M 8 Uren. 889. WOENSDAG 14 MEI. 1890. ilvlj Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prijs- verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Nog zooveel jaren niet geleden heette het 10 uren; 'tis daarop geworden 9 uren en thans staan we op 8. Is het omdat 8 het derde deel van 24 is, en een etmaal zich door die 8 verdeelen laat als volgt: acht uren werken, acht rusten, 8 slapen? Om 't liedje want 't klinkt als een liedje te volmaken, hebben de vrienden er nog bijgevoegd: »en acht shillings loon.« Men moet erkennen dat 't goed klinkt en menig »heer«, die thans van den mor gen tot den avond op de kantoorkruk doorbrengt, zal er van watertanden. Ga naar de stad en vraagt eens rond. Daar zijn tal van z. g. heeren, die van 's mor gens 8 of 9 tot 's middags 4 achter den lessenaar schuil zoeken, daarna 2 uren rust hebben om vervolgens tot 9 of 10 uur op de kruk te gaan en die op Zaterdag een loon ontvangen, dat ver beneden de 6maal 8 shillings blijft. Een Engelsche schelling is n. 1. 60 ct. Zoo'n weekloon bedraagt dus f28,80 of f 1497,60 per jaar! Men kan het den rnensch niet kwalijk nemen, dat zijn eisch rnirn is, indien hij eischen stelt. Die pleizier heeft in lucht- kasteelen, wel, laat hem bouwen, de schoonste zijn ternauwernood mooi genoeg. Zelfs al slaat de koude werkelijkheid ze een oogenblik later pardoes inéén, heeft een poëtisch ge stemd gemoed genoten tijdens de voltrekking. We meenen echter, dat 't ontwerpen van luchtkasteelen voor onze werklieden meer scha dan voordeel zal doen. Vooreerst be- grijpen ze niet, dat een ideaal onbereikbaar is en ten tweede verzuimen hunne woord voerders hun op 't hart te drukken, dat een loon van acht shillings per dag inder- daad een ideaal van welstand uitmaakt. Het grootste deel van hen, die verleden week aan de »betooging« hebben deelge nomen trouwens nog maar een zeer klein deel van den werkliedenstand ziet dan ook wel degelijk in de toekomst een tijdperk naderen, waarin de acht 't grond getal wordt van 't arbeidsstelsel. Of moeten we zeggen van het stelsel van rust? 't Zou meer nabij de werkelijkheid komen. Wanneer de groote beweging tegen den lsten Mei op touw gezet en voorbeeldig ordelijk afgeloopen, dit ten gevolge had, dat het buitensporig zwoegen, waardoor het lichaam van den werkman uitgeput en zijn levenskracht ondermijnd wordt, een einde nam daar, waar 't van hem geëischt wordt, zouden we de betooging zegenen. Er zijn inderdaad takken van nijverheid die te veel eischen van den mensch. We noemen alleen de broodfabrieken, die geregeld terugko mende tijdperken hebben, waarin de werk man van zijn etmaal zelfs geen 8 uren rust geniet. Dergelijke wanverhoudingen, die den arbeider een menschwaardig bestaan ont houden, dikwijls alleen om de beurzen der aandeelhouders te spekken, zij zijn het die de ontevredenen een stok in de hand geven om de heele maatschappelijke inrichting te slaan. Wie zou er ook tegen zijn het oor te leenen aan den arbeider, die meer rusttijd vraagt om wat ontspanning te nemen en uit de edele zucht zich te ontwikkelen en te beschaven? Dezulken zijn er, doch men vergist zich indien men hierin het karakter der beweging zoekt. Wat zien we om ons heen? Wordt tegenwoordig de vrije tijd besteedt aan op- frissching van den geest, aan het huiselijk leven? Vraag er de vrouw eens naar! Ze zal u zeggen dat haar man geen erger vijand heeft dan juist die hooggeroemde vrije tijd, die hem van huis en haard lokt naar plaatsen, waar ze hem liever zoo min mogelijk ziet gaan. De eisch van acht uren werktijd wordt dan ook in de eerste plaats niet daarom gesteld. Wel om aan de wanverhouding tusschen vraag en aanbod een eind te makeD, wel om de werkeloosheid te keer te gaaD. Wordt alom de werkdag tot acht uren verkort, dan heeft men voor een gegeven massa werk een grooter aantal handen noo- dig, zoodat