Belangstelling. FEUILLETON. Melanie Ar 723 ZATERDAG 6 OCTOBER. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. 1888 OOK Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.00. Franco per post zonder prijs verhooging. Agent voor Gorcum en OmstrekenBosch Broes van Dort. Advertentiën 1(i regels 00 et. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Agent voor Frankrijk: Wester Co., 20 Rue Hérold, Parijs. Reeds meermalen, ter gelegenheid van verschil lende gebeurtenissen, zoowel van verblijdenden als van bedroevenden aard, was ik onderworpen aan een tamelijk groot aantal betuigingenvan belangstelling, en ook anderen worden op hun' tijd daarmee gezegend. Geen nieuwsblad neemt men in handen of men wordt daarin dank gezegd voor de bewijzen van belangstelling, die betoond zijn bij geboorte en sterven, bij lief en leed, bij verheffing en vernedering, 'k Wil nu niet stil staan bij de onderscheidene wijzen, waarop al die dankbaren aan hun overkropt gemoed lucht trachten te geven: elk zingt op zijne eigene wijswel moet ik wijzen op de aanduidingen van 't quantum der ontvangen be tuigingen van deelneming. Sommigen danken eenvoudig voor de belangstelling*:, anderen doen dat voor de »vele bewijzen«, derden voor »'t groot aantal« dito's, nog anderen voor »zeer vele« etc. wel een bewijs, dat 't getal van belang- stellingbetoonders bij verschillende gelegenheden nog al varieert. Zijn 't nu de gelegenheden of de personen, die 't quantum bepalen? Toen ik hierover eens met vriend B. sprak, meende deze, dat hier vooral de gelegenheid de oorzaak is hij b.v. bud op zijn 50sten geboortedag veel meer »bewijzen« ontvangen dan op zijn 49sten, terwijl bij zijn 25-jarig huwelijksfeest de belang stelling hem te machtig werd. Als algemeenen regel wilde B. dus gesteld hebben: hoe merk waardiger, zeldzamer gebeurtenis, hoe meer »be- wijzen«. Hoe merkwaardig moet 't beginnen eens nieuwen jaarkrings dan wel niet zijnDan raakt men letterlijk bedwelmd door 't vuur der belangstelling, dat u van alle zijden tegenknettert. Ja, wel merkwaardigieder is dan belangstellend en ieder weder aan de algemeene belangstelling onderworpenmen zoekt dan oplettend, opdat men niemand onnoodig zijne pijlen spareZelfs in het lot van dengene, dien men zoo goed als vergeten was, openbaart zich plotseling belang stelling. Waarom ontvangt de heer X. zooveel meer aanvallen van deelneming in zijn lot en in dat zijner faruilie dan de heer IJ? Zonder twijfel is de eerste meer geacht dan de laatstebuitendien bekleedt de tweede geen aanzienlijke betrekking; de eerste welMoet men dan als regel stellen hoe hooger men staat op de maatschappelijke ladder, hoe meer belangstelling men vonder- gaatDe anti-chambre eens vorsten is gevuld met belangsteldeneen arme heeft niet alleen geen anti-chambre, maar ook bijna niemand, die deelneemt in zijn lot. Is 't dan nu de persoon of de qualiteit des persoons, die de belangstelling bepaalt? Kunnen een gevallen grootheid, een rustend heerscher op evenveel belangstelling in hun lot rekenen, als toen zij nog groot en mach tig waren? Gij wordt op de een of andere wijze bevor derd, gij klimt een trap hooger en nog nauwelijks is zulks bekend geworden of van verschillende zijden komt men zich met u verheugen familie, vrienden, kennissen en minder dan kennissen. Wat mag hen drijven tot hunne vreugde, die in den vorm van omhelzingen, handdrukken, buigingen, vergezeld van gesproken wenschen en achtervolgt door geschreven dito's u over stelpen misschien't Is belangstelling in uw lot en niets dan pure belangstelling. Uwe huisge- nooten, familieleden en naaste vrienden leven met u: uw belung is ook 't hunnewaar uw belang