FEUILLETON.
Kolonel Ramon.
WOENSDAG 23 OCTOBER.
1889.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
V ,c31
VOOli
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
verhooging.
Franco per post zonder prjjs-
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meër 10 ct. Groote letters Daar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht.
Agent voor Frankrijk: Westeb. Co., 20 Rue Hérold, Parijs.
Slaan we in onze dagen op 't gebied
van ontdekkingen en uitvindingen den blik
naar 't westen, de bakermat der njjver
heid en der kunst is het oosten. Van het
oosten naar Azië, door Europa, naar het
westen, Amerika om eenmaal weer in
China aan te landen? Wie zal het zeggen?
Het jonge Amerika brengt als het ware
met iedere nieuwe uitvinding zijn groet
toe aan den oudsten der Staten waarvan
het door den Oceaan gescheiden is, en die
nog niet door een jongsten broeder in de
schaduw gesteld is.
Inderdaad, het oude China is een won
derbaarlijk land. Het lacht ona onzen strijd,
wie toch wel de drukkunst heeft uitgevon
den, want eeuwen voor dat er een Koster
of Gutenberg bestond, verheugde het zich
reeds in voortbrengselen van deze kunst
dat wij het buskruit zouden hebben uitge
vonden, logenstraft het met bewijzen en
vóór dat wij Europeanen, ons op den
Oceaan wagen durfden, bezeilden zij reeds
hun zeeën, geholpen door het kompas.
Daar is ook het porselein, een van de
meest begeerlijke zaken van weelde. Op
onderscheidene plaatsen in Europa wordt
het gebakken maar toch geldt dat uit
China alleen als echt, al het andere wordt
als een soort namaak beschouwd.
Bjjna twee duizend jaren vroeger dan in
Europa vervaardigden de Chineezen en Ja
panners porselein. Hun historieschrijvers
dateeren de uitvinding op het jaar 185
voor de geboorte van Christus. Het duurde
echter nog een zestal eeuwen eer ze tot
volle ontwikkeling was gekomen. China
heeft zich steeds afgezonderd gehouden van
andere volken. Het kende den drang niet
zijn voortbrengselen te volmaken, ten einde
ze tot winstgevende handelsartikelen te ma
ken, vandaar dat de porseleinbakkerij in
den aanvang zich bepaalde tot het vervaar-
gen van eenvoudige, onbeschilderde voor
werpen van nut.
Het schijnt dat de Chineezen door de
thee op de gedachte gekomen zijn hun
fabrikaat te beschilderen. Ze zochten de
kleur in overeenstemming te brengen met
de tint van hunnen gelief koosden drankin
gele kopjes kwam hun dien te bruin, in
bruine te zwart voor, men vond dat de thee
in blauw porselein het schoonst voorkwam
en een zacht groenen tint aannam.
Het aanbrengen van de schoonste blauwe
kleur is langen tjjd het geheim geweest van
de door den Staat gedreven fabrieken. De
porseleinen voorwerpen in deze fabrieken
vervaardigd, ontvingen eenen bjjzonderen
stempel en de doodstraf stond op het ver
klappen van het geheim. Officiëel werd de
kleur vastgesteld als dien des blauwen he
mels, na den regen. Het porselein naar het
voorschrift vervaardigd, moet in werkelijk
heid de voorschreven kleur zeer nabij zijn
gekomen en was zeer gezocht, vooral, nadat
in de 14e eeuw plotseling het bakken ver
boden werd, op grond dat de goden in de
kleur geen smaak vonden.
Sedert dien tijd jagen zoowel Chineezen als
vreemdelingen naar de nog overgebleven
scherven van »het blauw des hemels* en
nog glinstert het oog van den zoon des
hemelschen rjjks, wanneer hij van deze kos
telijke zaken spreekt en met zijn gewone
overdrijving verhaalt hij, hoe de scherven
van bet edele porselein als edelsteenen schit
teren en het daarin weerkaatste licht zelfs
een afgeschoten pijl doet wijken.
