Weldadigheid. OENSDAG 5 MAART. 1890. Uitgever: L. J. YEERMAN, Heusden. Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. 8f>9. V i-jv? jfC--- •Av 1 A 1 VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prijs- verhooging. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Agent voor FrankrijkWester Co., 20 Rue Hérold, Parijs. Zie daar een vun de schoonste woorden, die onze taal ktnt. Niet alleen in beteekenis. Ge kunt er gerust de meest welklinkende woorden onzer buren naast leggen en on derzoeken of 't, wat den klank betreft, voor deze onderdoet, 't Is een woord vol muziek, !t schijnt rechtstreeks aan 't Italiaausch of Spaansch ontleend. Toch is 't zuiver Neder- landsch en pleit het met zooveel andere woorden voor de geschiktheid onzer taal tot muzikale bewerking. Aan dezen scboonen klank huwt zich de beteekenis. De kern van 't woord is daad. Een daad is 't uitwerksel van een handeling van een doen. Wij weten, hoe hoog dat woord in 't dagelijksch leven genoteerd staat. E<>n man van de daad te heeten is misschien de hoogste onderscheiding, die iemand in de maatschappij kan te beurt vallen. Dat komt, omdat er zooveel woorden verspild worden om 't uitblijven eener daad te ver goelijken of te verbloemen, zóóveel dat 't zeldzaam is een aan te treffen, die zonder veel omhaal een wezenlijk goede of groote daad doet. Intusschen tot het doen van groote daden zijn slechts weinigen geroepen. Ze mogen van' tijd tot tijd ingrijpen in 't maatschap pelijk leven, dit laatste wordt gaande ge houden door de massa kleine daden zijner leden. Wanneer een eenvoudig burger zijn naastliggende plicht doet, doet hij juist wat de maatschappij van hem eischt. Indien alle menschen wijs en goed waren zouden we den lertn weldaad niet van noode hebben. Onze daden zouden dan alle wel, dat is goed zijn. Nu is dat wel noodig. Vandaar de omh rscheiding tusschen daad en weldaad. We zouden wel daad kunnen noemen 't geen we doen Loven en behalve onzen naasten plicht. In dien iemand met de opbrengst van 't werk van hoofd of handen, zijn vrouw en kin deren verzorgt, het voordeel zijn superieuren behartigt, de kinderen een goede opvoeding geeft enz., doet hij zijn schuldigen plicht, niet meer. Doet hij meer, geeft hij ook van zijn bezittingen iets aan minder bevoorrechten, van zijn kennis aan minder bedeelden, van zijn steun aan hulpbehoevenden, dan bewijst l ij een weldaad, bij is een weldadig mensch; hij betracht de schoonste der maat schappelijke deugdende weldadigheid. 't Is maar goed, dat onze kinderen vroeg tijdig tot het betrachten dezer deugd wor den opgewekt, zal menig ouder zeggeu en dat voor de school daaromtrent een wette- IIk voorschrift bestaat. En dat ze 't hierbij niet laten, hebt ge meermalen gelegenheid op te merken. De ouders wandelen met hun kroost en komen e< n armen mismaakte tegen, die op aal- i> oezen wacht. Vader trekt de beurs en It ieder der kleinen in de geltgenh- d weldadigheid te bewijzen. Of een groote ramp treft ergens een huisgezin en alom in den lande brengen de schoolkinderen g< ld bijeen tot leniging der ramp. Voor dergelijke uitingen gevoelen we citer weinig sympathie. Wanneer ge een kind iets kondt laten schenken, waaraan zijn hart hangt, zouden we er vrede mee hebben. Nu is dat het geval niet. Kinde ren hebben voor geld weinig gevoel en dat is gelukkig voor hen. Ze zullen er later nog genoeg van hooren. Maar dan kan het hen ook niet weldadig maken, dat ze den arme iets geven uit vaders beurs en geld verzamelen, 't welk hun door de ouders sre- o schonken wordt. Wanneer ze voortdurend zien, dat de ouders weldaden om zich ver spreiden en wanneer men 't geheim kent door een kort woord van opwekking een toon in 't kinderhart aan te slaan, die tot meelijden stemt, zoodat het verlangen ge boren wordt naar zelf bezit ten einde daar van iets te kunnen meedeelen, is dat dunkt ons meer waard dan een kind