De roeping der vrouw.
M 912.
/ATERDAG 2 AUGUSTUS.
Bf
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
Bij dit nummer behoort
een bijvoegsel.
VOOR
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prjjs-
verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent.
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 et. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht.
»Een groot man kan een slechte vader
gehad hebben;* heeft eens iemand gezegd;
maar zijn moeder maakte hem groot.
De moeder is voor haar kind als de zon,
onveranderljjk, altijd koesterend en stralend
door haar wordt het jeugdig wezentje, zoo
bewegelijk, spoedig schreiend, maar lachend
door zijn tranen heen, weer kalm en sterk.
Ik heiinner me den tijd mijner jeugd,
toen mijn moeder van mij althans steeds
het laatste woord ontvingzij kon niet mis
leiden, maar slechts liefhebbenniets mij
ontnemen, maar alles gevenen de onschul
dige, onergdenkende die geen menschen-
kennis of wereldwijsheid nog kon opgedaan
hebben, hij stelde zijn moeder op een voet
stuk, plaatste haar een aureool, als teeken
van onschendbare heiligheid boven het hoofd,
nam zijn vader en broertjes bij de hand,
en omringde de heilige, opdat niemand
haar van het voetstuk stooten, of de licht
krans ontnemen mochtmaar,.... wat de
menschen niet vermochten, dat deed de tijd,
die de idealen rooft èn den zoetsten waan
van 's levens lentedroom.
De tijd bracht kennis en de kennis het
oordeel, en het oordeel het onderscheiden -
de heilige vielen er moest een korte stonde
voorbijgaan, waarin ik niet begreep, waarom
ik geen voetstuk had mogen aanbrengen,
dat te zwaar bijkans was voor mijn zwakke
l anden; geen lichtkrans der heiligen, die te
hoog bijkans bleek voor mijn korte leden.
Eerst later werd mij duidelijk, dat en
waarom de heilige geen heilige kon zijn
omdat ik niet wist wat heiligbeteekende.
Eerst later zou ik erkennen, dat de fout
aan mij lag.
De moeder vertegenwoordigt het goede, de
Voorzienigheid, de Godheid, in zoover zij
voor den kinderlijken leeftijd toegankelijk
is. Predikt zij een God van willekeur in
keur woorden en daden, een tjran, of wel
licht zelfs verschillende godheden met el
kander in strijd, dan gaat ook het werkelijk
voetstuk ontbreken, waarop iedere werkelijke
moeder recht heeft. Het beste wat in het
kind gevonden wordt, hangt af van hetgeen
zijn moeder isen de geschiedenis leert het
ons, dat de besten onder ons goede moeders
gehad hebben. Een enkel voorbeeld zij hier
voldoende. Het weinige, dat wij van de
moeder van Jezus weten, rechtvaardigt onze
beweringen dat de Roomscbe kerk onder
hare vrouwelijke heiligen, hare Moeder
maagd het hoogst vereert, het is nergens
anders aan toe te schrijven, dan dat zij
Jezus zei ven het meest vereert.
Uit de ervaring redeneerende, komt zij
er toe, te zeggen, »de moeder van dezen
voortreffelijke, moet ook wel voortreffelijk
geweest zijn.«
En nu behoeft men niet stil te blijven
staan bij de helden van alle tijden, die hun
grootheid van ziel dankten aan hun moeder;
en evenmin behoeft men eenige dichtregelen
aan te halen van dichters, als Spandauw e. a.,
die de vrouw, en bovenal de moeder, ver
heerlijkt hebben in hun lied. Laten wij
slechts rondom ons zien in onze dageljjksche
omgeving, die waarschijnlijk niet bestaat
uit helden en heldinnen, uit mannen en
vrouwen, met den lichtkrans der heiligen
getooid. Neen, wij willen de huisgezinnen
der gewone stervelingen binnengaan en
opmerken, hetgeen wij daar vinden. En dan
leert ons de ervaring zeer spoedig, dat de
opvoeding der kinderen hier ten deele, daar
uitsluitend aan dé moeder is toevertrouwd;
de man gaat naar de fabriek, naar zjjn
werkplaats, naar zijn »hoepschuur«; hij gaat
voor zaken op reis, bestuurt zijn zaak of
heeft er het opzicht over. Dagelijksche be
slommeringen, die al zijn zorg vereischen,
alle veerkracht in beslag nemen, zij doen
hem na den moeitevollen of zwaren arbeid
verpoozing zoeken en verfrissching in den
kuiselijken kring.
