FEUILLETON.
1 liet dagboek moen Politiesite,
WOENSDAG 13 JULI.
ÉtiÉUElidltil&JjUlikHmfaMSHii
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.00, Franco per post zonder
prijsverhooging.
AdvertentiÖn 1regels 00 ct. Elke regel meer 10 ct, Groote letters nuar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Ingezonden
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
VQOli
Er zijn heel wat kwesties in do Maatschappij.
Als ik mij niet vergis, moet ik volgens het
woordenboek eigenlijk q u a e s t i e schrij ven
maar, onder verbetering, het is mijn gevoelen,
men moet het aan de menschen zoo gemak
kelijk mogelijk maken, als dit gemakkelijk
maken ten minste geen nadeel doet aan per
sonen of zaken. Kwestie kan iedereen uitspre
ken, quaes tie alleen zij, die niet door het
lot gedwongen zijn volgens verschillende ge
meentelijke besluiten alle gelegenheid om wat
te leerenals zij ouder zijn dan twaalf jaar,
vaarwel te zeggen.
Er zijn dan, zooals ik boven aanmerkte,
heel wat kwesties in de Maatschappij. Dit is
eene waarheid als een koe, hoor ik zegfgen.
Het kan zijn, sommige waarheden worden eiken
dag gezegd en toch hoort menigeen er nog
weer nieuw van op. Herhaling doet daarom
geen schade. Men heeft kwesties, die de heele
wereld aangaan, men heeft kwesties tusschen
een paar personen; men heeft kwestiëndie
heele natiën beroeren, men heeft er die kleine
stadjes en dorpen het onderste boven zetten
en de menschen tegen elkander in het harnas
jagen; men heeft kwesties op Staatkundig ge
bied, men heeft ze op Godsdienstig gebied,
men heeft ze op sociaal gebied, links en rechts,
gisteren, heden en morgen, wij struikelen over
kwesties, wij staan er mee op en wjj gaan er
mee naar bed. Men kan het woord in deze
beteekenis eigenlijk door geen Ilollandsch woord
weergeven het woord v r a a g zegt ons niet
genoeg. Kwestie, vrij vertaald, beteekent«alles,
wat de menschen verdeelt en van elkander ver
vreemdt.
Naarmate de kwestie van meer of minder
belang is, houdt ze de menschen minder of
m eer bezig. Het is eene zuivere omgekeerde
evenredigheid. Do uitzonderingen zijn hoogst
zeldzaam. Terwijl men over kleinigheden rede
neert en redekaveltlaat men groote zaken
ongestoord haar gang gaan. Het is een oud
woord: Terwijl de Senaat aan het twisten
is, gaat Saguntum verloren. Buren, die over
een boom twisten, waarvan al de takken over
den muur hangen, erfgenamen, die elkander
een nietigheid misgunnen, worden dikwijls ge
slagen vijanden, wij zien het telkens rondom
ons. De vermeende verongelijking, elkander
aangedaan, neemt hoe langer hoe grooter af
metingen aan; op het laatst wordt zelfs de
oorzaak van do verdeeldheid vergeten, begra
ven als ze wordt, onder tal van bijkomende
omstandigheden, maar de twist zelf blijft bestaan,
Groote vraagstukken daarentegenbrandende
kwesties, die over het wel of wee van een volk
beslissen, laten de massa koud; deze heeft te
veel met hare eigen nietigheden te doen, om voor
de belangrijke zaken een open oog te hebben.
Dit is tl u niet alleen het geval. A 1 t ij d is
het zoo geweest. De hovelingen aan het hof
van Bodewijk XVI brachten hun tijd door met
twisten over etiquette, over lange of korte kan
ten lubben, met verzinnen van hatelijkheden
voor hun koning en hunne koningin, en zij
hoorden de bruisende baren niet van de on
tevredenheid des volks, die eindelijk hen met
hunne vorsten en al hunne nietigheden zouden
verzwelgen. By ons is ongeveer hetzelfde her
haalde malen het geval geweest. Maar op dit
terrein moet ik mij niet begeven. Veel te om
slachtig zou ik moeten worden. Liever eenige
van de kwesties opgenomen, die ons bezig hou
den en dikwijls oordeelen.
