Dr. MEZGER. FEUILLETON. Geen Vertrouwen. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. Om den uitslag der Verkie zingen op te kunnen nemen, verschijnt de courant voor deze keer één dag later. .M 609. ZATERDAG 3 SEPTEMBER. 1887. Y00U Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATELtDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prijs- verhooging. Advertentiën 16 regels 60 et. Elke regel meer 10 et. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. Geen naam van eenigen Nederlander is in Europa zoo algemeen bekend, geen professor van onze hooge scholen heeft zulk een vermaardheid als dr. Mezger van Amsterdam, tot wien elk jaar tal van landgenooten en vreemdelingen hun toevlucht zoeken voor kwalen en ongemakken, die met geen inwendige geneesmiddelen te ver helpen zijn. Ieder weet het, wanneer Mezger practiseert, wappert steeds van 't Amsfel-Hötel de eene of andere vreemde vlag, omdat 't er dan nooit mankeert aan vorstelijke personen. Mezger is een eer voor ons land, voor de hoofdstad van onberekenbare waarde, en voor 't Amstel-Hótel de eenige, doch dan ook een goede waarborg, dat de aandeelhouders op winst kunnen rekenen. Geen wonder dat deze aandeelhouders en ver der allen, die voordeel hebben door den toevloed van vermogende gasten, in zak en asch zaten, toen het gerucht waarheid bleek, dat de beroemde man in onderhandeling was met een geneeskun dige inrichting te Wiesbaden. Van regeering noch stadsbestuur heeft men dit kunnen zeggen. Deze hebben, naar 't schijnt, geen notitie geno men van dr. Mezger. Ook in wetenschappelijke kringen schijnt geen sprake geweest te zijn van eenige poging, den gevierden man aan Neder land te kluisteren. Hoe de regeering hem be handeld heeft is uit Mezgers eigenhandig schrijven wereldkundig. Hoe de geneeskundige wereld tegenover hem staat, meldt hij niet, doch is uit zijn schrijven gemakkelijk op te maken. Het onweer is afgedreven, Mezger blijft in de hoofdstad, de aandeelhouders kunnen gerust zijn, behalve zij, die hun effecten van de hand ge daan hebben, omdat ze 20 pCt. gedaald waren. Amsterdam zal van tijd tot tijd weer hooge gasten te herbergen krijgen en Nederland zijn meest bekenden geneesheer niet verliezen. Wat dr. Mezger genoopt heeft om het glans rijke aanbod, hem uit Wiesbaden gedaan, van de hand te wijzen, wij weten het niet. Wanneer het alleen uit liefde tot zijn land en zijn woon plaats is, dan moet die wel sterk spreken, want zooveel dankbaarheid heeft noch de hoofdstad, noch 't land verdiend. Dit is echter een zaak tusschen hem en de hoofdstad en van minder algemeen belang. Wel is dat echter de persoon van onzen docter en zijn genezingsmethode en daaraan zullen we te dezer plaatse nog enkele woorden wijden. Mezger is een forsch gebouwd, sterk gespierd man, met veel liefde voor zijn wetenschap en zijn medemenschen. Niet het minst zouden de armen zijn heengaan betreuren, want 's winters maakt hij honderden op één avond gelukkig. Zijn arbeid schijnt goed betaald te worden, doch vergt ook veel van hem. Men komt niet bij hem om een oogenblik plaats te nemen, ten einde naam enz. op te geven, verslag te doen van zijn ziekte, eenige vragen te beantwoorden, een recept in ontvangst te nemen, een stapeltje rijks daalders ter sluiks neer te leggen en stillet jes heen te gaan, neen, die zich tot Mezger wendt, komt er zoo niet af. Stel ge hebt een stijven arm, waarmee ge hier en daar geweest zijt, en waarvoor ge verschillende smeersels gekregen hebt, die geen baat geven. Ge wendt u tot Mezger. Deze ontvangt zijn patiën ten in de benedenzalen van 't Amstel-Hótel en troont daar niet in deftig zwart kostuum en een zachte rolstoel, waaruit het hem moeite kost zich te verheffenhij ontvangt u in wit over hemd met opgestroopte mouwen, en wanneer hij u uitnoodigt eveneens den arm te ontblooten, sta dan vast, want terwijl zijn eene hand de uwe grijpt, begint zijn andere