eu Alteiia,
on de
imelerwaard.
Zonderlinge Advertentiën.
FEUILLETON.
Geen Vertrouwen.
M 613.
ZATERDAG 17 SEPTEMBER.
Uitgever: L. J. YEERMAN, Heusden.
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
verhooging.
tot
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Ingezonden stukken
Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
Den vorigen keer hadden de uitweidingen zóó
veel plaats ingenomen, dat er ruimte was voor
slechts één zonderlinge advertentie. Om mijne be
lofte gestand te doen, zal ik de verzameling van
mijn vriend nog eens doorsnuffelen en eene enkele
advertentie als curiositeit mededeelen.
In het Handelsbladvan 24 Jan. 1873 vin
den wij de volgende aankondiging
»M. L., kapper alhier, heeft eene schoone
collectie onzichtbare pruiken en toupets
ontvangen. Het publiek wordt uitgenoo-
digd ze te komen zien.«
Deze advertentie doet denken aan den schilder,
wien door zijn vorst eene schilderij besteld was.
Hij, de schilder namelijk, was wat lui uitgevallen
en had na verloop van eenige dagen nog niets
gedaan dan het doek gespannen. De vorst met
zijn gevolg kwam kijken en de verraste schilder,
die niet verlegen uitgevallen was, legde zijn kunst
werk aan de bezoekers uit, er bij voegende, dat
de schoonheden van zijn werk alleen te zien wa
ren door hen, die van onverdachten adel waren.
Allen vonden het dus mooi, want niemand zou
willen bekennen dat hij niets zag, daar hij dan
den schijn op zich zou laden, dat zijn adel van
verdacht allooi was.
Een ongelukkige vader, die gaarne mooie uit
drukkingen gebruikte, adverteerde:
»Mijn zoon Ferdinand heeft het leven verlo
ren, tengevolge van een val uit den toren.
Allen, die de hoogte van den toren ken
nen, zullen beseffen, hoe diep mijne smart
is.«
Een ander maakte bekend
»Het behaagde den Heer, op eene reis naar
P., het jongste onzer kinderen aan de tan
den tot zich te nemen.
Een derde deelde mede, het was in een Duitsch
blad
Heden morgen overleed mevrouw Hoffinger,
kamervrouw van Hare Majesteit, geboren
Broes.
De eigenaar van een kleêrenmagazijn te Wee-
nen annonceerde zijn nieuw model overjassen als
volgt
»Ter eere van de samenkomst der drie Kei
zers te Berlijn, heb ik naar een nieuw mo
del vele honderden overjussen laten ma
ken, genaamd alliantiejassen. Zij zijn so-
liede als de Oostenrijker, weerstand bie
dende als de Pruis en duurzaam als de Rus.
In het Nieuws van den Dag« van 23 April
1874 lezen wij
»Met franco toezending van eenige uitge
knipte en uitgekamde haren, kan iedereen
van mij inlichtingen verkrijgen a 75 cent
het fleschje.«
In de »Times« stond eene advertentie in Juni
1862:
»Aan menschenvriendenDoor een heer
wordt terstond ter leen gevraagd eene som
van 150 pond sterling voor onbepaalden
tijd. Hij kan geen waarborg geven voor
de terugbetaling, en het is wel mogelijk,
dat de intrest niet nauwgezet zal worden
betaaldmaar door het voorschot zal hij
gered worden. Als een inensch en vriend
onder deze voorwaarden het geld wil voor
schieten, zal dit den steller zeer verwonde
ren en verplichten.
Punch haalt de volgende advertentie aan, on
der het motto »Een man te koop«
»Let wel: wanneer de heer T., die kamers
heeft gehad in de C.-straat no. 77, niet
binnen drie dagen den hond komt halen,
dien hij daar heeft achtergelaten, dan zal hij
verkocht worden om de kosten te dekken.
»Aan den grooten weg is een luchtige kamer
te huur, voor een heer van achttien vcet
lang en dertien voet breed.
Gisteren is in het Casinoeen parapluie in
gedachten blijven staan.
Wegens gebrek aan ruimte i3 een prachtige
doekspeld te koop.«
»Een groote, sterke vleugelpiano, octaaf,
bijna nieuw, is voor een billijken prijs te
koop. Te spreken van 13 uur in de
Houtstraat no. 4.«
»In de Bokstraat no. 37 zijn op de eerste
verdieping nog niet uitgevonden parapluies
te koop, ten gebruike bij goed en slecht
weer.
