FEUILLETON. 1888. JW. TOO. WOENSDAG 18 JULI. Uitgever: L. J. YEERMAH, Heusden. VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prysverhooging. Agent voor Gorcum en Omstreken: Bosch Broes van Dort. Advertentiën 10 regels GO ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Agent voor FrankrijkWester Co., 20 Rue Hérold, Parijs. Wij berichten onzen lezers, dat we in het eerstvolgend Woensdagnummer aan een nieuw feuilleton beginnen. »Een episode uit het leven van den ouden Dessauer« is een boeiend verhaal vol handeling, dat zeker bevallen zal. Buitenland. Vrijdagmorgen had een duel plaats tusschen generaal Boulanger en Floquet, minister-pre sident der Kamer. Het initiatief is uitgegaan van Floquet, op grond dat Boulanger hem vier maal voor een leugenaar had uitgemaakt. Het gevecht was bijzonder vinnig. Terwijl Floquet bedaard bleef is Boulanger dadelijk ontstuimig te werk gegaan, en het was blijkbaar zijn toeleg om zijn tegenstander in de borst te treffen doch Floquet wist de stooten behendig te paree- ren en partij te trekken van Boulanger's gemis aan koelbloedigheid. Bij den eersten uitval werd Boulanger licht aan het been gekwetst, Floquet aan de rechterhand. Bij den tweeden uitval werd Floquet licht geraakt aan de linkerzijde, terwijl Boulanger aan de keel gekwetst werd. De wond van Boulanger bloedde sterk en was ernstig ge noeg om een eind aan het gevecht te maken. Bij onderzoek is gebleken, dat de degen hem vijf a zes centimeter in den hals is gedrongen, tusschen twee hoofdaderen, en dat eene pees doorsneden is. Clémenceau, die geneesheer is, meent, dat Boulanger in betrekkelijk korten tijd hersteld kan zijn. Al de ministers en vele andere aanzienlijke personen in de staatkundige wereld hebben ten huize van Floquet den uitslag van het tweege vecht afgewacht. Boulanger heeft verklaard, dat hij zijn ont slag neemt als afgevaardigde, omdat hem de vrijheid van spreken op de tribune ontzegd is. Intusschen is gebleken, dat hij reeds vooraf had besloten zijn ontslag te nemen, en dat hij in de Kamer was gekomen met een briefje aan den voorzitter, waarin hp dezen dat besluit kenbaar maakte. Dit briefje toch, dat naar ge bruik voorgelezen werd, luidde als volgt: »Ik heb, wegens de beslissing die de Kamer geno men heeft, de eer mijn ontslag te nemen als afgevaardigden Boulanger had zich namelijk misrekend. Hij had voorzien, dat zijn voorstel betreffende de ont binding der Kamer verworpen zou worden; maar de Kamer heeft geen beslissing hierover genomen. De voorzitter heeft geweigerd het in stemming te brengen, als inconstitutioneel. Een der leden riep dan ook, nadat het briefje voorgelezen was: »De Kamer heeft niet gestemd, en een algemeen gelach barstte los. Al de verontwaardiging van Boulanger over de verkorting van het recht van spreken was dus comediespel. Zaterdagavond was het te Parijs zeer woelig. Er hebben talrijke opstootjes tusschen Boulaugis- ten en anti-Boulangistcn plaats gehad, alsook vele manifestatiën vóór het Elysee, onder het geroep van »leve Boulangeren »weg met BoulangerDe politie heeft de menigte uiteen gedreven en arrestatiën gedaan. De heer Üarnot werd bij zijne terugkomst van het feestmaal der maires toegejuicht. Gelijk gewoonlijk was eene onafzienbare nien- sehenmassa op de been, om de wapenschouwing der troepen bij te wonen. De president der repu bliek, vergezeld van de ministers van oorlog en van marine, kwam omstreeks drie uren op he terrein. Hij werd begroet met den kreet»Leve Carnot!