riemen te leeren snijden van eens anders leer. Weldadigheid is een schoone, maar hoogst moeilijke deugd. Bilderdijk zong: »werp uw weldaat in den vliet; dankt u 't, stomme vischje niet Godvergeldt het, die het ziet." Daarmee heeft, deze dichter een behar- tenswaardige wenk gegeven, doch zijn raad weldaden plompverloren weg te werpen is niet tiavolgens waard. Integendeel is 't ge raden goed uit de oogen te zien, voor men geeft. Niet met doel om na te gaan of de dank geevenredigd zal zijn aan de wel daad, maar op de laatste wel wezenlijk een weldaad zal zijn. »Ze hebben vele vonden gezocht,zegt de Prediker en dat doen tegenwoordig vooral zij, die speculeeren op de weldadig heid van 't publiek. Heele scharen van wezenlijk behoeftigen voor een zeer klein deel, voor 't grootste gedeelte bestaande uit luiaards, dagdieven en dronkaards trekken dagelijks de steden uit om 't platteland te overstroouien. Een ander eveneens groot deel, neemt de stad tot zijn prooi. Met een doosje lucifers of een handje beduimeld postpapier, wordt de wakende politie zand in de oogen gestrooid. Natuurlijk bedelen de heeren niet, maar ze trachten een centje te verdienen. Ge zoudt 't niet gelooven, maar 's avonds thuis komende, hebben ze voller beurs dan menig werkman in staat is met eer te verdienen. Een zeer groot deel van 't gebedelde geld wordt aan Bachus geofferd. Zou iemand denken, dat een aalmoes aan dezulken gegeven, een weldaad mag heeten? Neen, eer een misdaad. Men komt dan ook allerwege zoetjes aan terug van de meeniug, dat 't Gode welgevallig zou zijn, weldaden in 't wilde rond te strooien. Men richt lokale commissiën in, met het doel de wezenlijk behoeftigen op te sporen en te ondersteunen. Indien aldus iedere ge meente haar eigen armen onderhield en elk burger zich vastelijk voornam aan geen on bekenden te geven, zou er spoedig tusschen de luiheid en de weldadigheid geen hand reiking meer bestaan. Daar een weldadig mensch een zegen voor de maatschappij en als zoodanig hoog in eere is, zijn er niet weinigen, die met deze deugd geuren, opdat ze ook in eere komen. Op deze wijs verklaren we ons het tal van aankondigingen, die een beroep behelzen op dé bekende liefdadigheid, ten einde een weduwe in een winkeltje te zetten, een wees te' steunen enz. Bij groote rampen kunnen we ons voorstellen, dat een beroep op 't algemeen noodig en nuttig is, bij kleine noodeu, waar 't te doen is om een sommetje, door eenige grgoeden gemakkelijk bijeen te brengen, is 't waarlijk niet noodig daarvoor een oproep tot 't gansche land te wenden, tenzij de onderteekenaars met hun weldadigheidszin geuren willen. Een andere geurmakerij op dit gebied is de reclame. We staan daarmee nog in den aanvang, doch in onzen tijd, waarin het reclame maken een kunst apart is, kan niemand voorspellen hoever dat wel gaan zal. Een Engelsche firma b.v. wil publiciteit geven aan de aanwezigheid in haar maga zijnen van koffers. Wat doet ze nu? Ze kondigt met grooten ophef aan, dat onder goedkeuring van 't edel achtbaar bestuur op 's Konings verjaardag aan een duizendtal kinderen een fraai hoofdbedeksel geschonken zal worden. Ze roept zelfs de hulp der onderwijzers in, opdat deze gave op de hoofden kome van wezenlijk nDkldruftigen. Iedereen is met dit plan ingenomen en wat gebeurt er? Op 19 Februari ontvangen de duizend arme drommels, die een warme pet best konden gebruiken, een muts in een allergekst fatsoen en eene kleur, die een half uur ver in 't oog valt. En op die muts is een plakkaat genaaid, waarop de naam der weldadige gevcr3 en 't artikel dat ze goarne kwijt willen in groote, vergulde letters prijken. Ze hadden eenvoudig de arme luidjes uitgekipt om als zoovele wandelende aan kondigingen hun koffers aan te bevelen. O o Geen enkele der kinderen draagt meer de muts, zoodat deze wijze van reclame haar doel gemist heeft. En dat is goed ook. De weldadigheid is een