ZD Ml W FEUILLETON. Kolonel Ramon. M 832. ZATERDAG 26 OCTOBER. 1889. Uitgever: L. J. YEEEMAH, Heusden. VOOK Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. verhooging. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Agent voor FrankrijkWester Co., 20 Rue Hérold, Parijs. CORRESPONDENTIE. Aan onze geachie Fzers wordt bericht, dat we in ons volgend nummer een nieuw en zeer boeiend feuilleton beginnen zullen, 't welk we, om er een meer blijvende waarde aan te geven, afzonderlijk en in boekvorm by het Vrij dagnummer dezer courant zullen voegen; door de nummers te bewaren tot het feuilleton compleet is, bekomt men dus zonder kosten een prachtig boekwerk, waar- voor we later een geschikten band zullen verkrijgbaar stellen. We vertrouwen, dat dit den lezers welkom zal wezen, te meer, daar we nu ook in de h gelegenheid zijn, meer nieuws op te nemen. De Uitgever. Wij hebben een geneesheer gekend, die de gewoonte had, wanneer hij, terwijl het gezin aan tafel zat, zijn patient bezocht, een nauwkeurig overzicht te nemen van 't geen op tafel stond en zich volstrekt niet geneerde om van een pan of schaal het deksel af te nemen, ten einde op de hoogte te komen, hoe de lieden zich voedden, die te eeniger tijd zijn hulp zouden komen in roepen. We herinneren ons dat velen dit indiscreet, brutaal noemden, zonder zich echter te verzetten tegen deze handeling, die ze als een eigenaardigheid van den ouden man lieten geschieden. Dat was een eigenaardigheid van een zeer goede soort. Het is volstrekt niet van be lang ontbloot, dat de geneesheer weet, hoe zijn patiënten zich voeden. Hij kan daar door menigen nuttigen wenk geven, want op 't gebied der voeding heerscht nog schro melijk veel misverstand en onverstand. De vraag, wat we eten zullen, is een vraag van groote beteekenis voor ons lichamelijk welzijn. Van de voeding hangt onze lichaams kracht af en onze levensduur; van de voe ding hangt onze meer of mindere vatbaar heid voor ziekten aftusschen voeding en gezondheidstoestand bestaat het allernauwste verband. De vraag is dus niet in de eerste plaats een kwestie van smaak. Niet wat de mond het liefst lust is steeds het beste voedsel. Er zijn menschen, die dol zijn op aardappe len en die uit den grond van hun hart verklaren eigenlijk niet gemiddagmaald te hebben, zoo daarbij geen aardappelen ge presenteerd zijn. Wanneer we een lijstje opstellen van onze voedingsmiddelen naar hunne waarde voor ons lichaam, zullen de aardappelen daarop onderaan of bijna onder aan komen. De liefhebbers van deze knol len mogen dit wel zeer ter harte nemen, hun liefde is goed gemeend, doch totaal misplaatst. Ons lichaam zelf moet 't antwoord op de vraag geven. Het bestaat voornamelijk uit vet, eiwitstoffen en water en 't geen daar van nu door 'fc werken verloren gaat, dient aangevuld. Men heeft door vele en velerlei proeven gevonden, hoeveel daarvan per dag slyt, en wat een gezond mensch alzoo aan te vullen heeft. De geleerden zijn in dat opzicht tot verschillend resultaat gekomen, 't welk echter thans ter zake niets afdoet. Het staat echter dus vast, dat we tot ons voedsel dergelijke middelen kiezen moeten, die een voldoenden voorraad aan eiwit, vet en water toevoeren. Met betrekking tot het laatste behoeven we weinig zorg te koesteren. Hoewel we daarvan in 24 uur tijds ruim 2.5 liter noodig hebben, krijgen we die ruim schoots door koffie, thee, bier en door ons 6) Een enkele maal zag ik dat hem den moed ontzonk. »Armoede is hatelijk!