eu Couranten. FEUILLETON. COLA. ZATSfePAG 7 SEPTEMBER. t Uitgever: U. J. VEERMAN, Heusden. Dit blad verschjjut WOENSDAG en ZATERDAG. m sis. •iw IBS VOOR Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prijsverhooging. Agent voor Gorcum en OmstrekenBosch Broes van Dort. Advertentiën 16 regels 00 et. Elke reg< nmer 10 ct. Gro< te letters Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingi acht. Agent voor Frankrijk: Wester o., 20 Io F 'rold, P rijs. W-I r «^arvyyrfdBO «aa >1,-1 j r» m ri jjiinr r Zooals wij reeds zeiden, werd te Haarlem de eerste courant uitgegeven in 1656, door den stadsdrukker Abraham Casteleyn. Deze courant droeg den titel Weekelyclce courant van Europa«in 1659 heette zij «Haer- lemse Dingsdaegsche courant«in 1660 ver scheen er ook des Zaturdags een nummer; in 1664 voegde Casteleyn er het woord Oprechtevoor, om aan te toonen dat zijn courant de eenige ware was, die te Haarlem werd uitgegeven; in 1667 kwam er een Donderdagsch nummer bijna den dood van Casteleyn zette zijn weduwe de zaak voort; in 1737 ging zij over op Isaac en Joh. Enschedé, «op wier bequaambeyt, naarstigheyt c-n vigelantie Burgemeesteren en Regeerders zich volkomentlyk vertrouw denSedert bleef zij tot op beden in han den derzelfde familie. Ondanks de groote concurrentie, in de laatste 25 jaren onder vonden, blijft de Oprechte Haarlemsche couranttot de meest gelezen groote bla den behooren. In 1847 kwam zij om de groote menigte advertentiën, vooral familie berichten, waardoor ze ook wel «de Dames courante wordt genoemd, eiken dag uit. In 1866 werd ze vergroot. De vroegere Waalsche predikant, Cd. Busken Huet, was van 186268 aan de redactie verbonden. Dit, de vergrooting en de nieuwe redacteur, vond eerst veel tegenwerking; zoodat zelfs in de Rotterdamsche courant van 5 Oct. 1866 een geestig spotversje van eenige voor maals bestendige lezeressen der II. C. werd geplaatst; maar spoedig raakte men er aan gewoon en vond vooral het degelijk ge schreven «Overzicht der pers van den dag« veel toejuiching. Heeft thans het Nieuws van den Dag« veel afbreuk gedaan aan de «Haarlemsche Oprechte» de laatste bezit nog altijd voor den deftigen burgerstand een groote aantrekkelijkheid, vooral ook de uitmunde verslagen van den loop der poli tieke gebeurtenissen. De Nieuwe Rotterdamsche courantis misschien wel het voornaamste der Neder- landsche dagbladen. In Augustus 1842 op gericht, is ze 't eigendom van eene naarn- looze vennootschap; de heeren Nijgh en Zn. zijn directeuren-uitgevers. Als hoofdorgaan van de geavanceerd liberale partij, wordt het op uitstekende wijze geredigeerdtal rijke particuliere correspondenties uit het buitenland, bijna uit alle hoofdsteden der wereld, maken het blad steeds belangrijk en maken het tot een bron, waaruit vele andere couranten, die zich zulke groote uit gaven niet getroosten kunnen, hare berich ten overnemen. Opstellen op 't gebied van handel, nijverheid, kunst, scheepstijdingen, enz. enz., maken het blad voor ieder be schaafd Nederlander, onmisbaar. Het reductie bureau is in reehlstreeksche verbinding met het gebouw van den Rijkstelegraaf, zoodat belangrijke berichten, zelfs des nachts, on- middelijk worden opgenomen. Verslagen van belangrijke vergaderingen, 'savonds te 's-Gra- vmihage, Amsterdam, Utrecht of andere voor name plaatsen gehouden, leest men den vol genden morgen te 7 uur volledig in de