Vóór den slag'.
FEUILLETON.
ul
661.
ZATERDAG 3 MAART.
188$.
Uitgever: L. J. VEEEMAN, Heusden.
SM
Buitenland.
Wf
'hi
i
VOOR
en Aitena,
mi de
Dit blad rerscbijnt WOENSDAG en ZATEKDAG.
Abonnementsprijs: per 8 maanden f 1.00. Franco per post zonder pi ijs-
verhooging. Agent voor Frankrijk: Wester en Co., 20 Hue Ilérold, Parijs.
Advertenliën 1(i rogels 00 et. Elke regt
Adv< rteittiën wórden tut Dinsdag- (n
tot Maandag- en Donderduguvoi d 8 uur.
■1 meer 10 et. Creole Ieders j s ar plaatsruimte.
Vrijdagmorg»n ingev-at kt. Lgfzii.dtn sluüen
RGffBSmStteMBKI
Een slag? Bij manier van spreken altjjd.
Beter is bet te zeggen een wedstrijd. De prijs
is niet verwerpelijk. Hij die wint zal 't genoe
gen hebben de regeering van "t land naar zijn
beginselen te mogen hervormen. Voor vier jaren
althans. Daarna wordt er weder gestreden.
Op Dinsdag 0 Maart zal deze gebeurtenis
plaats vinden. Door uitzetting der grenzen zullen
nu zoovele duizenden als vroeger honderden aan
den kamp deelnemen, 't Zal een drukte van be
lang zijn en we hopen dat niemand zich, zeer
geldige redenen uitgezonderd, onttrekken zal.
De uitslag der verkiezing moet het volksoordeel
zijn en dat kan niet wanneer een groot deel
thuis blijft. Daarom zij ieder a. s. Dinsdag op
zijn post.
Ot 't het vreemde gezicht is zooveel menschen
met de stembriefjes in de handen te zien, we
weten het niet, maar ons komt het voor dat er
voor deze eerste maal ontzettend geharreward
wordt. Niet door een of twee der personen,
maar door alle, onderling en met elkaar. Wat
dat de volgende week worden moet, weten we
evenmin. Er is geen berekening op te maken.
Van al die richtingen en hare verschillende
nuancen gaat het oog schemeren.
Sinds het jaar '48 is ons land geregeerd vol
gens de liberale beginselen, neergelegd in de
vorige grondwet. Niemand kan zeggen of het
bij ons beter zou gegaan zijn, wanneer die grond
wet geschoeid ware geweest op de leest der katho
lieken of anti-revolulionaire of radicalen of so
cialisten. De gematigde liberalen zeggen neen,
de anderen ja en dat is zoo natuurlijk mogelijk.
Wanneer een partij van meening ware dat de
wijze van besturen volgens haar principes on
mogelijk was, had ze geen recht van bestaan.
Ieder is zichzelf het naast.
't Mag dus niemand verwonderen dat thans,
nu 't kiesrecht uitgezet is en de kansen voor
uilen vermeerderd zijn, de tegenvoeters der libe
rale partij zich opmaken om de overwinning te
behalen. Zelfs dat ze daartoe samengaan en botje
bij botje doen't mag velen verbazen, en bij
anderen weerzin wekken, is zoo natuurlijk mo
gelijk. Om een vijand te verslaan, ziet men in
den regel zoo nauw niet op het gelialie dei-
hulptroepen.
Wij vergelijken deze handelwijze niet en we
zingen er geen jeremiades over. Eenmaal moest
het er toch toe komen en nu op den vooravond
van den eersten groeten kiesdag zijn we er toe
gekomen.
De liberale partij is zwak. 't Zal blijken of
dat ze dat ook is in getal, maar zwak is ze door
verdeeldheid. Het oude vuur is er uit en schro
melijke verdeeldheid is in de plaats getreden van
de oude eendracht. In Amsterdam, in Haarlem,
in Leiden, den Haag, Arnhem en in nog meer
andere districten woelt ze in eigen ingewanden
en dat zal haar geen goed doen. Ze mist een
leider en tast in den blinde rond. Daar komt
bij, dat nu er veel meer districten zijn, de animo
om kamerlid te worden groot is en men tegen
elkaar opbiedt. Dat doet ook al geen goed.
Velen wenden zich door zulke verkeerde manie
ren af en onthouden zich. In Alkmaar zien we
twee kamerleden tegenover elkaar, in Haarlem
idem. De heer Levy moet daar heel wat over
hooren. Doch de liberale partij kan het dezen
onbepaalden voorstander der schoolwet niet kwa
lijk nemen, dat hij zich in IIaarlem plaatst tegen
over een oud-schoolopziener, die mee zal doen
haar af te takelen.