bevorderd wordt, geraken zij, als gij, in vuuriets daarvan straalt af naar buiten of wordt zelfs ingeënt op anderen, met wie uwe naaste omgeving in aanraking komt. Zoo werkt de belangstelling als een loopend vuurtje; durven we zeggen als een besmettelijke ziekte? Op deze wijze wordt niet zelden belangstelling aangebla zen voor iets, dat door den een of ander voor die kunstbewerking wordt waardig gekeurd. Zoo dwingt men u nu belangstelling te toonen voor 't feit, dat 't juist 3a eeuw zal geleden zijn, dat de een of andere moorddadige slag werd geleverd, terwijl men morgen uwe klinkende belangstelling vraagt in het kleederlooze lot van eenen pas uitgevonden negerstam in Afrika. Hier wekt men belangstelling op in 't bewijzen van achting, ginds in 't uitspreken, in 't door daden toonen van verachting. De redenaar die u boeit, is hij, die u belang stelling voor 't onderwerp zijner rede weet in te boezemende vraag is dan nog of er wer kelijk voor u belangen op 't spel staan, of dat de spreker alleen door zijne wijze van voorstel ling u boeit. De een zal zijne hoorders met open mond doen luisteren, waar hij spreekt over »schoensmeer«, terwijl bij den ander aan houding en gelaat der hoorders matheid en slaperigheid valt waar te nemen bij 't onderwerp»Neder- land en 't Oranjehuis.Stelt men dan wel be lang in 't eerste en niet in 't laatste? De markt schreeuwer van beroep, hij weet, hoe hij voor zijne onderwerpen en voor zijn doel de belang- st; Hing moet opwekken: hij kent den juisten toon, die hij moet aanslaan, de woorden, die hij moet gebruiken, de voorbeelden, die hij moet kiezen. Belangstelling geldt als belooningHet kind voelt zich gestreeld wanneer het weet, dat gij prijs stelt op zijn werk. Waar ge u beijverd hebt in een of anderen arbeid, waar ge iets hebt overdacht, waar ge iets hebt gevonden of uitgevonden daar zult ge u aangespoord gevoelen enkel en alleen, wanneer andoren vooral zul ken, die ge als uwe meerderen erkent be langstelling toonen. Belangstelling in uw lot doet u weldadig aanzij schenkt u 't aange name gevoel van niet alleen te zijnbelang door B. 4) »Hoe arm zou ons leven zijn, vader, zonder kunst en kunstgevoel, zonder 't vermogen om het schoone te kunnen waardeeren, en wel heb ben we veel te danken aan hen, die zich tot taak stellen het ideale beeld van 't schoone voor ons te verzinnelijken, 't zij ze dat doen met bijtel, pen, teekenstift of penseel.* »'t Doet me genoegen, dat ge zóó denkt; de Van der Yere's,« en de oude man liet een blik gaan langs de lange rij zijner voorvaderen als om hen tot getuigen zijner woorden op te roe pen, »zijn altijd bevorderaars van de schoone kunsten geweestmenig schoon kunstgewrocht dankt aan hun aanmoediging het bestaan. De kunstenaar heeft een verheven roeping.* >Ik vind onder hen veel aangename ineu- schen; er zijn er op wier vriendschap ik prijs stel.« »Die vriendschap vereert hen, mijn jongen!* »En mij ook, vader; 't was me dikwijls een genot met die geniale mannen om te gaan en in te dringi n in hun geestesrichtingik vond onder hen veel adellijke mannen. »Ge meent edele mannen, niet waar Ernst »Zou adel hier zoo geheel verkeerd gekozen zijn »'t Kan hoogstens een persoueele adel zijn, maar die van geboorteadel evenveel vei*schilt als een enkele goede daad verschilt met een leven van goede daden, als een enkel adellijk persoon met een lange reeks van adellijke voorvaderen,* zei de oude nian met waardigheid en liet we der zijn blik Weiden langs de hem zoo wel be kende portretten. »Maar dat zult gij, een Van der Vere, natuurlijk wel met me eens zijn. Ge hebt edele mannen bedoeld. »En vrouwen ook, vader; ik heb de laatste dagen onder anderen kennis gemaakt met Melanie Verwolde, een schilderes van groot en naam.