Veeverzekeringen.
FEUILLETON.
Jté "OS.
ZATERDAG 29 .TENT
1889
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
COLA.
VOO Li
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prijsverhooging.
Agent voor Gorcum en OmstrekenBosch Broes van Dort.
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht.
Agent voor Frankrijk: Wester Co., 20 Rue Hérold, Parijs.
Er is ongetwijfeld geen bedrijf, waarbjj
men ten allen tijde zooveel gevaar loopt
van verliezen te lijden, als het landbouw
bedrijf.
De te veld staande gewassen kunnen door
hagelslag, door langdurige droogte, door
aanhoudend nat weder, door insecten enz.
geheel of gedeeltelijk vernield worden. Het
vee staat, behalve in tijden van algemeen
heerschende ziekten, aan vele gevaren bloot.
Bij zware onweders gebeurt het niet zelden
dat één of meer stuks door den bliksem
gedood worden. In het voorjaar vooral is
de veehouder in gevaar vee te verliezen bjj
het afkalven zijner koeien. Het verlies kan
al spoedig eenige honderden guldens bedra
gen. Daarom is het niet te verwonderen,
dat er hier en daar pogingen zijn aange
wend om vereenigingen of maatschappijen
tot stand te brengen met het doel, om hen,
die verliezen lijden, geheel of gedeeltelijk
te vergoeden, wat zij verloren hebben. De
vraag of en wanneer zulke vereenigingen
recht van bestaan hebben en welke bepa
lingen in acht moeten genomen worden bij
het oprichten eener zoodanige vereeniging
is dunkt mij wel der moeite waardig be
antwoord te worden. In den boerenstand
vindt men eigenaars van groote, minder
groote en kleine boerderijen. Heeft iemand
een groot getal vee, b.v. meer dan veertig
stuks, dan zal ook bij eene geringe contri
butie de jaarlijksche bijdrage toch nog zeer
aanzienlijk kunnen heeten, zoodat men vei
lig mag aannemen, dat de te betalen som
aan de vereeniging gemiddeld even hoog
zal zijn, als het kapitaal verlies bedraagt,
dat hij door elkander genomen jaarlijks zal
14)
»Ik acht me gelukkig,murmelde Cham
ber lin.
Carters trad naar Cola en boog zich.
»Ik had het voorrecht u reeds eens
Cola zag op. Een lachje van herkenning
trok over haar gelaat, 't Was haar op dit
oogenblik, alsof ze den jongen man, die voor
haar stond, reeds lang kende. Hij toch was
de eerste, die haar in 't vreemde land vrien
delijk had toegesproken. Te midden van al
die vreemde gezichten scheen hij haar een
oud bekende.
»'t Verheugt me u weer te zien!* Ze
zei 't eenvoudig en vol eerlijk gevoel, en de
man hield een oogenblik haar hand in de
zijnen. In de knellendd eenzaamheid van
haar jong hart kwam haar dit gelaat voor
als een hulp, een steun, dien ze vroolijk
begroette.
»Als ik geweten had, dat ge een bloed
verwant van Mevrouw Harland zijt, Me
juffrouw, dan had ik de vrijheid genomen
mij heden morgen dadelijk als een bekende
van dit huis aan u voor te stellen.*
»Als een bekende?* Cola zag hem lachend
aan. Waarom niet als een vriend des
huizes?*
»Daar zou Mevrouw uwe tante hartelijk
voor bedanken. Zij haat me.«
>En toch komt ge bij haar?*
Hij knikte. Haten beteekent hier altijd
nog belangstellinguwe tante is een origi
neel wien zij goed behandelt, die is ver
loren die is haar onverschillig of ver
achtelijk! Ge zult haar wel leeren kennen.*
Cola zweeg.
