J\v 868. ZATERDAG 1 MAART. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. 18^0. VOOR Dit blad verschijnt "WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.00. Franco per post zonder prijs - verbooging. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Agent voor FrankrijkWester Co., 20 Rue Hérold, Parjjs. Men moet een verstokte huismusch zijn of een menschenhatende kiezenbijter, wan neer men niet bij de nadering van het schoone getij een trek, een verlangen in zich voelt opkomen naar iets anders dan de dagelij k- sche omgeving, naar vreemde gezichten en plaatsen, naar natuurgenot, afwijkende van wat men in zjjn onmiddellijke nabijheid kan waarnemen. Die trek bestaat; hij wordt zelfs kunstmatig opgewekt en er wordt op velerlei wijzen aan voldaan. Toch blijft het bij verreweg het grootste gedeelte der men- schen bij een doorgaand verlangen, zonder ooit tot uitvoering te komen. Te willen reizen is heel iets anders dan te gaan reizen zoolang de nooden des dagelijkschen levens in hardnekkigen strijd verkeeren met de zucht tot sparen en de kans op een erfenis nul is, zoolang zullen er duizenden zich tot toekijken moet bepalen, wanneer de meer bevoorrechte, men kan ook gerust zeggen, de meer gezegende broeders en zusters, naar den aard der trekvogels ons voor een wijle verlaten, om in den vreemde ontspanning te zoeken. Toch zullen de toekijkers wijs doen zich daarover niet boos te maken. Er is immers voor iedereen te genieten? Wat anderen ver weg zoeken en niet altijd vin den, dat kunnen wij immers evengoed in de buurt zoeken't ergste wat ons over komen kan is dat we 't evenmin vinden en dan staan we nog gelijk met zoovelen die na een reis voor pleizier, het oude woon huis met een goddankbegroeten en zich met een weldadig gevoel van behagelijke rust in den ouden leunstoel neêrvleien. De beste levensphilosofie zal wel zijn ons te schikken in ons lot, het goede te nemen dat binnen onzen kring valt en zooveel bloemen mogelijk te garen van die, welke onzen weg versieren. Een uitstapje kan er toch allicht op overschieten en die daaraan niet te veel doet, weet bij ondervinding wat rein genot er weggelegd is voor een ieder die dat zoeken wil. Neen, laten we bedaard blijven wanneer onze vrienden afscheid komen nemen voor ze naar den Hartz, naar Zwit serland of waar ook heen gaan. En laat ons hen bidden nederig te blijven en af te zien van 't noodlottige plan een dagboek aan te leggen, ten einde na de reis de vrienden iets te kunnen voorlezen van de schoonheden der reis, de afzetterij der loge menthouders en wat dies meer zij, om 't na voorlezing ter perse te doen met den gewonen term »op dringend verzoek van enkele vertrouwden* en de letterkunde te verrijken met een reisbeschrijving! Een reisbeschrijving! Wij kennen men- schen, die er op verzot zijn en wij kennen er ook, en daar behooren wij toe, die ze r.iet kunnen uitstaan, tenzij ze uit een geniaal brein opgeweld is. Een reisbeschrij ving moet der volmaaktheid nabij komen; i.i een ander geval is ze doodelijk vervelend. Ze moet de teekenen dragen van den drang des harten en alle sporen van fabriekmatige suinenstelling missen en vooral niet doen bemerken dat de schrijver op reis gegaan is met het vaste plan een reisjournaal te geven. Onze letterkunde telt ze bij dozijnen; de meeste waren een halt jaar omtrent na de uitgave vergeten en slechts enkele heb ben een blijvende waarde. Eu die eukele, let wel, zijn steeds meer wijsgeerige levens beschouwingen dan werkelijke reisbeschrij vingen. Met gidsen als Oosterzee, Gorter, Gram en enkele anderen gaan we gaarne uit; ja, we bekennen reeds meermalen de bekende reizen met hen gedaan te hebben, gemakkelijk en wel, thuis bij den gezelligen haard, zonder eenige vermoeienis geleden te hebben. Met een weinig fantasie kan men het lezen der reisbeschrijvingen van deze meesters stellen boven den werkelijken tocht. Men geniet