Daar is vooreerst de kwestie, die ons alle
maal aangaat: De afneming van de gemiddelde
warmte op aarde: wijze mannen zpggcn, «na
zooveel uiillioen jaren zullen alle menschen op
de aarde tot een klomp jjs bevrh zen, want alle
warmte zal dan van den aardbol geweken zijn.
Andere geleerden weten op een paar jaar na
te zeggen, hoelang de steenkolen nog zullen
duren, en wat dan? Beide kwestien laten de
menschen vrij koud.
In ons land hebben wij er ook vrij wat.
Dn ar is de kwestie van de Eerste Kamer, de
kwestie van art. 194, de kwestie van het kies
recht, de kwestie van de sociaal-democraten,
van Domela Nieuwenhuis, de doleer-kwestie enz.
De drie eerste doen mij denken aan dien ouden
kolonel, die beter met den sabel, dan met de
stijl wist om te gaan. Als er wat geschreven
zou worden, moest natuurlijk zjjn secretaris ko
men. De kolonel begon een en ander van de
belangrijkheid der zaken te zeggen, bracht wat
tijd zoek met een paar aanmerkingen over alles
en nog wat en eindelijk ging het aan het dic-
teeren
Bom men stad, 2 Juli 1800 en zooveel.
Dan eens op het horloge gekeken: «Drom
mels, al zoo laat, u, gij hebt nu het begin,
gij kunt het nu verder wel afmaken, ik moet weg.
De gewone wetgever moet ook de kwestie
maar uitmaken. De kleinste gemeente heeft
hare kwesties. Bij hoevele is doleer-kwestie niet
aan de orde. Daar zou alleen een boek van te
schrijven zijn. En bij die kwestiemakers is het
meenens. Als welsprekende woorden niet meer
helpen, dan komt het hooivorken-argument aan
de orde. Te Wons in Friesland schijnen ten
minste deze argumenten gebruikt te zijn, de
dagbladen verzekeren het ons.
Dan is daar de gaskwestiedie ook nu en
dan de gemoederen in beweging brengt. In eene
naburige gemeente is zij in de laatste maanden
de kwestie, de alles domineerende. Eigenlijk
is het voor een onpartijdige wel eens vermake
lijk om toeschouwer te zijn. Geen dag gaat er
voorbjj of wij lezen in de courant een, soms
twee en drie ingezonden stukken om te wijzen
op het nadeelige, het verderfelijke, het financiën
ruïneeren de- van de plannen van den gemeente
raad met de meeste koelbloedigheid neemt de
Raad met algeineene stemmen de voordracht aan,
die zooveel pennen tegen zich in bewegiug heeft
gebracht. De couranten-artikelen worden, ja
vermeld, maar uit de hoogte, om de gratis
raadgevers er kippenvel van te doen. krijgen.
Eigenlijk gezegd hebben zij het wel een beetje
verdiend. Het doet onaangenaam aan, als men
naar de onderteckeningeu ziet. Nu eens is hefc
een gasverbruikerdan een nietverbruiker, dan
dan een belanghebbende, dan een X, dan een
X Y Z, tot in het oneindige toe. Het kunnen
kunnen allen wel één of twee personen zijn,
zal de Raad gedacht hebben. Waarom niet, als
men zaken bespreken wil en niemand wil be-
leedigen, waarom dan niet ruiterlijk met een
naam voor den dag gekomen? Dan waarborgt
men zich ook tegen anonyme beleediging.
Kwesties moeten er zijn, zeggen sommigen,
zij houden de geesten levendig. Het mag waar
zijn, als het kwesties van beginselen zijn, maar
als zij ontstaan zijn uit allerlei nietigheden, uit
zucht om te heerschen, uit te veel leegen tijd,
uit ijverzucht, dan kunnen wij ze best missen.
Sommigen doen niets liever dan ze voor den
dag brengen en als ze schjjnen uit te gaan, zo
weer voor den dag brengenzjj zjjn den kwa
jongens gelijk, die honden tegen elkander op
hitsen, alleen voor het pleizier te zien vechten;
ik zou het meer met hem houden, die alle nie
tigheden en kleinheden, welke eigenlijk den
mensch onteeren, den kop zoekt in te drukken.
