FEUILLETON. Een kop Koffie. COLA. woensdag IT juli. 1889. .\o 803. OÜU Uitgever: h. J. VEIETRMAN, Heusden. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prijsverhooging. Agent voor Gorcum en OmstrekenBosch Broes van Dort. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Agent voor Frankrijk: Wester Co., 20 Rue Hérold, Parijs. Slot. Het levendige Fransche karakter was spoedig in hooge mate ingenomen met den opwekkenden drank, die, zooals zij zeiden, een geneesmiddel was tegen melancolie en in alle verdrietelijkheden des levens troost kon geven. Zoo b. v. ontving eene zekere hofdame de droeve tijding van het piot- overlijden van haar echtgenoot. »Hoe vreeselijk!* barstte zjj uit. »Geef mij dadelijk een kop koffie Londen werd door een toevalligheid met de koffie bekend. Edwards, een rijk En- gelsch koopman, had van zijne reizen in het Oosten niet alleen den smaak voor koffie medegebracht, maar ook Pasca, een Grieksch meisje, dat bij te Smyrna als slavin had gekocht en die bij zijnen gasten de koffie op Oostersche wijze liet aanbieden. Dezen echter werden er zoo dol op hem te bezoeken om het genot van den nieuwen drank te smaken en de sclioone Griek - sche te bewonderen, dat de koopman spoe dig berouw kreeg over hetgeen bij bad ■ondernomen. Hij huwelijkte Pasca uit aan zijn koetsier, en gaf het jonge paar eene som als bruidsgift om een koffiehuis in Saint Michaels Ally te kunnen beginnen. Het duurde niet lang of de koffie was ook in Engeland in algemeene gunst gekomen. Gedurende het beleg van Weenen door de Turken bad een zekere Kolschutski als spion zulke ongewoon goede diensten be wezen, dat, toen koning Sobieski en Karei van Lotharingen de Turken verjaagd en hun kostbaar leger veroverd hadden, door de vorsten aan Kolschutski alle balen koffie, die in de tenten der vijanden te vinden waren, ten geschenke werden gegeven. Met dien schat opende hij het eerste koffiehuis te Weenen en van dien dag af, stroomt »Ein Tröpfchen Kaffee« door geheel Oos tenrijk. In de bijna ontoegankelijke bergen der Alpen was de koffie nog voor enkele jaren zoo geheel vreemd, dat herders koffie- boonen met spek kookten, zoolang, tot zij zacht genoeg waren om als andere boonen te kunnen worden gegeten. Aan de Duitsche hoven had men het koffiedrinken van den Franschman afge keken. De Keurvorst van Brandenburg, een helderziend en doelmatig financier, begreep dat die boon hem een geregeld inkomen kon bezorgen hij gebood zijn lijfarts, een Hol lander, een verhandeling te schrijven over den uitstekenden invloed van koffie en tabak op de gezondheid der menschen. De lijfarts schreef zijn boek, de Keurvorst schreef een belasting uit en de Brandenburgers dronken veel koffie, en de Keurvorst zag dientenge volge veel geld in ziine kas stroomen. In de andere gedeelten van Duitschland ontmoette de koffie hier en daar machtige tegenstanders. De beruchte Keurvorst van Hessen-Cassel, die zijne onderdanen aan Engeland verkocht om als soldaten tegen de Amerikanen te vechten, wilde niet toestaan dat koffie in zijn land zou worden verkocht. Tot op het jaar 1847 had nog geen kruidenier in Hessen den moed openlijk koffie te ver- koopen. Frederik II van Pruisen, zelf een harts tochtelijk koffiedrinker, verlangde het af zonderlijk recht (monopolie) tot den verkoop daarvan. De Pruisen beminden, vreesden misschien nog meer, hun »Alte Fritz, die hun klein land tot een aanzienlijk ko ninkrijk had gemaakt; maar toen hij den prijs der koffie ging verhoogen, leed hunne loyaliteit een groofen stoot en zij maakten openlijk spotprenten van hem. De koning zag die spotprenten, lachte erom en behield zijn monopolie. In Zweden werd door het koffie-verbod gedurende de Reuterholm'sche regeering, heel wat ontevredenheid ver oorzaakt. De allerbeste koffie komt van Mokka. In de omgeving dezer stad wordt de soort gewonnen, die uitsluitend voor den Sultan te Constantinopel en voor de dames van zijnen Harera is bestemd. Mokka-koffie wordt in drie soorten ver deeld Prima die, als de boontjes van zelf van de stelen vallen. Zij vormt de schatting die de Woestijn-Arabieren den Sultan te betalen hebben. Als de boonen niet langer van zelf los laten, wordt een laken onder den boom gelegd, en de stam sterk