Ze had een gevoel of ze deze scherp
uitziende, twistzieke vrouw met die kwaad
hebben door sterfte van vee. Deze stelling
is zoo maar niet uit de lucht gegrepen,
maar de ondervinding heeft de waarheid er
van bevestigd. Veeverzekeringen zijn alzoo
voor bezitters van veel vee niet noodig,
omdat zij het geleden verlies zelf wel kun
nen dragen, en omdat de vergoeding voor
het geleden verlies vrij wel opweegt tegen
de jaarlijksche contributie. Anders wordt
het echter voor kleinere en kleine boerde
rijen, waar het verlies van een enkel stuk
vee moeielijk vergoed kan worden uit eigen
fondsen. Dan zijn de vereenigingen waar
lijk een uitkomst. Dikwijls is het verlies
van een of twee koeien de oorzaak van ar
moede en moet de openbare liefdadigheid
worden ingeroepen om een gezin voor ge-
heelen ondergang te behoeden. Dit nader
uiteentezetten zal zeker wel niet noodig zijn.
Vee verzekeringen hebben dus recht van be
staan, wanneer zij met de bedoeling zijn
opgericht om hen voor ondergang te be
hoeden, die het verloren vee niet zelf terug
kunnen koopen. Nu veronderstelle men niet
dat wij den bezitters van veel vee zouden
ontraden deel te nemen aan eene onderlinge
veeverzekering. Integendeelwij zouden
wenschen, dat de meer gegoeden in dit op
zicht ter wille hunner minder bevoorrechte
standgenooten ook tot zulk eene vereeni
ging toe tradenwant even als vele han
den licht werk maken, zullen vele bijdra
gen in staat zijn gemakkelijker, menigmaal
met een kleinigheid, de geleden verliezen
te vergoeden. De bezitters van slechts wei
nig vee zullen in hun belang wel doen tot
zulk eene onderlinge verzekering toe te
treden. Eene kleine bijdrage kunnen allen
geven, maar een koe te koopen in plaats
van eene gestorvene is voor de meesten on
mogelijk. Het oprichten van onderlinge
veeverzekeringen is waarlijk geen gemak
kelijk werk. De meer ontwikkelden en de
meer gegoeden onder de landbouwers dienen
de zaak op touw te zetten en te zorgen
voor den goeden gang. Tevens moet men
vooral de kleine veehouders trachten te
overtuigen en over te halen tot de vereeni
ging toe te treden en desnoods allen steun
weigeren aan hen, die verliezen lijden door
sterfte, terwijl zij vroeger weigerden om
een kleine uitgave te doen, ten einde hun
vee te verzekeren. En op welken grond
slag moet zulk eene vereeniging worden
opgericht? Vooreerst moet worden gewaakt,
dat er geen misbruik kan gemaakt worden
van de gelden, welke zijn bijgedragen om
een vast kapitaal te vormen. Het is toch
herhaaldelijk voorgekomen, dat veeverzeke-
ringmaatschappijen na een korter of langer
bestaan failliet gingen. Men kieze dus per
sonen, die voor het beheer geschikt zijn en
verder volkomen zijn te vertrouwen. Het
meest is daarom aan te bevelen eene ver
eeniging, welke betrekkelijk beperkt is, en
dus zich tot een zekere streek bepaalt. Zal
eene onderlinge veeverzekering stand kun
nen houden, dan moet verzekering niet
leiden tot zorgeloosheid van den kant der
veehouders. Hiervoor kan het best worden
gewaakt door in geen geval de verzekering
uit te keeren, indien kwade trouw bij den
verzekerde kan bewezen worden. Heeft
iemand b.v. een koe, welke aan het sukkelen
raakt en ziet de eigenaar, dat hij er beter
aan toe is, wanneer de koe sterft, dan zou
het kunnen gebeuren, dat geen voldoende
of in 't geheel geen middelen werden aan
gewend om de ziekte te bestrijden. Zulke
gevallen zijn allicht te bewijzen en vooral
kan het advies van een kundig veearts dan
van veel gewicht zijn. Het spreekt van zelf,
denkende oogen nooit zou leeren kennen.
Ze was bang voor haar en ze begreep niet,
hoe de verzamelde gasten zich haar kwaad
aardige gesprekken lieten welgevallen
ja, hoe 't kwam, dat ze van haar schenen
te houden.