Wanneer velen dat deden, zou er ons leven
niet te onaangenamer door worden.
(UIT HET DUITSCH). 5
£n het midden der tamelijk ruime kamer
stond een drukpers, daar naast de machine tot
het inbrengen van het watermerk in het papier.
Op den achtergrond een photografietoestelvoorts
een tafeltje met chemicaliën, verven, steenen, enz.
Over de gehcele lengte der kamer was bindga
ren gespannen, waarover vellen, elk van tien
biljetten, te drogen hingen.
Op een ledikant in de zijkamer echter zaten
vijf personen, verslagen door het onverwacht
bezoek. Het waren twee Russen, leden van een
internationaal valsche muntersverecniging, een
Berlijnsche verver met zijn zoon en Schip
man.
Heerlijker vangst had de politie niet kunnen
doen. Zonder verwijl werden Gehler's kleeren
doorzocht. Hij liet dit rustig geschieden en
zeide: «ik heb geen wapen bij mij
»Dat zoeken we ook niet, lie^e man. Maar
gij staat als grijsaard voor een langdurige tucht
huisstraf en 't zou ons zeer ongelegen komen,
wanneer ge u aan 't gerechtelijk onderzoek door
vergif onttrok
«Ik heb niets dergelijks bij niij,« verklaarde
de oude, «wij waren niet verdacht op zoo spoe
dige ontdekking.
Een onderzoek der woning moest voorloopig
uitgesteld worden, voor alles moesten deze zes
mannen in verzekerde bewaring genomen.
Intusschen vond men al dadelijk meer dan
duizend valsche papieren en in het photogra
fietoestel bovendien de nog niet geheel afge
werkte steenen voor Russische biljetten van 25
roebels.
garis Weijers zette zich, rustig niet zijn bain-
boesrottinkje spelende, op een iu de keuken
staande bank. Jonas leunde tegen 't fornuis en
nu begon tusschen die beiden en Gelder niet
zijn genooten een recht gemoedelijk onderhoud.
De beambten waren ongewapend tegenover
zes krachtige, der vertwijfeling nabij zijnde
misdadigers, die ieder minstens tien jaar tucht
huisstraf te wachten hadden een kleinig
heid ware het geweest het tweetal neer te slaan
en te ontvluchten.
Dat begrepen Weijers en Jonas zeer goed
eti met kloppende harten voerden ze 't gesprek,
doch de leden waren te zeer verrast om aan
geweld te denken. Gelder zelf, hun hoofd en
aanvoerder, had elke gedachte aan tegenweer
opgegeven en bovendien maakte de voorgewende
rustige houding der agenten het zeer waarschijn
lijk, dat het benedenhuis van politie wemelde.
Daar werd buiten geklopt liet afgespro
ken teeken. Agenten en gevangenen zagen el
kaar verlegen aan. Jonas ging koelbloedig naar
de deur en opende voor een dame. Toen
deze, een werkelijk sclioone vrouw van omstreeks
dertig jaren zonder erg tie keuken binnen
kwam, stiet Gehler een jammerkreet uit en viel
wanhopig op een bank neer.
«O inijn God, waarom moest gij hier komen
steunde hij
De dame, die niet minder verschrikt was, droeg
onder haren mantel eene rol, die terstond ge
opend werd en hetzelfde papier bevatte, dat
tot den druk uoodig was.
Gehler bad de vrouw vrij te laten en ze
niet in de zaak te betrekken, hij was bereid
alle schuld op zich te nemen. Deze dame, een
weduwe, tot welke hij reeds eenige jaren in
intieme betrekking siond, had nooit geweten
waartoe eigenlijk dit papier moest dienen. Schip
man en vrienden hadden eerst beproefd gelds
waardig papier door steendruk te vervaardigen,
doch dit was mislukt. Zij hadden zich daarop
tot Gehler gewend en zijn hulp ingeroepen.