Van toen af begon men zioh toe te leg
gen de oppervlakte der voorwerpen te ver
sieren en wel op de zonderlingste manier.
Bijzonder hoog schatte men porselein, waarop
sporen van tranen zichtbaar warenhet pro
duct van de provincie Tschin was steeds
sneeuwwit, maar het toonde verhevenheden
aan de oppervlakte, die de golven der zee
voorsteldenandere versieringen bestonden
in dieren of pooten van dieren. Een fabriek
vervaardigde vazen met aderen gelijk een
parelhoen, een andere wist hare waren het
aanzien van een ganzenhuid te geven en
later gold dat email voor zeer schoon, dat
in oranjegele kleur een aantal fijne stipjes
toonde, waardoor het aan sinaasappelschel-
len herinnerde.
Met meer of rainde^ doch dikwijls naar
onze begrippen, zonder smaak, tooiden de
Chineezen hun porcelein met alle denkbare
voorwerpen. Zelfs toen eens bjj den vorst
van 't hemelsche rijk de gevolgen der on
matigheid aan den neus zichtbaar waren,
werd de roode kleur van 't keizerljjk reuk
orgaan in porselein vereeuwigd.
Noch moeite, noch kosten werden ge
spaard om door proeven tot nieuwe en
schoone tinten te geraken en toen Europa
zjjn handel ook tot China mocht uitstrek
ken en daar het nog onbekende kobaltblauw
bracht, werd deze kleurstof door de Chine
zen met dubbel gewicht aan zuiver goud
betaald.
Sedert de Chineezen onze verfstoffen heb
ben leeren kennen, is hun een nieuw veld
voor hunne industrie geopend. Met onver
moeide vlijt zoeken en mengen zij om de
zachtste tinten te vinden. Het aantal kleur
schakeringen is dan ook reeds ontelbaar
groot en de meest gezochte mogen in geen
huishouding van den vermogenden Chinees
ontbreken. Die het wit der afnemende maan
bezit, moet ook het groen der diepe zee,
het rood der avondzon, het grijs der wol
ken kunnen toonen. Het met gele parelen
bestrooide koolzwart porselein, heeft in plaats
naast het geel der pruimen en het geel der
hazen.
De Chinees heeft een scherp oog voor de
verschillende nuancen derzelfde kleur en de
industrie ontvangt door dezen wedijver in
het vinden van nieuwe tinten, die ons kin
derspel toeschijnt, steeds nieuwen toevoer.
Zelfs fouten in de vervaardiging werden
soms tot schoonheden verheven. IVanneer
n.l. het opgebrachte email eerder koud
wordt dan het porselein, zoo springt het
en doet zich voor als een uiterst fyn net
van duizende aderen. Toen dit geval zich
het eerst voordeed, schiok men er van en
keurde dit product zelfs niet waardig ge
bruikt te worden. Spoedig echter vond men
smaak in deze foutde fabrikanten zochten
naar middelen om dergeljjk gesprongen
email kunstmatig na te bootsen en vonden,
daar zij al de fijne aderen met kleuren aan
brachten, prachtige schakeringen, die om
haar nieuwheid zeer gezocht waren.
De porselein-industrie der Chineezen heeft
op de wereldmarkt stormenderhand een plaats
veroverd en wordt met goed geld betaald.
Nog is in Europa, zoowel als in Amerika,
het Chineesch porselein een zeer gezocht
artikel, waartegen het Europeesche, hoe
schoon ook, slechts met moeite concurreert.
Zoo men daarbij bedenkt, dat in China
zelfs het gebruik van porselein zeer groot
is, kan men nagaan wat deze tak van in
dustrie voor het groote rjjk der zon betee-
kent. Zoowel de regeering als particulieren
drijven haar en er zijn distrieten waar let
terlijk alles leeft van de porseleinbakkerij.