Ze keek naar haar tante, zooals deze
tegenover Mrs. Wilson en Mrs. Buren zitttend
de kaarten schudde.
Dat geschiedde met een booze haast, met
een voortvarendheid en koude beslistheid,
die voortdurende, inwendige boosheid aan
duidde.
Cola moest aan Mevrouw Bürger denken.
Die was ook zoo oud als deze dame, maar
hoe zacht, hoe oplettend voor allen, die
haar omgaven Terwijl Cola aan de goedige
moeder van Thesi dacht, voelde ze, dat ze
Mevrouw Harland niet begreep en zeker
niet van haar hield. Zij was ondoorgronde
lijk, en aan zulke naturen was Cola niet
gewoon.
Ze zuchtte, terwijl ze aan de toekomst
dacht en de jonge man bemerkte het.
Hij begreep, dat zijn woorden haar be
angstigd hadden, en hij haastte zich den
kwaden indruk uit te wisschen.
»In 't begin maakt Mevrouw Harland
meest een ongunstigen indruk,* zei hij,
»maar wij, die haar kennen, verdragen haar
kleine uitvallen met geduld. Ze heeft daarbij
uitmuntende hoedanigheden. Ze is van een
eerlijke, niet geblankette natuur. Hoe is
ze u verwant, als ik dat vragen mag?*
Cola legde 't hem uit, en dan spraken
ze vriendelijk verder.
»Woont ge in M. vroeg ze den jon
gen man.
Deze knikte. »Ik ben geneeskundige, dat
wil zeggen,* hij lachte, »ik wil 't zijn,
zoodra ik zieken krijg. Voorloopig leef ik
van mijn rente zonder eenige geneeskundige
bezigheid.*
»Geloof hem niet, Mejuffrouw,* viel
Chamberlin, die nader getreden was en zijn
theekopje op de hand liet balanceeren, hem
in de rede, »hij heeft een goed bezocht
spreekuur! Hij houdt zich maar zoo een
voudig
»Dank u mijn vriend lachte Carters,
hem op den schouder kloppend. »Hij heeft
gelijk, Mejuffrouw! Ik overdrijf! Daar komt
Aldridge neem u voor hem in acht, hij
is gevaarlijk! Hij schildert
»Wat spreekt ge daar over me? Wilt
ge me bij de juffrouw in miscrediet brengen?
Jaloerschheid, mijn kind jaloerschheid
omdat ik er beter uitzie dan hij.«
Ze lachten allen de vroolijke toon van
den ouden heer was aanstekelijk.
»Mag ik u nog een kop verzoeken, Me
juffrouw? Tegelijkertijd waarschuw ik
u voor deze jonge heeren wij oudjes zijn
beter; ik heb 't ondervonden ik was zelf
eens jong maar één stukje suiker, als
't u belieft; ga uit den weg, gij allen; ik
wil Mejuffrouw verzoeken of ze voor me
wil zitten als MignonZe heeft een prach
tig hoofd
»Daar hebben we 't!« riep Carters uit
»zei ik u niet Mejuffrouw hij is gevaar
lijk die Aldridge
»Maar zijn schilders-werkplaats is mooi,«
zei Chamberlin.
»En mijn schilderijen zeker niet?* riep
Aldridge, »o die jaloersche jeugd!*
»Sir William, Mrs. Buren laat u zeggen,
dat zo met de kaarten wachtzei Dr.
Buren, die zich eindelijk van de theetafel
had vrij gemaakt en de pratende groep
naderde.
Aldridge keerde zich schielijk om.
»Ga gij maar spelen, Chamberlin
De lange blonde sprong behendig achter
de portière, die de beide salons scheidde, en
borg afwerend zijn goedmoedig gelaat achter
de handen.
