Cognac.
FEUILLETON.
G een Tertrouwen.
1887.
M 602.
Uitgever: L. J. YUERMAN, Heusden.
V00R
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
verhooging.
Advertentiën 16 regels GO ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Ingezonden stukken
tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
Wij leven in den tijd van bacillen en microben.
Toen eenige jaren geleden meer bijzonder het
oog gericht werd op de vervalsching van levens
middelen, werd het voor sommige lieden een
booze tijd. Renteniers, gepensioneerden en in
het algemeen zijdie niet veel meer te doen
hebben dan te eten, uit te rusten van het eten
en zich voor te bereiden voor het eten, kregen
het hard te verantwoorden. Dag aan dag; wer-
O o
den nieuwe vervalschingen ontdekt en dag aan
dag werd het lijstje kleiner waaruit men zich
een menu kon samenstellen, dat geen schade
lijke bestanddeelen bevatten. Wij kunnen ons
de wanhoop voorstellen van den man, die gaarne
goed tafelde, maar die toch ook zeer bezorgd
was voor zijne dierbare gezondheid, wanneer het
een na het andere waaraan hij gehecht was, hem
ontviel en hem op het laatst niets meer over
bleef om te eten, dan eieren, die hij zelf had
zien leggen, en niets om te drinken dan melk,
die hij zelf uit hare bron had zien aftappen.
Maar met die nieuwe ontdekkingen van Pa
steur c. s. is het vertrouwen op dat voedsel
hem ook benomen en met de melk drinkt hij
zich misschien typhus-bacillen in en met de
eieren doet hij een lintwurm op. Dus niets
meer zuiver en vertrouwbaar, wat schiet hem
anders over dan eenvoudig te verdrinken of zich
een kogel door het hoofd te jagen? Het leven
in bestendige vrees is geen leven meer.
Gelukkig is hetdat het percentage der
menschenkinderen maar betrekkelijk klein is,
dat niets anders te doen heeft dan coupons
knippen, eten en drinken.
Het stond anders te vreezen, dat het aantal
zelfmoorden ontzettend zou toenemen en de ge
vallen niet meer zoo zeldzaam zouden zijn als
heden, dat iemand zich het leven benam uit
vrees voor den dood, want er zijn voorbeelden
van zulke dwazen. Wij lazen het ten minste
eenige weken geleden van een zekeren heer
Hoeve te Huil en korten tijd daarna van een
Duchamp in Rouaan. Dezen gaven de redenen
op van hun zelfmoord, wie weet hocvelen het
zelfde doen, zonder de redenen op te geven.
Tegenover die pessimisten staan anderen, die
tot een ander uiterste overslaan. Zij gelooven
van al dat onrustbarende eenvoudig niets en
eten en drinken er maar op los, alsof er geen
comma-bacillen en geen vervalschingen in de
wereld waren.
Daar tusschenin staan de lui, die er wel aan
gelooven, maar alle mogelijke maatregelen ne
men om niet bedrogen of vergiftigd te worden.
Zij zeggen b. v.»Ik moet van die wijnver-
valsehing en die vitrioolvergiftiging niets heb
ben, ik ontbied mijn wijn en mijn cognac
rechtstreeks uit de plaatsen, waar zij oorspron
kelijk thuis hooren, zoo ben ik overal voor ge
vrijwaarde Een proces, sedert een paar weken
voor een van de hoven van Londen geëindigd,
heeft dezulken op jammerlijke wijze uit den
droom geholpen.
In een der nommers van het »Maandverslag
van den handel in wijnen en spiritualiën was
in algemeene bewoordingen geklaagd over de
vervalschingen dier belangrijke handelsartikelen,
zooals die vervalschingen thans in zwang zijn,
waarbij ten slotte werd gezegd, dat bij meu-
sclienheugenis dergeljjke feiten nog nimmer
zoo schaamteloos en op zoo ergerlijke wijze
waren gepleegd als door zekere Londensche
firma, met name genoemd. De genoemde firma
diende toen een aanklacht van hoon en laster
in. Het was geen goede geest, die haar die
aanklacht had ingegeven, want wat bleek uit
het proces?