* sprak hij. »Tot welken prijs het ook zij, ik wil niet langer haar prooi zijn.« »Gij zult het altijd verkiezen boven eer loosheid, zeide ik tot hem. »Neen,« hervatte hij droog, »een keer is genoeg.* Overigens, sedert de twintig jaar dat ik in Mexico woon, is de burgerkrijg nooit zoo met verbittering gevoerd als tegenwoor dig. 't Zijn in de Ainerika's meer quaesties tusschen personen, dan tusschen beginselen; en of Miramon of Juarez aan het bewind is, 't is hetzelfde geharrewar in de adminis tratie, dezelfde verkwisting van openbare fondsen, dezelfde geweldenarijen tegen de Indianen om hen voor het leger te pressen. Het eenig verschil is, dat aan de eene zijde alles gedaan wordt in den naam van God, terwijl men aan de andere zijde de vrijheid aanroept. Op dit oogenblik is er iets in de lucht. Wat? Ik zou 't u niet kunnen zeggen. Llave en zijn troepen zijn in het veld tegen een bende behoudsmannen, die de stad Jalapa bedreigen, die ten onrechte wordt beschouwd als het vaderland van den jalap (genees kruid). Men zegt dat Miramon Juarez uit Mexico heeft verjaagddat een gemeraal, men noemt hem zelfs, op Orizava los trektdat Puebla is opgestaandat wij met een beleg worden bedreigd. In Mexico heeft men slechts de helft van de helft der nieuw tjes gelooven, en ik geloof er geen enkele vande vrijzinnige party schijnt mij zich veel te goed ingenesteld te hebben. Toch worden met zonsondergang de straten een zaam. Ik begeef mij aan het werk en ik rek mijn nachtwake tot twee uur in den morgen. Ik treed mijn kamer binnen op het oogen blik dat een nachtwacht passeert onder mijn vensters, die met eentonige stem roept >De tijd is slecht, alles is rustig; bidt als gij niet slaapt. Tegen zes uur wekt mij trompetgeschal en verneem ik, zonder de minste waarde aan het nieuws te hechten, dat de conser vatieve generaal Etchagaraij een marsch heeft gemaakt van vijf en twintig mijlen; dat hij de stad is binnengedrongen zonder een hand uit te steken; dat wij bewaakt worden door 6000 man linietroepen. Ik maak dat ik gekleed kom en lach om de lichtgeloovigheid van mijn Indiaan, die mij deze fraaie geschiedenissen voor waarheid verkoopt. Maar buiten gekomen word ik ernstig; de straat is vol vreemde uniformen. Op het groote plein der parochiekerk, troe pen, als voor een revue gerangschikt. Etcha garaij, ik ken hem persoonlijk, drie jaar geleden heeft hij onder waarborg van het verheven gouvernement vijf honderd piasters van mij geleend,* Etchagaraij spreekt tot zijn stafmajoor. Vlak bij hem, zwenkende op een mageren hit, dien hjj ik weet niet waar vandaan heeft gehaald, zie ik kolonel Ramon, gekleed met zijn klein blauw vest, en een sabel aan zijn koppel. Mijn Indiaan had gelijk de stad is veroverd. Onafgebroken gedaanteverwisseling der dingen, en wat lijkt het morgen* weinig op het heden Etchagaraij zal naar Yeza-Cruz Tnarchee- ren, waarvan hij zich bij verrassing rekent meester te makenkolonel Ramon is benoemd tot goeverneur van het district Orizava. In den namiddag defïleeren de troepenwat een hoera's, lieve Hemel! Wat een lauwer bladeren aan de soldaten uitgedeeld voor hun vreedzame overwinning. Llave is op de vlucht, zijn troepen hebben hem verlaten vast voedsel binnen, 't Geen daaraan ont breekt, openbaart zich in »dorst«, waar aan we zeer goedkoop