»Dan gij, Carters!*
»Not much!« zei deze lachend, en Al
dridge stond zuchtend op.
dat in een goed reglement de voorwaarden
van recht op vergoeding nauwkeurig moe
ten omschreven worden. Voor hen, die on
bekend zijn met zulk een reglement en niet
weten op welke wijze het moet zijn inge
richt raden wij aan eens inzage te verzoe
ken van het reglement der onderlinge vee
verzekering te Haarsteeg. Misschien dat
na inzage menig landbouwer in den omtrek
van genoemde plaats tot de daar gevestigde
onderlinge veeverzekering zal toe treden.
Het is zeker onnoodig te zeggen, dat nood
zakelijk geen uitkeering kan plaats hebben,
wanneer in een provincie besmettelijke vee
ziekte heerscht. Bij onderlinge veeverzeke
ring kan men een vast kapitaal hebben of
men kan de geleden schade vergoeden door
pondspondsgewijze door de verzekerden te
laten bijdragen. Nu valt het gemakkelijk te
begrijpen, dat in geval van besmettelijke
veeziekte er geen sprake kan zijn van uit
keering, want dan zou het bestaande kapi
taal spoedig verslonden zijn en in het tweede
geval zouden de bijdragen door de verzeker
den te betalen te groot worden. Dit alles
breedey uit een te zetten achten wij minder
noodig. maar raden toch een ieder sterk aan
eens inzage te verzoeken van het reglement
van de vereeniging te Haarsteeg, gemeente
Hedikhuizen. Allen wien het belang van
onzen boerenstand ter harte gaat geven wij
in overweging, om in de plaats hunner in
woning of in vereeniging met andere plaat
sen eens de landbouwers uit te noodigen op
eene bepaalde plaats op een aangewezen dag
bij een te komen om de oprichting te be
spreken van of de toetreding tot eene on
derlinge vee verzekering.
Jt3 u i t e n 1 an c J
't Schijnt zeker te zijn, dat Keizer Wil
helm na het bezoek in Engeland, met een
Duitsch eskader Italië zal bezoeken en via
Napels naar Athene zal vertrekken om het
huweljjk van den Griekschen kroonprins bij
te wonen.
Nadat de werkstaking van de metselaars
en timmerlieden te Berlijn vijf weken ge
duurd had, schijnt zij thans met de nederlaag
der werkstakenden geëindigd. Zes duizend
metselaars en timmerlieden hebben den arbeid
hervat op voorwaarden, die de patroons ge
steld hebben. Het verlies aan loon, dat de
werkstakenden geleden hebben, wordt op
ongeveer vier millioen mark geschat.
De onderhandelingen tusschen Frankrijk
en Italië omtrent den invoer van Italiaansch
vee in Frankrijk hebben tot eene overeen
komst geleid^ volgens welke Italiaansch vee
na inspectie in Frankrijk kan worden in
gevoerd.
Van kolen-, goud-, koper- en tinmijnen
heeft iedereen gehoord, maar niet van een
papiermijn. Toch bestaat er een. Zekere
Henry Palmer ontdekte voor jaren in Ogdens-
burgh (Staat New-York) een veld, dat een
kleiachtigen grond vertoonde. Bij onderzoek
bleek het een soort van zand te bevatten
dat zich uitnemend leent als grondstof voor
het vervaardigen van papier en daaraan
groote sterkte en waterdichtheid geeft. Er
worden tegenwoordig 100 ton van deze
grondstof per dag uit de mijn gehaald en
afgeleverd.
Bij een bruiloft te Tomblaine, een dorpje
aan de Meurthe, gebruikten 18 personen
nog al veel van een crème a la vanille,
's Avonds kregen de bruigom, zijn broeder
en drie bruidsmeisjes hevige kolieken; de
anderen werden ook ziek, maar minder
ernstig. Een dag later stierven de bruigom
»Ik kom terug,riep hij vroolijk, zijn
prachtig grijs hoofd levendig schuddend, ik
laat me door die jongelui niet uit het veld
slaan. Mag ik mijn hartelijk verlangen u
later nog eens meedeelen, mijn kind?*
Cola knikte lachend. Zijn manier van
schertsen deed haar aangenaam aan, en zjjn
verschijning was boeiend en aangenaam.
Hij strekte de hand naar haar uit.