Een der grootste fabrieken is de keizerlijke
bakkerij te Kingtsching, waar meer dan een
millioen menschen met dit bedrijf een be
staan vinden. Grootsch moet het schouw
spel zjjn, dat deze stad in den nacht aan
biedt, wanneer tallooze vuurspuwende schoor-
steenen het oord in een groote vuurzee her
scheppen, in 't midden van welke de stad
spookachtig verlicht daar ligt. Dag en nacht
heerscht er de grootste drukte. Lediggang
en armoede kent men er niet. Voor elke
hand is er brood te verdienen, vooral sedert
Amerika in het Chineesch porselein welbe
hagen gevonden heeft.
Doch op hoe reusachtige schaal de ver
vaardiging van porselein in China thans moge
geschieden, het is niet te ontkennen dat
het nieuwe in geen vergelijking komt met
het oude. Het schijnt ook daar, als in
Europa, dat de kunst lijdt door de massa,
Buitenland.
De toestand te Lens en in de omstreken
is niet verbeterd. Integendeel, zooals uit
Arras gemeld wordt, heeft de werkstaking
onder de mijnwerkers zich uitgebreid tot
alle mijnen te Dourges, Courcelles-lez-Lens,
Drocourt en tot een mijn te Bully-Grenay
voorts loopen de mijnwerkers van Liévin
rond. Tot dusver bedraagt het aantal grevis-
ten 12,000, of ongeveer een derde van de
in het dep. Pas-de-Calais aanwezige mijn
werkers. Men vreest dat de beweging zich
ook naar het Noorden zal uitbreiden, waar
de werkstakers boden hebben heengezonden.
Tot dusver hebben nog geene ernstige bot
singen tusschen de werklieden en de troepen
plaats gehad, hoezeer, volgens een ander
bericht, wel degelijk de militairen, toen de
werkstakers te Liévin eene mjjn wilden
»Indien Rome, toen het in verval was,
de stille verklikkers begunstigde, ja zelfs
aanmoedigde,* hernam ik, keizer Domiti-
anus dreef hen uit Italië, vóór die dwaze
wreedheid, die zijn naam tot een vloek heeft
gemaakt; keizer Theodosius, die minder
zachtmoedig was, veroordeelde hen ter dood.
Caesar, in zjjn Gommentariën
Een gedruisch van paarden liet zich hoo-
ren; de generaal naderde het venster en
slaakte een kreet. Wapengekletter weer
klonk, de deur ging open, en ik meende
achterover te vallen toen ik den kolonel
zag verschijnen, met wanordelijke kleeren
en bebloede borst Ik snelde op hem toe;
onrustig zag hij mij aan en ging drie pas
achterwaarts.
»Men heeft mij verraden, is het niet?*
sprak hij met gestoten tanden tot mij.
»Ik meende dat gij reeds verre waart,*
zeide ik smartelijk.
»Ik wilde van avond vertrekkenweet
gij, wie mij verraden heeft? Men zou hem
tegelijk met mij moeten fusileeren, den Judas
die mij verkocht heeft.*
Llave kende zijn vijand slechts van naam;
nieuwsgierig nam hij hem op.
»Laat mij ontbinden, heer,* zeide de
kolonel tot hem; »deze riemen hinderen mij
en ik denk niet aan vluchten.*
De generaal gaf een teeken.
»Hij heeft een der manschappen gedood,*
zeide een officier.
»In den strijd, terwijl ik mijn leven ver
dedigde,* hervatte de kolonel levendig.
>Maak hem los,* zeide de generaal.
Werktuigeljjk hielp ik de boeien doorsnij-
»Gij zijt gewond?* vroeg ik.
»Een schram; men heeft mij gegrepen
terwijl ik sliep.*
»Als gij mij geloofd hadt, indien gij den
raad uwer ongelukkige vrouw gevolgd hadt...