En de vrouw Onwillekeurig komen mij
wederom dichtregelen voor den geest, maar
ik moet ze afwijzenzulke dichtregelen
toch verheerlijken de vrouw, geven het
ideaal der vrouw aan, en dan nog altijd
dat ideaal zoo hoog mogelijk geplaatst; en
ook in proza verheerlijkt men tegenwoordig
de vrouwdat komt, naar ik meen, omdat
onze vaderen in dit opzicht min of meer te
kort zijn geschoten, en de vrouw beneden
den man plaatsten toch waren onze vaderen
godsdienstige menschen, die zich steeds
konden beroepen op de voorschriften, ge
boden en voorbeelden hunner geestelijke
voorouders in Palestina, maar welke voor
schriften niet altijd kloppen met de meer
humane, verhevene, meer geestelijke leer
van den grooten en toch zoo eenvoudigen
Nazarener.
Dus, dichtmaat terzijde, en in een
voudig proza gezegd, wat de vrouw is en
moet zijn ten opzichte van hare kinderen;
zij, de vrouw des huizes, is in de meeste
gevallen de geroepen persoon, om zoo al
niet hare kinderen geheel op te voeden, dan
toch den grondslag te leggen voor hetgeen
in later tijden tot de hoofd-factoren van
hun karakter moet behooren. »De mensche-
lijke ziel is Christin van nature,* heeft iemand
gezegd, die het weten kon. Het is de quaestie
maar, of die goede kiem, die edele aanleg
gewekt en ontwikkeld worden, door
warmte en liefdeen het is uitermate droe
vig, om aan te zien, wat er dikwijls van
een kind terecht komt, als opvoeding, onder
richt en vooral een goed voorbeeld ontbreken.
Natuurlijk zijn er altijd uitzonderingen, en
nu en dan komt van een kind niets terecht,
hoewel aan de opvoeding alles ten koste
werd gelegd, en warmte en liefde het teere
wezentje verzorgden en opkweekten.
En de moeder komt het meest en het
langst met het kind in aanraking. En niemand
dan de moeder kan zooveel liefde gevenwant
liefhebben behoort tot haar wezen; want
een moeder zonder liefde is geen Moeder
En niemand dan de moeder bezit zulk
een onuitputtelijk geduld met de zwakken,
en mededoogen met de jeugdige gebreken.
En een moeder alleen kent het diepste
lijden om den val van haar kind.
En een moeder alleen is steeds met ont
ferming bewogen, en blijft liefhebben, zelfs
waar zij wordt getreden op het trouwe
moederhart.
En daarom, gelukkig de moeder die
haar taak begrijpt en zich trouw er van
kwijt; heerlijke roeping der vrouw, zóó
machtig werkzaam te kunnen zijn aan de
ontwikkeling en veredeling van het mensche-
lijk geslacht!
Maar wee de vrouw, die haar roeping
miskenthaar leven zal voorbijgegaan zijn,
en niemand zal haar dankbaar wezen haar
dood zal geen ledigheid achterlaten in de
harten, die haar moesten liefhebben,
omdat zij eerst had liefgehad haar uitdragen
zal geen bittere rouw achterlaten in ver
slagen gemoederen, en wanneer de duistere
schoot der aarde haar omvat, zal zij nimmer
het lange rouwgewaad langs het gras hooren
schuren, dat groeit boven heur laatste wo
ning.
Arme moeder
Buitenland.
Spoediger zeker dan iemand dat verwacht
had, heeft de Argentijnsche gezant te Londen
van zijne regeering, onder dagteekening van
gisteren, de ofïlciëele mededeeling ontvan
gen dat de opstand volkomen onderdrukt
is, en dat de president der republiek zich
met het nationaal kabinet in het paleis der
nationale regeering bevindt, van waar zij
hunne bevelen uitvaai'digen. Of hier sprake
is van president Celman, is niet met zeker
heid te zeggen, want in andere berichten
wordt besproken van het optreden van Pel
legrini als staatspresident en van het ver-
leenen eener algemeene amnestie. Dit laatste
is zeker te meer waarschijnlijk, omdat de
revolutie geheel tegen den persoon van pre
sident Celman en niet tegen de regeering
gericht was, en omdat de namens Celman
aan de hoofden der omwentelingspartij ge
dane voorstellen ten eenenmale onaanneme
lijk waren voor het leger, de ziel der be
weging.
