FEUILLETON.
V
w
Jtë 676
WOENSDAG 25 ATOIL.
1888.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
Jli
))i!1
VQOU
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prijs-
verhooging. Agent voor Frankrijk: Wester en Co., 20 Rue Hérold, Parijs.
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Ingezonden stukken
tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
Ge kent toch Kwakzalveria, de sehoone stad,
waar de straten geplaveid zijn met likdoorn
pleisters, de huizen bestaan uit enorm groote
zalfpotten, de torens uit flesschen vol levens
elixer? Waar de lieve jeugd met kneveltjes en
kinbaardjes op de schoolbanken zit, en geen
enkele vader door zijn haren heen groeit; waar
't Hollowaypillen hagelt en haarpomade sneeuwt;
waar men met ziektewerende thee ontbijt,
men maagversterkende mokka koffie drinkt en
bittert met een elixertje, waarvan elke druppel
tien jaar levens telt?
Dat is eerst een stad, waarbij Londen met
zijn eeuwige mist, Parijs met zijn toekomstigen
Keizer Boulanger, Berlijn met zijn »Unter den
Linden* en Amsterdam met zijn »Jodenkwar-
tier* in 't niet verzinken. Al die plaatsen heb
ben toch hare kwalen, haar ziekten en docto
ren, die Kwakzalveria alleen maar bij name
kent. Nog vóór een kwaal zich in de verte
heeft aangekondigd, is ze ook terstond verdwe
nen. De Ivwakzalverianen zijn dan ook steeds
bij de hand. De straten weergalmen van een
rumoer, waarbij de Londensche drukte het in
de verte niet haalt. Het omroepers-systeem werkt
er wonderen. Sehoone winkels, fraaie uitstallin
gen, oogverblindende uithangborden, alles mooi,
zeggen de bewoners, maar een omroeper be
hoort er bij. Van daar een geschel, een ge
schetter en getoeter op de trottoirs, een uitba-
zuining van de heerlijke eigenschappen der win
kelzaken, die aan de stad een rumoerigen tint
en een eigenaardig karakter geven.
Al dat rumoer verhindert niet, dat de goê
gemeente met heele scharen dagelijks Kwalzal-
veria bezoekt en voor grof geld hare inkoopen
doet. Geen wonder: men koopt toch voor zijn
geld herstel van gezondheid, langen levensduur,
bloeiende gelaatskleur, jeugd, schoonheid en al
wat in de oogen des menschen hem in staat
stelt zijn aardsche route zonder tegenspoed af
te leggen.
Stel tegenover de wonderen die de Kwakzal-
verianen van hun pillen, dranken, zalfjes en
watertjes ophangen. Ons gesukkel om een docter
te vinden, die er dadelijk goed achter is, stel
daar b. v. tegenover het geval van dien bes
ten der Keizers, die door geen van al zijn
doctoren geholpen kan worden en zeg dan dat
de verleiding voor 't publiek groot is om de
wetenschappelijk gevormde zoekers den rug toe
te keeren en zich in de armen te werpen van
lien, die zeggen er alles van te weten en onvoor
waardelijk genezing beloven.
Er zal nog een massa water door de Maas
stroomen vóór onze landgenooten die buiten- en
binnenlandsehe venters van geneesmiddelen dat
bedriegelijk sehoone Kwakzalveria den rug toe
keert, vóór ieder gelooven wil dat een genees
heer geen toovenaar is, die hem slechts de tong
te zien en eenige geheimzinnige krabbels te schrij
ven heeft, om terstond genezing aan te brengen.
Er zijn menschen, die voor geen geld van de
wereld hun kanarievogeltje, hond of kat iets te
slikken zouden geven, waarvan ze de samen
stelling niet kenden, of dat hun door iemand
dien ze niet kenden gegeven was, doch die hun
eigen lichaam aan den eersten den besten Kwak-
zalveriaan ter behandeling geven en zonder blik
ken of blozen innemen wat deze hun voorzet.
In den strijd, dien ieder verklaarde vijand van
geheimzinnige middelen noodwendig te strijden
heeft, soms tegen zijne naaste betrekkingen, te
gen eigen vleesch en bloed, wordt dikwijls een
wapen gehanteerd, dat aan de tegenpartij voor
treffelijke diensten bewijst en als de beste aan
beveling van geheimzinnige middelen te beschou
wen is.
We hebben dit wapen hierboven neergeschre
ven en willen 't even onder de oogen zien.