alle werklieden werk bekomen en de concurrentie buitengesloten is. Of zoo er geen handen te bekomen zijn, dan zal het overtollige werk als overwerk moeten uitbesteed worden, dat als zoodanig tegen hooger loon berekend wordt. In het eerste geval vreezen we, dat de werkman er minder goed bij varen zal dan in zijn tegenwoordige positie. Het loon, over meer volk verdeeld, zal noodzakelijk voor elk hunner dalen en de werkman zal zich gedwongen zien zijn rusttijd op een of andere wijze productief te maken. Ook in het tweede geval zijn de acht uren rust tijd een illusie, die de werkelijkheid hem ontneemt. In den grond der zaak beteekent de be weging voor den acht-uren-werkdag een vermindering van het voortbrengend ver mogen en als eerste gevolg daarvan een prijs verhooging van alle voortbrengselen. Zoo men dit ontkent moet men van meening zijn dat in acht uren evenveel werk zal kunnen geleverd worden als thans in tien of twaalf. Verbeeldt men zich dit, dan zou daaruit moeten volgen dat een man, die thans 10 uren werkt, eigenlijk 2 uren met nietsdoen zoek maakt. De eerste de beste aannemer zal u zeggen, dat er geen noemenswaardig verschil bestaat tusschen 't werk dat per dag in de ver schillende uren geleverd wordt. Bovendien, wanneer 't was dat een werkman in 8 uren 'zooveel zal doen als thans in 10 uren, waarom zouden dan 7 uren niet even voort brengend kunnen zijn als acht enz.? Daarom mag men zeggen, dat een ver mindering van 2 uren werktijd eenvoudig beteekent, vermindering met een vijfde van de voortbrengselen ter voorziening in onze behoeften. Er zal dus minder te koop zijn, er zal voor ieder minder zijn. De prijzen zullen terstond stijgen en de armen zullen onder dit tekort het meest lijden. Ook al krijgt de arbeider 't zelfde loon als voorheen, hij zal met dit loon minder doen kunnen. Wanneer de kolenmijnen hun productie beperken, slaan de steenkolen op. We hebben dit dezen winter tot schade onzer beurs ondervonden. En dit eene geval, een zeer voornaam geval trouwens in onze stooin- eeuw, werkt door, tot alle takken van nijverheid. Tal van goederen zijn opge slagen omdat de kolen zoo duur zijn. Laat in 't bouwvak de productie eveneens dalen, wat beteekent dat? Dat het steeds aangroeiend getal menschen een tekort aan woning krijgt, dat de huren opslaan en dat arbeiders, die thans in de steden voor f 1.50 a f2 een net onderkomen vinden, f 2.50 zullen moeten betalen. Men kan zoo voortgaan, en 't zal blijken, dat bij mindere voortbrenging alles duurder wordt. De rijke man zal daarvan het minst lijden, doch juist de werkman, ten wiens believen de maatregel genomen is, zal er krom voor liggen of hij moet zijn vrijen tijd opofferen en waar blijft dan de werkdag van acht uren? Vooronderstel eens, dat deze bij ons te lande wettelijk ingevoerd werdlaat het zijn in vereeniging met eenige andere natiën. Dat de heele wereld daartoe tegelijk zou overgaan is wel niet aan te nemen. Er zou dan in eenige landen en bij ons een vijfde minder geproduceerd worden. Wat zou 't gevolg zijn? Concurrentie met het buitenland, waarmee we thans reeds zooveel te stellen hebben, nu alles normaal is. De slappe tijd van heden zou nog rijk zijn, bij 't geen ons dan te wachten stond, 't Getal armen zou bij den dag wassen en van alle landgenooten zouden 't in de eerste plaats de werklieden zijn, die den eenmaal afgedwongen maatregel betreurden. li innen land Reeds thans is bepaald dat de Tweede Kamer op Dinsdag 3 Juni e.k. tot hervatting der werkzaamheden zal terugkeeren. In de Tweede Kamer is het voorstel tot het in dienst houden van 7 militielichtingen bestreden door De Beaufort en Schaepman, wegens het niet bestaan van dreigend oorlogs gevaar. Schaepman kondigde een voorstel aan om slechts 6 lichtingen in dienst te houden. Volgens een mededeeling van het Haarl. Dagblad zijn op 't oogenblik