al 't schoone en goede, terwijl het minder aangename, onafscheide lijk aan het reizen verbonden, geheel voor rekening van den verteller komt, zonder den lezer in 't minste te deren. We noemden daar Gorter. Zijn naam en zijn Arcachon doen ons die gansche rijen van mannen en vrouwen, zonen en dochters voor onze verbeelding verschijnen, die rei zen om huns levenswildie het afnemende lampje voor algeheelen uitgang slechts door een spoedige afreis behoeden kunnen, een afreis naar mildere streken, gezonder lucht en hoogeren bodem. En toch is ook dat meestal slechts uitstel van executie. Zie het aan Simon Gorter en Aart Admiraal, twee zwakken naar den lijve, doch dragers van een sterken, gezonden geest, die het bakersprookje alsof het eerste aan den laatste geëvenredigd moet wezen met der daad logenstraffen. Ze zijn heen gegaan, trots de buitenlandsche kuur. Ge lukkig voor de hunnen, dat ze nog eerst in 't vaderland mochten weêrkeeren, want voor de meesten der lijders wordt de dub bele reis niet toegestaan en wordt hun in den vreemde een graf gedolven. Reizen om in waarheid te leven moet heerlijk zijn reizen om 't leven te rekken, met een kleine hoop dat te behouden, zou verschrikkelijk zijn, wanneer niet die kleine hoop in het oog des lijders bijzonder groot scheen. Die doet hen kalm blijven ook dan, wanneer de sloopende ziekte gestadig, hoewel lang zaam voortkruipt. Ze hangt een sluier voor 't geopend graf en spreekt van leven en gezond zijn. Helaas, 't is waan, doch ook die waan doet hier wonderen, ze maakt het pad licht en den uitgang minder hard. baarheid en dien zin tot juichen, al is 't maar voor één enkelen, verkwikkenden zon nestraal. Ge wordt volbloed-optimist en wilt geen nevelen zien, zelfs niet als de mist zwaar hangt. Ge reist reeds in gedachten vooruit, schept monden vol heerlijke lucht op de hoogten, plukt bloemen in de dalen enfin, ge slaat aan 't droomen en loopt ge vaar de werkelijkheid niet zoo mooi te vin den als ge u die voorgesteld hadt. Toch, is de werkelijkheid, die natuur en kunst ons bieden in den vreemde of op eigen bodem schooner dan een onbereisde zich voorstellen kan, wanneer we slechts verstand en takt en hart bezitten om 't schoone te vinden en te waardeeren en niet op reis gaan louter om te reizen en later te kunnen bluffeh hoe ver het was en hoe duur. Het reizen is ook goed om tevredenheid op te doen. Wanneer we zooveel onklaars en onreins om ons heen zien en hooren, zoo hooren weeklagen en jammeren over 't Nederland onzer dagen en bij wijlen zelf in 't koor onze stem mengen, dan komt er onwillekeurig een heimwee in ons naar een beter en nieuw of liever vernieuwd vader land, dat de deugden onzes tijds behouden heeft, doch der ondeugd afgestorven is. Dan geeft het reizen één troost, een schrale wel, maar zelfs een schrale troost is reeds iets. Het leert ons dat andere volken 't al even min gegrepen hebben als wij, of dat ze er nog verder af zijn. Het leert ons den ge boortegrond beter kennen en op prijs stellen als ja, in natuurschoon niet halende bij de bekende, geliefde oorden van Europa, doch volstrekt niet onderdoende voor de buren in soliditeit en burgerdeugden. En waar als 't is dat de mensch van brood alleen niet leven zal, zoo waar is 't ook dat hij zich niet uitsluitend met poëzie kan voeden. Wel hem die met het proza op goeden voet staat en genoeg schoonheidsgevoel bezit om de poëzie om en bij hem, op eigen grond en in vreemde streken, thuis en op reis op te merken en te gebruiken als versna pering op den levensweg. Maar voor den gezonden, levenslustigen mensch heeft het »op reis gaan« den zoet- sten klank, die tusschen April en October zijn gehoor kan treffen. Vooral de toebereid selen zijn heerlijk, 't Is wel gebeurd, dat reizenden de aanstalten schooner vonden dan de reis zelf, doch dat komt dewijl ze de kunst van reizen niet in den grond kennen. Voor de meesten staat een