Natuurgas. FEUILLETON. Green Vertrouwen. ZATERDAG 5 NOVEMBER. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. VOQR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.00. verhooging. Advertentiën 10 regels 00 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Ad verten liën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. Wij waren dezer dagen in de gelegenheid te lezen van een gasontploffing in Pittsburg, een der voornaamste en jongste steden in de Ver- eenigde Staten. Geene ontploffing van gas, dat door de gasfabrieken op de gewone wijze ge leverd wordt, maar gas dat aan den bodem ontsnapt, of liever in groote onderaardsche bewaarplaatsen is opgehoopt, en, door toevallige omstandigheden ontdekt, door den mensch aan zich cijnsbaar is gemaakt. Men denkt gewoonlijk dat zulke gasbronnen alleen thuis hooren in de Nieuwe wereld, maar dat is niet zoo, wij heb ben ze in Europa even goed, met eene enkele uitzondering, echter niet van zoo grooten inhoud. Bij Modena en tusschen Florence en Bologna in Italië, in den omtrek van Napels, op de bergen ten noorden van Griekenland, aan de oostelijke uitloopers van het Kaukasisch gebergte, in China en Japan, bevinden zich groote onder aardsche gas-reservoirs, die evenwel moeilijk door de menschen kunnen gebruikt worden, omdat men het gas daar niet af kan sluiten, maar waar het ol' uit verschillende kleinere of grootere openingen te voorschijn komt, öf zooals bij Apcheron uit groote openingen in ontzet tende, niet te bedwingen massa's uitstroomt, op andere plaatsen weer uit den grond als het ware verdampt. In Amerika is die toestand heel anders, daar schijnen die onderaardsche vergaar bakken geheel en al van de oppervlakte der aarde door rotsgesteenten afgesloten, zoodat geen gas, of geen noemenswaardige hoeveelheid ten minste van den voorraad ontsnapt. Daarenboven zijn de hoeveelheden gas, die men in Amerika, voornamelijk in Penssylvanie ontdekt heeft, zoo ontzettend groot, dat alles, wat van dien aard in de oude wereld zich bevindt, er door in de schaduw wordt gesteld. Die gasbronnen aldaar zijn op dezelfde wijze ontdekt als vroeger do petroleumbronnenbij het boren naar water, kwam vroeger de petroleum voor den dag, en nu, op andere plaatsen, het gas. Nu moet ge zegd worden, dat de gesteldheid van den bodem aan de geologen aanleiding gaf om op sommige plaatsen naar gas te boren, toen het op andere plaatsen reeds gevonden was. De praktische Amerikaan wist dadelijk van de gave der na tuur gebruik te maken. Het met geweld uit- stroomende gas werd door groote buizen geleid en gebruikt tot het drijven van fabrieken, tot verwarming, en eindelijk ook tot verlichting. Yoor zoover ons bekend is tot heden nog niet tot verlichting van kamers of woonvertrekken, wel tot verlichting van groote fabrieksgebouwen, waar te groote vlammen geen hinder veroor zaken. Tot heden is nog maar op eene plaats het natuurgas aangewend tot verlichting der straten, en wel in de stad Tindlay, in den Staat Ohio. Acht groote gasbronnen leveren op goed- koope wijze aan de zesduizend inwoners van die stad gas, tot verkrijging van licht en warmte en tot drijfkracht van de machines. In plaats van lantaarns op de straten vindt men groote ijzeren pijpen ter hoogte van tw'ntig voet. Met een machtig ruischen stroomt het gas uit de twee centimeters wijde opening, en als het aangesto ken is verheft zich een reusachtige fakkel vau een paar meters hoogte. Sedert gei uimen tijd leveren die gasbronnen dagelijks ruim acht millioen kubieke voeten gas. Ieder grondbezitter kan met eene uitgave van ongeveer vijfduizend gulden zich zelf eene gasfabriek op zijn erf aanleggen. Als eenmaal de aanleg gedaan is, dan zijn de verdere kosten niet noemenswaard. Het gas scbijnt daar in den geheelen omtrek onder den grond opgehoopt. De stad Tindlay is dan ook in den gunstig- sten toestand om fabrieken in menigte te be vatten. De drijfkracht wordt door do natuur om niet geleverd. Het gas komt uit eene aanmerkelijke diepte. Men moet boren tot op eene diepte van drie a vier honderd meters, eer men het