De Amsterdamsche kiesvereeniging Burger
plicht^- heeft negen beproefde school wetmannen
op haar lijst gezet. Ze weet dat de school de
inzet is van deze verkiezing en houdt het oude
vaandel omhoog.
Dat weet ook de anti-revolutionaire partij.
In haar opwek kina sblaadje schrijft ze: »Ziet
wel in dat heele stels 1 van onze Vrije Christe
lijke School er op of er onder gaat.«
Wij dachten tamelijk wel de kaart van 't land
te kennen, maar dat wisten we niet. Onze anti
revolutionaire lezers zullen 't evenmin weten,
't Is een verkiezingsfraze, meer niets.
't Is jammer dat alweer de school dienst doen
moet om de lieden naar de stembus te zweepen.
Als 't waar is dat de V. Chr. School gevaar loopt,
dan is 't door de verwarring in eigen boezem,
want de anti-revolutionaire partij biedt een even
onverkwikkelijk beeld aan als de liberale, llaar
leider is in volslagen oorlog met zeer invloed
rijke mannen. We noemen slechts de heeren
Bronsveld en Buitendijk. Voeg daarbij da
Dr. Klipper al 't mogelijke doet om de lier-
vormde Kerk te ondermijnen en de Chr. scho
len onder zijn oppertoezicht te krijgen en 't is
zeer duidelijk waarom bovengeno nul blaadje
toch voor ze aanspoort te stemmen op beproefde
en onverdachte candidaten
En zoo zullen de a.iti-revolutionairen te Utrecht
de liberalen steunen, omdat ze de dwingelandij
van een leider zat zijn. Wel een bewijs dat zij
geen vrees hebben voor hunne scholen inuieii
deze partij zegeviert.
We zeiden boven, dat 't natuurlijk is, wan
neer de aanvallers zich vereenigen. Vreemd
echter blijft het toch. Te Amsterdam heeft de
anti-revolutionaire partij het op een accoordje
gegooid met do katholieke, zal ze vijf candida
ten stellen en vier van de laatTe aanbevelen.
Ook te Leiden, Hilversum en elders zullen ze
elkaar steunen.
Wanneer de doctoren Schaepman en Knijper
aan de stembus de overwinning wegdragen, en
hunne kansen zijn groot naar we mcenen, zal
de verdei-ling van den buit nog heel wat voeten
in de aarde hebben.
Doch we zijn nog niet aan 't eind van onze revue,
We hebben nog een radicale partij. Haar
zetel is 't bureel van de Amsterdammer, haar
organen, dit blad en de nieuwe kiesvereenigin-
gen Amsterdam en Middenstand, benevens de
Vereen, voor Algem. Stemrecht. Op groote
plakkaten in de koofstad vindt men de namen
van Dr. Knijper en Domein Nieuwenhuis broe
derlijk onder eldaar! Dr. Kuijper heeft echter
voor de eer bedankt.
In het Noorden zijn de radicalen druk in de
weer. Daar schijnt men zelfs de veteranen dei-
liberale partij over boord te willen zetten.
Domela Nieuwenhuis roert er de trom en beukt
op de liberale partij los, dat 't zoo davert. We
gelooven niet dat de socialen het daar hijschen
zullen, maar tot versnippering en krachtverspil
ling leidt het zeker.
Van de katholieke partij is niets bijzonders
op te merken. Ze is als altijd goed georga
niseerd en van onderlinge veeten is althans bij
de stembus geen sprake. Ze zal in dichte ge
lederen den Oden Maart opmarcheeren en haar
plicht doen.
Ieder zij in eigen gemoed ten volle over
tuigd en stemme volgens plicht en ge wet e-
Laat niemand zich verontschuldigen en laten
we ditmaal als één man opgaan, 't Kan van
één stem afhangen
We hebben van de regeeringsmachten een
recht geëischt, laten ons dit nu een plicht we
zen, een dure plicht, welke te verzaken ten
laakbaar verzuim is!
Het blad Paris verneemt uit Sofia, dal prins
Ferdinant zich aan het hoofd van het leger zou
stellen tot het nf-laan van eenigen inval, die
met schending van het traktaat van Berlijn zou
geschieden. De ministerraad moet besloten heb
ben tot het versterken van Varna en Bourgas.