N. R. C. In de avondeditie vindt uien vaak berichten van gebeurtenissen, die slechts een paar uur oud zijn. Sedert 1878 verscheen te Rotterdam da gelijks een courant in kleiner formaat, liet Rotterdamsch Nieuwsbladonder directie van de heeren A. W. Sijthoff en C. G. Frent- zen. Deze onderneming stelde zich ten doel in de tweede stad van ons land te doen, wat het Nieuws v. d. Dag in de hoofdstad had gedaan, nl. de uitgave van een handig en goedkoop blad voor plaatselijke en al- gemeene nieuwsberichten. Maar ofschoon dit blad in Rotterdam een aanzienlijk debiet, het doel werd niet zoo goed bereikt. Het staat de onafhankelijke vrijzinnige richting voor en zoekt algemeene ontwikkeling te bevorderen. De »Maasbodei verschijnt sedert 1869, bij G. W. van Belle't is een ultra-clericaal orgaan, dat ook in stedelijke zaken een heftige oppositie voert tegen al wat van liberale zijde uitgaat; in beschaafdheid van toon staat het achter bij «De Tijd«. Het oudste nieuwsblad in de hofstad is het conservatieve »Dagbl. van Z.-Holland en s-Gravenhage't Is een voortzetting van de 's-Gravenhaagsche courant in 1708 op gericht. Zij verschijnt onder dezen titel sinds 1853, maar werd eerst 1 Jan. 1856 eiken dag uitgegeven. Van 186473 had het Dagblad in den persoon van Iz. J. Lion over een talent te beschikken, als slechts weinig couranten in Nederland konden aan wijzen. Na diens overlijden werd redacteur de heer J. D. Doormande overige lotge vallen zijn bekend. Van de winst komt 95 pet. aan de aandeelhouders, en 5 pet. aan de beambten. De winstuitdeeling was van 1881 tot '84: 12, 11, 13 en 872 pet. liet VaderlandStaat- en letterkundig nieuwsbladtracht in de hofstad een tegen wicht te stellen tegen den invloed van het Dagblad en voorts de belangen der liberale partij in geheel Nederland te behartigen. De hoofdredactie, eerst opgedragen aan den heer Mees Geesteranus, later aan Goeman Borgesius, berust sinds 1883 bij den heer Macalester Loup. Ondanks de voortreffelijke hoedanigheid van deze courant, kon de zaak eerst slechts met nadeel geureven worden, j Zij mm.de ter r 1 opgang Ie or h. -• In handen eener naamlooze vennootschap overgegaan, heeft het Vaderland onder directie van de uitgevers D. A. Thieme en J. Stem berg langzamerhand toch zijn plaats weten te veroverende finantiëele resultaten zijn wel niet zoo schitterend, maar het blad gaat geregeld vooruit. De Dordrechtsche courant* is waarschijn lijk opgericht den 8 Dec. 1789. Eerst ver scheen ze driemaal 's weeks. Van 179095 schijnt ze niet verschenen te zijn. Later kwam ze weer uit onder 't opschift: «Vrij heid, Gelijkheid, Broederschap, Bataafsche Historische courant van (dagteekening) het eerste jaar der Bataafsche vrijheid«. Den 1 April 1797 ging de Dordrechtsche cou rant over in handen van de firma Blussé en Comp. Sinds 1869 wordt ze eiken werk dag uitgegeven. De »Arnhemsche couranti. in 1814 opge richt door S. van Bronkhorst, bekleedt onder de dagbladen van de liberale richting een eereplaats. Zij toch was het die in de jaren, waarin de herziening der Grondwet van 1848 werd voorbereid, het eerste in Nederland den constitutioneeien geest der natie heeft wakker gemaakt en ontwikkeld. Als oppo sitie-orgaan, dat op cordate wijze de liberale beginselen voorstond, verwierf het zich in die dagen van ontevredenheid met het Staats bestuur, aanhangers door het geheele land. Zijn uitgever