»Te beginnen met den 15n dezer, zal er ie
dere week eene verkooping plaats hebben
in rniju huis van boter«
Ten laatste nog de onvertaalbare advertentie:
»A louer. Deux chambres sur le derrière
d'un boulanger, qu'on peut couper en
deux.
De zonderlingste onder de zonderlinge adver
tentiën vindt men natuurlijk in Amerikaansche
bladen, waar couranten als paddestoelen verrijzen
en weer vergaan, en waar de uitgevers tot de
vreemdste middelen hun toevlucht moeten nemen
om aan de abonnementsgelden te komen. Wij
herinneren ons nog, hoe eenige weken geleden
een uitgever berichtte, dat zijne abonnés hem
konden betalen met een mooien jongen hond. In
24 uur was zijn geheele bureau vol jonge honden
en hij kon maar zorgen, hoe hij ze weer kwijt
werd.
Een ander, die over slechte betalers had te kla
gen, maakte bij advertentie aan zijne lezers be
kend
»Wij beijveren ons een christelijk leven te lei
den en hopen in den hemel te komen. Hoogst
aangenaam zal het ons zijn, u ook daar te ont
moeten, dat echter niet het geval zal zijn, wan
neer gij ons niet betaalt, wat gij ons schuldig zijt.«
Deze was beleefd, evenals de volgende:
»Het is zeer opmerkelijk, dat nog nooit iemand
die geregeld de abonnementsgelden voor zijne
courant betaalde, een zelfmoord heeft begaan. Op
zeer weinig uitzonderingen na, is een lang leven
steeds het loon geweest van eene geregelde vol
doening. Het is dus in uw eigen belang, ons da
delijk te betalen.
»Wij hebben opgemerktzoo adverteert een
derde, »dat het niet betalen van den abonnements
prijs een er courant in den regel de eerste schrede
was tot het bedrijven van misdaden. Mogen onze
lezers zich deze waarschuwing ten nutte maken.
Anderen zijn niet zoo beleefd. »Hijzoo maakt
een redacteur bekend, »hij die den abonnements
prijs van zijne courant niet betaalt, moge in een
woestijn vol buskruit door den bliksem worden
getroffen. Moge hij, wanneer hij een nauwe laars
aantrekt, daarin eene zwerm wespen vinden. Moge
hij gedoemd zijn een blad uit te geven, welker
abonné's allen even gemeen zijn als hij zelf. Moge
hij met sterkwater worden ingezeept en met een
handzaag door een dronken barbier geschoren
worden.
De uitgever van een weekblad in Kentucky had
zeer slechte zaken gemaakt en moest de uitgave
van zijne courant staken. Hij kondigde die sta
king op de volgende wijze aan zijne geabonneer-
den aan
»Wij zijn op de fleschDe haan van Job in
diens treurigste dagen was een rnillionnair in ver
gelijking met ons. Wanneer op dit oogenblik de
maat zout twee centen (bij ons vijf) kostte, zou
den wij toch nog niet zooveel zout kunnen koo-
pen, als noodig zou zijn om één aardappel te ko
ken. Wij leggen dus onze taak neer.«
De huwelijks-advertenties zal ik maar laten
rusten, hoewel daar ook zeer curieuse onder ge
vonden worden.
Buitenland.
IERLAND.
O'Brien werd, toen hij van Dublin naar Cork
werd overgebracht, aan de verschillende stations
door een talrijke menigte met geestdrift begroet.
Te Cork kwamen de burgemeester en een groot
aantal inwoners hem tegemoet en zij escorteer
den hem naar de rechtbank, van waar hij naar
de gevangenis werd gebracht.
In een vergadering van den gemeenteraad te
Dublin gispte de Lord-Mayor in krachtige taal
de houding der Regeering bij de jongste mee
tings en noemde hij die een van »terrorisme«
en »moorddadig geweld.Hij stelde voor de
zaak te brengen »in committee« voor het ge
heele Lagerhuis. Men keurde dit goed en nam
verder moties aan ten gunste van O'Brien.
Bij het stapdje tusschen politie en maanlich-
ters te Lisdoonvarna is de hoofdkonstabel Whe-
lehan gedood. De politie had vernomen, dat
een aanval was beraamd op het huis van Thomas
Sexton, die een geboycotte hoeve bewoonde.
