hierbij worden 4 toestanden aangenomen: 1. van woningen, met de belendende gelijk in hoogte. 2. Verschillend van hoogte en bouworde. 3. Slechts aan ééne zijde helend, en 4. Geheel alleen staande. Als hulpmiddelen komen in aanmerking: a. Een brandvrije, sterke reep of kabel, lang p. m. 25 meter, aan de einden voorzien van ijze ren ring of haak, om door verlengsinkken van 2 tot 10 meter insgelijks met haak of ring langer te worden gemaakt. Zoo reep als verleng stukken te bezetten met haken 60 a 70 centime ter van elkander. Haken en jingen beknopt maar stevig, juist in elkander passende; de haksn zoo ver mogelijk omgebogen en aan de einden van knoppen voorzien, om het uitglippen te voorkomen, b. Brandvrije touwladders van 2 tot 12 meter; over de breedte boven, onder en op de helft met een ijzeren roe; in het midden van de bovenste roe een stevigen ring ter vasthechting aan de reep en van de onderste een haak ter verlenging naar de behoefte. c. IJzeren stangen van genoegzame dikte; lang van 2 tot 8 meter; onder met elleboog of krom ming, om bniten het raam een rechten stand te kunnen krijgen. Zoo beneden- als zijwaarts stevig aan kozijn en wand door krammen te bevestigen, of wel door sluitstukken vast te schroeven. Aan den top met een zwaren ring voor de reep. d. Sterke hoaten staken, lang pl. m. 20 meter; hier en daar met ijzeren ringon om te worden vast gezet en in bedwang gehouden. Onder met een sterke ijzeren punt en boven met een zwaren ring aau een stevig ijzeren beslag geklonken voor de reepen. Bij brand past man nude reep beueden, lang ge noeg dat de einden voorbjj een der bovenste ramen van de naast aangelegen huizen kan schieten en daarin vastgemaakt. Vei volgens worden de touw ladders aan de haken der reep vastgehecht, en wel zoo dat er ééa voor elk der ramen van hot brandende huis moet vallen. Dan wordt de reep met de touwladders, aan een koord met ring uit die aanliggende ramen neergelaten, opgehaald en zoo strak mogelijk vastgehecht; als 't kan ter hoogte van p.m. een halve meter voor het zakken. Waar tegen koorden van zoo wat twee meter, hier en daar aan de reep verbonden en binnenshuis vastgemaakt, almede zonden kannen dienen. Bij ontoereikende hoogten moeten de ijzeren stan gen dienst doen. Alvorens deze op te stellen wordt de reep door de ringen gehaald en vervolgens vast gemaakt. Is het brandende huis in 't geheel niet of slechts aan ééne zijde helend, dan komen de staken to pas. Om het vaststaan te bevorderen en het schuiven te voorkomen maakt men, op p.m. een meter afstand zijwaarts van de kanten des voorgevels kleine hol ten; sielt, nadat de reep door de ringen is gehaald, in schuine lichting, de staken daarin opwriDgt deze tegen de zijmuur of in een zijraam, zooveel doenlijk vast en bindt ze met touwen aan de ringen en ook door de reep zelve aan een of ander voor werp. Waar dit ontbreekt moeten menschenhanden hierin voorzien. Onder dankbetuiging voor de opname, mijnheer de Redacteur! UEd. Dw. IJ. Z. Het geluk gelijkt een regenboog, dien wij nooit boven ons hoofd, maar altijd boven anderen zien. De liefde kan vergeven tot zeventig maal zeven maal. Het vertrouwen ach! hot bloeit slechts éénmaal. Men beseft eorst recht eene onrechtvaardigheid of groote onbillijkheid, wanneer men personeel of indirect zelf er door getroffen wordt. Een landbouwer der gemeente Budel stopte zijne spaarpenningen, ter waarde van 200, in papieren geld, uit vrees wellicht dat deze hem zouden ont stolen worden, in den grond. Dezer dagen wilde hij zijn briefjes nog eens natellen en zich in 't bezit van zijn schat verlustigen maar helaas de briefjes waren gestolen? Neen, lezer, doch in den vochtigeu grond geheel tot verrotting overgegaan. Wat kost zoo'n klein bezempje?