31 AUGUSTUS. -1 FEUILLETON. WOENSDAG 31 AUGUSTUS. 1887. Geen Vertrouwen. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. i A n p y i> uob. YOOU Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prijs- verhooging. Advertentiën 1G regels GO ct. Elke regel meer .10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advcrtentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. Nu heden een naam op aller lippen zweeft, allerwege gefeest wordt ter eere van de kleine, doch hooge persoonlijkheid, met dien naam ge doopt, en van alle torens de vaderlandsche drie kleur wappert, nu zou 't niet wel van ons zijn te dezer plaatse over koetjes en kalfjes, zelfs over een belangrijk onderwerp te spreken en de gebeurtenis van den dag stilzwijgend te passeeren. En dat willen we ook niet; de lieve jarige ligt ook ons te na aan het hart om niet lieden een woord aan haar te wijden, nu we dit zoo pre cies op tijd doen kunnen. Ofschoon 't niet noodig is, komt ge er al licht toe, op zoo'n dag uwen almanak op te slaan. Neen, noodig is 't niet, ge wilt de volledige namenrij der kleine eens nalezen, doch u ver warren in de feestdagen zult ge u niet. De verjaardagen der leden van het Vorstelijke Huis« zijn weinig in getal. Moeten we zeggen bedroe vend? Voor het Huis ja, voor de Prinses neen. Ofschoon haar verjaardag zeer zeker niet onopgemerkt zou voorbijgaan al leefden ook alle kinderen des Konings nog, de omstandigheid dat zij alleen van 't kindertal ons behouden geble ven is, draagt er niet weinig toe bij om haar persoon in gewicht te doen stijgen. Zien we in haar niet de toekomstige Koningin? Zullen haar ontwikkeling en de gaven, haar naar verstand en hart geschonken, niet van grooten invloed worden voor onzen staat? Is haar behoud niet een waarborg van rust en vrede binnen de landpalen Genoeg dit alles heeft invloed op onze stemming te haren opzichte en maakt dat we haar vooral op dagen als deze met geheel andere oogen aanstaren, dan we dit zouden doen wan neer ze andere broeders of zusters om haar heen had. Ze is ons daarom liever en dierbaarder en onze vreugde op haren jardag is meer dan eene loutere beleefdheid. En schuilt daarin niet een groot gevaar voor de jonge vorstin Waar ze haar kleine voetjes zet, ziet ze zich door de menigte vergood en toegejuicht, kan dat niet hoogst gevaarlijk wor den voor hare vorming? Zoo vraagt ge en niet zonder reden. Vergeet echter niet dat een liefderijk paar oogen, dat een minnend moederhart over haar waakt en haar veel nader staat dan wij, hare toekomstige onderdanen, die in ons vergeeflijk onverstand zeer geneigd zijn de lieve kleine te vertroetelen en hoovaardij te zaaien in haar jong hart. Ge kent toch, niet waar, de macht der moederliefde en weet, voor hoeveel gevaren deze in staat is het kroost te beschutten en bijtijds te waar schuwen? Geloof niet dat koningskinderen trotsch moeten zijn, omdat ze in een paleis geboren worden. De geschiedenis logenstraft dit na drukkelijk. Hoe dit is, zij die onze kroonprinses Wilhel- mina kennen, hebben geen woorden genoeg van lof en ingenomenheid met het lieve kind. Trots al 't geen ze reeds geleerd heeft, moet ze in 't bezit gebleven zijn van dat, wat een kind van 7 jaren oud, het sierlijkst staat, te weten kin derlijkheid. We zeggen trotswant voor een kind dat reeds meer dan één gouvernante gehad heeft en nu zelfs in 't bezit is van een meester, die haar trouw op alle paden volgt, -naar Wil- dungen, 't Loo en Den Haag, is 't gevaar groot, dat het schoonste tijdperk des levens, de jeugd, te vroeg afgesloten verklaard wordt, dat het oud is voor haar tijd. En onze Wilhelniina moet een van nature zeer vlug kind zijn, dat hare gouvernantes en onderwijzer de zaak be trekkelijk gemakkelijk maakt en eer ingetoomd dan voortgedrongen behoort te worden. De beste wensch op dezen dag in haar eigen belang zal dan ook wel zijn, dat