« »Eu ze verdient dien grooten naam; ik ken verscheidene schilderijen van die jeugdige vrouw; en men zegt bovendien dat ze goed en schoon is.« »Ze is een edel, geniaal meisje; o vader, als u haar had gezien zooals ik, met dat edele be zielde gelaat en de rijzige, schoone gestalte, ter wijl ze toch door eenvoud en oprechtheid ieder moet aantrekken. »Ze zal haar weg wel vinden, mijn zoon; maar ge gaaft gisteren u verlangen te kennen van me over een voor u gewichtige zaak te spreken,ging de oude man voort, die ver langde het gesprek een andere richting te geven. Ja, vader, over iets waarvan mijn gansche levensgeluk afhangt en dat ook Juffrouw Ver wolde betreft. Met eenigen angst zag de oude kreupele man zijn zoon aan en herhaalde hij: »uw levensgeluk en dat ook Juffrouw Verwolde betreft?* Vader, Melanie. x>Juffrouw Verwolde, meent ge zeker.* »Juffrouw Verwolde heeft een diepen indruk op me gemaakt; het spijt me, vader, voor u,« ging Ernst voort, toen hij zag hoe de oude man, die zijn kruk miste, vergeefsche moeite deed om op te staan en met een angstigen blik naar de portretten zijner voorvaderen in zijn stoel terug zonk, »het spijt me voor u, maar ik kan me geen verder levensgeluk denken zonder haar.« »Mag ik mijnheer Ernst Van der Vere ver zoeken niet zoo klein burgerlijk te schertsen in tegenwoordigheid van al deze mannen?* vroeg de oude man met iets smeckends in zijn gelaat, dat aandoenlijk was om te zien en dat Ernst meer trof dan 't bitterst verwijt. Maar hij kon, hij mocht, al bloedde zijn hart er ook bij, thans niet zwijgen. Hij wierp h voor zijn vader op de knieën en bad: »Va' ik scherts niet, dat zou wreed zijnge wê 3at ik u lief heb en jve vereer, dat ik niemand op aarde, buiten haar, lief heb zoo als u. O, geef ons uwe toestemming, ze zal uw overige levensdagen rijk aan geestesgenot en liefde makengij zelf hebt daar straks ge zegd, dat zij edel en goed is.« Weder beproefde de oude, kreupele man op te staan, muur viel machteloos en met een ver wrongen gelaat in zijn stoel terug. Onstuimig riep hij uit: »maar ge weet, dat ik me niet kan verwijderen; waarom gaat gij dan niet heen Of wilt ge ook nog misbruik maken van mijn machteloosheid?* Vader, dat meent ge niet!* ^Verwijder u dan, of vergeet niet wie ge zijt, waar ge zijt en tot wien ge spreekt!* Vader, 't is geen voorbij gaande gril van me; 'k heb rijpelijk nagedacht, alles overwogen, maar ik kan niet leven zonder haar; vader, zie me aanhoewel ik uw zoon ben, spreek ik thans tot u als man tegen man. 'k Weet dat ik u verdriet doe, ik zie hoe ge lijdt; en meent ge dan, dat ik zóó zou kunnen handelen ter wille van een voorbij gaanden hartstocht? Als ge ons verstoot zal uw leven zoo eenzaam, zoo vreugdeloos zijn! O laat me u bidden; heb mede lijden met ons en met u zelf; ge zult, nu ge oud wordt, twee kinderen hebben om te steunen: een zoon, die alles aan u te danken heeft en een dochter, wier rijk hart u al de vrouwelijke teederheid zal bewijzen, die ge zoo lang moest missen. Vader, om Godswil, bedenk u nog eens.* En smeekend, met gevouwen handen, zag Ernst tot zijn vader op. »Ik zou u kunnen vergeven, Ernst, als ik geen Van der Vere was. Ga nu; ik heb u te lief gehad om u ooit kwaad toe te wenschen maar voortaan is tusschen ons alles afgedaan ge zijt me vreemd geworden; ga.« »Mag ik uw hand nog eens drukken, vader? misschien, o God, voor 't laatst!