onbarmhartig de zieke plaats te wrijven en te kneeden, dat ge 't wel zoudt kunnen uitschreeuwen van pijn. En dat duurt zoolaug tot hij 't genoeg oordeelt, 's Avonds nog gevoelt ge in uwen arm dat de sterke hand van Mezger hem te pakken gehad heeft, en den volgenden dag bemerkt ge tot uw onuitsprekelijk genoegen dat er ietwat meer leven in dit lichaamsdeel gekomen is en vol hoop be geeft ge u andermaal tot den gevierden man. Na enkele bezoeken zijt ge genezen en wanneer ge 't gevraagde honorarium betaalt, zijt ge meer dan overtuigd, dat deze geneesheer dit werkelijk ver diend heeft. Mezgers geneeswijze is niet geheel nieuw, of schoon 't buiten kijf' is, dat hij tegenwoordig aan haar hoofd staat. De vader zijner methode is de Zweedsche geneesheer dr. hing, wiens in zichten omtrent heil-gjmnastiek en massage methodisch uitgewerkt zijn door dr. Eulenberg te Berlijn. Het woord massage, komt af van 't Grieksche woord wrijven. Toen Mezger te Amsterdam studeerde, was hij, als adsistent-arts van prof. Van Geuns, meermalen in de gele heid verlammingen te behandelen, die hardnek kig weerstand boden aan de gewone genees wijzen. Dit bracht hem op de massage en zijn groote verdienste is deze wrijfmethode streng doorgevoerd en van veel omslag gezuiverd te hebben. Zijn systeem bestaat uita. Wrijven in rechte richting met de ringers, de ballen der hand of de geopende hand, door olie bevochtigd, met meer of minder sterken druk over de zieke plaatsen, naar de richting van het hart; b. idem in draaiende beweging met de vingertoppen der eene, terwijl de andere de voorgaande beweging uitoefent. Dit middel wordt toegepast bij be handeling van de gewrichten of tot het doen verdwijnen van gezwellenze is het moeilijkst deel der massagec. het kneeden hierbij wordt de zieke plaats met de handen of de vingers opgeheven en gelijkmatig golvend bewogen en met gelijktijdige aanwending van een krachtigen druk als een stuk deeg gekneed d. het kloppen, 't welk daarin bestaat, dat de zieke deelen ge- stooten of geklopt worden en wel met een of meer vingertoppen, de buitenzijde der hand of ook wel met de opene of gesloten hand, zelden echter met instrumenten. Zijn deze noodig dan wordt een gutta-percha hamer, een stokje, een bos pennen of houten hamer gebezigd. Het kloppen dient om door sterke spieren heen in vloed te oefenen op diepe plaatsen. Verder volvoert Mezger met zijn patiënten al die bewegingen, waartoe zij zelf niet in staat zijn en heeft hij bij de hand tal van materialen, tot dat doel benoodigd. Handschoenen, borstels, en wat vroeger meer bij massage noodig ge oordeeld werd, heeft hij aan kant gedaan. Hij gebruikt alleenlijk de handen, te voren met vaseline, glycerine of cold cream bestreken. De massage, zeggen hare voorstanders, brengt tot spieren en zenuwen nieuw bloed, bevordert de stofwisseling en de opneming van voedings producten. Doch ze moet door de doctoren zelf toegepast worden, omdat een leek in den regel minder bekend is met den bouw van 't menschelijk lichaam. Dr. Mezger spaart dan ook zijn spieren niet, wanneer het noodig is die zijner patiënten tot werkzaamheid te brengen. Dat is in 't kort de massage. Ze is eigenlijk een onderdeel der gymnastiek en gelijk ieder weet, vindt ze niet bij uitsluiting in dr. Mezger haar beoefenaar. Er zijn zelfs in den laatsten tijd verschillende navolgers opgetx-eden, aangelokt door het groot succes van den vermaarden meester. Ten slotte zij nog aangestipt dat bij voorkeur bij de massage baat gezocht wordt door lijders aan verlamming of verzwakking van sommige spieren en aan rheumatiek, in verschillende ziekten der zenuwen en gewrichten en in enkele hals-, oog- en onderlijfziekten. Buitenland. FRANKRIJK. Men meldt uit Weenen aan het »Journal des Débats«De prins van Coburg heeft een zeer besliste en energieke houding aangenomen. Hij verklaarde aan do Bulgaarsche politieke personen, dat hij zich