Berouw heeft nog nooit iets hersteld,
dokter, en ik behoef niet meer naar het
verleden te zien. Beloof me mijn vrouw niet
te verlaten gedurende de wreede uren, die
haar wachten. Na mijn terechtstelling,*
voegde hij er bij, »zal zij naar haar ge
boortestad willen terugkeerenzult gij haar
hierin helpen?*
>Ik zweer het u! En zoo noodig zal ik
zelf haar geleiden!* riep ik uit.
De kolonel drukte mijn hand. Gedurende
dit korte gesprek waren vijf of zes officieren
rondom de tafel komen staan. De generaal,
wiens gestalte het middelmatige verre te
boven ging, ging voort met koortsachtig
op en neer te loopen, terwijl hij op korten
toon zijne bevelen gaf.
»Gij zult recht over mij spreken?* vroeg
de kolonel plotseling, zich tot hem wendende.
»Neen heer, maar eenvoudig constateeren
dat gij de persoon in quaestie zijtvervol
gens kunt gij een priester laten roepen.*
»Van welk misdrijf word ik beschuldigd
om zonder vorm van proces den dood te
verdienen?*
>Van tegen de troepen van het verheven
goevernement te hebben gestreden.*
Integendeel,* hernam de kolonel trotsch,
»ik veroordeel hen. Miramon is de uitver
korene van het volk.*
Hp zweeg; zjjn ademhaling werd sneller;
zijn voorhoofds-aderen zwollen op.
Evenals ik vjjf minuten vroeger, zweeg
hij om te gehoorzamen aan het voorschrift
van den wijze. Eindelijk vroeg hij met een
stem, wier kalmte mij verraste, over hoe
veel uren hij nog beschikken kon.
»Over zooveel als gij er noodig zult heb
ben, kolonel,* antwoordde Llave.
om mijn ziel in staat te stellen voor God
te verschijnen, een ander om mijn kinderen
te omhelzen.*
»Wilt als Christenen, als vijanden van
den leugen, antwoorden heeren,« zeide Llave
en wendde zich tot de officieren, wier hou
ding verlegenheid te kennen gaf; herkent
gij dezen man hier voor den kolonel
Spaar hun de smart door hun antwoord
tot mijn dood te hebben bijgedragen, generaal
ik ben degene, dien gij zoekt.*
De officieren richtten zich tot den kolo
nel en reikten hem de hand zonder een
woord te spreken; zij waren bleek. Wat
mij betreft, ik voelde mij vernietigd. Het
denkbeeld, dat deze krachtige man, wiens
hand ik vasthield, nog slechts twee uren
te leven had, scheen mij iets onmogelijks
en monsterachtigs. De generaal maakte den
indruk op mij van een beul, en toch wist
ik dat hij menschlievend was; ook hij was
echtgenoot en vader.
»Mag ik u een gunst verzoeken?* zei ik
hem naderende.
Zeker, dokter, mits het niet iets voor
den gevangene is.«
»Acht en veertig uur heb ik noodig om
mij naar Mexico te begevenwilt gij mij
dit uitstel toestaan?*
Op dit oogenblik stormde een vrouw de
zaal binnen, gevolgd door een oud-officier,
die brommende en haar by de hand hou
dende, haar binnenkomen zichtbaar be
schermde.
Buiten,* riep hij; wacht ten minste
tot ik mijn chef verwittigd heb.«
Ik herkende mijn patiënt; zij beschouwde
ons allen met haar groote zwarte oogen;
vervolgens op het oogenblik dat haar echt
genoot, doodelijk bleek geworden, toetrad
om haar te ondersteunen, wierp zjj zich op
de knieën voor Llave en wilde spreken, maar
kon slechts snikken.
Genade!* riep ik uit.
opgenomenhij omhelsde haar en sprak tot
haar op zachten toon.
»Laat mij haar terug brengen, heer,*
zeide hij, en richtte zich tot den generaal
»op het door u bepaalde uur, zal ik voor
de kogels uwer soldaten staan.*
De generaal antwoordde niet. Eensklaps
stiet de officier, die zich zachtkens tegen
het binnentreden der vrouw van den ko
lonel verzet had, ruw twee menschen uit
het volk in de zaal, die ik terstond her
kende: het waren de veehoeders van Ger-
rittos de San-Juan.