Thieme maakte zelfs naam door de vele processen, die hij, door de dikwijls krasse uitingen, met de regeering had te voeren. Nog altijd, hoewel de rich ting wat radicaler geworden is, handhaaft de A. C. door flinke geschreven hoofdarti kelen haar naam. De Kamper courant «y die tweemaal per week verschijnt, kwam in 1836 in't licht. ralen geest en pikanten inhoud. De Provinciale Groninger courantbij de Erven M. van Heijningen Bosch, is een vervolg op de Ommelander courant, in 1789 uitgegeven door L. Bolt. Toen deze in 1807 stierf, ging hij in eigendom over aan M. en H. Bosch, bekend als dichter en kinder- derschrijver. Velen onzer lezers zullen zich zijn schoolboekjes (Moeder Anna enz.) nog wel herinneren. Het Handelsblad* met den neventitel «Nieuwe Amsterdamsche courant« is het meest gelezen groote blad. Op 5 Jan. 1828 verscheen als voortzetting der «handelsbe- berichten», het eerste nummer van 't Alge meen handelsblad; 't kwam tweemaal per week uit en was hoofdzakelijk gewijd aan handels- en scheepvaartberichtenallengs werden ook korte nieuwsberichtenen wetens waardigheden opgenomen. In 1828 reeds werd het formaat eenigszins vergroot't be sloeg toen iets minder dan twee bladzijden der tegenwoordige courant. Na 1 Jan. 1831 verscheen het driemaal per week. Wat de richting betreft, het wil «onafhankelijk blij ven en de waarheid hulde doen, zonder schroom haar stem verheffen tegen alle mis bruik van macht, tegen alle voor het welzijn des lands gevaarlijke misgrepen». Het be hoorde steeds tot de gematigde liberale rich ting en deed deze, met de Arnhemsche courant, het blad der geavanceerden als voorhoede, zich allengs baan breken. In '67 werd het vergroot; in '68 verscheen 't in vijf kolommen; in '69, na 't afschaffen van 't dagbladzegel, werd het weer vergroot en tevens een vierde in prijs verlaagdden l Jan. '80 werden de bijvoegselen bij de hoofdcourant opgenomen en de bladzijden doorloopend genommerd. Sedert 1 Nov. '82 34) Ze hief haar betraand, bedroefd gelaat met een dwalenden, onbestemden blik tot hem. «Meent ge dat ik gelukkig ben, Wendlin?» «Neen, genadige vrouw «En hebt ge medelijden met me?» Wendlin nam een oogenblik haar hand. Hij blikte in Helene's door smart vervallen gelaat en zijn gevoel overmeesterde hem. «Met mijn gansche ziel, Mevrouw «Help me dan om 't hart van mijn kiud Cola terug te winnen. Gij moogt me niet verachten! Ge ziet voor u? Is 't dan zoo? Ben ik gedoemd om alles, alles te verliezen, ieder hart, dat me eens toebehoorde leder? Wat beteekende dat? Welke be kentenis lag er in dat woord? Werd ze niet meer bemind? Hij zag haar aan en begreep h Een onuitsprekelijk medelijden d "ie u vergeten, hoe zeer zij zelf de schut droeg van haar gevloekt bestaan. «Als ik u helpen kan bego. hij en ze greep zijn handen en hield die v r.- f «Wilt ge beproeven, mijn kind vei s- gezind te stemmen? Wilt ge?« «Ik zal Cola zeggen, dat ge iemaju o< dig hebt. En nu, genadige vrouw, ho stemmen. Mag ik me verwijderen?' «En ge belooft me «Dit kan ik slechts doen: Cola zeg; Zijn zin werd niet voleindigdin deur stond Waldorf. Zijn gelaat was >0 - bleek. Een oogenblik stonden die tw nen tegenover elkander. Ilelene zag schrikt aan. Half verstaanbaar zei «Mijnheer George Wendlin, mijn en toen zag ze hoe die mannen e koud en stijf met een nauw merkbare buiging groetten. r- ge: De gestalte van Wendlin verdween in den gang. Waldorf bleef op den drempel staan en zag den blondbaardigen man na. Die man had Cola's naam uitgesproken, en zoo, als iemand, die vertrouwd met haar was, die daar recht toe had. Welk recht? Welke betrekking gaf hem dit recht? Wendlin, die naam, waar had hij hem 0 toenDe huisonderwijzer en later de voogd. HijDeze man, Cola's voogd, en in haar nabijheid Wat wilde hij hier? Wat voerde hem tot Helene? Hij deed zijn vrouw die vraag. «Wat wilde hij hier?