;and yan Heusdeii enz. van 31 Mei 1890.
117
»Van waar kent ge mij?«
»Is 't dan mogelijkriep hij buiten adem en perste de handen tegen zijn voor
hoofd en slapen. »Prinses Wanda hier! Prinses-Wanda een kunstrijderesWat beduidt
dat alles? Ben ik gek? Hoe kan prins Joachim dat toelaten
»Mijn vader is dood,« antwoordde ze zacht en twee heete tranen rolden lang
zaam over haar wangen. »Wie echter zijt gij, Landry? Ik ken u niet!«
»0, ja wel, prinses! Maar 'tis lang geleden, dat we elkaar zagen en lang ook
dat ik geen tijding van Gilgenberg ontving. Herinnert ge u niet meer een lang op
geschoten blonden knaap, die soms in 't slotpark ronddwaalde en voor de schoone,
kleine prinses eekhoorntjes moest vangen? Herinnert ge u niet meer een vogelnestje
in een rozenstruik bij den stervenden Roland, dat door de kat geplunderd was, die
alle roodborstjes, die daarin waren, op een na had opgegeten? Dat laatste ontrukte
ik haar en toen 't prinsesje met tranen in de oogen 't bloedende, naakte diertje in
de hand nam en aan 't hart drukte, toen beloofde ik haar het jonge vogeltje met
wittebrood en melk te zullen groot brengen, en ging naar mijn moeder en zocht alles
bijeen, wat me maar goed en nuttig scheen te zijn, maar
»Maar 't stierf toch, trots al onze verplegingviel ze lachend hem in de rede,
»en wat hadden we toch veel moeite er voor over gehad! Mijn Pransche gouver
nante was toen altijd buiten zich zelve, als ik eensklaps verdween, en 't was toch
maar om naar ons pleegkind te gaan zien.«
»En toen begroeven we 't voor den Roland in 't grasveld. Kent ge me nu,
Prinses
»Ja. Ge zijt de zoon van Daniël Link; maar toen heettet ge niet Landry.«
»Zijn zoon! Goddank neen! Hij is slechts de man mijner moeder.
»En waarom zijt ge heimelijk weggegaan, zonder dat iemand wist waar heen?
Papa wilde voor u zorgen. Uw moeder was toen ontroostbaar en werd na uw vlucht
nog zieker.
Een donkere schaduw gleed over 't gelaat des mans.
Spreken wij niet van mij«, bad hij haastig. »Wat me toen bewoog, kan ik u
thans nog niet zeggen. Spreken wij liever van u, Prinses. Wat is er gebeurd, waar
door alles zoo is veranderd? Ik bid u, spreek zonder terughouding, misschien kan
ik u dienen.
Hg zette zich op den hoek der tafel, terwijl Wanda, meegesleept door de her
inneringen aan haar dierbaar verleden, begon te vertellen. Ze sprak van den dood
haars vaders, van 't vergeefsche zoeken naar 't testament, van Gilgenberg's in-bezit-
neming door prins Everhard en van haar verdenking. Haar tranen stroomden rijke
lijk, terwijl ze zoo al 't gebeurde weer opriep, en Landry hoorde haar zwijgend aan.
Toen zij geëindigd had, streek hij beide handen door 't haar, sprong op en liep met
snelle schreden door de cel.
»Bij God«, riep hij plotseling stil staande, »ik zal niet rusten eer ik helderheid
in deze zaak heb gebracht. Gilgenberg staat voor mij openzoodra de gevangenis
achter mij ligt, ga ik heen, en als een goede speurhond wil ik een spoor zoeken en
c