verblijf in den vreemde gelijk met zich afjakkeren, dood- loopen naar alles, wat de papieren reis gids bezienswaardig aanstipt. Die hierbij zijn zucht naar 't nieuwe, 't ongewone niet beteugelen kan, maakt de uitspanning tot een onduldbaren last en is zelfs een last voor zich en anderen. Toch zijn de toebe reidselen vol genot. Er komt dan zoo zachtjes aan over u dat heerlijke gevoel van vrij heid, dat vrij zjjn van de nietige alledaag- sche bandjes en banden; dat van u afgooien van bekrompenheid en lichtgeraaktheid waartoe 't maandenlange vertoef bij kachels hier en haarden daar, ook den opgeruimd- sten mensch kunnen brengen. Ge hebt iets van 't vogeltje in u, iets van die blijde dank In een Reuter-telegram van Woensdag avond uit Brussel, is geen geringe beteeke- nis gehecht aan een denkbeeld, door den Antwerpschen senator Van Put uitgespro ken, hetwelk van alle zijden instemming zou hebben gevonden. De heer Van Put zou namelijk, over de aanstaande arbeidsconfe- rentie te Berlijn sprekende, Belgie's deel neming daaraan aanbevelende en zijne beste wenschen voor het welslagen uitsprekende, aan de Regeering in overweging hebben gegeven, aldaar »de algemeene ontwapening* ter sprake te brengen, en daarvoor »van alle zijden* instemming gevonden hebben. De Parpsche tentoonstelling heeft niet 8 millioen frs. winst opgeleverd, zooals men eerst meende, maar ruim 9 millioen frs. In de Fransche Kamer van afgevaardig den ging het Woensdag, als gewoonlijk, recht onstuimig toe. De BoulangistDéroulède stelde een amendement voor, om de tijde lijke uitsluiting, als in strijd met de rechten der kiezers, af te schaffen. Het amendement werd met groote meer derheid van stemmen verworpen. De bepaling, volgens welke de afgevaar digde, op wien, bij herhaling, de straf der censuur met tijdelijke uitsluiting is toege past, in de Kamer niet weder verschijnen mag dan na de eerstvolgende dertig zittin gen, werd daarna aangenomen. Eerst tegen 10 uren des avonds wist de Hertog van Orleans, dat hij naar Clairvaux zou worden overgebracht. Hij nam harte lijk afscheid van den directeur der Concier- gerie, dien hij dankte voor de hem bewezen zorgen. Te Clairvaux heeft hij den vleugel voor de staatkundige gevangenen betrokken, die uit zes vertrekken bestaat met een plaats en een grooten tuin. Er schijnt toch wel sprake geweest te zijn, dat Bismarck zich uit het openbare leven wenschte terug te trekken, een tele gram in de ^Hamburger Naehrichten« toch meldt ons »Naar wij uit vertrouwbare bron verne men, is de quaestie van Bismarck's uittre den uit het Pruisische staatsministerie, en misschien zijn aftreden als Rijkskanselier, wel ter sprake gebracht, doch hare beslis sing voorloopig verschoven geworden. Met het oog op den uitslag der verkiezingen heeft de Rijkskanselier zijn besluit omtrent zijn terugtreden uit het openbare leven nog uitgesteld.* Aldus het bericht in het Hamburger blad. Aan den anderen kant staat het vast, dat Prins Bismarck zelf, en meer nog zijn gezin, herhaaldelijk den dringenden wensch heeft uitgesproken om zijne laatste levensjaren vrij van ambtelijke zorgen en zoo rustig mogelijk te slijten. heeft de opdracht van den Keizer ontvan gen om met Emin Pacha over diens plan te beraadslagen. De hoofdquaestie schijnt te zijn, of de negertroepen, die in boven genoemde landstreek zijn achtergebleven, hun vorigen aanvoerder Emin Pacha weder willen erkennen en in hoever de christelijke Negerkoning Mwanga, die thans regeert in Uganda, aan den Noordwestelijken oever van het Victoria-Nyanza, bereid is tot over leg of misschien tot een inlijving van zijn land bij het gebied van Emin Pacha. Uit Sofia wordt gemeld, dat de regee ring aldaar voortdurend Russische brieven in cijferschrift onderschept, waaronder zij er eenige heeft gevonden, volgens welke de regeering van den Czaar rechtstreeks bij de ontdekte samenzwering zou betrokken zijn. In