bij het Mi nisterie van Oorlog plannen aanhangig voor een bijzonder stelsel van kustverdediging. Ten eerste zoü er een heirbaan worden aangelegd van den Hoek van Holland over Scheveningen, Katwijk aan zee, Zandvoort en IJmuiden, van IJrnuiden verder door tot Helder. Om nu dit werk niet voor rekening van het Dep. van Oorlog te laten doorgaan, zou het worden uitgevoerd door Waterstaat. De weg dient om het troepen vervoer sneller te doen plaats hebben en betere communicatie te verkrijgen met de verschillende posten. Men den aanleg zou reeds in 1891 een begin worden gemaakt. Deze weg zou echter slechts het begin zijn van een veelomvattender werk, nl. van den aanleg van een kustspoorweg, welke dezelfde punten zou verbinden als de heir baan. Deze lijn zou in oorlogstijd bereden worden door pantsertreinen, welke door zijlijnen onmiddellijk het strand zouden kunnen bereiken. Het groote voordeel van zulk een kustspoor springt in het oog, daar men met betrekkelijk weinig oorlogmaterieel een uitgestrekte kuststreek kan beschermen. Zoo b.v. in den morgen een vijandelijke scheepmacht een aanval op eenig punt der kust zou doen, dan zal, zoodra men de manoeuvres van den vijand heeft verkend, onmiddellijk een pantsertrein op het be dreigde punt zijn. De geheele afstand van den Hoek van Holland tot IJmuiden zou in twee uur per spoor afgelegd kunnen worden. Natuurlijk heeft deze kustlijn verbinding met de verschillende spoor- en tramlijnen van de verschillende plaatsen waarlangs zij loopt, zoodat in zeer korten tijd de grootste garnizoenen mede in het vuur kunnen gebracht worden. Tegen de hoogst eenzijdige samenstelling der nieuwe enquête-commissie, zijn ver scheidene bladen opgekomen. Nu »De bood schapper*, die o. a. schrijft: »'t Komt ons voor, dat in een commissie, die handelen zal over het lot en den toe stand der arbeiders, die adviezen zal heb ben uit te brengen voor een betere verhou ding van werklieden en patroons, noodwen dig hadden moeten zijn mannen, die het vertrouwen van werklieden hebben. »De commissie is ons te veel »van bo ven af«zij is te eenzijdig samengesteld uit mannen van hoogeren stand. Waarom in die commissie niet opgeno men de heer Kater, voorzitter van Patrimo nium met zijn 7000 leden-werkliedenHeldt, voorzitter van het z. g. Algem. Werkl.- Verbond Wij begrijpen niet, dat de Regeering in een dergelijke fout is vervallen. Wil toch een commissie voor arbeiders gezegend wer ken, dan moet van den aanvang af vertrou wen voor haar bestaan. »En dat vertrouwen zal, dunkt ons, ont breken.* Ook komt het ons nog twijfelachtig voor, met allen eerbied voor de onmiskenbare talenten en werkkracht van den diplomaat, die geroepen is haar te leiden, of hij voor zulk een taak zoo goed berekend zal zijn als de ongelukkig aan het ziekbed gekluis terde voorzitter der vorige commissie. Ons werd medegedeeld, dat vele personen aangezocht om zitting te nemen, bedankt hebben. Met dat al zouden er genoeg te vin den zijn, die in deze commissie niet mochten ontbreken. En dat niet alleen werklieden als de heeren Heldt en Kater, maar bijv. een hygiënist als dr. Coronel, een fabrie- kant als de heer Van Marken of Stork, de katholieke priester J. H. Wijnen, 't Zou niet moeieljjk zijn de lijst nog aan te vullen. Uit Hamburg wordt thans met stelligheid bericht, dat de schepen van de Duitsch- Oost-Afrikaansche stoombootlijn, Rotterdam zullen aandoen. De Frankfurter Zeitung bespreekt het plan om te Londen een Duitsche Kamer van Koophandel op te richten. Het blad betoogt, dat zulk een instelling veel noodzakelijker is te Rotterdam of Amsterdam, daar Neder land en zijne rjjke koloniën betere afnemers voor Duitschland zijn dan Engeland, dat zelf zooveel voortbrengt. De tweedaagsche retourkaarten op den Ned. Rijnspoorweg, welke worden afgegeven op 24 en 25 Mei a.s., zullen voor de terugreis