als dictator in Bulgarije beschouwde en voor geen middel zou terug deinzen om de orde te herstellen en zijn gezag op soliede grondslagen te vestigen. Hij voegde er bij, dat hij zich niet veel om de bedreigin gen van Turkije en de mogendheden zou be kommeren. De sarcophaag, waai-onder de stoffelijke over blijfselen van Napoleon III rusten, is uit de kapel te Chislehurst naar Farnborough overge bracht. De beide lijkkisten van den Keizer en den Prins zullen in allen eenvoud dezer dagen getransporteerd worden en ook op 't graf van den zoon van Napoleon zal dan een sarcophaag G O L O RAIMÜND. (8 »Ik dank God,« zeide ze zacht maar met vaste stem, »dat Plij mijn angstkreet gehoord heeft, en ik neem het geschenk verheugd uit zijn hand. Gij leeft, en »En,« zei Alexander dringend, »o, ik bid u, spreek het uit: en »Yoor mij!« zeide zij, en hare zwarte oogen straalden als zonneschijn, »voor mij God zij geprezen Alexander jubelde luid; hij trok haar neder en bedekte den bloeienden mond en de lieve oogen met zijne kussen. Maar Paula maakte zich los; »o, 'k bid u,« zei ze, »denk aan u zelf; kunt ge u oprichten? Yoelt ge u nog ergens gekwetst Alexander sprong op. »Zoo krachtig, zoo vrij, zoo licht, dat ik geloof, dat ik u tot in den hemel zou kunnen dragen. Maar Paula stelde zich niet gerust, hij moest weder gaan zitten en zij droogde met haar fijne doek het bloed, dat nog altijd langs zijne sla pen vloeide, en hij legde het hoofd in haar schoot en beweerde, dat dit de schoonste plaats der wereld was. Eu de tijd vloog om, maar de geliefden be merkten het niet, hoewel het eene sterretje na het andere aan den diepblauwen hemel verscheen. Eindelijk wekte hen het kuchen van den ouden Kim, die verscheen om te vragen, of de baron zich sterk en krachtig genoeg voelde om den terugweg aan te nemen. »Het wordt al knapjes donker,meende hij, »en de vochtigheid van 't gras kon den heer baron nadeel doen aan »Ik danlc u, beste Kirn, voor uw zorg; ik ben weder geheel in orde en dus willen we terug gaan.« Men ging naar een open ruimte en de twee jonge lieden bestegen hunne paarden. Kirn bracht hen op den goeden weg door 't woud, opdat zij aan den zoom daarvan een weg kon den nemen, die lichter en veiliger was en ging toen heen. De sterren fonkelden met vriendelijken glans, als wilden ze de twee groeten, die zoo gelukkig naast elkander voortreden. Het was zoo stil, geen blad bewoog zich, geen geluid weerklonk. In 't gras glinsterden de glimworpjes, hieven zich op en zweefden tusschen de dichte blade reu. De beide jonge lieden spraken niet meer, maar in hun hart fluisterden duizend stemmen van hun geluk, en hunne liefde glansde voor hen als een stralende zon. In 't slot waren de lichten reeds aangestoken en toen zij op het plein reden, kwam de graaf van de steenen trappen af. »Hoe laat!« zeide hij met een aanval van verdrietelijkheid, »mama werd reeds bang.« »Godlof voor niets,zei Paula, »maar ze had er licht reden voor kunnen hebben. Alexander is erg gevallen. De graaf trad verschrikt nader. ^Alexander, mijn jongen, wat voor streken voert ge uit, is 't werkelijk goed afgeloopen?« »Heel goed,« zei de jonge man en sprong vlug van 't paard, »ik kan doen, wat ge wilt, maar geen te zamenhangend verhaal geven.Paula was met behulp der bedienden afgestegen en ging met den graaf de trappen op. »Nu, Goddank dat ge terug zijt. Mama heeft, zooals ik zei, allerlei voorgevoelens gehad. Gelukkige papa?« vroeg Paula in 't voor huis blijvende staan, en ze vatte zijne beide handen, »dan hebben ze haar niet bedrogen. Ik ben o zoo gelukkigik kan 't niet langer op mijn hart houden; ge moet het nu dadelijk weten: ik ben Alexanders bruid geworden. »Te drommelriep de graaf; maar een hel- mijn oude dagen zoo vroolijk maakt.En hij trok hen in de naaste kamer en drukte zijn dochter aan zijn hart en schudde Alexander de hand. »Ik verblijd me, Paula, dat de liefde voor Alexander over den hoogmoed gezegevierd heeft, die ge tegenover den rijken erfgenaam meendet verschuldigd te zijn,« lachte de graaf. »Wat is dat toch?