geschud. De oogst die daarbij gewon nen wordt, komt-den Minister en Pacha's ten goede. En de boonen die ook dan nog niet willen vallen, worden voor het gebruik van gewone f stervelingen geplukt. Op de Mokka-koffie volgt in kwaliteit de Bourbon-koffie. Buitendien wordt op Mar tinique, Guadeloupe, Cuba, Puerto Rico, Jamaica, Cayenne, Suriname, Java, Padang, Sumatra, Manilla en nog eenige andere plaatsen koffie gebouwd. De Maleiers roemen een soort van thee, uit geroosterde koffie-bladen getrokken, bo ven koffie, die van de boonen worden ge zet; zij achten die verkieslijk, omdat zij meer zenuwprikkelend is. Als zulke bladen goed geroosterd zijnderin kokend water ge legd worden, dan wordt de kleur donker bruin als die van koffiede geur heeft veel overeenkomst met die van groene thee en de smaak is eene mengeling van koffie en thee. Dit is een zeer heilzaam middel ter 19) Waldorf blikte neer op het groote, blond- roode meisje, dat naast hem ging. Haar toon liet het medelijden, dat in hem wakker was geworden, niet opwassen. Haar lachend gepraat vuurde hem aan. Us 't u geheel onverschillig, wie van die drie?« Janie zag voor zich neer op 't grasveld, waarover ze gingen. »Dat verraad ik niet,« zei ze plagend, en toen lachte ze luid; »wat moet gij van me denken Mignon is al lang in stilzwij gen verzonken. De zon gaat onder. Dat moet men op 't water zien. Kom spoedig Ze hud Cola's arm losgelaten en liep 't paar ijlings vooruit naar 't meer, dat voor hen lag. Cola en Waldorf volgden zwijgend. Zijn blik werd ernstig, zooals vroeger in 't atelier. In 't hart van 't meisje kwam argwaan. Was 't mogelijk, dat het gesnap van dat meisje hem boeide en dat liaar gesloten, weinig spraakzame natuur hem mishaagde? Hij had haar niet aangezien op den weg, zich zells niet tot haar gekeerd en thans, nu ze aan zijn arm voortschreed, was 't toch niet meer dan beleefd geweest, als hij 't woord tot haar had gericht, in plaats van zoo rusteloos rond zich te zien, alsof haar nabijheid hem verlegen maakte. Ze had gaarne over Janie tot hem ge sproken; de woerden van 't groote meisje hadden meelij bij haar gewekt, en dan het vreemde lot, zoo geheel alleen, zonder moe der, zonder vader, zonder familie! Haar eigen lot kwam er eenigszins mee overeen; ook haar had familieleven, den omgang met vele liefhebbende menschen ontbroken; ook zij was zonder moeder, zon der liefderijke leiding opgegroeid ook haar kindsheid had de zorgende liefde gemist maar haar ontbrak de gave om daarover te praten, zooals Janie deed, en zich door de openhartige schildering er van belang stelling te verwekken. Zeker, haar leven had een wonde plek, die aan Janie's leven ontbrak. Janie's moeder had een grafheu vel! Benijdenswaardige! Op haar be staan rustte niet de donkere schaduw van een onafwischbaren smaadzij durfde over haar kindsheid onbevangen pratenzij. O, hoe bitter bruischte het op in haar borst hoe diep wondde haar weer het oude léed van haar huis en haar hart. In de vrien delijke helderheid van den in rust gaanden dag, onder 't lichte ruischen van de takken boven haar hoofd, kwam de oude trooste loosheid weer over haar, de eenzaamheid, 't verlangen naar iets, dat haar niet helder bewust Was en dat toch aan haar leven ontbrak. Zij voelde dat haar slapen brandden, en dat tranen haar oogen vulden en plotse ling had de man aan haar zijde zich om gewend en haar hand gegrepen. Hij sprak haar in 't Duitsch aan »Tranen, Charlotte, waarom? ik bid u, heb ik daaraan schuld Cola kromp ineen. Hij? Hij schuld? Hij, die zoo onverschillig naast haar had gegaan en schijnbaar vergeten had te spre ken, sinds Janie's lach hem ontbrak. Hij schuld? Wat had hij met haar leven te maken? Wat bracht hem met haar in ver band hij, die voor haar niet de minste oplettendheid had gehad, totdat haar tranen, haar kinderachtige tranen zijn ojnnerkzaam- heid en zijn medelijden hadden gewekt. Maar zijn medelijden wilde ze niet. »Spreek toch, zeg me wat ik gedaan heb?« Speelde hij met haar? AVas hij zeker van de overwinning tn ij del, en waren haar tranen hem een triomf? Hij en altijd hij. Had ze zoo slecht over haar oogen gewaakt, dat deze hem verraden hadden, wat haar mond niet zeggen wilde? Maar hij moest niet gelooven, dat ze om hem treurig was, dat ze met Janie wed ijverde om zijn woord en zijn lach. Ze dwong haar kloppend hart tot rust en zag hem met fonkelende oogen aan. »Gij hebt me niets gedaan. Hoe wou dat ook? Ge hebt zelfs niet tot me gesproken »Heb ik niet? En is 'tdat, wat u krenkte?