voldoen kunnen. Behalve water hebben we in den ge noemden tjjd noodig ongeveer 1 ons eiwit, 3.5 ons zetmeel, bijna 1.5 ons vet en 30 gram zout. Een gezond, volwassen persoon kan het dagelijks met deze hoeveelheid stellen. Nemen we nu nog eens de aardappelen en zien we, hoe die aan dezen eisch beant woorden. Aardappelen bevatten 2 percent eiwit en 20 percent zetmeel. Zoo men nu door uit sluitend aardappelen te eten zijn ons eiwit wilde opnemen, zou men daarvan derhalve dagelijks 5 KG. moeten nuttigen. Gesteld dat dit kon, dan verbruikte men 1 KG. aan zetmeel, wat veel te veel is. De voeding met aardappelen is dus totaal ontoereikend, ook by het grootste verbruik, zou men er honger bij lijden aan 't geen 't lichaam van noode heeft. Wanneer we op deze wijze onze andere voedingsmiddelen nagingen, zouden we zien, dat er geen enkele bestaat, die op zichzelf genomen, aan 't doel beantwoordt. Alleen melk voldoet eenigermate. Yoor jonge kin deren is melk 't beste voedsel, hoe minder zetmeel die krijgen hoe beter. Vleesch be vat een overvloed van eiwit, ook spek is daaraan rijk, evenals haring en andere visch. Nog rijker is in dit opzicht de kaas. Zelfs de magerste kaas bevat meer eiwit stoffen dan vleesch. Een stukje kaas op 't brood is derhalve een uitstekend voedings middel, vooral voor hen, die weinig vleesch kunnen koopen. Wat dit laatste betreft, loopen de ver schillende soorten weinig uiteen. Dat kalfs- vleesch voedzamer zou zijn dan rundvleesch is een misverstand, 't is alleen gemakkelij ker te verteren, doch 't bevat minder voe dende stoffenook paardenvleesch doet niet noemenswaardig onder voor rundvleesch, en heeft dit voor, dat het maar de helft van den prijs kost. Het is echter zaak te zor gen, dat men bij 't klaarmaken niet het beste voedsel onnut verwijdert, en dit doet men zoo men vleesch opzet met koud wa ter en bij 't koken vlijtig den schuimspaan hanteert. Juist dat schuim is 't gestolde eiwit, dat men bewaren kan door 't vleesch in kokend water te dompelen, of 't in ko kend vet te braden. Van onze broodsoorten staat 't tarwe brood bovenaan, en wel dat, waarbij de zemelen mee gebakken zijn. 't Wordt daar door wel minder gemakkelijk te verteren, doch de voedingswaarde is grooter, daar 't ongebuilde meel 11 percent, 't gebuilde meel daarentegen slechts 9 percent eiwit bevat. Het beste voedsel van den graan korrel zit juist onder de schil. Langdurig koken of bakken bevordert de verteerbaarheid. Beschuit is 't gemakkelijkst te verteren en geroosterd brood is alleen om die reden voor een zwakke maag aan bevelenswaardig. Een goed voedingsmiddel, natuurlijk niet op zichzelf, maar in verband met andere, met boter, vleesch of melk, is rijst. Bevat ten aardappelen 75 percent water en slechts 2 percent eiwit, rijst houdt van 't laatste bijna 6 percent en van 't eerste slechts 12 percent. Door 't koken stijgt dit laatste, doch dat is ook bij aardappelen 't geval. Ryst is dus, vooral voor kinderen, vooral in melk gekookt of met vleeschnat begoten, een niet te versmaden voedingsmiddel, 't Heeft bovendien voor, dat het goedkoop, onver- valscht te verkrijgen is, wat men van andere meelspijzen niet verklaren kan. Onze groenten hebben alleen waarde daar door, dat ze ons 't eten smakelijk maken. Voedingswaarde hebben zij weimg of geen. Ze bestaan voor 't grootste deel uit water. Knollen en kool bevatten daarvan circa 90 