haar opvoeding onder 't oppertoezicht van haar die daartoe aller eerst geroepen is, aan dezulken blijve toever trouwd, die goed inzien dat een mensch, ook een vorstin, eerst dan aan de menschelijke roeping beantwoorden kan, wanneer het leven wortelt in een jeugd van onbezorgde vreugde en dartel spel. Alle andere wenschen kunnen tot later verschoven worden wanneer haar leven gespaard blijft, zal ook de wetenschap, zullen de eischen des tijds en der hooge positie te hunner tijd tot hun recht komen. De viering van dezen dag door het haar liefhebbend Nederland, bestaat uit één groot kinderfeest en is volkomen in overeenstemming met. den aard van 't feest. Muziek en optochten, spelen en traktatiën moeten heden nergens te vergeefs gezocht worden. Zij, die thans op de schoolbanken zitten, zul len in later tijd hare onderdanen zijn en dan zal 't haar en hun goeddoen te kunnen terug zien op den tijd, toen de verjaardag der prin ses vreugde en leven bracht binnen de stille schoolvvanden. Voor een feest als heden avond in de hoofdstad gegeven wordt, waar met eenige honderden kinderen de schouwburg opgepropt wordt, tot stikkens vol, gevoelen we geen grein sympathie. Dat is een leestvorm, door groote menschen uitgevonden, die der jeugd het ver maak toemeten met een volstrekt verkeerden maatstaf. Niet dat ze er niet gaarne heen gaan en geen schik hebben, och ze zullen jubelen van pleizier, doch dat doen de kinderen ook als ze met vuur spelen en scherpe messen han- teeren, maar dit mag geen reden zijn om aan dien smaak toe te geven. Wat we voor de prinses vragen, doen we ook voor onze kinderen, een volle, frissche jeugd, zonder oudmannetjesvermaken en oudvrouwtjes manieren. Geen drama's of blijspelen voor kin deren, maar frissche lucht, vrije spelen en uit bundige pret. Dat gunnen we heden de heele Nederlandsche jeugd, opdat ze van avond, als ze moede te ruste gaat, ter dege weet dat 't een bijzondere dag was, die 31ste Augustus, die verjaardag van de kleine Prinses Den Koning onzen heilgroet op dezen dag! Heeft de tijd hem veel ontnomen, deze heeft hem ook veel geschonken. Moge 't hem nog gegeven zijn, dit eenige kind te zien opgroeien tot een jonkvrouw en mogen zijn laatste levens jaren bestraald worden door 't zonnetje van liefde, dat een liefhebbend kind in zoo'n eigen- aardigen glans kan doen schijnen op 't pad der ouders Ook voor de Koningin onze beste wenschen! Op hare schouders rust de zware taak de toe komstige Vorstin der Nederlanden voor te be reiden tot hare hooge roeping. Wij hebben het reeds gezegd, aan niemand beter dan aan haar, de moeder, is deze taak toevertrouwd. Haar kleine is zonder eenigen noemeuswaardigen tegen spoed thans haar 8ste jaar ingetreden; dat het zoo blijvo, dat hare baan effen zij en de kleine, eenmaal groot geworden, een parel worde aan de kroon der moeder Buitenlandse]! Overzicht. Het debat in het Engelsche parlement over de proclamatie der Nationale Iersche Liga tot verboden vereenigiug, heeft wel niet aan Glad stone de overwinning bezorgd, maar toch ge toond dat de inzichten van Gladstone veld win nen. Zijn voorstel toch, om de proclamatie af te keuren, is verworpen met 272 tegen 194 stemmen, dus met eene meerderheid van 78 stemmen. Een jaar geleden bedroeg de meer derheid waarop de regeering rekenen kon 120 a 130. Gladstone heeft persoonlijk het ministerie aan gevallen en daarbij al zijne groote talenten op de vroegere wijze ontwikkeld. Het debat heeft twee uren geduurd en Gladstone zelf was een uur daarvan aan het woord. Hij noemde de proclamatie eene daad van tirannie, welke de persoonlijke vrijheid van de burgers vau Ier land op het ernstigst aantast. Dat de Iersche Liga tot verkeerde middelen wel eens hare toe vlucht had genomen, dat het boycotten was af te keuren, dit erkende en betreurde hij, nmar eene politieke vereenigiug, welke uit alle stan den der