* vroeg Zaterdag jl. op de Mariaplaats te Ut recht een koloniaal aan een armoedig gekleede vrouw, die een jong kind op den arm en een groote bundel boenders op den rug droeg. »Drie centen, meheerU was het antwoord. De koloniaal taste in den zak en gaf de vrouw een galden, waarna hij een boender van haar rug nam. »Ik heb geen centen werom, meheer.* »Geef ze me dan maar als ik van Atjeh terugkom, was het antwoord. Twee seconden later lag de boender in het mandje van een voorbijkomend dienstmeisje, waarvoor de soldaat-weldoener een zoen vroeg, doch niet kreeg. »Men moet maar on gelukkig zijn,* mompelde hij met een zacht en ging zjjns weegs. Een zoet winstjeEen baukvereeniging te Amsterdam biedt 1/2o lot Antwerpen 1874 te koop aan voor 3.50, dat is tegen 70 bet, lol. De loten s'aan genoteerd even 98 pCt., dat is nog geen 47. Op elke 20/20 maakt de Bank dus 23 winst. De Duitsche schrijver Heinricb Laube is eens, omdat hij een zijner eigen stukken uitfloot, nit den schouwburg gegooid. In zijn jeugd, toen hij nog student te Breslau was, schreef hij niet alleen tooneelkritiek, doch ook tooneelstnkken onder het pseudoniem Heinrich Camps. Een dier stokken had Gustaaf Adolf tot hoofdpersoon en de tooneelspeler Kunst, in genoemde stad, koos dit stuk voor zijne beneficevoorstelling. Het drama viel echter, en Lanbe, d e in het parterre zat en niet wilde weten dat hij de schrijver er van was, wat eenigen der aan wezigen vermoedden, floot en stampte om het hardst mede. Een dikke slager vond het stuk echter mooi en voegde Lanbe toe dat hij zijn mond moest houden, want dat hij het drama klaarblijkelijk niet begreep, doch Laube, hoe vleiend voor zijn werk de opmerking van zijn bnnrman ook tvae, floot en siste nog barder. De vleescbnonwe r werd toen boos, pakte Laube in zijn kraag en droeg hem, onder het gejnich vau den engelenbak, midden door den schouw burg heen ter deure uit. Het volgende is een historisch verhaal, hoe een jong wijnkooper, die niets te doen had, een goede cliëntèle en all ngs rijkdom kreeg. Hg wooLde in een stadje aan don Rijn, waar ook verscheidene andere wijnkoopers al sinds jaren hun zaken hadden, welke zaken gunstig bekend waren. Hij kon niet tegen hen opwerken. Het gaf niet of hij al de goedkoopte en voortreffelijkheid van zijn waren aanprees, vergeefs wachtte bij bestellingen. Hij was onbekend, de menschen stelden geen ver trouwen in zijn wijnen en hij bleef zonder aan bevelingen. Op een mooien dag nam hij half wanhopig een krant op, om ten minste den tijd te dooden. Terwijl hij met deze, niet heel lucratieve werk zaamheid bezig was, bemerkte hij tnsschen de doods berichten, dat een zekeren onden baron, bekend om zijn kennis van en smaak voor Rijnwijn, plotseling was gestorven. Toen kreeg hij een idee, dat hem een fortuin be zorgde. Op een fraai uitziend vel schrijfpapier, van zijn firma voorzien, schreef hij een defugen brief aan den dooden man, waarin hij hem bedankte voor zijn vriendelijke bestelling van eenige dagen gele den (een nooit gedane bestelling natuurlijk), schreef dat de verlangde wijn prompt was verzonden en hij er hem, volgens overeenkomst, 300 mark voor berekende. Dezen brief zond hij met zijn besten wijn aan het adres van den dooden baron. De brief en de wijn werden ontvangen