reservoir bereikt, en als het bereikt is, heeft men de grootste voorzichtigheid in acht te nemen, want boor en alles wat men tot boren gebiuikt heeft wordt met eene geweldige kracht plotseling in de hoogte gedreven, zoodat de werklieden, die er aan bezig zijn, een goed heenkomen moeten zoeken. Of die verlichting duurzaam zal zijn, is eene andere vraag. Men treft dikwijls berekeningen aan over de dikte der steenkoollagen, en kom tot het resultaat, dat nog zóó of zóóveel ecu wen lang aan steenkolen geen gebrek zal zijn We laten die berekeningen voor wat ze waart zijn, maar men heeft in elk geval een zekeren grondslag, waarop de berekeningen gebaseert zijn. Men kan de dikte en de uitgestrektbeic van een steenkoollaag onderzoeken en op da onderzoek een plan van berekening bouwen. Bij het onderzoek der gasbronnen mist men die gegevens ten eenenmale. En, zoo zegt men, waar dag aan dag zulke enorme hoeveelheden gebruikt worden, daar moet eindelijk do voor raad uitgeput worden. Daar tegenover staat weer, dat er gasbronnen zijn, die werkelijk on uitputtelijk schijnen. Op het meergenoemde schier eiland Apcheron, aan de Zwarte Zee, verhef fen zich de gasvlammen sedert de vóór-histori sche tijden. Reeds in de geschiedenis van het oude Perzië wordt van dat eeuwige vuur ge wag gemaakt en nog steeds zendt het zjjne reusachtige vlammen ten hemel. Die schat schijnt dus werkelijk niet uit te putten. Pittsburg, de petroleumstad heeft ook zijne leiding van natuurgas. Het gas wordt even wel niet in de onmiddellijke nabijheid van die stad gevonden, maar de bronnen bevinden zich op verscheidene uren afstands, en het gas wordt door groote buizen naar de stad geleid. Daar wordt het ook gebruik c tot het drijven van fa brieken en op enkele plaatsen ook tot verlich ting. De afstand, vanwaar het moet aangevoerd worden, maakt de kosten te groot voor het algemeen. Eenige weken geleden heeft deze stad juist door liet natuurgas een groot gevaar geloopen. Er hadden namelijk kort achier elkander drie ontploffingen plaats, die heel wat schade ver oorzaakten. Aan dat gevaar staan de plaatsen, die toevallig boven gasreservoirs gebouwd zijn, voortdurend bloot. De ontploffingen te Pittsburg zijn betrekkelijk goed afgeloopen en hebben wel schade aangericht, maar toch niet veel meer dan door een gewonen brand veroorzaakt wordt. Het is evenwel reeds voorgekomen, dat eene geheele streek van ongeveer vier vierkante geographi- sclie mijlen groot, door eene gasontploffing werd getroffen, en wel in het westen van Pennsyl- vanie. De streek was echter niet bewoond en het omliggende land voelde den schok, maar dacht aan eene aardbeving. De verwoesting was echter aanzienlijk en de geheele streek was van hoogland een diep bekken geworden. In den ouden tijd heeft men meer van die ontploffingen en wegzinkingen van den bodem gehad, die men niet wist waaraan toe te schrij ven, men denke slechts aan de Doode Zee, waarvan de gewijde overlevering zegt, dat er vroeger zeven bloeiende steden stonden. Ook die streek is bekend door eene groote hoeveel heid aardharsen en natuurgas, dat daar overal gevonden wordt. Buitenland De Bulgaarsche regeer1'ng heeft geweigerd schatting aan de porte te betalen, zoolang het vraagstuk, dat het land in een toestand van onrust houdt, niet is opgelost. Het Bulgaarsche regeei'ngsblad bevat een heftig artikel tegen de oud-mir'sters Kareveloff, Zanoff en Nikiforoff, aan wie het hun aaudeel in den val van vorst Alexander voor de voeten werpt. Het blad verlangt dat dit drietal voor de Sobranje zal worden aangeklaagd wegens hoogverraad. In goed onderrichte klingen te Sofia gelooft men, dat het werkelijk daartoe zal komen. o Volgens een belicht uit Tanger, lijdt de sultan aan groote verzwakking, nog verslimmerd door de pogingen die hij gedaan heeft om zich in het publiek te vei „oonen. Wederom zijn ver scheidene liooge ambtenaren gearresteerd, alsmede een broeder van den sultan, die gedurende zijne ziekte zaamgezworen hadden. Voorts wordt ver zekerd, dat verscheidene vrouwen en bedienden in het paleis te Mequinez even als