fiere deugd, die niet geprostitueerd wenscht te worden of de beweldadigden onttrekken zich aan hare gaven. Die haar beoefent, doe dat tot zijn eigen genoegen, doch niet tot zijn voordeel. Met eigenbelang mag ze zeer zeker niets gemeen hebben. -B cii ten 1 £in c2- Te Brussel is uit Lissabon tijding ont vangen, dat het geschil tusschen Engeland en Portugal welhaast zal worden bijgelegd, daar Engeland er in heeft toegestemd om enkele concessiën aan Portugal te doen. Het handelsgerechtshof heeft Corvilain buiten staat van betaling verklaard. De eigenaar der door de ontploffing ver woeste petroleumtanks, Rieth, werd gemach tigd de nog bij millioenen aanwezige patronen op te graven, om zich daardoor schadeloos te stellen. Meer dan 1000 personen zijn bezig met het verzamelen der patronen. j Te Schüttorf had door 3 arbeiders eene weddenschap plaats om binnen tien minu ten een liter jenever of zoogenaamd foesel op te drinken. De arbeider J. maakte hier van gebruik, met het gevolg dat hij binnen twee uur een lijk was. Een vreeselijk drama houdt Berlijn bezig. Zekere heer Nëumann, een 47-jarige musi cus, die een particulier conservatorium houdt, is genomen onder de volgende omstandig heden Het is gebleken, dat hij met tal zijner vrouwelijke leerlingen, meisjes van 16 tot 18 en 20 jaren, ongehoorde betrek kingen onderhieldaan enkelen had hij be dwelmende middelen toegediend. Bij een der meisjes, 16 jaar oud, waren de gevolgen niet uitgebleven en de ouders stelden een onderzoek in. Neumann wierp toen de schuld op zijn 22 jarigen zoon Richard, die ook schriftelijk zijne fout bekende, maar later de waarheid toch weer aan het licht bracht. Daags daarna vond men in het huis het lijk van Richard, die zich had of door zijn vader was opgehangen. Het laatste wordt algemeen vermoed, omdat ook vroe ger een nichtje van Neumann, die haar oom op onbehoorlijke handelingen had be trapt, op gelijke wijze haar dood vond. De heer Domela Nieuwenhuis en een zijner partijgenooten uit Nederland, wien de vorige week door de Berlijnsche politie het verblijf in de hoofdstad werd ontzegd, omdat zij niet van reispassen waren voor zien, en die daarom naar Hamburg ver trokken, zijn thans te Berlijn teruggekeerd, voorzien van passen, welke hun door tus- schenkomst van den Nederlandsehen gezant zijn verstrekt. De leider der Belgische socia listen, van Beveren, die om dezelfde reden Berlijn moest verlaten, is naar Gent terug gekeerd. In de huzaren-kazerne te Bockerheim, in Duitschland, dus wordt aan een te Frank fort verschijnend blad gemeld, was de on derofficier Klug om de eene of andere reden vertoornd op den huzaar Zimmermann. Hij beval Zimmermann op een Zondagmorgen, toen de man staldienst had, zich te ont- kleeden en daarna droeg hij vijftien andere huzaren, die eveneens staldienst hadden, op, om met riemen op den naakten rug van den armen man los te ranselen. Een der militairen, die aan dit bevel geen gevolg wilde geven, kreeg daarop van den onder officier een pak slaag. Nadat de straf-oefening had plaats ge vonden gaf Klug Zimmermans onder meer te knielen en te bidden, alsof zijn laatste uur was geslagen. Hierop deed hij den stumper een strik om den hals en hing hem aan een haak op. Eerst toen de gepijnigde huzaar op de bedenkelijksie wijze begon te spartelen, achtte de onderofficier het raad zaam hem af te snijden. Verscheidene Duitsche bladen weigeren dit ongehoorde bericht te gelooven en hopen, dat de mededeeling van het Frankforter blad niet zal worden bevestigd, daar het een schande zou zijn voor een land, waar algemeene dienstplicht bestaat, als derge lijke afschuwelijkheden mogelijk waren. De Duitsche keizer is, naar men weet, ten sterkste tegen mishandeling van sol daten te velde getrokken, zoodat als onver hoopt het verhaal waar mocht blijken te zijn, de onderofficier en zijne helpers on getwijfeld op buitengewoon strenge wijze zullen