* De kreupele maakte een afwijzende bewe- gm8- Ernst ging. Bij de deur der galerij keerde hij zich nog eens om. De oude man staarde somber voor zich. stelling in uw werken, in uw streven, spoort u aan, geeft u kracht en vuur, doet u de zwaarste hinderpalen uit den weg ruimen. Mogen de be wijzen van belangstelling u soms te machtig worden; raakt gij er somwijlen onder bedolven; werkt belangstelling soms reflexief, toch kunnen we gerust beweren, dat de belangstelling 't ge moed verzacht, 't karakter veredelt, de werk kracht verhoogt, den ijver prikkelt, kortom dat ze is 't cement onzer maatschappij. Buitenland. Meer en meer blijkt, dat professor Geffken, die het veelbesproken fragment uit het dagboek van keizer Frederik aan de redactie der Deut sche Rundschau* heeft medegedeeld, met wij len den Keizer op uiterst intiemen voet stond. Hij heeft indertjjd met Frederik te Bonn ge studeerd en won diens sympathie door zijne veel zijdige kennis, welke ook later uit zijne geschrif ten bleek, en zijne aangename vormen. Die goede verhouding bleef voortdurend ook na den stu dententijd, toen Geffken die den diplomatieken dienst had gekozen, achtereenvolgens, in dienst zijner vaderstad Hamburg, belangrijke posten bekleedde te Parijs, Brussel, Berlijn en Londen, tot hij, door toedoen van den toenmaligen Kroon prins, in 1872 de benoeming verkreeg van hoog leeraar in het volkenrecht en de staatsweten schappen te Straatburg. In 1881 legde hij dit ambt neder, om zich geheel aan zijne wetenschap pelijke studiën te wijden. Met den Kroonprins bleef hij, ook na diens verheffing tot de keizerlijke waardigheid, in zeer vriendschappelijk verkeer, zoodat het geen ver wondering kan wekken, dat hij behoord heeft tot de twaalf, aan wie door den overleden Kei zer een dagboek-afschrift; werd ter hand gesteld. In verband met de beantwoording der vraag, wat Geffken tot de openbaarmaking bewoog, is het van belang er op te wijzen, dat de pogin- »Mag ik Frans roepen om u naar uw kamer te brengen Hij bewoog zich niet. Toen Ernst weg was, prevelde de oude edel man: »ik moet mijn weg voortaan alleen trach ten te gaandat zal zwaar vallen nu 't voor mij zoo donker begint te worden.En nog eens de lange rij zijner voorvaderen afziende tot daar, waar dat eene portret omgekeerd hing, scheen zijn betraand gelaat hun te vragen: »mocht William Van der Vere anders handelen?* We slaan eenigen tijd over in ons verhaal. Het huwelijk van Ernst van der Vere met Melanie Verwolde was in stilte gevierd en da- delyk daarna was het jonge paar voor langen tijd naar 't buitenland gegaan. In de adellijke wereld, waar de Van der Vere's zoo hoog ston den aangeschreven, en ook in de kunstwereld, waar Melanie een niet minder hooge plaats be kleedde, was hun huwelijk druk besproken en meestal veroordeeld. Maar al spoedig, vooral omdat ze zich voor goed buitenlands schenen gevestigd te hebben, had men andere stof voor gesprekken gevonden. Op hun reizen leerden Ernst en Melanie elk ander nog beter kennen dan tot nu toe en ook nog beter waardeeren. Op reis, en vooral als het gezelschap tot twee personen beperkt is, komen kleine gebreken maar ook kleine deug den veel eer aan 't licht dan in de gewone huiselijke omgeving en alleen rijk begaafden mogen zich zonder gevaar aan zulk een groote proef wagen. Maar tot deze laatsten behoorden onze beide reizigers. Hoewel Melanie en haar echtgenoot volle bevrediging vond van al haar waarlijk niet laag gespannen verwachtingen en zij hem innig lief had, zei ze toch de kunst geen vaarwel. Werd het eene gedeelte van den dag gewijd aan 't maken van allerlei uitstapjes of 't bezoeken van schoone musea, het andere gedeelte vond hen steeds bijeen, Ernst met zijn boeken, Melanie voor haar ezel en de gesprek ken daarbij van tijd tot tijd gevoerd vulden aan, Langstraat en de

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1888 | | pagina 1