FEUILLETON. M 705. ZATERDAG 4 AUGUSTUS. 1888. Uitgever: L. J. YEERMAN, Heusden. V00E Buitenland. KARL MAY. NIEUWS en Advertentiën 16 regels UO ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters Daar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsday- en Yriidarfmorgen innewacht. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden ƒ1.00. Franco per post zonder prijs verhooging. Agent voor Gorcum en OmstrekenBosch Broes van Dort. hierop moet vooral de nadruk gelegd worden: Agent voor FrankrijkWester Co., 20 Rue Hérold, Parijs. Wij hooren in den tegenwoordigen tijd beide benamingen zoo dikwijls en vaak zoo verkeerd gebruiken, dat we ze hier opzettelijk eens naast elkander plaatsen om ze met elkander te verge lijken. Hoewel beider beteekenis vaak in elkander verloopt door het verzetten der grenzen, zoodat de een komt op 't gebied van den ander of om dat de laatste door inkrimping, tijdelijk hun eischen wat lager stellen, toch bestaat er een verschil dat goed in 't oog moet gehouden wor den, wil niet menigeen zich rangschikken of geplaatst worden onder een vlag, waarvoor hij niet strijden wil. Sociaal noemt men, wat betrekking heeft op de maatschappijzoo zijn sociale vraagstukken, vragen die betrekking hebben op maatschappe lijke toestanden. Een democraat is iemand, die zijn kracht bij 't volk zoekt; volk niet in de beteekenis van 't geheele volk, maar van de lagere standen. Een sociaal-democraat is dus iemand, die zich bezig houdt met en partij trekt voor maatschap pelijke vraagstukken en toestanden, maar alleen voor zoover ze de lagere standen betreffen. Hij heeft dus geen oog voor de rechten en belangen der andere standen, maar wil het geluk bevor deren van zijn partij al is dit ten koste van dat der anderen. Onze tijd kenmerkt zich door een sociaal strevendat wil zeggen dat onze tijd meer dan de vroegere er op bedacht is maatschappelijke hervormingen in te voeren. Dit is een streven niet van deze of gene partijliberalen en anti revolutionairen, vrijzinnigen en rechtzinnigen, allen werken hier aan de zelfde zaak, schoon soms in andere richting of liever met andere middelen. Wel een bewijs van den algemeenen drang naar hervorming, die zich sterker dan ooit laat gevoelen. Dien stroom tegen te willen houden is dwaas en zou leiden tot grootere on heilen. Met gematigdheid en veel wijsheid dien stroom trachten te leiden in goede richting is plicht voor ieder, die tegenwoordig recht heeft om mee te spreken. Niet dat dit een streven is uitsluitend van onzen tijd; wie iets van de geschiedenis weet, weet beter. Maar wat men vroeger vaak onge vraagd wilde geven uit liefde, uit barmhartig heid, wordt nu geëischt als recht en gegeven om aan de gerechtigheid te voldoen. Toen plaat ste men da standen boven, nu naast elkander als burgers van eenzelfden staat en wil men door hervorming van 't bestaande het belang van alle standen behartigen. Van minder geluk kigen gelukkig te maken is dus geen sprake, maar wel van minder gelukkigen te geven wat hun toekomt en al lang toekwamen dat niet omdat ze 't anders zullen eischen met geweld, maar omdat het rechtvaardig is. Ziedaar het schoone streven der socialen; de ontwikkeldste, de beste van onzen tegenwoordigen tijd werken er aan mee en, zoo we reeds zeiden, lieden van allerlei richtingen ontmoeten elkander op dat groote arbeidsveldis 't wonder, daar er nog zooveel wegen gebaand moeten worden, dat ze wel eens tegen elkander aanloopen en in botsing komen V De richting van den weg is niet altijd even juist aangegeven en vooral is er dikwijls verschil over den tijd, waarin de