Uit Hamburg werden op last van de firman
ten spiritualiën van de geringste soort verscheept
naar havens in de departementen van de Cha-
rente en de Gironde, o. a. naar Bordeaux. Als
ze daar eenmaal aangekomen waren, werden de
vaten, die deze kostelijke waar inhielden, ge
merkt met den ingebranden stempel E. Durand
en Ge., Cognac, den naam eener firma, die niet
bestaat en nooit bestaan heeft. Het drijven van
dergelijken handel had de Fransche ambtenaren
van uit en ingaande rechten geleid tot het in
beslag nemen van 72 vaten, gevuld met bocht
van sterken drank, door deze firma ingevoerd,
om door het inbranden van het valsche handels
merk in echten cognac herschapen en uitgevoerd
te worden. Hierop was eene rechtsvervolging
ingesteld tegen de leden van de Londensche
firma, die door de Fransche rechtbank waren
veroordeeld tot gevangenisstraf en geldboeten,
met verbeuring der aangevoerde waren.
Om echten port a port rechtstreeks uit Por
tugal op de Londensche markt te kunnen brengen,
gingen zij op de volgende wijze te werk: Uit
Hamburg verscheepten zij Elbewijnen van ge
ringe waarde naar Oporto. Daar moesten de
vaten worden gemerkt met den naam eener
bestaande of voorgewende firma, ten einde den
handelaar en den consument in Londen en ook
elders in den waan te brengen, dat zij werkelijk
echte artikelen van Portugeeschen oorsprong
verhandelden en verbruikten. Doch de Portu-
geesclie Regeeriug nam maatregelen ter voor
koming van dergelijke praktijken, zoodat ook
in Portugal de bedriegerijen der bedoelde firma niet
met goeden uitslag werden bekroond. Nadat die
feiten bekend waren, verklaarde de jury natuur
lijk de beschuldiging van hoon en laster onge
grond. De firma zelf kon volgens de Engelsclie
wet niet gestraft worden, maar haar naam, met
een uitvoerig verslag van het proces, kwam in
alle dagbladen voor en dat was óók een straf.
Daily Telegraph,* die ook een verslag van
dit proces in hare kolommen opgenomen had,
voegt daaraan toe eene uitvoerige geschiedenis
van het artikel cognac.
Men heeft eene soort van cognac (eigenlijk
brandewijn, uit Cognac, een stadje ten noorden
van Bordeaux) die uit troebele overschotten der
wijnpersbakken gedistilleerd wordt en zeer ge
ringe waarde heeftverder bereidt men hem uit
koren-brandewijn, waaraan azijnether voor de geur
en een aftreksel van eikenbast of gebrande suiker
voor de kleur wordt toegevoegd. Echt spul dus.
De eigenlijke brandewijn uit Cognac komt werke
lijk uit Cognac. Den wijn, waarvan cognac oor
spronkelijk door distillatie word verkregen, perst
men uit druiven, die in den omtrek van Cognac
groeien, niet aan staken, maar aan ranken over
den grond. Dit geefr, naar men beweert, een bjj-
zonderen smaak aan het product. De echte cog
nac wordt door den tijd veredeld, wordt meer of
min olieachtig en heeft ten laatste den smaak van
geurigen wijn. Groot is tegenwoordig het aantal
branders te Cognac, die »fine champagne* aan de
markt brengen, maar toch bedraagt [de uitvoer
nog niet het vierde deel van hetgeen onder dien
naam gedronken wordt.
In ons land hebben wij gelukkig geen geest
verwanten van de Engelsche firma voornoemd
en wij krijgen alles zuiver en onvervalscht, zooals
algemeen bekend is.
o-
GOLO R A I M U ND.
Op een heerlijken Augustusdag rolde een
lichte reiswagen, met twee prachtige, bruine
paarden bespan oen, over den heerlijken land
weg, die van Heidelberg naar Weinheim leidt.