Lnmr h,.,l hij. ,„rf. hrt nn, n»
bezweken, wijl hij de vrouw, die hij zeer be
minde, en hare kinderen wilde weldoen. Zijne
makkers echter hadden hem slecht behandeld,
zijn geld onttroggeld, niets gegeven van de winst
der uitgegeven papieren en telkens gedreigd
hem aan de politie te'zullen overleveren. Zonder
bun medeweten had- hij daarom de Russische
papieren willen drukken en daarmee naar Rus
land vluchten.
Zoover liepen dien avond de onthullingen
des ouden mans, die later bevonden werden naar
waarheid te zijn. De politie daagde in genoeg
zame getale op en de zes vrienden benevens
de sclioone weduwe, werden naar de Melkmarkt
vervoerd.
Talrijke in den nacht ingestelde huiszoekingen
brachten nog 2000 stuks afgewerkte biljetten
en \olledige bewijzen van schuld aan 't licht.
De nu volgende groote gerechtszaak eindigde
met zware straffen voor alle aangeklaagden.
De weduwe en den gevangen verver vonden
gelegenheid tot zelfmoord. De wed. Berger
en hare dochter werden vrijgesproken, uit gebrek
aan bewijs van deelneming in het complot.
II.
Een Duitsclier, die 't voornemen beeft een
huiveringwekkend verhaal uit de lijfstraffelijke
rechtspleging te schrijven, waarin behalve bloed
en moord, geheime verblijven voorkomen, waar
misdaden beraamd en ontzettende daden vol
trokken worden, mag in geen geval verzuimen
een bezoek te brengen in kamer No. 78 van
de Berlijnsche Melkmarkt No. 1. Dit gebouw,
voor 't grootste deel iu gebruik bij de politie,
is afkomstig uit de 17de eeuw en maakt op
hem, die 't voor 't eerst betreedt, een onaange-
ïiauien indruk. Over donkere trappen komt men
in een groote zaal met zeer lage zoldering en
draden samen van de gezamenlijke misdadigers,
hier worden tul van sensatieromans naar het
leven afgespeeld. Commissarissen en andere be
ambten houden zich in jdeze ruimte op, terwjjl
een onophoudelijk komen en gaan van perso
nen van allen stand, van eerlijken en bedrie
gers, beambten en misdadigers, mannen en.
vrouwen, aan de orde is. Hier «boven«, zooals
kortweg het politiebureel genoemd wordt, wor
den te gelijker tijd aan verschillende schrijf bu
reau's gevangenen verhoord, getuigen gehoord,
doen bestolenen hun beklag, agenten bericht
van hun bevinding, worden conferenties gehou
den, plannen tot het vangen van dieven ge
smeed, de albums met portretten van beruchte
personen doorbladerd. Hier »boven« eindelijk
verschijnen in hoogst eigen persoon de edelste
leden van 't misdadigersgikle, die, pas uit het
tuchthuis ontslagen, zich als onder politie-toe-
zicht staande, komen aanmelden. Hier kan men
wezenlijk sclioone inbrekers- en dieventronies
leeren kennen. Daar het onderhoud tusschen
politiebeambten en deze lieeren in den regel
hoogst gemoedelijk is, worden zij, die zich aan
melden, gewoonlijk niet een schertsend woord
begroet en met een kleine vermaning wegge
zonden.
Het was tegen 11 uur in den voormiddag,
toen een schamel gekleed persoon het politie
bureel inkwam en na eerst een schuwen blik
naar binnen geworpen te hebben, op een der
commissarissen afging en hem fluisterend iets
meedeelde. De commissaris wenkte zonder op
zien te wekken een agent, die aan de naaste
tafel zat te schrijven en trok zich met dezen
en het slecht gekleede individu in een hoek
terug, waar een levendig gesprek ontstond, dat
echter slechts fluisterend gevoerd werd.
«Kent ge ze van vroegervroeg de com
missaris den vreemde.
«Ja, mijnheer de commissaris! Ik ken ze
en Alteiia,
Bominelerwaait
cj
O O
O O O O
Er bleef niets anders over dan een der agen
ten naar den ver verwijderden politiepost te
zenden, om hulp te halen. Twee bleven over
INr UK VAL.
'Qods Wie wwt bnp lvinrr' r/ii is <1p brnirl v«n