weg moet gereed zijn. Daarbij, er is zooveel te doen: 't onderwijs moet meer algemeen voor ieder toe gankelijk zijn niet alleen, maar door ieder in voldoende mate genoten wordendaardoor eischt men van verschillende zijden leerplicht en langer leertijd. De Staat moet in de regeering door allen zooveel mogelijk vertegenwoordigd worden; daartoe eischt men uitgebreider, ja zelfs algemeen kiesrecht. Wat de verdediging van het gemeene vaderland betreft mogen geen standen bevoor recht wordenmen wil algemeene dienstplicht. De strijd voor 't bestaan mag niet zoo ongelijk drukken, dat de een zich afbeult en toch onvol doende geniet; men wil bescherming van leven en gezondheid van den werkman, een normalen arbeidsdag en wijziging van de belastingen ten behoeve van de minder bevoorrechten. En nog veel meer zouden we kunnen noemen, als onze plaatsruimte niet beperkt wasveel is reeds ge daan, nog meer wacht op afdoening. Maar dit mag bij dat alles niet uit het oog worden ver loren: men wil dit alles trachten te bereiken door hervorming van 't bestaande, langs den weg der geleidelijke ontwikkeling, door zooveel mogelijk allen en niet 't minst de mindere stan den in 't genot van die hervorming te doen deelen, al is 't dan ook met veel opoffering van de zijde der bezitters. Ziedaar in grove trekken geschetst, wat de socialen willen. En nu de sociaal-democraten Wij vragen thans niet, wat eischen ze eerst, waarmee zouden ze zie!) met opoffering van hun beginsel de eerste dagen tevreden willen stellen maar wat ligt in hun beginsel. Volgens hen deugt de geheele inrichting van onze maatschappij nietinoet ze niet verbeterd maar onderste boven gekeerd worden om op de puinhoopen een nieuwe maatschappij te kunnen oprichten. Die algeheele omkeer moet van 't volk, hier weer de lagere standen, uitgaan en de nieuwe maatschappij moet ingericht worden voor al met het oog op die standen. Onze maatschappij rust op 't kapitaal zeggen zeweg met 't kapitaalalgemeen bezitalles aan den staat, die ieder zal geven, wat hem toekomt. Even als ieder recht heeft op dat deel der lucht dat hij noodig heeft, zoo ook met het landbezit. Veel, wat ze verder eischen, vloeit hieruit voort of lcomt overeen met 't geen we boven opgaven als 't streven der socialenmaar waar het doel nog overeenkomt willen de socialen dat trachten te bereiken door hervorming, de sociaal-democraten door omverwerping. De toepassing make nu elk voor zichzelven. Alleen zeggen wij nog: groote veranderingen, die zullen stand houden, moeten wortelen; daar voor is tijd noodig. Al valt velen het wachten moeilijk: zij die gelooven hollen niet onzinnig voort. De Paus zond aan Keizer Wilhelm een gelulc- wensch met de geboorte van zijn vijfden zoon de Keizer antwoordde daarop: Werkelijk ge troffen door de deelneming van Uwe Heiligheid bij de geboorte van onzen zoon, verzoeken wij IJ, de verzekering onzer dankbaarheid voor dit vernieuwde bewijs van oprechte genegenheid te aanvaarden. Volgens berichten uit Weenen, zal keizer Wilhelm de eerste de beste gelegenheid waar nemen om een onderhoud ie hebben met zijne grootmoeder, koningin Victoria van Engeland. Vermoedelijk zal die ontmoeting te Baden-Baden plaats hebben. De gemeenteraad van Petersburg heeft in eene buitengewone zitting een motie aangenomen, waarin zijn vreugde wordt betuigd over het be zoek van Keizer Wilhelm. De politie heeft Zondag te Parijs tal van biljetten van de muren gescheurd, waarin het volk aangespoord werd naar de wapenen te grij pen. De biljetten waren in den nacht aange plakt en droegen geen onderteekening. De »Gaulois« zegt uit zekere bron te weten, dat reeds een vijfde van den graanoogst in Frankrijk is verloren, als het slechte weer voort duurt. Een aanzienlijke rijzing van de prjjzen is waarschijnlijk. een weinig bekende episode uit het leven van den »Ouden-Dessauer.