« Weinige minuten later kwamen de ministers Floquet en Goblet. Eerstgenoemde were levendig toegejuicht. De troepen begonnen nu weldra te marcheeren. Hunne houding was uit stekend. Bijzonder onderscheidden zich twee regi menten van het territoriale leger in hunne be wegingen. De president der republiek en de minister Floquet werden bij hun vertrek met storm ach tigen bijval begroet. De Duitsche Keizer heeft nog moeite gedaan do Servische Koningin te bewegen, haar verzet niet tot het uiterste te drijven en haar zoon aan den vader af te staan. De Koningin schreef den Keizer terug, dat zij haar zoon zelf aan haar man wilde overgeven. Natalie wist echter dat haar toegang tot Servië verboden was. Deze brief werd door den Keizer niet beantwoord, evenmin als de telegrammen. Aan Milan ver zocht Natalie haar zoon nog een maand te be houden, wat geweigerd werd. De chef der po litie te Wiesbaden deelde haar mede, dat de Duitsche Regeering besloten had haar binnen 24 uren het land uit te zetten, aangezien haar tegenwoordigheid op Duitsch grondgebied de vriendschappelijke betrekkingen tusschen Duitsch- land en Servië verstoorde. Tevens werd zij ver wittigd, dat de Kroonprins den volgenden mor gen aan generaal Protitch zou worden overge leverd, desnoods niet geweld om naar Belgrado te worden opgezonden. Deze instructies werden uitgevoerd, nadat een sterke politiewacht de villa Clementine, waar de Koningin woonde, den geheelen nacht bewaakt en niemand daarin toe gelaten had. De inspecteur, aan het hoofd van twintig politie-agenten, drong de villa binnen en eischte van de Koningin den twaalfjarigen Kroonprins op. »Ik weiger,riep de Koningin, waarop de inspecteur antwoordde: »Dan moet hoede van generaal Protitch. De Koningin werd in de villa gevangen gehouden en niemand bij haar toegelatenzelfs haar biechtvader werd afgewezen. Te vijf uur werd zij naar het station gebracht. De Duitsche politie had last haar over de Oostenrijksche grenzen te brengen. Een poging te ontvluchten misluktte; zij liet een extra-trein bestellen, zonder echter de bestem ming op te geven. De stationschef antwoordde, dat hij geen extra-trein kon geven. De Koningin van Servië is Zaterdagavond 7 uren naar Weenen vertrokken. ik geweld bezigen«. De zusters der Koningin smeekten haar de grievende geweldpleging te vermijden. De Koningin liet zich toen overhalen, waarop de Kroonprins weggevoerd, in een rijtuig geplaatst, naar het station gebracht werd, en terstond per trein naar Belgrado vertrok, onder De Engelsche »Pall Mall« deelt onder voorbe houd het zonderlinge bericht mede, dat keizerin Victoria, de weduwe van keizer Frederik, op het oogenblik wordt gevangen gehouden in het paleis Friedrichskron, ten einde haar te dwingen de pa pieren van haar echtgenoot, staatszaken betref fende, uit te leveren. Een bekend tooneelspeler in Duitschland, Max Door te Leipzig, is krankzinnig geworden. De ongelukkige verbeeldt zich koning Lear te zijn een veelvuldig door hem gespeelde rol en hij brengt zijn tijd door met het beweenen van zijn dochter Cordelia. De sociaal-democraten zitten niet stil en nu weder zijn te Berlijn een vijftal van die heeren in hechtenis genomen, die de affiches van de troonrede des keizers hadden bedekt met roode plakkaten. De uitgeweken Bulgaarsche officieren, die sedert 1886 bij verschillende Russische regimenten die nen, hebben bevel ontvangen definitief uit Bul- gaarschen dienst te treden en zich bij het Russi sche leger te verbinden. Te Osnabriick is onder de leerlingen van het Gymnasium de Egyptische oogziekte zoo hevig uitgebroken, dat die inrichting gesloten is. EGBERT CARLSEN. 