»Deze twee komen hun loon halen, zeide
de oude soldaat; moeten we hen ophangen?*
De kolonel naderde en keek de beide
ellendelingen vlak in het gelaat, die, met
gebogen hoofd, tot tegen den muur terug-
schoven.
Betaal hen, zeide de generaal met wal
ging-
Spoedig trokken de veehoeders af, door
de soldaten door elkaar gesmeten en ver
volgens door de in de straat samengeloo-
pen menigte uitgejouwd. Don Ramon hield
zijn vrouw tegen, toen zij zich opnieuw aan
de knieën van Liane wilde neerwerpendeze
keek door het venster. Op zijn beurt smeekte
ik hem en sprak van de Grieken, van de
Romeinen, van Scipio, van Epaminondas,
van alle helden, die beroemd zijn geworden
door hun grootheid van ziel. Ik sprak van
den grooten koning der Tolteken, Topiltzin,
die niet alleen zjjne staatsvijanden had weten
te vergeven, maar zelfs zijn persoonlijke
vyanden. De kolonel hoorde my met zicht
bare verrassing aan, zijn vrouw snikte zon
der mij uit het gezicht te verliezenzij be
greep nauwelijks wat ik zeide, maar ze ge
voelde, dat ik voor haar echtgenoot pleitte.
Eensklaps wendde Llave zich tot den ko
lonel.*
Wilt gij in onze gelederen dienst nemen
vroeg hik
»Wilt gij mij dan minstens zweren, niet
meer tegen ons te strjjden?*
»Zweer voor uwe kinderen,* fluisterde de
ongelukkige vrow en drukte zich tegen haar
echtgenoot: zweer toch!* hernam zy, toen
ze zag dat hij weifelde.*
Tegelijkertijd trachtte zy hem de hand
te doen opsteken.
De kolonel zweeg; zjjn blik zocht den
mjjne, als om my te raadplegen.
»Ik heb lief, die mij lief heeft,* zei hij
eindelijk, en ik heb het recht niet mijn
leven te verachtenmaar hoe verlangend
ik ook ben om het te behouden, zoo kan
ik niet liegen tegen mjjn overtuiging in,
en een eed zweren, die de omstandigheden
my zouden kunnen beletten te houden.
Alles wat ik u kan beloven, heer, is deze
stad niet uit te zullen gaan en my als uw
gevangene te beschouwen.
»Ga dan vrjj heen,* kolonel, antwoordde
Llave, dien ik met bewondering aanschou wde
ik vertrouw op uw woord. Indien soms
het verheven goevernement my gispt, zal
ik u vier-en-twintig uren van te voren waar
schuwen, en gjj zult den tjjd hebben u in
veiligheid te stellen.
Op iedere manier was het leven van den
kolonel gered; zijn vrouw begreep het even
goed als ik, want zy bedekte de hand van
den generaal met kussen, terwjjl deze zacht
kens ^trachtte zich los te maken. Op het
oogenblik dat haar echtgenoot haar mee
nam, wierp ik my om den hals van Llave
en ik kuste hefia op zjjn fransch, d. i. op
beide wangen, hetgeen hjj eenvoudig toe
liet. Hij stelde zich tevreden met my de
hand te drukken en hield my ten eten. Hjj
scheen gelukkig met zijn besluit en sprak
mij herhaaldelijk over mijn opitel over de
Tolteken. Tjjdens den maaltyd vertelde ik
aan zijn vrouw, die in de provincie Vera-
Cruz zeer vermaard was om haar schoon
heid, hoe haar echtgenoot, dank zy het
tui Hesisdeu
en Alteiia,
lie Langstraat en lie
[iiiiiinielei'waaii
•C/Jï-
-cy72-