Men gewaagt van het ontstaan te Tirnova
van eene geheime regeering, die revolutionaire
geschriften verspreidt, waarbij het volk tot op
stand word aangespoord,
o
Naar de »Temps« meldt, heeft koning Milan
van Servië zijn leven voor twee millioeu te Pa
rijs willen verzekeren. Maar hierin is hij niet
geslaagd, d*tar de groote levensverzekering-maat-
schappijen alhier van oordeel waren dat het te
gevaarlijk is het contract te sluiten op het leven
van een gekroond hoofd.
o
Het overlijden van den jeugdigen prins Bode
wijk van Baden heeft voor Zuid-Duitschlaud
een politieke beteekenis. De gezondheidsti.--estai.il
van den erfprins toch laat op den duur veel te
wenschen over, en daar hij na een driejarig
huwelijk nog geene kinderen heeft, zou derhalve
te eeniger tijd de Katholieke linie der Ilohen-
zollern in Baden aan de regeering kunnen ko
men. Dit is van te meer belang, omdat ook liet
voningkrijk YVur tem berg, bij aanhoudende ziekte
des Konings, in een diergelijken toestand ver
keert.
o
SMARTER.
KAAR HET DTJITSCH.
VAN
EGBERT CARLSEN.
G)
«Het was te Frankfort waarheen we uit Wies-
baden vertrokken waren, dat hij me op zekeren
morgen zijn kaartje zond, met de vraag wan
neer hij me mocht bezoeken. Ik herinnerde me,
dat ik thuis dikwijls over hern.had hooren spre
ken, en bepaalde een uur. Ilij verscheen stipt,
was zeer deelnemend, sprak van de innige vriend
schap, die hem aan mijn vader had verbonden
en betreurde eindelijk op eene teedere wijs, dat
hij me niet eerder had gevonden, vóór ik mijn
tegenwoordige loopbaan was ingetreden.
Martens viel haar met een bitteren lach in de
rede»ik ben overtuigd, dat hij u al lang uit
de verte had nagegaan en slechts een geschikt
oogSnblik had afgewacht om u mtt zijn hulp
te geuioet te komen.
Daarover matig ik me geen oordeel aan.
Doctor Adam is ten minste de eenige, die zich
mijner heeft aangetrokken en wiens hulp me
werkelijk nuttig geweest is. Nadat ik hern had
verteld, hoe ik in 't cirkus was gekomen en hoe
pijnlijk me al spoedig mijne nieuwe betrekking
geworden was, meende hij, dat ik thans, nu de
zaken zoover gekomen waren, moest volhouden
maar hij stond met velen in betrekking en wilde
bt pioeven hoe Lij me kon Loipen. Spoedig on
dervond ik dan ook Loe ver zijn invloed reikte, en
hoe machtig de bescherming is, die doctor Adam
geven kan. Directeur Fürst werd eensklaps de
beminnenswaardigheid zelve, verdubbelde mijn
gage, gaf me steeds de beste paarden te belij
den en wist alles, wat me maar eenigszins onaan
genaam kon zijn, verre van me te houden. Ook
won ik, waar we kwamen, de gunst van 't
publieken van der jeugd af gewoon even als
zoovele Engelsehen zonder vaste woonplaats in
de wereld rond te zwerven, dan een paar maan
den in een Duitsclie badplaats, dan weer te
Parijs, in een Italiaansche stad of in een zee
badplaats, zonder ergens, zooals gij Duitschers
dat noemt, een tehuis te hebben, miste ik
ook nu den geboortegrond nietintegendeel, het
bonte, afwisselende leven, dat ik voerde, beviel
me eigenlijk heel goed.«
«En doctor Adam verleende u geheel on baat
zuchtig zijn machtige bescherming vroeg von
Martens sarcastisch.
Eerst scheen het zoo. Hij raadde me slechts
een open oog voor mijne omgeving te hebben
en nauwkeurig dagboek te houden, waarin ik
zelfs de minstbeduidende omstandigheid moest
opteekenen. Dat zou later van belang voor me
zijn, ja misschien ook van werkelijk nut, daar
ik, als ik me een zekere gewoonte om de pen
te voeren had eigen gemaakt, liet later kon te
gelde maken. Ik volgde zijn raad en zoolang
Adam te Frankfort was, wierp hij er nu en dan
een blik in.«
»En stelde zich zoo op de hoogte niet alleen
van uw leven, maar ook van veel andere zaken,
die voor hem belangrijk waren.
«Toen ik hem te Berlijn weder opzocht, was
zijn eerste vraag: hoe gaat liet met het dag
boek? Ik liet het hem zien en als hij er
lang in gebladerd had, zei hijGe zijt een
meisje van talent en karakter, mijn lieve miss;
ge zult uw weg door de wereld wel vinden. Ik
antwoordde daarop: dat het me tot nu goed
gegaan is, dank uw edelmoedigen bijstand.
Daarop zag hij me met zijne zonderlinge, door
dringende oogen aan en meende, dat het me
niet ontgaan kon zijn, dat ook nog andere han
den dan de zijne voor me gewerkt hadden; hij
was inderdaad niets (Dn een enkel onbeduidend
lid van een genootschap uit alle standen en
naties, hetwelk zich ten doel gesteld had hulp
behoevenden bij te staan. Zonder een bepaal
den naam te dragen, ja zelfs zonder uiterlijke
kenteekens was dit genootschap wijd verbreid
en zeer machtig. Als ik meende er dankbaar
aan te moeten zijn, omdat liet ook mij in be
scherming had genomen, dan kon ik dat niet
beter toonen, dan door als werkend lid toe te
treden.