>Ge zult geen »neen« zeggen?«
Zeker niet,* antwoordde ze op vertrou-
welijken toon. Hij ging naar de speeltafel,
vaar reeds de vrouw des huizes en eenige
gasten hadden plaats genomen.
Heeft de reis u niet vermoeid?* vroeg
Carters haar in den loop van den avond,
toen hij gelegenheid vond, zich weer bij
Cola te voegen.
»Zeer,« gaf ze ten antwoord.
»Dan zal 't verstandig zijn, u zoo spoe
dig mogelijk te verlossen. Ik zal met ver
trekken beginnen zal ik?«
Ze hief de groote oogen tot hem op en
lachte vermoeid. Chamberlin, die achter
hem zat, stond dadelijk ook op. Het whist
spel was geëindigd. Bij de drukte van 't
naar huis gaan naderde Aldridge het meisje.
>En nu komt mijn verzoek!*
Cola stond op en zag hem vragend aan.
»Uw tante heb ik reeds overgehaald. Ik
verzoek u vriendelijk mij morgen in mijn
atelier te willen bezoeken. De heeren ko
men ook, niet waar?*
»Ik kom,* verklaarde Carters, en Cham
berlin en Norton namen de uitnoodiging
insgelijks aan.
»Dus is 't »ja«, Mejuffrouw?*
»Zeer gaarne,* zei Cola zich tot afscheid
licht buigend.
Toen de gasten zich verwijderd hadden,
kwam Bertha Harland, die 't grootste ge
deelte van den avond zich alleen met haar
bruigom had bemoeid, en bood Cola aan
haar naar heur kamer te geleiden.
't Was eene groote gezellige kamer met
twee vensters en een veranda die op den
tuin uitkwam. Het bed stond in een hoek
van de kamer en was door een met goud
draad doorweven bedscherm geheel verbor
gen. De meubels waren glad gewreven en
zagen er vriendelijk uit. Aan den zolder,
boven de tafel, zeer dicht bij 't venster,
hing een lamp, en verlichtte 't geen op de
tafel lag. Cola's oogen vielen op een wit
couvert. Ze boog zich en las 't adres
Mejuffrouw Charlotte Harland. Wie was
ja, zoo ze bezon zichdat was zij zelf.
Maar van wien kwam het schrijven, dat
geen stempel droeg. Ze opende het couvert.
Een gesloten, gestempelde brief viel er uit.
Cola's oogen glansden van vreugde. Thesi's
welbekend, krabbelig schrift. En geadresseerd
aan den ouden, geliefden naamMejuffrouw
Cola Winter; per adres Mevrouw Harland.
Ja, zoo't groote couvert was dus van
tafote, die haar op deze wjjs haar meening
te kennen gaf. Cola voelde op nieuw een
tegenzin tegen die vrouw. Ze meende, dat
ze nooit van haar zou kunnen houden.
Vlug scheurde ze 't couvert open en las
met vliegende haast den eersten zin.
Hoe goed deden haar deze recht vertrou
welijke woordenHoe brachten ze haar hart
tot rust na de opwindingen van dezen dag.
Thesi praatte in haar brief, zooals ze sprak,
zoo vertrouwelijk, zoo lief, zoo teer. Cola
had het aan de kleine vriendin nooit zoo
goed getoond, hoe lief ze haar hadals ze
haar thans bij zich had, dan zou ze 't haar
met vol gemoed gezegd hebben.
Zeker, ze toonde niet gauw, wat in haar
omging. Ze had nooit een sterk verlangen
om teerheden te bewijzen, ja, ze beant
woordde de teerheden der goede menschen
thuis maar zelden. Vroeger, ja zeker, lange
jaren geleden, toen dreef haar warm hart
haar om kwistig te zijn met hartelijkheids-
bewijzen en die alle golden altijd dezelfde
persoon die deze liefde versmaad had
voor een vreemden man, voor iemand, dien
NIEUWSBLAD
et Land Villi lleiisdeii
en Alteiia,
lie Langstraat en de
Boimnelerwaard.