bevolking zulk een reusachtig aantal leden telt, moest eene volkszaak geacht worden. In elk geval achtte Gladstone het beter aau billijke grieven tegemoet te komen, dan veree- nigingen te ontbinden. Het is trouwens wel te begrijpen dat in het land der trade-unions het verboden verklaren van eene politieke vereeni- ging een zeer ongunstigen indruk moet maken. Men mag uit de volgende woorden van de Timesopmaken, dat de Engelsche regeering nog niet zoo spoedig zal besluiten om hare proclamatie toe te passen. De Times* zegt na melijk: »De proclamatie van de Liga als staats gevaarlijke vereeniging sluit daarom niet, »ipso facto,in, dat de Liga door het Iersche gou- G O L O li A I M U N D. (7 Paula mengde zich niet in het gesprek, maar hare zwarte oogen fonkelden in gelukkige te vredenheid, vrij was Alexander nog. Hij mocht niet weten, hoe lief ze hem had. O, de trotsch- heid is erg; maar hij mocht ook geen ander toe- behooren. »Zie,« zei ze en hield de hand voor de oogen om ze voor de zonneschijn te beschut ten, »is dat niet een ruiter, die aan de bocht komt?* »Ja,« zji Schiet!endorf, »en het schijnt een houtvester, en als mijn oogen me niet bedrie gen is 't de oude Haldern. Maar dan ga ik met hem terug, kinderen, hoe mooi 't ook in 't bosch is; de oude man mag den langen weg niet te vergeefs afgelegd hebben. Goeden avond, Haldernriep hij den ruiter toe, die nu bij hen was gekomen, »goeden avond! Uw bezoek geldt zeker mij, niet waar?« »Ja,« riep de aaukomende vriendelijk, »'k wou maar eens zien, of u weder terug waart. Duivels, wat wordt dat meisje mooizei hij Paula toe knikkend, sen daar is waarachtig Alexander ook; nu ik rijd met u meê, laat ik u niet storen Volstrekt niet!* riep Schlettendorf, »neen, mijn oude vriend, wij keeren met u terug. Ge zijt al een uurtje op weg, dat is genoeg, en Marie zou ook te kort gedaan worden, als ge nu nog met ons meê reedt. »Ja,« antwoordde de vriendelijke oude man, »maar het spijt me toch ook, dut ik uw rit in de avondkoelte afbreek.* »Weet ge wat,« zei Schlettendorf, »om u genoegen te geven, ga ik met u, en de twee Haldern, en binnen weinige minuten waren de beide mannen voor de blikken van Paula en Alexander verdwenen. Deze reden zwijgend naast elkander. Het avondgoud schemerde door de boomen en paarden en ruiters wierpen lange schaduwen. Het was wonderlijk stil in 't woud en de vogel tjes sliepen reeds. Maar de krekels waren nog wakker en de muggen dansten in den gouden glans, die door de boomen sloop, alsof hij die twee wilde begluren. »Mijn vader zal u missen,begon Paula ein delijk om de stilte af te breken, die als een slaapdrank haar trots en hoogmoed, dien ze Alexander zoo dikwijls getoond had, benevelde. »Papa houdt van u als van zijn eigen kind, meer dan van zijn kind,* zei ze met een na ijverig gevoel. »Ge zult spoedig een plaatsvervauger voor me vinden, Paula,* antwoordde Alexander, en een droevig lachje vloog over zijne vriendelijke trek ken, »en als ge uw papa een schoonzoon geeft, zal hij dezen licht en gemakkelijk de plaats in zijn hart inruimen, welke ik thans inneem. Maar, als uit vroegeren tijd er nog een plaatsje in uw hart is, Paula, waar een weinig genegenheid voor mij is, o laat me dat, en ik zal tevreden van hier gaan. Verzoek ook Ivielsky, dat hij mij dat plaatsje gunnen wil en tevreden zij met het gansche rijke hart, dat hij gewonnen heeft. »Wat heeft graaf Kielsky met mijn hart te maken?* vroeg Paula onwillig en trotsch. »Ik waardeer en acht hem en hij is een lieve vriend voor mij; maar over mijn hart beschik ik in elk geval ^elve.« »Te Baden besloot men uit uw gedrag, dat gij er over beschikt hadt,« antwoordde Alexander, »en toen ik u van morgen met graaf Kielsky zag, moest ik natuurlijk gelooven, dat men goed gezien had.