« «Hij bracht tijding. Er is ziekte «Ziek, wie?» Hij schreeuwde de vraag ljiidt en ver schrikt. Helene zag hem verwonderd aan. Wat vroeg bij daar? Wat ijioest thans die belangstelling. Ze spraken inmiers nooit over de kinderen. «Wie Ze schuchter ant woord, daar ze zijn vr%ig niet begreep. Is i'odo, e ei z k is. Men heeft zijn zuster terug groepen.» «Ze is hier?» 't*Was hem ontsnapt, zón- Ier d, ij '1 wy: ie. i t jding kwam zoo onverwacht, zqj plotseling. Cola hier! Helene was tot hem getreden. Zijn aandoe ning, de bleekte zijn g iaat, de vertrok- kenheid van zijn gezicht verschrikten haar. «W t scheelt je, Otto? Is je iets over komen?» Haar bezorgdheid beschaamde hem. Over komen was hein niets. Hij was naar zijn ti' r geweest. Daar cad iiij beproefd te a datu >ij was hem de schets in gekomt u, die hij c 't atelier van Reilt, 1 A vooi" lie TC 11C dat. h houdt gemaal ■en bij nad. Hg haalde ifaar te oeschon jü er van, steeg g a-g cl in hem op, atelier nie' uger kon uit- Or de s r; ,en gedwaald, doelloos, zonder plan en toen was hij eens klaps vöor zijn huis gekomen, waar hij eigenlijk niet heen had willen gaan. En hij was toch binnengegaan en had in Helene's kamer stemmen gehoord, haar naam ge hoord uit een vreemde mond en bij den naam »Cola« was al 't bloed uit zijn hart hem naar 't hoofd gevlogen. Cola was bier; in dezelfde stad met hem, Cola, zijn meisje, de trotsche, diep gekrenkte lieveling, hier en hij zat in 't salon zijner vrouw, en moest zijn kloppend hart gebie den te zwijgen en zijn sidderende stem tot rust brengen, terwijl 'tin zijn ziel schreeuwde om haar, schreeuwde van verlangen naar een blik uit haar oogen. «De tafel is gedekt!» meldde 't meisje, verlegen in de deur verschijnend, en Otto Waldorf stond op en volgde zijn vrouw zwijgend naar de eetkamer. Ze zat stil tegenover hem en raakte de spijzen by na niet aan. Met kleine tusschen- poozen richtte ze de oogen op hem en bleef hem dan een wijle aanstaren. Ze had wan trouwige oogen, oogen, die niet argwaan vorsebten en vroegen en zichzelf in bitter heid antwoord gaven. Dat de man, daar over haar, leed, dat zag ze hem aan, maar haar medelijden werd niet wakker. Haar eigenliefde was ontboeid, ze begon haar eigen zwakheid te vergeten en de gewaar wordingen van anderen als ongegrond ge heel te verwerpen. Ze was geen groote, geen heldhaftige natuur. Ze was altijd een schepsel geweest vol indrukken, vol ras voorbijgaande, hevige indrukken. Daaren boven had ze zich gewend haar begeeren, baar willen, door te zetten en op den voor grond te plaatsen. Boven haar beter ge voel stond iiaar ijdelheid, en deze was 't die haar geleid en bestuurd had vóór jaren, toen ze het huis van haar echtgenoot had verlatendeze was 't die ook thans meer dan al 't andere de bron was van haar lijden. Haar geest, eertijds schitterend, was in de jaren van haar eenzaamheid als 't ware vastgeroest, haar gezichtskring enger ge worden, haar