122
zal uw tegenzin van zelf wijken. Geef me uw hand en beloof me dat ik alles mag
doen om u een betere meening van me te geven.
Egon Tessenheim was zich zeer goed bewast, hoeveel macht hij in 't algemeen
op de vrouwen had. Hij kende de uitwerking van die eerlijke, warme taal, van die
een weinig droefgeestigen toon, maar heden wendde hij dit alles aan zonder eenige
berekening en heden liet hem in den steek.
»Uwe Doorl.« zei Wanda buitengewoon koel want terwijl hij sprak herhaalde
ze gedurig in zich zelve: hij is de zoon van prins Everhard, 't is alles logen, bedrog
en huichelarijUwe Doorl., we hebben over zulk een geringe zaak reeds te veel
woorden verspild. Wat kan u er aan gelegen zijn, hoe ik over u denk't ls onnutte
tijdverspilling en de uwe zal wel kostbaar zijn. Vaarwel.
Ze boog het hoofd en ging haastig verder; Egon haalde haar andermaal in.
»Goed Maar ik zal naast u blijven gaan, tot ik weet dat ge in veiligheid zijt,
zonder u verder nog ergens mee lastig te vallen, Mejuffrouw! Dat moet ge aan mijn
hoffelijkheid toestaan.
Zoo gingen ze haastig en zwijgend door 't park, tot ze eindelijk op de breede
straten kwamenhier bleef de prins staan.
»Tot weerziens, Mademoiselle
»Als 't van mij afhangt, nooitzei ze afwerend met de houding van een
koningin.
»Het toeval is een demon, die soms wonderlijke luimen heeft
Ze was reeds weg; hij beet de tanden op elkaar en fluisterde: »Bij God, je zult
me zoo dikwijls op je weg vinden, tot ik weet, wie me belasterd heeft, of tot je al
die onvriendelijke, ijskoude woorden, die je me toewerpt, terugneemt.En dan bromde
bij een vloek en zijn arm geheel vergetend volgde hij Wanda door al de drukke
straten, tot ze eindelijk in een huis verdween.
»Ware hij niet prins Tessenheim geweest, dan had ik hem in zijn ongeluk trachten
te troostendacht 't meisje met een weinig spijt. Hij had gelijk, ik was de eigenlijke
oorzaak van zijn ongeluk, en hoewel hij me nooit heeft gekrenkt, heb ik hem on
vriendelijk genoeg behandeld om hem verder den lust van mij te ontmoeten te benemen.
Maar hij is helaas een TessenheimLandry zal spoedig vrij zijn, daar hij van
elke straf afziet. Dat is edelmoedig, hoewel ieder ander dat zeker ook zou doen.
Als ik hem maar nooit weer ontmoette; het vernedert me zoo in mijn eigen oogen
en ik kan toch niet anders.
Ze zuchtte bedrukt, want haar gevoel van recht veroordeelde haar handelwijs,
en toeh en toch!
»Ben je daar eindelijk, Wanda?« vroeg Mevrouw Von Branka boos; ze was door
een wond aan haar voet aan haar kamer gebonden en ongeduldig en onvriendelijk
gestemd. »Ik dacht, dat je nooit terug zoudt komen.
Wanda kuste haar moeder hartelijk, zonder haar iets van haar ontdekking aan
gaande Landry te verraden. De hoop der barones" werd steeds door de minste aan
leiding hoog opgevoerd, maar zonk even snel weer; altijd kwelde ze in zulk een geval