123
haar huisgenooten vreeslijk en haar dochter wilde voorloopig liever zwijgen en haar
eigen weg gaan.
»Vroeger zou je op dezen tijd niet alleen op straat zijn gegaan,ging ze ver
wijtend voort. »Maar thans heb ik geen macht meer over je en je maakt daarvan een
vrijgevig gebruikdat leeren zulke jonge meisjes altijd al heel vlug. Mijn hemel, als
ik er aan denk, jij, in wier aderen vorstelijk bloed vloeit
»'t Zal niet meer gebeuren, Mama, ik ben in 't naar huis gaan verdwaald,ant
woordde Wanda liefkoozend en haalde de deken over de knie der lijderes.
Prins Egon Tessenheim had in de nabijheid van Wanda's woning een klein café
ontdekt, waar hij nu den grootsten tijd van den dag achter de ramen doorbracht om
van hier uit na te gaan, wanneer de jonge dame haar huis verliet, en haar dan toe
vallig te ontmoeten. Bijna dagelijks had Wanda dus een voor haar onaangename
ontmoeting, die haar wandelingen veronaangenaamde, hoewel Egon sinds dien avond
niet meer getracht had haar aan te spreken. Maar als ze hem zag, overviel haar het
hatelijke bewustzijn van iets tegenover hem misdreven te hebben, en hij kwam zoo
doende dag noch nacht uit haar gedachten, 's Morgens vreesde ze hem te ontmoeten
en 's avonds ergerde ze zich dat het gebeurd was. Ze ging ook niet meer alleen uit,
maar liet zich steeds vergezellen door haar broeder, die haar een bescherming toe
scheen, sinds ze den nijdigen blik had gezien, dien de prins op haar broeder wierp.
Wat nu prins Egon betreft, hij bevond zich in een zeer opgewonden gemoeds
toestand. Hij peinsde er onophoudelijk over, wat Wanda toch tegen hem kon hebben,
giste 't onmogelijkste, nam zich eiken dag voor zijn dwaze vervolging op te geven
en werd toch onrustig en opgewonden als 't uur naderde, waarop hij haar toevallig
kon ontmoeten. Hij lachte luid over zichzelf, als de gedachte bij hem opkwam, dat-
hij Wanda lief had, en hield zich dan met spitsvondige redenen voor dat het hem
er slechts om te doen was haar eigenzinnige koelte te breken en de redenen daarvan
te vernemenmaar evenwel kon hij niet beletten dat de voormalige kunstrijderes zich
geheel van zijn verbeelding en hart had meester gemaakt.
De lente had plaats gemaakt voor den zomer; prins Egon deed al lang weer
dienst, maar zijn gewone wandeltochten had hij vol gehouden. Slechts eens in dien
ganschen tijd was 't hem gelukt, het woord tot Wanda te richten, terwijl hij haar
heur zakdoek, die ze verloren had, overreikte, maar behalve een zeer kort, vluchtig
woord van dank had het hem niet verder gebracht, en hij zag zich gedwongen öf de
rol van ridder Toggenburg verder te spelen, öf Wanda hoe eer hoe beter te vergeten.
Dit heldhaftig besluit nam hij juist op denzelfden dag, dat Achim aan de knie zijner
moeder geleund met gloeiende wangen van haar smeekte, dat bij eens, al was 't dan
ook maar een enkele maal, zou mogen gaan ver, ver weg, waar er geen boomen,
menschen en wegen meer waren, maar alleen gras, bloemen en kapellen, waarop
men jacht kon maken.
Mevrouw Yon Branka stond dit niet gaarne toe; een eenzame namiddag voor
haar zelve, een onbekend doel voor haar kinderen, wijd buiten de stad, scheen haar
niet erg uitlokkendmaar haar lieveling Achim had oogen vol tranen en uit zijn