Er is geen enkel geheimmiddel, dat niet zijn
herstelde patiënten kan aanwijzen. Vele zwakke
magen zijn na het gebruik van revalenta arabica
in staat geworden vaste spijzen te verorberen
vele kuchers en hoesters, na 't een doosje borst-
bonbons of slijmpillen verorberd te hebben, heb
ben ruimte gekregen in de luchtwegenvele
jonge lieden hebben na 't gebruik van haar-
groeiwater een donsachtigen tooi aan de kin
zien ontluiken, dien ze «hun baard« noemen;
ettelijke moeders hebben hunne kindertjes zonder
moeilijkheden tandjes zien halen na 't omhangen
van een tandhalsbandjevele zwakke gestellen
zijn na concult bij de somnambule aan 't op
knappen geraakt.
Dat alles, en we zouden 't rijtje nog veel lan
ger kunnen maken, is onomstootelijk waar en
levert aan Kwakzalveria zijn verbazenden toeloop.
Eén attest van een genezen persoon brengt nieuwe
patiënten bij dozijnen aan. Want, en hier komen
we tot 't hart van de kwestie, heilbegeerige jonge
lieden, die te vergeefs in den spiegel naar 't ont
spruiten van een baardje uitzien en lezen hoe een
medelijder door eenige weken te smeren in 't be
zit daarvan gekomen is, zien plotseling de zon
van hun geluk opgaan in den vorm van een fleschje
haarpomade en volgen in allerijl denzelfden weg.
De sukkels vergeten in hun doldriftig verlangen,
dat ze in de jaren zijn waarin de baard, dun of
zwaar, komen moet, 't zij ze snieren of niet. De
moeder, die haar zuigeling een bandje omhangt,
zal evenzoo bij eenig nadenken tot de conclusie
komen moeten, dat haar kind ook zonder dit mid
del wel aan zijn tandjes zou gekomen zijn, daar
't nu eenmaal in den aard der menschelijke na
tuur ligt, na 6 of 8 maanden tanden te krijgen.
Zij die hoesten en het eene geheim middel na 't
andere koopen en verzwelgen en daarna genezen
zijn en een aanbevelend woordje aan den leveran
cier schrijven, wat moeten ze opkijken als ze hoo
rei) dat van al 't geen men tegen den hoest in
neemt, niets komt tev plaatse waar men 't eigen
lijk noodig heeft, daar de hinderlijke slijm zich in
de luchtpijp bevindt, terwijl al 't geen men in
neemt naar de maag i-rzeiit
Wanneer men een jony kind, behalve zijn na
tuurlijk voedsel, ook nog pap van een der vele
aanbevolen bekende meel mengsels g- eft en 't
kindje groeit, dan i- dat e n door «li;pap, maar
trots dit voedsel, 't L sterk, .ê.uirom weerstaat het
de proefneming; was het zwak, dan zou het be
zwijken, gelijk dan o k in den regel geschiedt.
Zoo is 't met volwassenen evenzoo. Boven de
geneesmeesters uit Kwakzalveria troont moeder
Natuur, die na ziekte genezing schenkt. Onze
doctoren trachten haar daarbij behulpzaam te
zijn, te verwijderen wat haar in den weg staat,
bij te brengen wat haar dienstig is. In vele geval
len zijn daartoe niet eens geneesmiddelen noodig
en kunnen zij volstaan met een nauwkeurig voor
schrift omtrent voedsel en leefwijze.
Hierbij nu stuit hij herhaalde malen op ons
onverstand zouden ze 't kunnen noemen doch
laten we zeggen onzen haast. We hebben geen
tijd en geduld te wachten tot 't den Schepper
behaagt onze menschelijke natuur weer in orde
te brengen, we willen dranken, pillen, poeiers,
liefst wat veel en bij afwisseling. En kan onze
docter daaraan niet toegeven, gevoelt hij zich
gewetenshalve verplicht ons die te onthouden,
terwijl hij niet verkiest door een onschadelijk
drankje voedsel aan ons wanbegrip te geven
welnu, dan geven we hem zijn afscheid en trek
ken naar Kwakzalvaria, waar Dr. Die en Prof.
Zus hunne allesgenezende waar aanbevelen.
Intusscheu houden we in acht 't geen de ver
smade docter ons geraden heeft en wanneer we
nu na eenige dagen of weken hersteld zijn, be
komt Prof. Zoo van ons behalve een aardigen
duit voor 't geleverde, een allerliefst briefje van
dankzegging.
«Het heeft mij geholpen« is nog volstrekt
geen bewijs van de genezende kracht, maar
't is niettemin een wapen dat groot gewicht in
de schaal legt, vooral omdat het publiek in
ziektegevallen zeer gesteld is op iets geheim
zinnigs. Er zijn voorbeelden dat menscben, die
hunne zaken met het meest koele verstand be
hartigen, in tijden van ziekte plotseling de kluts
kwijt raken, alle gezond verstand apart zetten
en zich hals over kop in de armen van een of
anderen Kwakzalveriaan werpen.