45) XXIV. Slot. De winter en de lente waren voorbijgegaan en weder golfden de korenakkers in gouden schijn reeds begon in den tuin de vrucht te zwellen, ter wijl de linden nog in vollen bloei stonden en brommende bijenzwermen er om heen zwierden. Heet brandde de zon, hoewel het reeds tegen den avond ging; niet de minste koelte bewoog de luchteentonig sjilpten de sprinkhanen in 't gras en geen andere zang mengde zich in hun con cert dan nu en dan de zachtkens dalende tonen van de leeuwerik, die eenzaam in de blauwe van licht sprankelende hoogte zweefde. Rustig breidde zich ook de spiegelgladde vlakte van het meer uit, dat blinkend tusschen lage doch met dichte bosschen bedekte heuvels voortkronkelde. Niet lang kon het oog dien ver blindenden glans verdragen; en dat was ook zeker de rede, waarom die twee vrouwen aan den oever zich zoo hadden gezet, dat haar blik maar half over 't water gleed, terwijl hij ver kwikking vond in het donkere groen der pijn- boomen en dennen, welke tegen de helling groeiden. En toch was het gezicht op en over 't meer van dit punt niet zonder bekoorlijkheid. Een smalle landtong schoof zich scheef in 't water vooruit; aan haar punt prijkten twee majestueuze dennen hoog in 't blauw des hemels, en over 't meer wenkte een wit gebouw met veel torens en torentjes en uitstekken en tinnen, zooals de smaak van de moderne gothische bouworde dat verlangt. Dat is 't slot Dennenhof, voor zoowat twintig jaar aan den oever van een dier meren gebouwd, welke zulk een lieflijk sieraad van de Branden- burgsche mark uitmaken. De lezer zal zich nu ook wel niet verwonderen, als we hem zeggen, dat de eene der dames, de kleine sierlijke bru nette met de levendige oogen en den ietwat grooten mond mevrouw Georgine von Pleiszen bach, geboren gravin tot Born-Dennenhof is. Wel mag hij echter verbaasd zijn, als hij in het jonge meisje naast haar, in die blondine met het edele profil, miss Alma Robinson herkent. En toch is 't zoo. Een weinig smal en bleek is dat door prachtig haar omlijste gelaatniet meer bloeien op haar jeugdig frissche wangen de rozen, zooals voor een jaar; maar de mooie, diep blauwe oogen zien vroolijk en vertrouwend in 't rond en om den lieven mond speelt zelfs een stil lachje. Het had lang geduurd, eer deze mond weer had leeren lachen en menigmaal had het ge schenen alsof Alma's kracht te zwak was om te dragen, wat haar was opgelegd. Lichamelijk was zij gebroken geweest; de opwinding van haar zenuwen steeg zoo hoog, dat geen slaap zich meer op haar oog wilde leggen, dat haar anders zoo rustige hand de teugels niet meer met de gewone zekerheid kon voeren, en dat ze bij de levendige circus-voorstellingen dikwijls in tranen uitbrak. En toen kwam een avond, waarop men haar door koortsrillingen geschud naar huis moest brengen. Lang vreesde de dokter het ergste. Maar toen er eindelijk een gunstige wending kwam, durfde Hugo helpend tussehenbeide ko men. Sinds hij in die zaak van het duel zoo gelukkig had gewerkt, was hij een vaak en gaarne geziene gast in Pleiszenbach's huis geweest en had hij mevrouw Georgine in Alma's ongeluk belang doen stellen. Het buitengewone had voor deze vrouw altijd eene bijzondere aantrekkelijk heid ook liet Hugo doorschemeren, dat Martens in nauwe betrekking met de Engelsche had ge staan en ook haar bedrogen hadiets dat Georgi- nes volle sympathie met de verlatene opwekte. Toen Hugo haar nu de tijding bracht, dat Alma in doodsgevaar, eenzaam en ellendig daar neder lag, was ze dadelijk tot helpen bereid. Ze sprak met Alma's huisgenooten, ze zorgde voor een ziekenverpleegster, ze kwam meermalen daags zelfs naar de patient zien, en toen de crisis voorbij was en Alma langzaam begon te beteren, nam ze haar in keur huis. Ook voor haar toe komst zorgde ze. Daar directeur Fürst, tijdens lma's ziekte Ostburg moest verlaten, had hij het contract met Alma verbroken. Daardoor was ze onverwachts vrij geworden en behoefde niet langer verplichtingen