»0, die vos!« riep Martens.
»Met vreugde verklaarde ik me daartoe be
reid, en de doctor liet me een formulier onder
teekenen, waarin ik uitdrukkelijk mijn toetreding
uitsprak en beloofde me aan de wett.n van
't genootschap te onderwerpen. Vooraf echter
maakte hij me bekend met de verplichtingen,
die ik daardoor op me nam. Die bestonden in
een kleine maandelijksche bijdrage, in wekelijk-
sche nauwkeurige berichten omtrent mij en mijne
omgeving, en eindelijk iu de belofte, dat ik on
voorwaardelijk de bevelen zou nakomen, welke
mij door leden van den bond zouden megedeeld
worden. Tegelijkertijd deelde Adam mij het teeken
mee, waaraan de leden van den bond elkander
herkenden en verpanden ine zijn woord van eer,
dat de bevelen nooit iets zouden bevatten, dat
ik niet met een gerust geweten doen kon.«
«En is dat ouk inderdaad tot lieden het ge
val geweest
Zeker. Als ik soms zulk een bevel ontving,
waren het onverschillige zaken, b. v. op een
voorstellingsavond een rooden, blauwen of groe
nen strik te dragen, of wel in 't geheel niet op
te treden, of een bepaald paard op te leiden.
Ook werd me eenige malen aangewezen eene
aangeduide woning te nemen, nauwkeurig op de
huisgenooten te letten en bericht te geven van
hunne gewoonten. De berichten speelden altijd
de hoofdrol; de doctor zei me, dat ze noodig
waren om geen onwaardigen te ondersteunen.
»Eh gelooft ge nog altijd, miss Alma, dat
liet bij dit geheimzinnig genootschap slechts te
doen is oni noodlijdenden te ondersteunen
Tot vóór korten tijd was ik daarvan rots
vast overtuigdeerst een voorval uit deu laat-
sten tijd heeft twijfel bij me gewekt. Eer we
namelijk voor veertien dagen Berlijn verlieten,
ging ik naar Adam, om hem vaarwel te zeggen.
De bediende voerde ine in zijn studeerkamer met
de opmerking, dat de doctor voor 't oogenblik
door een ander bezoek belet was, maar dadelijk
zou komen. Ik zag uit liet venster, bekeek de
platen aan den wand en, zooals men zulke ge
legenheden meestal doet, do inrichting van de
kamer. Daarbij ontdekte ik op de schrijftafel
een photographic, het portret van een dame.
Dit wekte mijne nieuwsgierigheid; ik trad na
der en vond een allerliefst kopje, j i meer dan
dat, een ware schoonheid, die ik niet genoeg
bezien kon. Toen ik me eindelijk afwendde trok
een half voltooide brief mijne aandacht-, die
naast het portret lag en ik werd door een naam
als onweerstaanbaar geboeid. Die naam was
Erich von Martens.
De bezitter van dien naam hoog zich lachend.
»Half bewust las ik met den naam ook eenige
woorden en die haalde me over zoo onbeschei
den te zijn het gelicele opstel door te lezen. Ik
heb het nauwkeurig van buiten geleerd, zoodat
ik 't u woordelijk kan meedeelen.« Het luidde:
«Mijne vermoedens omtrent de Poolsche er
fenis hebben zich geheel bevestigd. Het is me
zelfs gelukt een portret te krijgen van de per
soon inquaestie; haar verblijfplaats heb ik al
vroeger ontdekt. Zij vermoedt haar recht niet-,
en 't zal haar ook niet worden meegedeeld, vóór
ze een van onze leden haar hand heeft ge
schonken. Die te verkrijgen is een even lastige
als gevaarlijke taak; toch geloof ik den rechten
man daarvoor gevonden te hebben: Erich von
Martens. Moet hij daarbij te gronde gaan, het
schaadt niets, hij is overrijp.
«Thans greep ik nog eens met verdubbelde
belangstelling naar het portret, dat duidelijk de
Poolsche erfgenaam voorstelde. Onwillekeurig
trad ik daarmee een paar stappen van de schrijf
tafel af naar het venster, om het gelaat nauw
keuriger te beschouwen. Daar klonk plotseling
des doctors stap in het zijvertrek; de angst
greep me aan, dat hij me mot het portret in
de hand verrassen zoureeds hoorde ik, hoe
hij de deurknop aanvatte de photograpüie
op haar oude plaats te leggen kon niet meer
ik stuk haar haastig in den zak van mijn japon.
w7