percent. Een van de minste is sla, wier watergehalte nog grooter is. Ook onze boom vruchten brengen weinig bij tot de instand houding van ons lichaam. Alleen is het plantenzuur, 't welk ze bevatten, voordeelig voor de spijsvertering. Ook bevatten groen ten en vruchten weer andere stoffen, als zouten, kalk, ijzer, zwavel enz., waaraan ons lichaam behoefte heeft en met het oog daarop kunnen we ze niet missen. Met opzet hebben we 't beste voedings middel tot 't laatst bewaard. We bedoelen daarmede erwten en boonen. Deze koste- lyke vrucht vereenigt in zieh de beide hoofd voedingstoffen, het eiwit van vleesch, eieren of visch met het zetmeel van ryst, aard appelen en brood. De erwten bevatten bijna 20 percent eiwit en 50 percent zetmeel, boonen daar entegen 23 percent van 't eerste en 54 van het tweede. Met wat vet genuttigd zijn deze middelen de beste die onze gronden opleveren, 't Ware te wenschen, dat ze de plaats van de aardappelen op den disch der mindere standen, die geen of bijna geen vleesch koopen kunnen, konden innemen. Buitenland. De gezworenen te Hamburg hebben na eene zitting van twee dagen een schoenmaker, zekeren Benthien, die in April jl. een 10- jarigen knaap op de gruwzaamste wijze vermoordde, ter dood veroordeeld. De ver oordeelde, die van der jeugd af aan in vol slagen zedelijke en geestelijke verwildering leefde, ontkende zoo koelbloedig mogelijk zijn nationale garden zijn hem trouw ge bleven hij zal er niet goed aan doen langs de groote wegen te marcheeren, waar de deserteurs zich gaau vestigen. Tegen zeven uur in den avond verguldde de zon, die reeds achter de Cumbres ver dwenen is, met rossen gloed de toppen der bergen, en ik trachtte mij rekenschap te geven van die lichtspelingen, terwijl ik wachtte, totdat men mij roepen zou om te dineeren, toen een oude Indiaansche vrouw mijn koetspoort binnen-stormde en zich aan mijne voeten wierp. Meestermeesterherhaalde zij snikkende. Ik trachtte de arme vrouw te kalmeeren, en haar over te halen zich nader te verklaren. In de Aztekische taal drukte zij zich uit, en ik verstond in die afgebroken volzinnen slechts de woorden: >Mjjn zoon....kolonel Ramon....hij moet sterven!* Al sprekende zocht ze mij mee te trekken. Goed, dacht ik; mijn vriend de kolonel organiseert reeds zijn regiment, en zonder eenigen twijfel heeft hij den zoon dezer on gelukkige geprest. Men moet zijn vinger niet tusschen den boom en zijn schors steken, of, in tijden van aanwerving voor iemand tusschen beiden komen bij Mexicaansche chefs, of zij vrijzinnig of behoudend zijn. Om in een land, waar alle soldaten geprest zijn, de vrijheid van een enkele te bepleiten is een onrechtvaardigheidgeneraal Négrété heeft mij dit vaak aangetoond. Toch liet ik mij, bewogen door de smart der arme moeder, door haar heenleiden op het oogenblik dat men mij meldde dat mijn middageten wachtte. Het was avond, de Indiaansche geleidde mij, en ik meende dat mijn vooronderstel lingen waarheid waren, toen ik haar zich naar de kazerne richten zag. Toen trachtte ik van haar inlichtingen te krijgen, die mij in staat zonden stellen haar zaak krachtig te bepleiten. »Laat ons sneller loopen,* herhaalde zij en spoedde zich voort; »hij zal spoedig sterven!