Whelelian trok er heen met eenige agenten; hij
was in gewone kleeren en bleef buiten het huis;
men vond hem dood liggen met bebloed hoofd
en in het lijf een aantal lcogelwonden. De man
was getrouwd en laat 5 kinderen achter; hij
was 22 jaren in dienst geweest.
Volgens de Central News« was het standje
te Ballyporeen bij Mitchelstown van weinig
G O L O RAIMUND.
(12
Zij gingen naar de slaapkamer der gravin en
vonden deze tot hun verbazing in een licht mor
gengewaad gekleed voor 't open venster zitten.
»Dat is nu eens een blijde verrassing,riep
de graaf, haar omarmend, »mijn lieve, goede
vrouwben je dan werkelijk beter en zonder
pijn Sluit het venster, Paula, het is niet goed
v. H zoo in eens aan de frissche lucht bloot te
.eilen, en hier« zei hij en nam dienstvaardig
t zacht kussen van den kleinen divan, die tegen-
haar bed stond, »gij zijt nog zwak, ik zal 't u
'■-makkelijk maken. O, Paula, mama heeft geen
-etbankje, kind, waar denk je toch aan?«
»Dat u mama zelfs niet de minste rust en
mij geen oogenblik aan 't woord laat komen,
zeide ze lachend. »De grootste weldaad voor
haar is, dat we zoo weinig mogelijk spreken
en ons niet te veel met haar bemoeien; ik ken,
wat dit betreft, mama's aard. Heb ik geen ge-
lijk vroeg ze vol liefde en zette zich naast
haar op een laag stoeltje.
De gravin knikte vriendelijk en streek haar
liefkozend over het zwarte haar, maar hare
vochtige oogen hingen onafgewend aan de trek
ken van haar gade^ alsof ze hem danken wilde
voor de liefde, die haar gelukkig maakte en die
zij voelde niet te verdienen. »Ik ben heel wel,«
zeide ze, »maar Paula heeft gelijk, rust alleen
heb ik noodig; en opdat ik die zooveel moge
lijk hebben zal, moest ge zoo goed zijn en de
partij bij den opperhoutvester von Haldern niet
en« zij lachte zonderling, »dan zal ik me wel
en licht gevoelen.
Welke tegenwerpingen de graaf ook maakte,
Paula viel de gravin bij en verzekerde dat kaar
tegenwoordigheid want zij bleef in elk ge
val thuis voldoende was om den graaf alle
zorg te ontnemen. Marie verzette zich daar wel
tegen, maar Paula hield vol.
»lk bid u, neem het aan,« zeide ze, »want
anders zal niemand gaan, daar papa u niet
alleen zal laten. Wilt ge uw wil hebben, dan
ontneemt ge den opperhoutvester zijn mooie partij,
u zelve de verlangde rust en mij den vrijen tijd,
dien ik noodig heb om eenige toerustingen te
maken voor overmorgen, wanneer mijn man
jarig isik moet ook nog een goede plaats
zoeken voor mijn portret, dat heden aangeko
men is. Ik zal u niet storen; ik blijf in den
tuin of op mijn kamer en zal alleen komen,
als u me laat roepen.
De gravin was overwonnen, en ze was ook
tevreden, als ze maar den vorschenden en be
zorgden blik van haar gade kon ontwijken.
De middagdisch liep stil af. Marie was bleek
en sprak weinig; maar men vond dat natuur
lijk, ja, Paula gelastte dat zelfs. Toen de koffie
gebruikt was, braken de mannen op, de graaf
niet zonder teeder afscheid genomen en harte
lijke vermaningen gegeven te hebben. Paula
begaf zich naar haar kind en wandelde met
hem in 't park, en Marie was nu alleen. Maai
de diepe stilte, die haar omgaf, bracht den storm,
die in haar schuldgevoelend harte woedde, niet
tot rust. De eenzaamheid versterkt elk mach
tig gevoel, berouw vooral. En toch moest Marie
haar alleenzijn nog gebruiken om een nauwkeu
rig plan te beramen, hoe ze dat werk zou vol
voeren. Vreeselijke bezigheidZij vatte het
eene denkbeeld na het andere op, om ze weer
te verwerpen, en de voorstelling alleen verstijfde
haarr "Nd. Eens dacht ze er ook aan, alles aan
lmn^^ggje bekennen; Kielsky kende hem wel
graven En zou Schlettendorf vergeven
Wel den misstap van haar jeugd, maar nooit
het bedrog dat ze jaren lang aan hem gepleegd
had. Zijn trots, dat wist ze wel, zou breken
voor haar zelfbeschuldiging, maar de huichel
achtige leugen kon zijn edel, waarheidlievend
hart nooit bevredigen voor de toekomst, en de
verlichting van haar hart zou hem den vrede
en het zoete geloof van het zijne kosten. Neen,
dat mocht niet gebeuren; het bracht geen red
ding aan haar, en ze wierp zich in een warm
gebed op de knieën, opdat God helpen en ver
geven mocht in dezen grooten nood.