't Kan daarom niet genoeg gezegd en her
haald worden, dat al 't geen in Kwakzalveria
voor grof geld te koop aangeboden wordt, be
staat uit de minst dure medicamenten, in elke
apotheek voor enkele stuivers of centen te koop
en dat het vertrouwen van 't publiek op de
wonderdadige werking dezer medicamenten, be
rust op niets anders dan bijgeloovig- en on
wetendheid.
Buitenland.
De «Times* verklaart, dat de toestand voor
Frankrijk en Europa zeer ernstig is. Alles schijnt
aan te duiden, dat Frankrijk met versnelde pas
een staat van zaken tegemoet gaat, waarin het
bandelen zal met eene kraebt als van eene ont
ploffing, die aan alle berekeningen ontsnapt.
o
tt
EGBERT CARLSEN.
21)
Martens trok de schouders op. »Dat zijn
gedane zaken, die geen keer nemen,zei hij
koeltjes. «Wat voert u tot me? Wat is 't, dat
ge met me bespreken woudt aangaande Eduard?«
»Gedane zaken, die geen keer nemen!*
schreeuwde het meisje, en sloeg met haar groote
lompe hand zoo hevig op een naast haar staand
tafeltje, dat het sierlijk meubel zuchtte en kraakte.
«Wat raakt het mij, wat ge met mijn vader
hebt geknoeid? Nu hebt ge met mij te doen,
heer baron, en ik kan u zeggen, ik laat me
zoo niet afschepen als die arme dronkaard.
«Als ge nu eindelijk eens zeggen wilt, wat
ge van mij verlangt,* zei Martens zoo koud
mogelijk«ge zijt begonnen met me te zeggen,
dat ge me over uw neef Eduard wildet spreken,
maar tot nu toe spraakt ge slechts over uzelve
en uw vader.*
«Geld wil ik tienduizend daalders wil ik
goedkooper doe ik 't nietschreeuwde juffrouw
Marie, en gaf bij eiken schreeuw het naast haar
staand tafeltje met de gebalde vuist zulk een
slag, dat Martens bet oogenblik zag komen,
waarin bet onder die zware slagen zou in stuk
ken vallen.
«Dan spijt 't me u niet van dienst te kunnen
zijn,« antwoordde Martens, terwijl hij rustig
opstond en bet bedreigde meubel uit de gevaar
lijke nabijheid van de sehooneMarie zette.
«Ik ben geen geldleener.*
«En ik wil ook geen geld leenen,« kraste
Marie. «Verbeeld je dat maar niet, jij! en zoek
maar geen uitvluchten, jij jij, ze schermde
met de handen in de lucht, tot ze het rechte
woord gevonden had jij zwendelaar, jij
«Ge schijnt reeds in den vroegen morgen dron
ken te zijn,« zei Martens met onverstoorbare
kalmte.
De sehooneMarie sprong woedend op.
»Wat? beleedigen wil je me ook nog? weetje,
wat ik doen zal, als je me 't geld niet geeft?
ik reis Eduard achterna naar Berlijn en zeg
hem, wie hij eigenlijk is, en dat hij je vervol
gen moet! Je meent wel, omdat je de papieren
hebt, dat men niets kan bewijzen? Oho! Ik
kan voor 't gerecht bezweren, wat mijn vader me
heeft gezegd, en als men me niet geloofd, haal
ik 't geld te voorschijn, dat je mijn vader ge
geven hebt, dan zal men me wel gelooven. He?
zet nu maar niet zoo'n trotsch gezichtin mijn
macht ben je, en als je me 't geld niet geeft,
breng ik je in het tuchthuis
Marten's wenkbrauwen trokken zich dreigend
samen, en in zijn oogen begon het onheilspel
lend te fonkelen. Hij stond met den rug te
gen een kastje geleund, waarop zijn linkerhand
steunde, terwijl zijn rechter, door het meisje
onopgemerkt, uit een lade een zakpistool haalde.
Bij het woord tuchthuishield hij dat voor de
«sehoone* Marie, terwijl hij haar op onverschil
ligen toon zei: »dan zal ik vooraf bet genoegen
nemen, je als een kat neer te schieten.*
Als een stortbad werkte het zien van dat wa
pen op de woedende. Met doodsbleek gelaat tui
melde ze terug, terwijl Martens met een hoonend
lachje voortging: »dit zakpistool schiet uitmun
tend en geeft daarbij niet eens een knal. Dat
zijn zeer nuttige instrumenten, misschien heb je
er al eens van gehoord. Er is maar een enkele
druk van mijn vinger noodig en je hebt opge
houden te leven, zonder dat er iemand iets van
merkt. Vermissen zal ook wel niemand je
niemand zal naar je vragen of zoeken. Ik kan
je hier zoo veilig dooden, als waren we alleen
op een eiland. Nu, hoe bevalt u thans de zwen
delaar, met wien ge meendet zoo gemakkelijk
klaar te komen
De «sehoone* Marie had zich hersteld. «Ge
zijt thans de overwinnaar en hebt me overrom
peld,* zei ze, terwijl ze behoedzaam naar de
deur laveerde; maar toen ze van plan was de
hand naar de deurknop uit te steken, hief Mar
tens op nieuw zijn pistool op en riep»weg
daar aan de deur, ga op uw stoel bij de kachel
zitten.
