Mil Iets over Eau de Cologne. FEUILLETON. COLA. .M 789. WOENSDAG 29 MEI. 1889. voou Uitgever: L. J. YEEEMAK, Heusden. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.00. Franco per post zonder prijsverhooging. Agent voor Gorcum en OmstrekenBosch Broes van Dort. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Agent voor Frankrijk: Wester Co., 20 Rue Hérold, Parijs. Onder de ontelbare stoffen, die tot veraange naming van 't leven zijn uitgevonden, neemt de eau de cologne een eerste plaats in. Terwijl alle andere odeurs zuchten over de onbestendig heid van 't schoone geslacht, verheugt zieh het Keulsche water in de voortdurende gunst der schoone sekse. En dat niet sinds eenige jaren of wel een menschenleeftijd, reeds, twee eeuwen ongeveer is de eau de cologne de lieveling der dames en ook van vele heeren. Waarin ligt het geheim van dit verbond? Eenig en alleen in de goede eigenschappen der heerlijke vloeistof, die onder de vele welrie kende wateren dezelfde plaats inneemt, welke de diamant beslaat onder de edelgesteenten. Gelijk de kunst in den loop der eeuwen verschillende trappen van ontwikkeling doorloopt en eerst dan echte kunst wordt, wanneer ze tot den eenvoud der natuur is teruggekeerd, juist zoo ging het met de reukwaterenvroeger zocht men het in schoone kleuren en doordringende geur; de echte eau de cologne is kleurloos als water en heeft in zich opgenomen vele geuren, welke de bloem kelken in hare bladen verbergen, zonder aan een dezer de voorkeur te gevenZe verfrischt en verkwikt de levensgeesten en dat wel oogen- blikkelijk en verwonderlijk tevens, want nauwe lijks heeft men hare weldaad genoten of ieder spoor van hare tegenwoordigheid is vervlogen. Die spoedige vervluchtiging, zonder een zekeren bygeur achter te laten is het karakteristieke kenteeken der echtheid, terwijl bij de onechte soorten het eene of andere bestanddeel van 't mengsel blijft nageuren. Van de echte vloeistof wordt dan ook slechts èène soort verkocht, ter wijl de onechte fabrikaten in verschillende kwa liteiten en prijzen in den handel komen. 't Is echter niet alleen op de toilettafel der beschaafde wereld dat ze hare hooggeschatte diensten verricht. Ook in de ziekenkamer bewijst ze uitnemende diensten. Laat men ze in kokend water verdampen, dan reinigt ze de atmosfeer van schadelijke stoffen zonder de longen, ge lijk dat met andere dergelijke middelen het geval is, aan te doen. En wat zou men aan vangen, wanneer een dame op 't punt staat te bezwijmen Dickens zou zeggen: aanstalten maakte om in zwijm te vallen zoo men geen eau de cologne bij de hand had? Dat de echte eau de eologne uit Keulen komt, spreekt van zelf. Al gelukte het in ons land een vloeistof te vervaardigen, die met deze alle goede eigenschappen gemeen had, zonder andere, minder goede, tegeljjk op te nemen, dan nog zou men van eau de cologne sprekende, alleen aan Keulen mogen denken, daar Cologne de Fransche uaam voor Keulen is en eau de cologne dus letterlijk Keulsch water beteekent. 't Is den echten Duitscher, vooral sinds 1870 een doorn in 't oog, dat vele zaken, en daaronder dit wel riekend vocht, Fransche benamingen dragen en er gaan van vele zijden stemmen op, al die uitlandsche etiketten door Duitsche te vervangen doch 't zal niet gemakkelijk gaan, evenmin als 't ons gelukken zal eau de Boldoot in haar plaats te zetten, hoe voortreffelijk het fabrikaat van onzen landgenoot ook zijn moge. Dat Keulsche water draagt een Franschen naam, waarvan we de reden straks zullen aan geven en is uitgevonden door een Italiaan, wiens naam door de heele wereld verbreid is, niet alleen door zijn eigen product en dat zijner nakome lingen, maar ook door zijn concurrenten. Want 't zij de Keulsche eau de cologne van de ware fabriek afkomstig is of van een andere, ze heeft toch op