gedachten kleiner. Ze zag de gansche wereld in haar engste omgeving en beoordeelde haar naar haar eigen stem ming, hard en onrechtvaardig. Ze vroeg zich, wat ze dan anders had gedaan dan zoovelen, wien hun stap voortdurend geluk had aangebracht. Ze vroeg zich, waardoor de liefde van haar echtgenoot minder was gewordenze voelde, dat ze in 't samen leven met hem niets gedaan had, waardoor ze zijn liefde had verloren. En zoo ze die nu toch had verloren, droeg zij niet de schuld, maar een ander, en die andere wilde en moest ze leeren kennen, moest ze vin den en zien. Er kwam in haar leven een nieuwe aan wakkering van haar reeds zoo gevoelige zenuwen. Wie was zij, die haar den echt genoot ontstelen wilde, wie? Dat ze haar vinden zou, stond bij haar vasthet was vooreerst maar zaak te vor- schen, te zoeken, ja, als 't moest te spionee ren. Ze besloot elk oogenblik van haar leven te besteden tot bereiking van dat doel. Elk harer uitgangen zou een onderzoek zijnelk van haar plotselinge bezoeken in het atelier van haar man een spionage. Ze beminde haar man, en ze herhaalde zich steeds dat ze recht had hem te bezitten, hem, als dat bezit bedreigd werd, met geweld weer té winnen, en daartoe was een strijd noodig, een kamp met haar tegenpartij, en die tegen partij was die andere, wier beeld het hare verdrong. Deze andere te kennen was de eerste stap op den weg, dien ze volgen wilde; en daartoe was elk middel goed, zelfs 't ge heimste, zelfs 't listigste. Terwijl ze tegen over haar gade zat, wiesen die gedachten irt haar op en namen een reusachtige ge stalte aan. Ze voelde, dat ze voor een groote zaak streed, en ze geloofde, dat ze zou overwinnen. VI. Vier uur, nadat Carters getelegrafeerd had, kwam Cola met haar tante in 't hotel Continental. Den eerbiedig buigenden portier van 't huis en den hem volgenden chef wenkte Mevrouw Harland terug. »Zeg me de nummers onzer kamers en en spaar al die vriendelijkheden. Een ge legenheid om ons te wasschen is ons veel aangenamer. Welk nummer? Spreek wat harder36 Zoo, nu heb ik 't verstaan. Loop niet zoo snel Charlotte Mij bevalt Duitsch- land nietEen ding moet ik echter zeggen die Wendlin is 't mooiste exemplaar vaneen man, dat ik ooit gezien heb. Is dat 36?» Mevrouw Harland was in de goed inge richte kamer getreden en ging dadelijk de bedden onderzoeken. Nadat ze haar afkeu rend oordeel daarover had uitgesproken, volgde ze Cola in de kamer daarnaast. «Ga je dadelijk heen?» vroeg ze haar en Cola antwoordde toestemmend. «Ik ga dadelijk naar Todo, maar ik zal u Thesi of Mevrouw Berger zenden.» «Ik dank je. Die waardige dame is me te glad van vormen en te braaf van gezind heid. Je moogt haar houden. Stuur me die wilde, jonge dame met dat vlas haar, of nog beter, stuur me den man Wendlin. Ik beken dat die reus me machtig bevalt. Waarom ben je niet op hem verliefd geworden?» «Maar Tante »Ik meen 't in ernst, 't Is me onbegrijpe lijk, waarom jullie niet op elkaar verliefd bent geworden. Als jij 't niet doet, zal die blonde wildzang 't zeker doen. Als ik 't niet mis heb, dan heeft je weinige toe schietelijkheid aan 't station hem gekwetst. Hij zag er een oogenblik uit als een jongen, die slaag gehad had. Ga je nu?» Cola boog zich om de kleine vrouw op 't voorhoofd te kussen. «Ik kom spoedig terug,» zei ze zacht, el toen ging ze. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1889 | | pagina 1