« dooll 4) Op dit oogenblik opende de dienstdoende cor- poraal de deur en meldde: Excellentie, veront schuldig! ik zou zeggen, dat Heinze er is.« »Goed. Kom eens wat naderbij De man voldeed met neergeslagen oogen aan 't bevel. »Nu jou negenoog, hoe gaat het met je neus wijzen snavel? Wil je me dien nog mijn op huid laten teekenen V« DoorluchtigheidExcellentieik giste niet ik »Nu, thans ken je me en je zult het zeker niet weer doen. Hier heb je een gulden; drink een paar kruiken om je snavel nat te houden. Heinz moet binnenkomen Vroolijk dankend ging de soldaat heen en hield de deur open voor een man, die in deftige houding binnen marcheerde, drie schreden van den drempel de hielen tegen elkander sloeg en met de hand aanslaande in diepen bastoon bromde: »Weer op post gekomen, Dorluchtigheid »Best Heinz! Was eer hier dan jij. Hoe komt dat?« »De oude bagagewagen viel in mekaarSchan delijk prullegoed, Dorluchtigheid »Niet babbelen, Heinz. Laat je een kamer aanwijzen. Zal dadelijk bij je kome!i,« »Te dienen, Dorluchtigheid Hij maakte rechtsomkeerd en marcheerde fit'. De vorst wendde zich weer tot de officieren. »Mijne heeren, de keurvorstelijken worden van dag tot dag driester en gedragen zich juist alsof wij maar voor de grap aan de grenzen staan. Ze hebben onder onze oogen werfstations ingericht, die hun vangarmen zelfs hier in 't Brandeuburg- sche steken, en tot mijn spijt moet ik hooren, dat uwe waakzaamheid zich door die galgenbrok ken laat foppen. Er moet een voorbeeld gesteld worden, een geweldig voorbeeld en daarop had de order van gisteren betrekking, die.... die de opperwachtmeester en het gansche corps officie ren niet kon lezen. Ik heb vernomen, dat het roerigste station in het huis van den herbergier Hammerlein te Gartow is te zoeken, en zal, daar.... daar mijne order niet kon gelezen wor den, de zaak zelfs eens ter hand nemen. Ik ga heden nog naar Gartow en....« Excellentie,waagde Dennau hem in de rede te vallen, denk toch aan de gevaren, die....« »PapperlupappIk ga! Uitgemaakt; niet ge kikt! Als mijn officieren zich luten foppen, dan moet ik mijn eigen oogen open houden, en bo vendien ga ik met voldoende geleide. Men late dadelijk wachtmeester Bellheimer van het esca- dron van ritmeester von Galen roepen. Bellheimer? verontschuldig me, Excellentie! die heeft van morgen voor twee dagen verlof gekregen. o O V erlof W aar voor »Ook ons is het drijven aan gindsche zijde der grenzen en vooral tusschen hier en Gartow opgevallen, hoewel onze onderzoekingen helaas tot nu toe zonder gevolg zijn gebleven. Bell heimer nu meldde zich gisteren bij me aan en beloofde de zaak vast op 't spoor te zullen ko men, wanneer ilc hem voor twee dagen vrij wilde geren. Ik stond natuurlijk zijn verzoek toe en geloof, dat hij allang onderweg is.« »Ah... hm... brave kerel, die Bellheimer! Ken hem.... zal woord houden! Zal evenwel mijn plan uitvoeren en nu zonder gGeide gaan. Heer opper wachtmeester Excellentie »Ben ik van avond precies negen uur niet terug, dan rijdt ritmeester von Galen met zijn escadron van hier naar Gartow, bezet dadelijk het slot en de herberg van den waard Hammer lein, waar hij me aan een van die twee plaatsen wel vinden zal. Verstaan »Om u te dienen, Excellentie; toch veroorloof ik me eene herhaling van mijn dringend ver zoek, om....« »Geen tegenspraak,klonk het scherp en kort; »weet alleen wel, wat ik doe!