Marie stond weder op en trad aan 't venster;
de rust van den avond lag met gloeiend rood
op de toppen der boomen en in den slottuin
was alles stil. Zij wilde de daad volbrengen,
eer haar man thuis kwam, en ze ging zacht
naar zijn kamer om den sleutel weg te nemen,
waarmee de deur van het archief geopend werd.
Zij vond hem op de gewone haar bekende plaats.
Voorzichtig om zich ziend, of geen verspieder
haar bemerkte, ging ze met haastige schreden
over de galerijdie om het oude, eenvoudige
gebouw liep en opende met sidderende hand de
zware, eiken deur. Ademloos bleef ze staan in
het hooge vertrek waarvan de vensters op één
na, dat op den slottuin uitzag, alle met luiken
gesloten waren, zoodat de kamers in diepe duis
ternis gehuld waren. Marie was honderdmaal
met haar man dit vertrek binnengegaan\n nooit
had zij daarbij iets pijnlijks gevoeld; maar he
den staarden haar die hooge kasten en boeke-
plankeu, die met papieren en acten bedekte
tafels spookachtig dreigend aan, spotachtige ge
zichten schenen haar uit eiken hoek tegen te
grijnzen en dreigende stemmen riepen: terug!
Marie sloot bevreesd en ontzet de oogen en
drukte beide handen tegen haar*- wild kloppend
hart. Eindelijk vermande ze zich en liep naar
een der tafels. Daar lagen oorkonden, familie-
regLters. pro^s-actcn, koop- en verkooppapie-
welke kast of kist, de graaf het bewaarde; ze
wist niet eens, of hij wel groote sommen in het
archief had neergelegd. Ze draalde; daar viel
haar blik op een kleine, vuurvrije, ijzeren geld
kist, die in den hoek van het vertrek stond.
Het was het kerkfonds van het dorp Schletten
dorf, welks beschermheer de graaf was. Marie
had nog pas geleden gehoord, hoe haar gemaal
met Kirn er over gesproken had, dat hij alleen
goede obligaties op zicht had aangeschaft, en
ze wist ook dat het fonds grooter was dan de
som, die ze behoefde. Maarzij draalde; dat zou
een drievoudige misdaad zijn, het was de be
zitting van een kleine, arme gemeente, heilig
goed, want het was aanvertrouwd. Maar toch,
wat moest ze doenDe graaf moest het ver
goeden, en dan was toch hij alleen de bestolene.
Marie legde zachtkens voelend de hand op het
slot; ze had den sleutel niet, de graaf droeg
hem altijd bij zich aan een sleutelring. Ze moest
dus wachten en van zijn slaap, van den rusti-
gen, zorgeloozen slaap van een goed geweten,
gebruik maken, om hem te onteeren. Ze wan
kelde; koortskou schudde hare leden en hare
knieën trildenmaar zij vermande zich met kracht
en sloop naar hare kamer terug, om het schrik
kelijke uur af te wachten.
Beneden in het park bij Paula en den jongen
woonde in tegenstelling met Marie's vertwijfe
lende stemming de rust van het geluk. Lezen,
werken en de zoete bemoeiingen van haar kind
hadden Paula's tijd tot den avond zeer aange
naam gevuld. Ze had met den tuinman over
legd, hoe men in den avond van Alexanders
geboortedag het park en de terrassen feestelijk
en vol smaak met gekleurde lampen verlichten
zouwitte rozen zou het in overvloed bezorgen
Alexander hield zooveel van haar kuische srnet-
looze schoonheidhaar beeld zou er hem uit
toelachen. Zij ging ook naar de deur der gravin
om te luisteren of alles rustig was; daar binnen
echter heerschte diepe stilte eu—p 1 -de
Franco per post zonder prijs-
OP NIEUW UIT HET DUITSCH
VAN