De schoone, schilderachtige bergketen, met haar
overvloedig groen, de diep blauwe hemel, die
zich daarover welfde, de gouden zonneschijn,
die zich over het lachende landschap uitgoot,
moesten de reizigers wrel vroolijk stemmen ook
werd er door de drie personen, die in den wa
gen zaten, een levendig gesprek gevoerd, en
van tijd tot tijd klonk daar door heen het zil
ver helder lachen van een ïueisjesstem, zoo frisch
en uitlokkend, dat hare geleiders er vroolijk
mede instemden.
Het jonge meisje was uitermate schoon en
hare trekken vertoonden zulk een eigenaardig
mengsel van kinderlijkheid en vastbeslotenheid,
van nadenken eu vroolijkheid, als alleen op de
grens tusschen den kinderlijken en jonkvrouwe
lijken leeftijd gevonden wordt. En die grens
had het schoone meisje zeker niet lang over
schreden, ofschoon zij de volle en afgeronde
vormen der jonkvrouw bezat.
Blauwachtig zwart haar, zoo zacht als zijde,
lag in rijke zware vlechten om haar schoon ge
vormd hoofd, en onder haar blond voorhoofd
straalden een paar donkere oogen zóó vroolijk
en met zulk een geloovig vertrouwen in de
lachende wereld, dat men bijna zou meenen,
dat wel nimmer tranen daarin glinsteren konden.
Maar om haar mond lag een trek van trots
en eigenzinnigheid eh om die schoon gevormde
lippen kon ook een overmoedige trek geplooid
o-:.... ...o..., ..i.
De heer, die naast haar zat, graaf Schletten-
dorf, was een welgedane vijftiger, uit wiens
vriendlijk, eerlijk gelaat de goedheid van zijn
hart spiak, die niet benadeeld werd door een
zekeren trots en door het zelfvertrouwen dat uit
zijn geheel wezen sprak. Hij was niet blind
voor de voordeelen van een hoogere geboorte
en dewijl hij wist hoeveel zij waard was, hield
hij haar op hoogen prijs. Maar hij was er
verre van af, om alleen het aangename zijner
positie te aanvaarden, zonder aandachtig te zijn
aan zijne verplichtingen, die zij hem oplegde.
Hij droeg een ouden, beroemden naam, en
het was zijn ernstig streven zich dien naam en
de lange reeks zijuer voorvaderen waardig te
maken en niet alleen zooveel in zijn vermogen
stond zijne ondergeschikten met raad en hulp
bij te staan, maar ook als mensch en huisvader
hun een goed voorbeeld te geveu. In deze grond
beginselen voedde hij ook zijne eenige dochter
uit een vroegeren echt, Paula, op, terwijl zijne
tegenwoordige gade hem geene kinderen ge
schonken had.
De andere heer die in het rijtuig zat, was
een Pool, graaf Kielsky; zijne oogen rustien met
een bijzondere belangstelling op het schoone
meisje dat tegenover hem zat. Het zou zelfs
voor een ervaren opmerker moeilijk geweest zijn,
zijn ouderdom op te geven, want hij bezat die
bewegelijke levendigheid in 't gesprek en die
veerkrachtige bewegingen, welke ons zoo dik
wijls doen dwalen in den ouderdom van iemand.
Hij was slank en welgemaakt, eer klein dan
groot en bezat de buigzaamheid en bewegelijk
heid, welke den Polen eigen is; men herkende
in hem dadelijk den wereldburger, die zoowel
aan den gladden vloer als aan de nog gladde
spraak van het salon gewoon is.
Het gezelschap keerde van Baden-Baden terug,
waar de graaf een badkuur ondergaan en Paula
hem gezelschap gehouden had, terwijl zijne gade,
die afkeerig was van de drukte die daar gedu-
O
rende het seizoen heerscht, tehuis gebleven was.
i'
in kennis met den Pool gekomen, en zij hadden
te zamen uitstapjes gemaakt. Kielsky had al
dadelijk aan de schoone dochter van den graaf
een bijzondere opmerkzaamheid gewijd, waaraan
zij zich niet onttrok. Het deed haar zoo goed
gezocht en bemind te wordenzij, het verwende
kind, was dat zoo gewoonen al spoedig
kwam het haar niet vreemd voor hem steeds
in hare nabijheid te zien. Hij was haar ge
leider als zij rijtoerfjes maakte; op zijn arm
leunde zij als zij samen de bergen bestegen
hij bood haar des morgens den beker met
helderen morgendrank aanhij was haar danser,
haar geleider, bevoorrecht boven al hare ver
eerders. En zoo duurde het niet lang of hunne
namen werden steeds te zamen genoemd en het
werd als eene uitgemaakte zaak beschouwd, dat
graaf Kielsky een ijverig dinger naar de hand
der jonge, schoone gravin Schlettendorf was, die
nu nog slechts, naar meisjes-aard, een weinig
bloode was.