« »Neen, o neen!« Zij riep het met vliegenden haast, bijna zelf in 't geloof, dat zij waarheid sprak toen echter schoten haar opnieuw de tra nen in de oogen. Hij maakte een beslissend gebaar en versperde haar den weg. Zijn stem was heesch. Grij moogt niet weenen, ik kan 't niet zienik weet, dat het om mij is, dat ik iets gedaan of gelaten heb, Charlotte o, als ge wist »Ik wil 't niet weten. Verlaat mij ^CharlotteZij was een kind. Als een diep gekrenkt kind schudde zij de hand af, die hij smeekend op de bare had ge legd. En toch greep hij hare handen en hield ze met geweld in de zijne. Hij boog 't hoofd, alsof hij haar blik zocht, en als ze eigenzinnig de oogen ter aarde hield, schudde hij een weinig haar hand en her haalde nog eens smeekend haar naam. Charlotte kind!« Dat was geen be- leediging, geen huichelarij. Dat was echt gevoel, met geweld uit het hart geperst. Zijn stem bedwong haar wil. Een trilling doorvloog haar lichaamtoen ontwaarden zij beiden het hoofd van Sir William en dadelijk daarna de gestalte van Mevrouw Harland, die nauwelijks tien schreden van hen af uit een zijpad de hoofdlaan insloegen. Aldridge lachte om een pittig woord, dat zijn dame zoo even scheen gezegd te heb ben, eu zijn lach spoorde haar blijkbaar tot een vernieuwden aanval. »Ik heb nog nooit een man gezien, die opwekking na vermoeiende voetreizen; ook bij groote warmte en koude. In de Armenische koffiehuizen te Man chester wordt een koffie-thee aangeboden, een mengsel van koffieboonen en eaeao- schalen, die met melk gebruikt, een sma- kelijken en opwekkenden drank vormt.' Ook hier bij ons is de koffie zoo in den algemeenen gunst gestegen, dat het over vloedig is de vele redenen op te sommen, waarom »een kopje koffieaanstonds iets aantrekkelijks voor ons heeft. Eén punt wensch ik echter niet met stil zwijgen voorbij te g>an; het is, dat koffie meer opwekt en meer versterkt tevens, dan spirituosen. Op die plaatsen, waar zjj de al gemeene lievelingsdrank geworden is,- heeft zij dan ook het gebruik van sterken drank ter zijde gedrongenwant haar weldadige invloed wordt evenzeer op prijs gesteld door den onbeschaafden daglooner, als hare op wekkende kracht door geleerden en groote denkers. Het is jammer dat een kop koffie zoo weinig werkelijke goede koffie bevat. Ver- valschingen beginnen reeds in Arabië, nog eer de balen de naaste havens Alexandria, Jaffa en Begrut hebben bereikt. Elke boon echte Mokka wordt er uitgezift en in plaats van de harde, ronde, half doorschijnende, worden boontjes van veel mindere soort in gescheept. Hierom verkiest men in Europa de Java-koffie. Het mengen van cichorei onder koffie is zeer gewoon. Om achter dit bedrog te komen, behoeft men eenvoudig een deel van de koffie, die wantrouwen wekt, onder water te zettenis het zuivere koffie, dan blijft zij bovendrijven; bevat zij daar entegen cichorei, dan bezinkt zij en het water krijgt een gele kleur. Koffie, die met gebrand koorn is vermengd, maakt gedis- een vrouw juist kan beoordeelen. Ze begrij pen allen niets. Ze onderscheiden nooit echt van onecht. Gij zijt, trots uw jaren, al net als de anderen »In dit geval echter,begon Aldridge, maar de kleine dame liet hem niet uit spreken. »Over gewisse dingen wil ik niet strij den^ riep ze eigenzinnig, »het meisje is geheel zonder bevalligheid. Bovendien praat ze te veel. Ik voel 't altijd in mijn hoofd. Daar staat ze met Carters aan den oever. Als ze zoometeen in de boot stapt, die door dien ezel van een Carters gehaald is, zal dat een opruiming voor me zijn. Zie maar eens, hoe ze wenkt. Haar gansche viervoetig lichaam beweegt ze daarbij. Wat moet ze toch?