de sultan door de typhus zijn aangetast. o Het bestuur van Nieuw Zuid-Wales looft een som uit van f 312,500, voor een middel om de tonijnen uit te roeien, die een ware plaag voor de kolonie zijn. In een jaar tijds heeft men reeds meer dan een millioen van den aardbodem ver- elgd, zonder dat zelfs eenige vermindering onder het gedierte te bespeuren valt. o GOLO BAIMÜN D. (2G »Ik heb,« begon Alexander sidderend van ongeduld, »op de kamer van uw neef het por tret van zijne moeder gezienik herkende hei op het eerste gezicht, het is gravin Schiet te ndorf. O, vrees niets, mijnheer,ging hij ongeduldig voort, toen hij zag, dat de pastoor verschrik en onaangenaam opstond, »de gravin was ine zoo dierbaar, als ze u maar kan zijnzeg me, maar om Godswil, wees oprecht, het geluk en de vrede van mijn vrouw en mijn kind, en de toekomst van mijn eigen hart hangen er van af; wie was de vader van den jongen Mijnbeer,sprak de pastoor verlegen, »ik zou gaarne willen weten met welk recht gij me vragen doet, die 't verledene en de betrekkin gen van derden betreffen; ge zegt, dat uw verder lot van mijn uitspraak afhangt; maar ik ken u niet, zelfs niet uw naam. »Vergeef me, o, die folterende verwachting doet me alles vergeten. Ik ben baron Schlet- tendorf en mijn vrouw is de stiefdochter van Marie. De verzekering, dat wij allen die uit muntende vrouw bemind en geëerd hebben als een ware moeder; de treurige omstandigheid, dat de dierbare reeds voor maanden door den dood van ons is gescheiden en dus de onaangename gevolgen, die voor haar uit uwe mededeelingen zouden kunnen voortkomen, te boven is, geeft u wellicht den moed mij te vertrouwen. Neem mijn eerewoord, dat Marie's geheim bij mij vei lig is. Maar thans, erbarm u over uiijne folte rende onzekerheid, de vader was »Een Pool,« zei de pastoor, en heette Kielsky.« »Ha, gered, geredriep de jonge man jube lend en drukte met stormachtig geweld den pastoor aan zijn hart, dat schier dreigde te bar sten. Mijn vrouw, mijn lieve, arme vrouw, ik heb u weder! en mijn kind, 'tis het mijne O, mijn hart, wees thans sterk om dit onmete lijk, dit nameloos geluk te kunnen dragen. kon niet tot bedaren komen, en het duurde een geruiraen tijd, voordat hij den opmerkzaam luisterenden pastoor verhalen kon, hoe ellendig hij geworden was door de vermeende schuld zijner vrouw. De waardige, oude man was een opmerkzaam toehoorder; hij begreep de smart en het geluk van den stormachtig bewogen man daar vóór hem, en het gelukte hem eindelijk door zijne rustige woorden het evenwicht in Alexanders aandoeningen te herstellen. »God zegene uw komst,zei hij geroerd, »en Hij, die u den weg naar mijn klein dorpje liet vinden om u het licht der waarheid te ontdek ken, zal u ook den weg naar het zwaar beproefde en gekrenkte hart van uw gade wijzen. »Ja,« zei Alexander en er vloog een plotse linge schaduw over zijn gelaat, »ik kan nooit, nooit goed maken, wat ik misdeedmaar ik weet ook, dat zij me toch weder aanneemt, als ik tot haar zeg: »ik heb het geloof, het on wankelbare geloof in u terug gevonden, geef me nu uwe liefde.weder.En dat ik kom en aan hare voeten vergeving afbid, dat mag het eerste bewijs zijn, dat ik haar eindelijk geheel ken in haar grootheid en reinheid. Ik ben niet te verontschuldigen, ik weet het; maar de om standigheden waren wel geschikt om de vonken van wantrouwen en jaloezie tot vlammen aan te blazen. Gij moet weten, dat de gravin nooit, zelfs met een enkel .woord, verried, dat zij Kielsky vroeger gekend had, en dat hij voor ons huwe- ljjk naar Paula's hand dong. Die arme, onge lukkige vrouwhoeveel zal zij geleden en ge dragen hebben! heeft ze haar kind nooit weder !zien?« »Zeker,« zei de pastoor, eens te Frankfort, vóór zeven jaar; ik ging niet den knaap daar heen, toen zij op haar doorreis was, en ze heeft hem aan haar hart gedrukt, zonder ooit den moedernaam, waarnaar haar hart zoo verlangde, te hooren. Maar zij zag dat als een boete aan, waaraan ze zich vrijwillig onderwierp. Ik spreek eigenlijk niet graag van de gansche zaak; ze maakt me bedroefd die herinnering; maar ik gevoel, dat ik u een korte uiteenzetting van deze treurige geschiedenis verschuldigd ben.