haar etiket staan den naam des uitvin ders Johann Maria Farina en er is misschien geen fabrikant op de wereld te vinden, wiens naam meer misbruikt is dan de zijne. In de archieven der stad Keulen van het jaar 1709 treft men dezen naam aan als van een genaturaliseerden Italiaan, geboren in 1685 in Italië, handelaar in kunstproducten zijde en par- fumeriën. In zijn tijd is het Keulsche water bekend geworden en er is alle reden om hem als den uitvinder aan te merken. Wereldbekend is 't echter eerst geworden in de tweede helft der 18de eeuw, na den zevenjarigen oorlog (1756). De Franschen n.l., destijds de Rijn-pro vinciën bezet hebbende, vonden groot behagen in deze vloeistof en verbreidden haren lof tot over de grenzen. Van toen af werd de verzen ding steeds grooter en algemeener, zoodat voor de stad Keulen althans de geweldige krijg een zegen geworden is, want de eau de cologne is langzamerhand een voornaam handelsartikel ge worden. De Franschen zijn het ook die het pro duct gedoopt hebben met den naam, waaronder het algemeen bekend is. De enorme verbreiding, die het gebruik van eau de cologne al spoedig kreeg en den roep die er van uitging waren oorzaak, dat al zeer spoedig andere fabrikanten hun reukwater onder dezelfde vlag Farina in den handel brachten. Die vlag was goed, al wat onder deze voer was ten volle gedekt, waarom zou men haar niet in top hijschen? Ruim een eeuw geleden woonde te Dusseldorp een Karei Frans Farina die zijn naam verkocht aan een Keulsch fabrikant, welke zich haastte zijne waar onder deze nieuwe firma aan de markt te brengen. Kluchtig was het dat deze Farina nog een half dozijn anderen huizen het recht toe kende zijn naam te voeren. En dewijl ze nu bijna allen voorzien waren van het Farina op hun uithangbord, kwamen de overigen en eigen den zich dat recht geheel eigendunkelijk toe, zoodat in het jaar 1819 zestig fabrieken te Keulen gedreven werden, die allen onder den naam Farina doorgingen, ofschoon er slechts drie waren die dezen tot familienaam hadden. De vervaardiging van het echte Keulsche water is door de nakomelingen nimmer aan anderen meegedeeld dan aan den erfgenaam der zaak en het geheim der fabrikatie is zelfs laags chemischen weg niet nauwkeurig op te sporen. Zoo is dan niet alleen de eau de cologne, maar ook de naam van den uitvinder een han delszaak van beteekenis geworden. In 1828 werd aan dat schacheren echter een eind gemaakt doordien verboden werd een naam als koopwaar te verhandelen. De meesten namen toen hun eigen naam weder aan, doch sommigen ontdo ken de wet door in Italië naar personen te vis- schen met den geslachtsnaam Fariua, die dan naar Keulen werden ontboden en als compagnon werden opgenomen. En dat alles om 't publiek in den waan te brengen dat het echte eau de cologne kocht. Zoo waren de concurrenten overtuigd, dat het recept van de familie het gunstigste resultaat oplevert. Dat ze daarvan nog overtuigd zyn toonen hunne flacons en kisten, die bijna uit sluitend van Farina heeten te zijn. Het is met dat geheim der eau de eologne-fabricatie een vreemd ding. Ieder weet en dat zullen de Farina's en de Boldoots u gaarne vertellen, dat dit vocht uit alcohol en een aftreksel van bloembladen bestaat; ook de bloemen houden ze niet geheim, doch wat niet aan de klok gehangen wordt is de vermenging der verschillende bloemsoorten waardoor die eigenaardige, volstrekt niet naar eenige bloem zweemeude geur ontstaat, waardoor de echte eau de cologne zich kenmerkt. Ziedaar een en ander omtrent de geschiedenis van het zoo algemeen geliefde reukwater. We kennen geen middel om op de flacons de echte Farina van de valsche te onderscheiden, dat middel bestaat trouwens niet. Wanneer ieder er zijn eigen adres op drukte zou 't nog gaan. Men had dan slechts te zien naar Johann Maria