« Toen voegde hij op vriendelijker toon er bij. Hebben de heeren al ontbeten »Neen.« »Dan verzoeken wij ons bij den heer opper wachtmeester te gast; doch alleen op brood en bier; voor meer heb ik geen tijd.» De officier was over deze wending van het gesprek, dat voor hem zoo ongunstig begonnen was, zeer verheugd, en spoedig zaten allen in eerbiedige houding met hun veldheer aan den vroegtij digen dischA au 1 ek kernij en durfde Deun au niet denken; hij kende den smaak des vorsten. de hem aange- Ondertusschen was Heinz in wezen kamer bezig met het goed, dat hij voor zijn heer had meegebracht. Hij was lijf- en karuer- huzaar van den vorst en om zijn voortdurende goedhartigheid en originaliteit even als om zijn ijls bewezen moed niet alleen in de naaste van den vorst maar ook in geheel Dessau en bij het gansche leger bekend, geacht en bemind. In de stad Dessau geboren, was hij met Leopold in de Nederlanden, aan den Rijn, in Beieren, Oostenrijk en Italië geweest en had daar al de veldtochten en reizen meegemaakt. Hij was den vorst zoo lief geworden en zoo met hem saamgegroeid, dat hij tegenover den gestren- gen heer en gebieder veel durfde doen, dat een ander lijf en leven kon gekost hebben. Daarvoor was hi.j hem ook met ongewone trouw genegen, was hij ter wille van zijn heer zelfs ongehuwd gebleven en zou voor hem honderdmaal met vreugde zijn leven gegeven hebben. Allen, die de vorst genegen was, konden ook op de vriendschap van Heinrich Balzer, zooals zijn volle naam luidde, rekenen, en daar de eerste reeds dikwijls een zekere genegenheid voor den wacht meester Bellheimer aan den dag had gelegd, had Heinz hein ook in zijn oud hart gesloten en heden dadelijk bij zijn aankomst naar hem ge vraagd. Leopold was hem in alles een navolgens waardig voorbeeld en daarom volgde hij ook in zijn uiterlijk zijn heel zooveel na. Hij droeg haar en baard juist als deze, had geheel diens gang, houding en manier van spreken overgenomen, en had door iemand, die wel van den ouden Dessauer gehoord, maar hem niet gezien had, heel goed voor dezen gehouden kunnen worden. Hij vertelde graag van zijn avonturen en vond, als er geen ander toehoorder voor zijn geschie denis was, toch altijd twee ooren, die gaarne naar hem luisterden; 't waren zijn eigene, waar voor hij uren lang kon praten met een ijver als had hij een grooten kring van toehoorders. Zoo was het ook een van zijn eigenaardigheden, dat hij nooit Doorluchtig zei, maar altijd Dorluch tigheid. Thans bevond de tweede dienstdoende cor- poraal zich bij Heinz, om hem bij het rang schikken der meegebrachte bagage de behulp zame hand te leenen. »Dus is Bellheimer werkelijk met verlof »Ja, twee dagen. »Weet je misschien waarom »Neen.« »Hm, ja hij praat niet veel, de brave jongen! duizend bommenheb hem een weinig lief en had hem graag nog eens gezien. Kan je me ook zeggen of hij hier of daar een liefje heeft »Neen.« »Hm, kon mooglijk zijn, dat hij om een meisje den dienst in den steek liet. Denk zoo'n domheid evenwel niet van hem. Heb er zelf ook nooit aan gedacht, zelfs ih mijn jonge jaren. Een enkele maal slechts heb ik me bijna aan zoo'n poppetje vergapen, en dat was toen we anno 4 in Beieren aan den Donau stonden, om bij Hochstadt te vechten. We lagen bij een jonge weduwe in kwartier, ik en Dorluchtigheidik zeg bij een jong, aardig weeuwtje, en die had, 't is woord voor woord waar, een oogje op me. Dat was eigenlijk ook niet anders te verwach ten, want, we waren twee kerels, namelijk ik

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1888 | | pagina 1