« »Marie van Rabenau,« begon de pastoor, »was de dochter van een onbemiddeld officier, die door zijne wonden als majoor den dienst verlaten had en met zijne dochter stil en ingetogen leefde van zijn pensioen in een landstadje in Silesie. Ze had bare moeder in haar vroege kindsheid verloren en wies op onder de zorgvuldige hoede van haar vader. Ze was de eenige vreugde van den stillen, zieken man, en inderdaad kon men niets liefelij kers zien, dan dit jonge, schoone schepseltje vol onschuld en vroolijkheid. Hoe liefdevol de vader zijn oogappel echter be schermde, zoo kon de zorgvuldigste opmerk zaamheid van een vader toch het oog en den raad der moeder niet vervangen, en Marie groeide op te onervaren, te onbekend met de gevaren van de wereld, met de klippen van den hartstocht en der verzoeking. Tk was toen zielverzorger op een aangrenzend grafelijk goed en met Marie's vader innig bevriend; het lieve, kleine d»ng wies onder mijne oogen op en ik hield van haar als van een eigen kind. De kleine beantwoordde mijne genegenheid en na haar vader was ik haar beste vriend en vertrouwde. Hoe vriendelijk gezind de graaf, de beschermheer van mijn kerk, me ook was, toch had ik altijd naar mijn ge boortelandterug verlangd, vooral naar deze plaats, het dorpje, waar ik geboren was en waar mijn goede hoogbejaarde vader nog de plaats van pastoor bekleedde Marie zal zoowat zeven tien of achttien jaar geweest zijn, toen mijn vader stierf en ik in zijne plaats beroepen werd. Ik nam dit aanbod met vreugde aan, en binnen een half jaar moest ik in mijn nieuwe betrek king zijn. Zes maanden te voren was onze ge- zellige kring uitgebreid door de komst van een jong, Poolsch officier. Zijn komst was iets be langrijks, iets gewichtigs voor het kleine stadje, Het heette, dat bij een Poolsch vluchteling was, verbannen en ongelukkig. Andereu wisten, dat hij een Pruisisch pensioen ontving en dat deze plaats hem tot verblijf was aangewezen; ik ge loofde, dat het toeval hem hier had gebracht en dat Marie's schoonheid hem hier hield. Hij had geen bezigheid, geen beroep; het kon hem dus onverschillig zijn, waar hij zich opbield. Ilij beviel mij volstrekt niet, en de fijne, schran dere man kon mij niet bedriegen, mij niet mis leiden met zijn ongevoeligheid, die dikwijls te voorschijn kwam in de scherts, waarmee hij anderen bespotte. Marie dacht anders dan ik; ook haar vader, dien hij geheel voor zich had gewonnen. Dit verschil van meening bracht eenige verwijdering tusschen ons; graaf Kielsky ivas een dagelijksche gast ;u Rabenau's huis en ik, die niet van zijn gezelschap hield, kwam zeldzamer. Laat me zwijgen over 't geen volgde; ge kunt het u voorstellen, hoe het beminnende en vertrouwende meisje, ongewaarschuwd, on beschermd door het oog van een zorgende moe der, het offer werd van den verfijnden verleider. Hij had beloofd haar tot vrouw te zullen nemen en verlangde nu strenge geheimhouding van hunne betrekking voor haar vader. De geheime bijeenkomsten droegen natuurlijk bij tot Maiie's val. De dag, waarop ze ontdekte, dat ze onteerd was in de oogen van de wereld, was vreeslijk, en nooit zal ik 't oogenblik vergeten, waarop ze aan mijn voeten handenwringend hare schuld bekende. Haar verleider was bij de eerste vrees, die ze uitsprak, vertrokken. De oude Rabenau wist nog niets, en, ik moet het tot Marie's eer bekennen, het was niet haar eigen lijden, haar eigen smaad, waarover ze weende, maar dat haars vaders, dien ze bovenal les lief had. »Geef mij aan de verachting prijs,smeekte zij, »aan de ellende en aan de bespotting en den hoon der menschen, maar red mijn vader van de schande en mij van zijn vloek. Ik weet hij kan, hij zal het niet overleven; zjjn eer is zijn Het Land van en ütena, He Langstraat en de Franco per post zonder prijs- OF NIEUW UIT IIET DUITSC1I VAN Pastoor (herder) wordt in Duitschland zoowel voor Luthersclie als 1{. C. geestelijken gebruikt.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1887 | | pagina 1