* Op het oogenblik, toen ik mij onder de poort van het hoofdkwartier met de soldaten in gesprek stelde, weigerde de schildwacht mijn metgezellin door te laten. Ik drong er op aan en noemde den naam van den kolonel. >Het zou wreed zyn u te gehoorzamen, dokter,* zeide een sergeant, die my kende, tot my. In de verte zag ik don Ramon voorbijgaan. Wacht mij,* zei ik tot de arme vrouw. »Laat hem niet sterven!* riep zij en kuste my de hand. Ik trad het eerste portaal van het oude Carmelieten-klooster binnen, sedert lang in een kaserne herschapen. Een groot vuur van pynboomtakken vlamde op en verlichtte de pilaren en gangen met een rood schijnsel. Ik stond stil. In plaats van het levendig schouwspel dat ik verwacht had, zagen de soldaten onbewegelijk en zwijgend naar een hoek, beschut door een soort van luifel. Men maakte plaats voor mij, en ik bemerkte twee Franciskaner monniken, de kap naar achte ren geslagen over twee geknielde mannen gebukt, die zij de biecht schenen af te nemen. Op dit oogenblik defileerde een troep van een twintigtal soldaten om post te gaan vatten bij een witten muur, waarvoor vier mannen een houten bank plaatsten. De groote klok der hoofdkerk begon plotseling te luiden, hare sombere tonen eischten de gebeden van hen, die sterven gingen. Ik naderde en mijn hart werd toegeknepen, toen ik de beide veehoeders bemerkte, die den vogelvrij verklaarde hadden overgeleverd. >Wat doet gij hier, dokter?* sprak op hetzelfde oogenblik een ruwe stem. Ik keerde mij om, de kolonel stond voor me. »Zult gij bevelen deze menschen te ffisi- leeren?« riep ik. Zonder genade, dokter.* »Neen,« hernam ik met kracht, »gij zult het niet tot op het uiterste drijven. Hun daad was gemeen, ik herken hetmaar na alles wat geschied is, hebt gij uw vrijheid gekregen.* Gij vergeet dat zy niets met dien uitslag te maken hebben gehad?* »Een van hen heeft een moeder,* zeide ik, »een ongelukkige die niet weet, waarom gjj haar heur zoon afneemt.* >Halt, dokter, gy weet, hoeveel ik u ver schuldigd ben, niet waar? Welnu, vraag mij al wat gij wilt, behalve het leven van deze beide ellendelingen.* »Ik vraag u een uitstel van een uur!* riep ik uit. »Met welke bedoeling?* >Om uw vrouw en kinderen te gaan zoe ken, hen hier te brengen, en te zien of gij u in hun aangezieht nog zult durven onteeren.* »Gij hebt my zelf gezegd, dokter, dat keizer Theodosius verraders ter dood ver oordeelde en gy hebt hem bewonderd.* »Geen scherts, wat ik u bidden mag,* zeg ik, mijn handen vouwende. »Gij kent my weinig,* antwoordde hij, als gij meent dat ik ongevoelig ben.* >Gij zijt dapper en moed heeft niets met wreedheid te maken.* »Men kan wel zien, dokter, dat er nooit een prijs op uw hoofd is gesteld.* Ik snelde van de plek, waar hij my heen geleid had, vast besloten my op de onge- lukkigen te werpen, die zouden sterven; om my voor de soldaten te plaatsen om de terechtstelling op te schorten; ik hoopte de schuldigen te redden door tijd te winnen. Op het oogenblik dat ik op het plein ver scheen, op geluk af om genade roepende, weergalmde een geducht gedonderde kogels floten en de beide veehoeders als spionnen van achteren doorschoten, gleden langs den muur, door hun eigen bloed bespat. »Zoo mogen alle verraders sterven,* zeide de hardvochtige stem des kolonels, »en leve de godsdienst!* Ik week achteruit van dien manhij sprak mij aan, de verontwaardiging overstelpt et Lain! van en jlltena lie Langstraat en <le Boimelerwaaii Franco per post zonder prijs - Oacn-i—

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1889 | | pagina 1