door de erfgenamen, die, dolblij over hnn slaatje, des koop- mans rekening betaalden, den wijn opdronken en ieder nog gaarne behoorlijke hoeveelheden nabe stelden van een wijntje, door zulk een kenner als de baron voor zijn gebruik bestemd. Zoo werd de wijn van het jonge mensch meer en meer bekend, zijn clientèle breidde zich steeds nit en ten laatste was zijn fortuin gemaakt. Tegen het eind van het carnaval bestelde Mad. Agard, eene even schoone als rijke fabrikantsvronw te Parijs, bij de kleermaakster Mad. B. een bal toilet. Dit, een meesterstuk, van witte kant, werd afgeleverd, maar Mad. Agard weigerde het aan te nemen en te betalen, daar, het corsage te ver gedecolleteerd was, en zij geen plan had om voor een bedorven japon 1000 francs te betalen. Vergeefs was het voorstel der tailleuse, om een chemisetje bij het lijf van de japon te maken, vergeefs haar aanbod, om het corsage met kanten te verhoogen zoo dikwijls als zij aan Mad. Agard hot toilet zond, zoo dikwijls liet deze het terug bezorgen, zoodat, naar de getuigen verklaren, de doos zeven-en- veertigmaal van de woning naar het atelier is heen en wéér gegaan. Een compromis scheen dns niet mogelijk en de kleermaakster daagde Mad. Agard wegens de 1000 francs voor de rechtbank; het veelbesproken bal toilet spreidde zijne zwierige plooien op de tafel van de corpus delicti uit. Alvorens tot de behan deling der zaak over te gaan, vroeg de rechter, of niet op die wijze eene schikking mogelijk was, dat de naaister een geheel nieuw lijf maakte Bij dit voorstel barstten beide dames in snikken uit, en de kleêrmaakster zeide weenend: Bezorg mij een dergelijke stof, monsieur le président, en ik betaal u honderd francs per meter; aan twee meter heb ik genoeg.* Daar do rechter deze voordeelige negotie niet kon aannemen, begon de eigenlijke behandeling der zaak, maar alvorens het tot het vonnis kwam, zeide de rechter dat hij niet behoorlijk uitspraak kon doen, alvorens zich overtuigd te hebben of dan werkelijk het corsage te ver gedecolleteerd was. Op zijn verzoek verwijdert Mad. Agard zich met twee dames uit het publiek, die haar hij dit toilet wel behulpzaam willen zijn, in een zijvertrek na een half uur openen zich de vleugeldeuren en feestelijk getooid verschijnt zij in de rechtszaal. Velo honderden binocles, pincenez, lorgnons, enz. richten zich op het bewuste corsage; de rechter zet zijn bril recht, beschouwt tien minnten lang met aandacht, de schoone mevrouw Agard, en g 'eft eindelijk, onder de toejuichingen van minstens vijfhondord personen te kennen: »Ge hebt gelijk, mevrouw, zoo ver gedecolleteerd hadt ge geen bal kannen bijwonen.* De vordering der tailleuse werd dus afgewezen, en zij werd tot de kosten veroor deeld. Madame Agard hulde zich weder in haar toilette de ville en verliet, trotsch op de behaalde overwinning, het paleis van justitie. --«ia. - - - V'--»- -Y-jrU- ■- il'Wdl t HEUSDEN, 7 Mei. Boter 53 a 55 ct. per stuk van 6 ons. Eieren 21/s a 3 ct. per stuk. 's HERTÜGENBOSCH, 9 Mei. Op de heden Maandag gehouden markt van vette kalveren waren aangevoerd 89 stuks. De prijs was le kwal. van 0.48 tot 0.52; 2e kwal. van 0.44 tot f 0.48 3e kwal. van 0.40 tot 0.44 per kilogram. De handel was zeer levendig, zoodat spoedig een en ander opruimde. De prijs der boter was 0.80 a 1.00. Is alle werkdagen te consulteeren van 103 ure. Tarieven voor Kunsttanden en verdere tand heelkundige bewerkingen verkrijgbaar.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1887 | | pagina 3