« vorschte Alexander. »Dat vertel ik u morgen,zei Paula, lcom nu mee naar mama; mijn geluk maakte me stil, toen ik bij u was, hier moet ik er van spreken. De graaf opende de deur. Marie,riep hij, »ge hebt toch een voorgevoel gehad. »Wat, wat?« riep ze, »wnt is er met Paula gebeurd »Ze is Alexanders bruid gewordenriep de graaf met vroolijke stem en trok de twee vrou wen tot zich. Marie vouwde de handen en zag stom en dankbaar de jonge lieden aan, die vreugdedronken voor haar stonden. Nog eens was zij gered en haar beklemd hart stamelde een warm dankgebed en hare tranen vloeiden, toen zij .Paula aan hare borst knelde. Kielsky trad nader bijhij gaf het jonge meisje de hand en wenschte haar geluk. Hij droeg de tijding tamelijk licht; het gesprek met Marie had den glans, die Paula omstraalde, zeer verminderd. Toen Paula 's avonds op haar kamer kwam, scheen de maan even helder en rein als gisteren, toen ze vergeefs naar rust had uitgezien. Zij trad aan 't vensterdaar lag het dorpje stil en vreedzaam. »Daar ginds woont wel de vrede, fluisterde zij, »maar hier,« en zij lïgde de hand op 't hart, »hier woont het geluk; o God, waak Gij er over!« Kielsky bleef nog slechts weinige dagen te Schlettendorf, hoe de graaf hem ook tot blijven drong. Er was hier niets meer, dat hem bond; Paula was voor hem verloren en Marie bleef een trouwe vrouw; Kielsky wilde met geweld geen gunstbewijs koopen. Toen hij weg was, gaf Marie een zucht van verlichting; hij had afscheid genomen en zooals hij hoopte voor altijd. Driemaal hadden de kastanjeboomen te Schlet tendorf gebloeid en hoe de dagen ook kwamen en gingen, wat zij brachten voor lief en leed, Kielsky kwam niet terug, zoodat de herinnering aan zijn plotseling verschijnen niet meer be angstigde dan het denken aan een zwaren alceli- gen droom, die gelukkig bij 't ontwaken ver vliegt. Wel vloten in den donkeren nacht nog vaak hare tranen, maar zij waren niet bitter, zooals de vertwijfeling en de angst voor nieuwe schuld en nakend onheil ze weenen; het waren klachten over 't verlorene paradijs van haar hart, over het verspeelde heiligdom der liefde. Maar de stijgende zon wierp hare stralen niet alleen in haar stille kamer, de gouden zon scheen ook in dat stil bedroefd hart en droogde de tranen op hare wangen en riep een lachje op hare lippen. De tranen behooren aan den nacht, den donkeren, den zwijgenden nacht; de dag met zijn helderheid en zijn luiden jubel verstaat ze niet; hij maakt duizend aanspraken op het hart en op de plichten der menschen en Marie vervulde de hare des te ijveriger en te nauw gezetter, hoe meer zij tot zich zelve zei, dat ze de liefde van haar gade niet in die mate waard was, als hij dat meende. Deze zomer beloofde aan de bewoners van het slot Schlettendorf een vroolijk, druk leven, want Paula was terugge keerd met haar man en in hare armen rustte een schoon, lief, klein kind. »Het is een jon gen^ zei ze, en in hare van vreugde glinste rende oogen glom trots toen ze het den graaf toestak; »en zie eens, hoe het Alexanders even beeld isen nu moge God hem ook zoo'n hart geven.De graaf werd weder jong op het zien van zijne kinderen, want Paula was, als altijd, het bezielende, opwekkende element. Zij duldde geen droefheid, geen wegzinken in voorbijgegaan leed; de tranen moesten gedroogd, de smart verminderd, de nood verlicht worden waar ze giiig. Zij, het zondags-kind, hield van vreugde en ze goot zoo gaarne den zonneschijn der te vredenheid ook over vreemde harten. Daarom mnk heminden baar da armen en bedroefden uit NIEUWSBLAD Lam! van Heosilen on Altena, De Langstraat eis de Itoiiiiiielerwaai'd. f--F j.ti OP NIEUW UIT HET DUITSCH VAN Vinofd wmif]en iil< kof rap -ia

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1887 | | pagina 1