»Zal zij hem nemen? Is hij niet te oud voor
haar? Zal de graaf zijne toestemming geven?
Is hij zoo gefortuneerd, dat hij haar in den
glans en weelde, waaraan zij gewoon is, kan
laten voortleven?* Zulke vragen hielden het
badgezelschap onophoudelijk bezig. En wat heeft
een badgezelschap ook gewichtigers te behan
delen, dan aanstaande huwelijken of gebeurde
schandaaltjes?
Graaf Schlettendorf was de eenige, wien de
toenadering van den Pool niet scheen op te
vallenof misschien wilde hij er geen notitie
van nemen, omdat eene ernstig gemeende aan
vraag van Kielsky hem onwaarschijnlijk toe
scheen, cveumin als Paula zijne neiging zou beant
woorden. Het geestig, opgewekt gesprek van den
vreemdeling, zijn scherp vernuft, zijn fijne op
merkingen waren hem te aangenaam, dan dat hij
zich ter wille van lastige praatjes, er van ver
steken zou. Kielsky had voor zijn vaderland
gestreden en geleden en zijn geestdrift er voor,
vrij van alle hinderlijke sentimentaliteit, bezat
Paula had medelijden opgevat voor den een
zamen, vreemden man, en in hare zwarte oogen
schitterden dikwijls tranen, als hij van den ver
loren geboortegrond sprak, van het verlangen
daarnaar en van den vergeefschen strijd. Dan,
o dan had zij hem gaarne een vaderland willen
geveneen blijvende plaatseen beminnende
vrouw, ofschoon ze daarbij niet aan zich zelve
dacht, en zij trachtte hem op te vroolijken en
haar heldere, vroolijke stem oefende een betoo-
vering op hem als niets anders. Geen trotsch
woord van haar had hem ooit gekrenkt, geen
luim hem ooit beleedigd en al bracht zijn ko
men en gaan haar hart al niet in beweging,
toch deed zijne nabijheid haar goed. Voor zoo
ver de Pool had kunnen opmerkenwas graaf
Schettendorf een der rijkste grondbezitters uit
Baden, en dit kon zijn belangstelling, voor het
schoone, eenige kind van den graaf slechts ver-
hoogen. Schlettendorf had hem uitgenoodigd
hem te begeleiden naar zijn landgoed, dat in de
nabijheid van Heidelberg lag. Voor Kielsky kon
niets meer gewenscht zijn, en het kleine gezel
schap bevond zich heden op weg daarheen. Te
Heidelberg vond de graaf zijn wagen en thans
bevrijd van het gedrang en gewoel van den
spoorweg, kon men zich aan het volle genot
van de heerlijke streek overgeven, die door
Kielsky dan ook volop bewonderd werd.
De wagen verliet thans den grooten straat
weg en sloeg een veldweg in; de vlijtige land
lieden hamen eerbiedig de petten af voor hun
heer en keken den wagen nog een poos na eer
zij de sikkel weder aangrepen.
»Daar zijn we thuis* riep Paula, en wees
op een slot, dat bij een bocht eensklaps zicht
baar werd; »wij en ook gij zijn hier thuis,*
voegde zij er hartelijk bij en gaf den vriend de
hand. Deze drukte haar teeder, bijna hartstoch
telijk, en stond toen op om achteruit te zien en
de woonplaats van graaf Schlettendorf in oogen-
schouw te nemen.
anil van
en Altena,
Be Langstraat en <le
Boininelerwaaii
Franco per post zonder prijs-
D O
UIT IIET DUITSCK
VAN
-LL.
tXATr.~Al