Farina, gegenüber dern Jülichs-Platz«. De concurrenten 5) De stomme blik, die van hem tot haar, en van haar tot hem ging, zei hem meer dan alle woor den. Hy voelde 't tot in 't diepst zijner zielhij had niets te hopen Die daar voor hem stond, was een jonge, stra lende, schoone vrouw, die zich aan 't leven der liefde had gewyder was niets van de gade van de moeder in haar terug gebleven. De woorden, die de man uit een bijna dicht gepersten keel drong, waren, hij wist het vooruit, vergeefsch. »Ik kom om u terug te halen. Is 't ver geefsch Zij twijfelde niet met haar antwoord, 't Was alsof er iets in haar leefde, dat haar voortsleurde, iets dat zoo geheel bezit van haar genomen had, dat ze niet in staat was te gevoelen, welk een slag ze hem toebracht. »Ik moet by mijn besluit blijven, Theodoor!« Zonder op ons, zonder op uwe plichten te letten?* Van mijn plichten was ik vrij, toen ik in mijn hart de trouw moest verbreken.* »Je verlaat je kinderen, Helene?« »Ik kan niet anders »Dat kan je geen ernst zijn; dat kan je laatste woord niet zijn!« >'t Is mijn laatste woord >IIelene --je bent mijn vrouw »Ik was 't. Nu eens anders beeld in mijn hart leeft, houd ik op het te zijn.« »Deze liefde is een krankzinnigheid, Helene!* »Ze is myn leven en myn zaligheid Helene Helene!« 't Was geen smartkreet meer 't was een aanklagend beroep op haar gevoel als vrouw, op haar rechtschapenheid. Hy was met zulke goede hoop gekomen, met zulke eerlijke bedoelingen, om haar als een verdoolde, een kranke tot genezing te leiden, en nu gevoelde hy 't zijn komst was vergeefsch. Die voor hem stond, had geen gevoel voor 't geen achter haar lag, geen gedachte aan 't ver- ledeneze had niets meer te maken met het verledene. 't Was geen verdoolde, geen zieke, die over hem stond. Als deze vrouw zielestryd had ondervonden, voor ze tot een besluit geko men, dan had ze geheel overwonnen haar voorkomen vertoonde er niets meer van. Zij beminde, beminde hartstochtelijk en zij nam het recht die liefde te gehoorzamen. Niets of alles, zoo verlangde haar hartstochtelyke na tuur en zy had alles* genomen. Zy volgde haar liefde met hartstochtelyke vastberadenheidzonder tegenstreven volgde ze den roep van haar hart, dat ze alle recht toekende. »Er is geen wapen tegen het geweld der liefde, zei ze, en ik doe, wat ik moetEen leugen was myn leven zoo ik met u ging, een valschheid jegens hen, die me vertrouwend omringden. Niemand verliest me, want in 't oude huis bezit niemand me meer. Een enkel beeld leeft in myn hart en dat is zijn beeld. Hem behoor ik!« De man en echtgenoot antwoordde niets meer. 't Scheen bjjna, als hoorde, als verstond hy van haar verdere woorden niets. Voor hem stond een vrouw, die hy niet kende, die hy in dit moeilijk uur voelde hy 't nooit gekend had. Een gansche wereld lag tusschen hen, en hy had 'gemeend, dat zy de zijne was geweest. Toen hy 't huisje, dat hy met zulk een goed ver trouwen had betreden, verliet, was hy te moede, alsof by op de gansche aarde alleen was en alsof uit zyn binnenste elke band tusschen hem en de menschen en 't leven was verbroken. »Zij heeft ons verlaten!* Cola was 't geweest, welke die droeve en bittere klacht het eerst had geslaakt en na haar hadden ook de ande ren 't op dezelfde wijze gezegd. »Zy heeft ons verlatenHoe dikwijls her haalde dit de man met het verouderde gelaat, toen hy na 't laatste gesprek met zyn vrouw vermoeid en met starren blik naar huis terug keerde. Hoe troosteloos zag 't er in zyn binnenste uitEn de jongensZe verstonden zeker niets van dat alles, maar ze vingen woorden en wen ken van de bedienden op en spraken klagend over »mama die heengegaan was.« In de dienstbodenkamer fluisterde men er over met schuwe blikken. Men was er goed aan toe zonder controle 't was te hopen, dat het zoo bleef. 