Voor de binnenlandsche rust en de wel
vaart der republiek, zoowel als voor de
Europeesche kapitalisten, die bij den gang
van zaken in Argentinië groot belang hebben
(alleen aan Engelsch kapitaal moet er drie
milliard ponden sterling in Argentjjnsche
ondernemingen steken), is het te wenschen
dat Celman voor goed van het staatkundig
tooneel verdwijne en buiten de provincie
Buenos-Ayres geen steun vinde om te trach
ten den presidialen zetel te heroveren. Hij
toch werd beschouwd als de verpersoon
lijking van verdorvenheid en omkooping
hij was het, die op aanstoken zijner vrienden,
den vorigen minister van financiën Ureburu,
die degelijke hervormingen had voorgesteld,
ten val bracht en daardoor de crisis ver
haastte. Dat hij daartoe de macht had, is
een gevolg van de gebrekkige staatsrege
ling, welke den president de macht geeft
van een dictator. Slechts met twee derden
der stemmen kan het Lagerhuis de besluiten
van den president vernietigen, en daar de
regeeringspartjj natuurlijk zorgde dat alle
gewichtige betrekkingen in handen van
vriendjes waren en op de verkiezingen de
noodige invloed werd uitgeoefend, kon zij
er ook voor zorgen dat de oppositie steeds
in de miderheid bleef, opdat zjjzelve, onge
stoord haar machtsmisbruik zou kunnen
voortzetten.
Zoo wij gisteren zeiden, heeft de tusschen
partijen gesloten wapenstilstand alleen ge
diend om president Celman in de gelegen
heid te stellen in de provincie troepen te
verzamelen en daarmede naar Buenos-Ayres
op te trekken. Het gevolg daarvan was,
dat de strijd toen met verdubbelde woede
hervat werd.
De wapenstilstand duurde tot Maandag
avond omstreeks half zes, doch dit belette
niet, dat Zondag en Maandag nog druk
geschoten werd. Zaterdag avond scheen de
stad als uitgestorven, maar achter de ge
sloten luiken stonden de inwoners tot de
tanden gewapend. Bp het krieken van den
dag opende de voorloopige regeering een
hevig kanonvuur (waarom, is niet duidelijk,)
dat tot 10 uur duurde. Ook te 1 uur in
den middag hoorde men weer schieten een
20-tal schepen waren door de leden der
»Union Civica* in bezit genomen en be
mand en van daar werden nu het huis van
den president en de regeeringsgebouwen
gebombardeerd. Ook de Argentijnsche oor
logsschepen hadden de zijde der opstande
lingen gekozen en hielpen mede met schieten.
Zelfs de spoorwegen naar het noorden waren
door hen bezet.
Later in den middag werd het schieten
van de schepen gestaakt en heerschte be
trekkelijk rust, toen plotseling het gerucht
liep, dat 3000 soldaten van president Celman,
met 40 stukken geschut in klein Palermo
waren aangekomen, zoodat de Union Civica,
die zich daar gevestigd had, bij het einde
van den wapenstilstand ernstig bedreigd werd.
Het gerucht werd in dien zin bevestigd,
dat omstreeks 1000 geheel gewapende sol
daten van dr. Celman met 46 kanonnen uit
Rioquarto waren gekomen. De buitenland-
sche gezanten gaven toen den bevelhebbers
der Britsche, Spaansche en Amerikaansche
oorlogsschepen last, zoodra de Argentijnsche
vloot weder met schieten begon, vereenigd
op te komen tegen eene dergelijke handel
wijze, in strijd met het krjjgsrecht, dat het
bombardeeren eener open stad zonder oor
logsverklaring verbiedt.
Weldra bleek, dat ook dr. Celman zelf
te Buenos-Ayres was teruggekeerd.
De Union Civica gaf tot 2 uur in den
middag uitstel, indien dr. Celman zjjn ont
slag nam, maar in eene bijeenkomst van
den president met de ministers en generaals
werd deze voorwaarde verworpen. Daarmede
was te gelijk alle kans op vreedzame be
slechting van den strjjd verdwenen en werden
de gevechten hervat. De soldaten van dr.
Celman deden een aanval op de artillerie,
doch werden met zwaar verlies teruggedreven.
Wat na dien tijd is geschied, is niet met
zekerheid uit de telegrammen op te maken.
Het vuurgevecht in de straten heeft stroo
men bloeds geëischt; overal lagen dooden
en gewonden, hetgeen licht te begrijpen is,
als men bedenkt dat zelfs met mitrailleuses
werd geschoten. De minister van oorlog is
gedood; het hoofd der politie ernstig ge
wond. Het paleis van den president is nog
in handen der regeerings-troepen, die het
met geschut verdedigen. Het revolutionair
bewind heeft de mobilisatie der nationale
garde alsmede de vorming van twee burger-
bataillons gelast en een der leiders van den
opstand tot chef der politie benoemd.