Zijn oogen fonkelden zoo woest bij deze woor
den en de mond van het pistool gaapte Marie
zoo nijdig aan, dat ze zonder een woord tegen
te spreken het bevel nakwam.
«Blijf nu rustig zitten tot onze zaak klaar
is,« ging Martens voort. «Vooreerst moet ik u
meedeeLn, dat het mij persoonlijk totaal on
verschillig is of Eduard iets van zijn afkomst
hoort of niet. Met deze zaak houd ik me alleen
op last van anderen bezig, en wel van anderen,
die het met Eduard heel goed meenen.«
Waarom verbergt men dan de waarheid voor
hem?* vroeg het meisje met een hoonend lachje.
Omdat het nog volstrekt niet zeker is, dat
het groote vaderlijk erfdeel hem ten deel zal
vallen. Daarover zijn onderhandelingen aange
knoopt, die vermoedelijk een gunstigen uitslag
zullen hebben; maar men wil in Eduard geen
hoop wekken, eer do zaak beslist is om hem
niet te leur te stellen; dan eerst zal men hem
't meedeelen, wat hij is, en wat hij bezit. Tot
dien tijd blijft hij bij injj, voor den schijn als
mijn bediende, in 't wezen als mijn kweekeling.
De/e langzame overgang is noodig voor hem;
het zou dwaasheid geweest zijn, hem uit het
vuil van uw huis dadelijk over te brengen in
een voorname positie. Maar dat zijn zaken,
waarvan gij niets begrijpt.
De »schoone« Maria wierp he' hoofd trotsch
achterover. «Waarom hebt ge dan mijn vader
met geld den mond willen siupp uf
»'t Is me aangenaam, dat ge op 't geld te
rugkomt,* lachte Martens sarcastisch, »ik wou
er juist over beginnen. Ook wat dat betreft,
dwaalt ge. Uw vader lie. ft dat geid niet ye-
kregen om zp zw ali •->>
omdat Eduard s besciiermers inzagen, üat ze al
leen op die wijze den armen knaap onttrekken
konden aan de macht van zijn pijniger. Tege
lijkertijd moest uw vader beloven nooit weer
zich met Eduard te bemoeien. De toekomstige
heer von Yirzowski en erfheer van Wolno moest
voor altijd bevrijd blijven van die eer. Uw vader
heeft de belofte gehouden; gij echter kondigt
ons aan dat ge die belofte niet wilt nakomen.
Nu goeddan moeten wij u daartoe dwingen.
Ge zult daarom het kapitaal van vijfduizend
daalders teruggeven en in ruil daarvan jaarlijksch
de interest ten bedrage van tweehonderd daal
ders ontvangen.*
Wild sprong het meisje op. »Ben je gek?*
riep ze. «Ik zou dat geld teruggeven - Ze
stiet een schrillen lacli uit. «Hahaha! wie wil
me daartoe dwingen?*
«Dit wapen,* zei Martens bedaard, terwijl hij
het zakpistool ophief. «Het knalt in 't geheel
niet en maakt toch een gat, groot genoeg om
uw ziel te vergunnen uw schoon lichaam te
verlaten.
Het meisje viel op Martens aan, maar deze
riep haar te gemoet: «Beweeg u niet van u
plaats anders schiet ik. En als ik tot tien ge
teld heb en het geld ligt daar niet op de tafel,
dan zweer ik u, dat ge hebt opgehouden te
leven.
«Ik heb het geld niet bij me* steunde de
sehoone Marie.
«Dat is een leugen,* antwoordde Martens koel.
«Ge zijt op reis; ge hebt niemand, die ge zoo
ver vertrouwt, dat ge hem het geld in bewaring
kunt geven, en in uw koffer, als ge er een hebt,
zult ge 't niet aan 't station of in de herberg
achtergelaten hebbendus is het duidelijk, dat
ge 't geld bij u hebt. Nu, komt het
haast? Een twee drie.*
«De vijfduizend daalders zijn niet meer bjjeen,*
wierp het meisje hem tegen, «mijn vader heeft
er reeds veel van gebruikt; de helft is er nauwe
lijks van over.«
«Aha, ge wilt onderhandelen,* lachte Martens
ge i.-dt me de helft. Daar kan ik me evenwel
J niet mee ophouden, 't Is in 't geheel niet te den-
NIEUWSBLAD
Land van Hen
en Alteua,
en de
II
16
IS
NA All HET DÜITSCH.
VAN