't Ergst was 't zeker voor de jonge jnffrouw Cola, die haar moeder zoo innig had bemind. En Cola zelve? Ze sloop in huis rond als een spook, en vond dan alleen weer lust om te praten, als ze haar vader hoorde komen. Voor hem was nu al haar denken, al haar kinderlijk zorgen. Hy was oud geworden in de maanden, die sinds Helene's vertrek verloopen waren, oud en gebogen en zwijgend. Wat het scheiden was voorafgegaan had hem nachten slaaps gekost, en nu, nu alles voorbij was, nu hy wist, dat hij onherroepelijk geschei den was van de vrouw, die hij met geheel zijn trouwe hart had bemind, nu was 't, alsof een in wendige zenuw was losgescheurd, zoo hulpeloos, zoo geheel buiten staat om tegenstand te bieden was de vroeger zoo krachtige man geworden. Er lag een immer dieper ingrijpende gevoel loosheid over hem, die zijn vrienden bezorgd maakte, en die zyn kleine, woelige Cola telkens tranen kostte. Vóór haar leeftijd rijpte het kind in de traag voortgaande maanden, waarin het scheidings-proces gevoerd werdvóór haar jaren rijpte ook haar gevoelsleven, dat dagelijks op nieuw gekrenkt werd. De nieuwsgierige vragen harer schoolkameraden wondden haarde licht daarheen geworpen opmerkingen der bedienden spoorden haar tot hevige antwoorden, die haar later berouwden. Wat konden de menschen er aan doen, dat zij zoo gevoelig was? Hoe konden zij weten, hoe pijnlijk en gewond de ziel van 't kind was in die maanden vol kwellingAl wat jong, al wat vroolijk was scheen van haar geweken. Als »een spook,* zoo zeiden de huis- genooten, en zoo zag ze er inderdaad uit als ze met holle oogen en smalle wangen omsloop. In de kinderkamer hield ze zich 't liefst op. Hier waren kleineren en meer hulploozen dan zy. Hier groeide het kind boven zich zelf uit. Ze speelde en stoeide niet als voorheen, maar ze zorgde met stillen ernst voor 't geen de kleinen noodig hadden, alsof zij jaren ouder was, en de kinderen gewenden zich er aan haar te beschouwen als eene tot wie ze met al hun nooden en verdriet komen konden. Arme kleine troosteresZe beslechtte en suste al hunne twisten en oneenigheden, en vermocht toch de bitterheid en wrok, die haar van dag tot dag meer verteerde, niet tot kalmte te brengen. Ze zag haar vader, den steeds geduldigen, be scheiden man, die, zoo lang de schoone moeder in huis was geweest, zoo weinig teederbeid van hen allen had ondervonden, gebogen en lijdend voort gaan ze zag de gezichtjes der twee verlaten knaapjes vreugdeloos en als onder een geheimen last bukkend tot haar op zien; ze zag de zorge loosheid der bedienden, de traagheid in hun werk, ze hoorde het fluisterend mompelen van vrienden en bekenden, en haar begrip en gevoelvermogen rijpten tot ziekelijke gevoeligheid. Aan de leegte in huis, aan de ellende op 't gelaat van haar vader, aan de verlatenheid der kleinen had een enkele schuld, en die enkele had ze hartstochtelijk be mind, die enkele was haar moeder geweest. Cola was een kind, vatbaar voor indrukken, maar van onvermoede beslistheid in denken en willen. In haar binnenste was in die treurige da gen één gevoel machtiger dan alle anderen en dat gevoel washaat en verachting voor de moeder, die ze vroeger afgodisch had liefgehad; en in 't kleine hart, waarin ze dat gevoel opsloot, ont wikkelde het zich van dag tot dag sterker, en het zette er zich zóó vast, dat het tot richtsnoer werd voor al haar denken. In 't kind had een kiem ge legen voor al wat zacht en vroolijk was een geliefde hand had haar kunnen vormen tot aan minnige teederheid en goedheid. Die hand ontbrak en nu ontwikkelden zich in haar zelfstandige trots, innerlijke geslotenheid en hardheid tegen de menschen, zooals men ze zelden bij een kind vindt. (Wordt vervolgd.) liet lie Langstraat en de iHüiiüie O O

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1889 | | pagina 1