Als oorzaak van de omwenteling worden
genoemd het wanbestuur van president Cel
man, waardoor de geldmiddelen deerlijk in
den war geraakten, de verdorvenheid der
hoogere kringen, en niet het minst de voort
durende zucht der provincie Buenos-Ayres
om zich van de overige provinciën los te
maken en eene zelfstandige onafhankelijke
republiek te vormen.
Celman toch had een volledig stelsel van
verdrukking ingevoerd en zjjne finantiëele
maatregelen hadden het publieke en parti
culiere vermogen in de republiek ondermijnd.
Naar de »XIXe Siècle* zelfs beweert, zou
Celman in de vier jaren van zjjn beheer zich
een vermogen van 150 millioen bjjeenge-
gaard hebben.
30 Juli wordt gemeld
De regeering heeft volkomen gezegevierd.
De opstandelingen hebben zich onderworpen
en keeren naar hunne kazernen terug. Zjj
hebben het arsenaal en de vloot terugge
geven. De politieke toestand is volkomen
hersteld. In het land is het rustig.
Aan de »Times« wordt uit Buenos-Ayres
geseind, dat de verbolgenheid tegen den
president Cel man onbeschrijfelijk groot is.
Men vreest dat er een aanslag op zijn leven
zal gedaan worden.
De gruwelen der Arnauten.
Een corresp. van de »Daly News* meldt
uit Pristina vele bijzonderheden over de
vreeseljjke geweldenarjjen van de Arnauten.
Dagelijks worden Servische, of Bulgaarsche
Christenen door deze woestelingen vermoord
of geplunderd.
Een consul te Pristina vertelde den cor
resp., dat de Arnauten onlangs de Servische
school aanvielen, de meesters sloegen en op
sloten en de onder wjjzeres erg mishandelden.
De Tarksche autoriteiten wisten toen niet
beter te doen dan de sehool maar te sluiten,
aldus de kinderen dwingende, of geen on
derwas, of dat van de Mohammedaansche
school te ontvangen. Een groote landhoeve
nabij Pristina werd door do Arnauten be
legerd en geheel uitgemoord. Twee jongens
werden onlangs in het veld door een Arnaut
overrompeld en, toen zjj zich verzetten tegen
zjjn slechte bedoelingen, door den man ge
dood. De Arnaut sloeg hen de handen en
hoofden af en wiep deze voor de deur van
het vaderljjk huis. De arme vader ging
naar den rechter, legde de hoofden en han
den aan zjjn voeten en riep»Dit, Pacha,
zjjn mjjn kinderen. Wat moet ik nu doen?*
Wat de Pacha heeft geantwoord wordt
niet gemeld, maar recht zal hij wel niet
hebben verschaft.
Trouwens een Turksche rechter durft nooit
een Arnaut te veroordeelen, omdat hjj daar
mede zijne eigen doodvonnis zou teekenen,
want de wraakzucht der Arnauten is onbe
grensd. Zoo werd o.a. de trein, waarmede
de corresp. reisde, door Arnauten overval
len, waarbij 3 reizigers en de machinist
werden doodgeschoten, omdat.vóór eenige
dagen de vrouw van een Arnaut door een
trein was overreden.
De corresp. gelooft dan ook niet dat de
Turksche Regeering veel tegen de Arnauten
zal ondernemen, omdat zjj de diensten dezer
woestelingen in oorlog te noodig heeft om
hen niet tot eiken prijs te vriend te willen
houden.
Volgens de Standard* is er sprake van,
alle Joden, ongeveer 4 millioen, het verblijf
in Rusland te ontzeggenEen invloedrjjke
Jood in Engeland zou naar Parjjs zjjn ge
gaan, om de Fransche autoriteiten te be
wegen tot stappen ten gunste der Joden.
1
il
Dl
JJ
van
lie Langstraat en lie
Bonmielerwaard.
MoederHeerlijk woord, dat den armen
verdwaasde den onschuldigen tijd der vlek-
kelooze jeugd voor de herinnering terugroept
zoete klank, overwaaiend uit den tijd, waarin
het vurige, jonge menschenhart nog geloofde
in hoog gestemde idealen en grootsche voor-
uitzichten, geloofde in zichzelven. Moeder
Verrukkelijke gedachte, waarbij de moede,
afgestreden mensch gaarne verwijlt in oogen-
blikken van verslagenheid, die de groote
teleurstellingen des levens over hem brengen
en is zij reeds lang heengegaan, toch vliedt
de mensch naar het beeld der herinnering
terug, om troost te vinden en bemoediging;
kracht tot vernieuwd voorwaarts streven.
WÊÊÊÊÊÊÊM