geldig zijn tot en met 27 Mei d. a. v. De Amsterdamsche schouwburgleening is nog niet volteekend. Het comité geeft den moed echter nog niet op. Het Haagsche Dagblad herinnert, dat op 18 Juni e.k. 75 jaar zijn verloopen, sedert den slag van Waterloo Napoleons lot voor goed besliste, en »de zaak der Euro- peesche vrijheid was behouden*. Ofschoon op die laatste bewering wel wat valt af te dingen, en van 1815 juist voor de meeste landen van Europa een langdurig tijdvak van reactie en schromelijke onderdrukking der volksvrijheden dagteekent, blijft de ge denkdag van Waterloo zeker een zeer merk waardige dagteekening. Niet 't minst veor ons land, welks pas herwonnen onafhan kelijk bestaan voor de neerlaag van Napoleon werd bezegeld. Van dat standpunt den herinneringsdag beschouwende, sluiten vele zich gaarne aan bij den wensch van het Dagblad* dat dit jaar de 18de Juni met eenige feestelijkheid worde gevierd. Intusschen denkt het blad in de eerste plaats aan degenen, die in dat gewichtige jaar 1815 deel hebben genomen aan den veldtocht. Slechts weinige dragers van het Zilveren Kruiszullen thans nog in leven zijn; 't zijn allen ongeveer honderd jarigen. Voor de enkele, die thans nog leven, en ondersteuning behoeven, zal deze zeker niet te vergeefs worden gevraagd. Voorts kan men overal de vlaggen uit steken en schoolfeesten houden en door een godsdienstige viering op den voorafgaande Zondag belangstelling toonen. Zal de rentestand weder dalen? In 1881 reeds heeft Paul Leroy-Beaulieu uitvoerig de gronden medegedeeld, waarom hij een algemeene daling van den rentestand meende te kunnen voorspellen. Wat hij toen voorspelde, is door de uit komsten reeds bevestigd. Prof. mr. J. d'Aulnis de Bourouill te Utrecht heeft thans in een tweetal opstellen omtrent deze in onzen tijd zoo hoogst ge wichtige quaestie, de zaak mede beschouwd en kwam tot de conclusie dat de rentevoet nog meer dalen zal. In Januari en Februari jl. zijn aan influenza overleden in het Rijk 1419 per sonen, of 6.7 pCt. van de algemeene sterfte in die beide maanden, de levenloos aange- gevenen niet mede gerekend. In die sterfte aan influenza deeldende prov. Gelderland met 7.74 pCt., Zeeland met 6.95 pCt., Drente met 6.37 pCt., Lim burg met 6.27 pCt., Noord-Holland met 5.75 pCt., Zuid-Holland met 5.74 p.Ct., Noord-Brabant met 4.36 pCt., Groningen met 1.07 pCt., Utrecht met 1.04 pCt., Overijssel met 0.87 pCt. en Friesland met 0.73 pCt. Na een langdurig lijden is Vrijdagavond een algemeen ook in den vreemde hoog aangeschreven landgenoot overleden dr. Gerardus Fredrik Westerman. Stichter en gedurende een zeer geruimen tijd directeur van »Natura Artis Magistra*, maakte hij door zijn onvermoeiden arbeid onzen Amsterdamschen Dierentuin tot een der beroemdste van Europa. Zijn uitgebreide kennis op 't gebied van zoölogie en botanie deden hem ook in ge leerde kringen hoog aanzien verwerven, waardoor hij dan ook aanspraak verkreeg op den doctorstitel, hem voor eenige jaren honoris causa verleend. De 81-jarige grijsaard was een even aan genaam als begaafd man. Amsterdam en Artisbovenal verliezen veel in hem. De meikeverplaag schijnt zich in de stre ken van Zevenaar dit jaar geducht te doen gelden. Nauwelijks toch is de zomer in het land, of men ziet gansche zwermen dier insecten. Vooral te Oud-Zevenaar en Herwen en Aerdt ziet het er slecht uit; geheele trossen hangen aan hekken en struiken, waaraan natuurljjk in enkele dagen geen blad meer te vinden is. De zoogenaamde Middernachtszending, die sedert geruimen tijd te 's Hage, te Amsterdam en te Utrecht werkzaam is, is thans ook te Arnhem met haar werkzaamheden begonnen. De Duitsche personentrein, die Zaterdag te 2.14 van Essen naar Winterswjjk ver- BLAD cii Alteiia He Langstraat en (Ie [Soiniiielerwaard.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1890 | | pagina 1