* »De wereld is heel snel met hare vermoedens,* antwoordde zij ras, »maar ik verzeker u Alexan der,* en ze zag hem \ast en met stralende oogen lijden met den eenzamen man mij een oogen- blilc buiten de palen voert, die de alledaagsche convenientie gezet heeft, en het gevoel mij tra nen en hem een handdruk schenkt »Zijt ge medelijdend?* vroeg Alexander niet zonder eenige bitterheid, vik wist het niet; mij hebt ge 't nooit getoond.Doch eenklaps her vatte hij zich en zei teeder: »Maar medelijden is zoo schoon, zoo goddelijk, het maakt de vrouw tot engel. O, wees eenmaal, slechts eenmaal ook schoon voor mij, zeg mij, dat het u smart, dat ik zonder vrienden en zonder liefde door het leven gaan zal!* Alexander,* riep het jonge meisje geschokt, »doet ge dat dan? Zijt ge dan niet gelukkig?* en zij beantwoordde zachtkens den druk van zijn hand, die de hare omvat hield. »Neen,« zeide hij, »ik kan het geluk maar niet vatten, eu toch is 't zoo dicht bij me; o Paula, ik heb het in mijn hand, laat het me houden Paula sidderde aan alle leden, maar geen ge luid kwam over hare lippen. Alexander boog zich voorover; daar werd zijn paard eenklaps schichtig voor een bedelaar, die in 't gras ge legen had en onvoorzichtig opsprong. Het nam een geweldigen sprong, stijgerde hoog op en holde toen in wilden loop weg. Te vergeefs beproefde Alexanders krachtige hand het te be dwingen, het was niet staan tot staan te bren gen. Paula had van schrik een gil gegeven, maar zij verloor haar tegenwoordigheid van geest niet; ze beproefde hem te volgen. Daar zag ze uit een zijpad eensklaps haar vaders ouden rent- meest.r komen en riep hem toe:»Om Godswil, menheer Kirn, hou dat paard tegen!* De oude man beproefde ook werkelijk het dier den weg te versperren, maar het sprong op zij en wilde op het smalle voetpad voorthollen. Maar hier groeiden varens en braambessenstruiken zoo dicht, dat het met de voorpooteu zich er in verwarde, èn ros èu ruiter sloegen hals over hoofd op den grond. Paula zag hem vallen en slaakte een Ze liet zich van 't paard glijden en was oogen- blikkelijk bij hem. Het kostte den ouden Kirn genoeg moeite hem van onder het paard te werken en Puula op een afstand te houden, die niet afliet hem te willen helpen. Alexander had de oogen gesloten, maar van onder het blonde haar drong bloed en droppelde warm op Paula's hand, die zijn hoofd onder steunde. »Hij mag, liij zal niet sterven,riep ze hartstochtelijk, >ik kan hem niet missen! Alexander, o mijn God, spreek slechts nog één maal tot me.« De rentmeester was aan Alexan ders zijde geknield en onderzocht met sidderende hand zijne wonde. »Stel u toch gerust, genadige gravin,* smeekte de oude man, »de pols slaat zoo krachtig, de wonde is niets dan een diepe schram en de ge nadige heer is slechts verdoofd. Paula was den rentmeester bijna om den hals gevallen voor die blijde tijding, en werkelijk sloeg Alexander da oogen op. Zijn eerste blik trof Paula, die over hem gebogen, nog altijd zijn hoofd aan haar borst liet rusten. »Hoe zalig!* fluisterde de jonge man en be proefde zich op te richten. »Hoe gevoelt ge u, Alexander?* vroeg Paula angstig, »zijt ge misschien nog ergens gewond? Doet uw hoofdwond zeer? O, kom toch tot u zelf!* bad zij, toen hij niet antwoordde en zijne oogen met een zonderlinge uitdrukking op haar richtte. »Ja, ik kom tot me zelf, ik weet het,* zei hij, >o ik zon het nog hooren al lag ik in 'tgraf. En dat was geen droom, dat was uw stem, Paula. Meer weet ik niet, maar zeg het nog eens.* Een donker rood bedekte Paula's gezicht. De oude Kirn knielde nog altijd in 't gras naast Alexan der. Maar hij was een vriendelijk, bescheiden, oud mau; hij zag dat er geen gevaar was en stond op. Hij hield zich met Alexanders paard bezig, dat nog altijd aan alle leden sidderde, hoewel het zich niet bezeerd had, en leidde het naar eene opene plaats. OP NIEUW UIT HET DUITSCH VAN 11 l ri lI' i111iailal;

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1887 | | pagina 1