worden gestraft. Er loopt hier een gerucht, volgens hetwelk de, naar het heette, verdwenen dr. Peters met de Duitsche Emin-expeditie de geheim zinnige Europeanen" zouden zijn, die in Uganda onlangs den christen-koning eene groote overwinning op de Arabieren deden behalen, tengevolge waarvan een christenrijk gesticht en de macht van den Arabischen slavenhandel aan het Victoria-Nyanza meer gebroken zoude zijn. Dagelijksch komen bij de Servische Re geering klachten in aangaande invallen van Arnauten op Servisch grondgebied. O. a. hebben zij drie dorpen vernield. Een bataillon is afgezonden, doch tot dusver is de orde niet hersteld. De volksbank te Turijn heeft hare be talingen gestaakt, waardoor de meeste klein handelaars geruïneerd zijn. Het getal Engelsche mijnwerkers, dat tegen Maart de werkstaking aangekondigd heeft, bedraagt thans 430,000. Men ver wacht een algemeene strike als aan den eisch, om 10 pet. loonsverhooging, niet toegegeven wordt. Cincinnatie wordt door de snelle rijzing I der Ohio met overstrooming bedreigd. Op j den Denver- en Rio Grande-spoorweg zijn verscheidene spoortreinen in de sneeuw blijven steken. Een later bericht meldt: Een gedeelte der stad Cincinnati staat onder water, mijlen ver is de spoorweg over stroomd en handel en nijverheid staan in den ganschen omtrek stil, terwijl men tracht have en goed te redden. Zekere Pitehkejew, die in een klein stadje van Dakotah (V.S.) werkzaamheden moest verrichten aan de telefoondraden, deed eenen noodlottigen val, waarbij hij doodelijk verwond raakte. Hij bekende voor zijn sterven, verleden jaar deel te hebben ge nomen aan een complot tegen den czaar en wees verschillende hooggeplaatste per sonen als zijne medeplichtigen aan, zoodat hieruit weder een proces te wachten is. Volgens de laatste berichten uit Arizona zijn tengevolge van de overstrooming te Prescott 150 menschen omgekomen. Bij het gemeentebestuur van Londen is een schrijven ontvangen van Stanley, waarin deze mededeelt, dat hij tusschen 15 en 20 April in de hoofdstad hoopt aan te komen. Hevige koude heerscht de laatste dagen in Bessarabië. Bij geheele troepen vertoonen de wolven zich in de nabijheid van steden en dorpen, zoodat men drijfjachten tegen deze dieren heeft moeten houden. In de nabijheid van Soroca werd een postkar door wolven aangevallen, en de koetsier en paarden werden verscheurd. Zelfs de leeren brievenzakken werden door de uitgehongerde dieren vernield. Verscheiden brieven werden later nog ongeschonden teruggevonden. De Koningin van Maputa, bezuiden de Delagoabaai, zond een buitengewone missie naar Lissabonzij is reeds onderweg. De Koningin, die over dertigduizend krijgers beschikt, ducht de Engelsche inbezitneming daarom roept zij een Portugeesch protec toraat in. Betreffende het Panitza-eomplot wordt nog gemeld, dat de Russische generaal, die door den Czaar voor het ambt van opper bevelhebber in Bulgarije was aangewezen, te Reni wachtte op een telegram, dat de omwenteling gelukt was. Hij had 4 kolo nels en een aantal onderofficieren bij zich. In 1889 werden in Britsch Indië 1165 personen en 81 runderen door vergiftige slangen en 65 personen en 2252 stuks vee door wilde beesten gedood. De sterfte onder de menschen was een weinig lager en die onder het vee veel grooter dan het jaar te voren, hetgeen verwondering baart, daar 12,754 ropijen werden uitgegeven voor het dooden van 389,472 slangen en 961 wilde beesten, zijnde respectievelijk 77,996 en 30 meer dan het vorig jaar. Negen tienden der slangen werden als gewoonlijk in het district Ratnagiri gedood. Te Gunzenhausen is een vagebond, die zich doofstom hield, gearresteerd, daar men in hem een door de Oostenrijksche justitie als voortvluchtig gesignaleerden moordenaar heeft erkend. ÉMMI - r e Langstraat en de imiiiiijmvaaii ■■■■MianBMBBaiMnpii

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1890 | | pagina 1