« »Het geldt Mejuffrouw Charlotte, denk ik,zei Aldridge. AhaDan zullen die vier misschien willen varen. Gij zeker ook? Op zoo'n manier ben ik weer te veelwant om mee te doen ben ik niet gek genoeg. Ik wil naar huis rijden »En den jongen lieden hun pleizier be derven? Mejuffrouw Charlotte kom eens en hulp me uwe tante »Ik doe 't toch nietverweerde Mevrouw Harland zich driftig en zich tot de haar naderende nicht wendende, ging ze voort: >ik ben eigenzinnig, geef je geen moeite; ik ben u allen moe Cola antwoordde niet dadelijk. Ze zag de boos kijkende kleine dame aan en be greep de gevoeligheid, die uit de boosklin- kende woorden sprak. Ou willekeurig trok het haar tot de oude heen. Er was iets van verwantschapt medegevoel in de wijze, waar op ze den scheef gerukten hoed der tante weer recht schoof en, den arm in den hare haugend, met haar de anderen vooruit liep. Tot verbazing van Sir William stapte een kwartiertje later Mevrouw Harland zonder zwarigheden te maken met de ande- tilleerd water aanstonds grijsachtig en troe bel; legt men zuivere koffie daarin, dan blijft het helder. In den handel komen niet zelden ook heele boonen voor, die reeds eenmaal hebben dienst gedaan om koffie-extract te maken; daar deze volstrekt niet geurig rieken, kan men met eenige oplettendheid zich voor dat bedrog in acht nemen. De stoffen die met koffie vermengd als zoodanig de wereld in gaan zijn zeer groot in getal. Om iets te noemeneikelen, tarwe, rogge, amandelen, haver, kastanjes, maïs enz., enz. Een vrij langen tijd maakte men, met behulp van kleine vormpjes, koffieboonen van cichorei, koffiedik en timmermanslijm, en dit mengsel of baksel werd onder den naam van >ge- gezondheidskoffie« verkocht. Andere, die met gebrande suiker, stroop, of glycerin waren toebereid om het gewicht en het goede uitzien der boonen te bevorderen, zijn maar al te vaak verkocht onder de fraaie namen »Café des gourmets«, »Café des sultanes*, of »Café des connaisseurs«. Om zijne winst te vermeerderen vermengt menig koopman zijn koffie met cichorei; om aan den handelaar in koffie genoegen te doen door zijn oog »mooi goed« te laten zien, vervalscht de cichoreihandelaar zijne waar met Venetiaansch rood; en de fabri kant van die kleurstof helpt een weinig met gruis van tichelsteen, opdat de goed- koope prijs en de fraaie, frissche kleur den cichoreihandelaar moge bekoren. Hoe moet men 't best een kop koffie koken Ja, hieromtrent zijn, zooals omtrent de meeste dingen, de meeningen zeer ver deeld. Volgens het Oostersch voorschrift behoort een kop koffie te wezen Zwart als de hel, sterk als de duivel en zoet als een vrouw. ren in de boot en liet zich door Carters, die haar met een grap begroette, op de gemakkelijkste plaats van 't vaartuig zetten. Mejuffrouw Charlotte moet aan de spits en wij ver naar achteren. In den maneschijn zal ze beginnen te zingen, evenals Lorelei, en Mijnheer Waldorf blijft als een stran dende schipper in de nabijheid van zijn nixe! Waar wilt gij zitten, Aldridge? O hoe prachtig! Ziet ge, neef, hoe de zon daalt? o hoe prachtig!* »Ga toch zitten, anders duikelt de boot om!« riep Mevrouw Harland bits, en Janie zag haar verlegen aan en zette zich zonder te antwoorden. Carters en de meegenomen schipper roei den. De avond was helder, en de wind was stil; het kleine meer was geheel verlaten. Aan den verren hemel gloeide roodgoud. Cola zat achterover geleund op de haar aangewezen zitplaats en staarde met wijd geopende oogen in de verte. De opgewon denheid in haar binnenste was bedaard. Ze dacht thans niet verder dan aan 't uur, waarin ze leefde. Een gevoel van geluk bezielde haar, dat haar ontvankelijk maakte voor alle indrukken. Zij gevoelde zich even dicht bij het weenen als bij 't lachen. Ze dacht aan Thesi en aan de knapen en ook een oogenblik aan Mynheer Wendlin. Hoe zouden die 't opnemen, als ze haar thans zagen, zooals ze met haar geheele zijn en gevoelen een vreemde behoorde, een man van wien ze niets wist, dien ze niet kende, in wiens wezen niets mededeelzaams was, die van haar niets had trachten te vernemen, en die van zijn levensweg haar niets verteld had. Wat was er tusschen hen? Wat was 't dat haar betooverde, zonder woorden haar en hem betooverdeHij zat tegenover haar en zijn oogen rustten op haar gelaat, 't Zijne zag ernstig, bijna treurig. Was hij boos om haar hardheid van daar even? Had haar hevigheid hem mishaagd, en zag hy daarom zoo ernstig? Langstraat en de Bomioelerwaail <xra n-rexe- -ra-, v- - vr.vVTWar

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1889 | | pagina 1