na te komen, die in de laatste weken een drukkende last voor haar wa ren geweest; maar thans was ze ook weer ge heel zonder bestaan in de wereld en aan den uitersten nood prijs gegeven. Toen trad Georgine helpend tussehenbeide. Haar moeder gravin Born, zoo vertelde ze aan Alma, zocht reeds lang een gezelschapsdameAlma scheen haar geheel voor die betrekking geschikt; wilde ze die niet ver vullen? Met blijde dankbaarheid nam het meisje dien voorslag aan en ze had zich dien stap niet te berouwen. De oude gravin Born kwam gaarne iedere wensch barer dochter na; ze maakte geen tegenwerping toen Georgine haar verzocht Alma onder bescherming te nemen en ontving haar met moederlijke hartelijkheid. Alma gevoelde zich hier weldra thuisde wonde van haar hart begon te genezen en haar jeugd gaf haar weldra haar veerkracht terug. Sedert vier weken was thans ook mevrouw von Pleiszenbach op Dennenhof en de sympathie, die zich reeds te Ostburg tusschen de beide da mes had ontwikkeld, werd gedurende dit stil verblijf op het land tot een ware vriendschap. Ze waren den ganschen dag bijeen en spoedig had Alma geen geheim meer voor Georgine. Ook Hugo's naam werd dikwijls tusschen de vriendinnen genoemd en het gevolg daarvan was, dat luitenant von Pleiszenbach, toen hij na veer tien dagen zijn vrouw bezocht, zijn vriend Vir- zowski meebracht. Daar kon Hugo zich spoedig overtuigen, dat het beeld van den Koningsmarter geheel uit haar hart verdwenen wasdat vriend schap en dankbaarheid daarin een ander beeld hadden opgericht, dat door de liefde dagelijks met schooner rozen werd versierd en dat dit beeld het zijne was. En als hij nu de vraag van den vorigen winter herhaalde, of zij de vreugd en de smart van het leven met hem wilde deelen, toen klonk hem geen afwijzend neen tegen, maar blozend bekende Alma, dat een leven aan zijne zijde haar hoogste geluk zou zijn; echter ver zweeg ze hem ook niet, dat de korte tijd van haar circusleven in zooverre noodlottig voor hen beiden was, dat het een onoverkomelijke hinder paal tusschen hen had opgerichtimmers de kunstrijderes kon nooit de gade worden van den luitenant. Dit had Hugo ook overwogen en zichzelf bekendmaar het hing van zijn wil af hoe lang hij luitenant zou blijven. Toen hij den vorigen winter door Alma was afgewezen, had hij in de strenge vervulling zijner militaire plichten een geneesmiddel gezocht voor het verdriet, dat zijn hart folterde. Thans had hij zulk een middel niet meer noodig en daar hij geen overwegende neiging voor den dienst had, was hij spoedig besloten de schoone curas- siers-uniform uit te trekken en als een eenvou dig edelman aan Alma's zijde het hoogste geluk te smaken. Niet ver van Wolno was een groote hoeve opengekomen; hij trad er over in onder handeling en zoodra hij wist, dat Alma's hart hem toebehoorde, sloot hij het kontract en ver zocht tevens ontslag uit den dienst. Daarmee waren Alma's laatste bedenkingen opgelost en met van geluk stralend hoewel ook half be- beschaamd gelaat beloofde ze Hugo hem als zijn vrouw voor den winter in zijn nieuw huis te volgen. Thans klonken door de stilte van den zomer avond regelmatige riemslagen over het meer. »Dat zullen onze heeren zijn,zei mevrouw von Pleiszenbach, terwijl zij haar blik naar den wa terspiegel wendde. »HoeV kan Hugo reeds zoo spoedig Hit de stad terug zijn?« vroeg Alma; maar nu op het meer een boot ontwarend, die recht op de spits der landtong aanhield, voegde zij er bij: »hij is 't werkelijk.En vroolijk liet ze tot welkomst haar doek door de lucht zwieren. NIEUWSBLAD h Laiisstat eis de De Redactie. lOSDi naar het duitsch. VAN

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1888 | | pagina 1