enkele brieven werd zelfs gemeld, dat de Russische regeering reeds een dictator voor Bulgarije gereed had, die ook reeds derwaarts op reis was gegaan, omdat zij overtuigd was dat het complot moest slagen. In de Rijnsch-Westfaalsche kolenmijnen van Deimelsberg en Steele is eene gedeelte lijke werkstaking uitgebroken. De Duitsche Regeering heeft officieel aan gekondigd, dat de conferentie te Berlijn voor de bescherming der arbeiders tegen het midden van Maart zal bijeenkomen. Zij heeft daarbij tevens den wensch geuit, dat de Berner-conferentie wordt uitgesteld. De Zwitsersche Regeering, die niets liever ver langt dan de conferentie te doen slagen en de pogingen van Keizer Wilhelm te zien gelukken, heeft daarop kennis gegeven, dat zij van haar plan afziet. van Te Weenen zijn dezer dagen drie gevallen nona«, de eerst onlangs te Mantua ontdekte slaapziekte, waarvan wij in een vorig nummer melding maakten, voorge komen. Er deden zich verlammingen bij voor en al de drie gevallen eindigden met den dood der ingesluimerde patiënten. Een postwagen werd Vrijdag avond tus schen Sonderburg en Flensburg door roovers aangehouden, de postiljon werd vermoord en de waarde, die in een afzonderlijk kastje geborgen was, 10,000 mark bedragende, gestolen. Men heeft de daders nog niet ontdekt. Eenigen tjjd geleden werd gemeld, dat Emin Pacha met behulp van Duitsche zijde naar Wadelai wenschte terug te keeren, om zijn verborgen schatten ivoor te gaan halen en om zoo mogelijk zijn vorige landstreek, of althans een deel er van, onder Duitsche bescherming te plaatsen. Thans komen daar omtrent bevestigende geruchten over Londen uit Zanzibar. Majoor Liebert van den gene- ralen staf te Berlijn, die onlangs met een groot militair gevolg naar Zanzibar ging, Aan de Bank van Sofia is door de Regee ring order gegeven Zaterdag aan den Duit- schen consul-generaal de som van 11 Va mil lioen francs uit te betalen, die nog van de Russische oorlogsschatting van 1886 niet is opgeëischt. Nader meldt men thans uit Petersburg, dat de zoon van den Engelschen gezant Morier zich niet gedood, maar bij ongeluk verwond heeft en dat de wond niet levens gevaarlijk is. In het Engelsche Lagerhuis heeft een be langrijk debat plaats gehad, naar aanleiding van het amendement-Grabam op het ont- werp-adres van antwoord op de troonrede. Het strekte om de regeering uit te noodigen, in de conferentie te Berlijn een voorstel te doen ter invoering van een werkdag van 8 uren. Het amendement vond levendige bestrijding bij verschillende leden, vooral bij Breadlaugh, die veel twijfel koesterde omtrent de resultaten der conferentie. Ook de regeering bestreed het amendement, het welk ten slotte met groote meerderheid van stemmen werd verworpen. De Engelsche regeering heeft patent ge nomen op een nieuw geweer, dat volgens het oordeel van vakmannen, alle tot nog toe bestaande geweer-systemen moet over treffen. Het nieuwe geweer is een vinding van twee officieren der Amerikaansche ma rine, luitenants Driggs en Schroeder, van wie de Engelsche regeering het patent heeft gekocht. De proeven, die reeds met het geweer werden genomen, droegen aller te vredenheid weg. Het geweer draagt 600 Meter, terwijl voor het vuren drie maal minder tijd noodig is dan voor het Amstrong geweer. De jonge Spaansche koning is geheel en al van zijne ziekte hersteld. Ruspoli heeft verslag uitgebracht over de financiën van Rome, constateerende een tekort van 20 millioen lira's voor het loo pend dienstjaar en van 75 millioen over de laatste vijf jaren. Het zou niet te verwon deren zijn, indien deze officieele cijfers in werkelijkheid nog te laag mochten blijken. In Marokko is een opstand uitgebroken bij de grenzen van Algiers. De troepen van den sultan zijn verslagen. £8 iPIPi B ï^Él V en Mteisa, h Langstraat en de Bomiiielerwaard. Buitenland. I

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1890 | | pagina 1