Bezigheden.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
936.
ZATERDAG 25 OCTOBER.
1890.
Bericht aan onze Abonné's.
V00K
Dit blad lerschjnt "WOENSDAÖ en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prjjs-
verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent.
Advertentiè'n 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht.
Te beginnen met Zaterdag 1 November
zullen wij als Feuilleton en wel afzonderlek
in boekformaat uitgeven
Een Vooroordeel.
Uit het Duitschvan Karl Berkow.
Op verlangen van velen zal het formaat
iets kleiner zijn.
Wanneer wij zeggen dat er bijna geen
mensch in de maatschappij bestaat, die zich
niet met iets bezig houdt, gelooven we
I? daarom nog niet dat alle menschen bezig
heid hebben. Toch wenscht zooveel moge-
ieder zijn aandeel te ontvangen in de be^
zigheden, die uit de samenleving in eene
beschaafde maatschappij ontstaan, en naar
mate men zich een beroep kiest, dat min
of meer direct het practisch leven, het maken
en breken dier duizendvormige voorwerpen,
welke ter voldoening aan 's menschen nood
druft gevorderd worden, nabij komt, des
te gemeenzamer wordt men met het dage-
lijksch leven. In de strengste beteekenis
van het woord, oefent ieder een bedrijf uit,
maar het beroep van den geestelijke, den
kunstenaar of den kantoorklerk dringt niet
'zoo diep in de uiterste schuilhoeken der
maatschappij en van het dagelij ksch leven
door, als dat van den koopman of nering
doende. Willen wij dus weten, hoe wij het
mechanisme der bedrijvigheid het best hand
haven, dan moeten we bij den neringdoende
ïer schole gaan; immers de eigenschappen
lie hij moet bezitten om zich in zijn be-
Irjjf te handhaven, zijn vrij wel die, welke
neer of min voor elk onzer onontbeerlijk zijn.
laarom zullen wij die eigenschappen eens
cat nader onderzoeken. Dikwijls hoort men
e opmerking, dat de koopman slechts werkt
n leeft met het doel om geld en altoos
reld te verdienendat al zijn doen en denken
dechts neerkomt om voordeelig in te koopen
m voordeelig te verkoopen; doch zij die
oordeelen, miskennen ten eenenmale de
ware beginselen van koophandel en njjver-
eid.
Het moge waar zijn, dat er sommige
angstige en kleingeestige lieden bestaan, die
loer den gedurigen omgang met het geld
ir eindelijk toe komen, te gelooven dat di
et hoogste is, wat men in het leven kan
iinden.
Zulk een kleingeestigheid treft men niet
pen bij den handel, naar in alle rangen
samenleving aan.
och er leven en leefden ten allen tijde
'Ier de kooplieden groote en veel omvat-
de geesten, die niet enkel in hun bedrijf,
ar in het algemeen maatschappelijk leven,
doorslaande bewijzen gaven van gioote
rkzaamheid en menschenliefde. Om op
'de hoogte van zijn beroep te komen, be
hoeft men meer dan gezond verstand, waren
kennis en administratieve bekwaamheden
daarbij heeft men ook een zedelijk karakter,
vlijt, spaarzaamheid, orde, activiteit en men-
schenkennis noodigeene rustelooze voort
zetting van het onderzoek naar de dingen
van het dagelijksch leven, om op de hoogte
van tjjdgenooten en beschaving te blijven.
Goethe zeide eens: »Ik weet niet wie uit
gebreider geest-ontwikkeling zou behoeven
dan de echte koopmanNiemand zal zeggen
dat Goethe niet werkelijk groot is geweest
als dichter, doch zijn genie werd door hem
niet beschouwd als een voorrecht, 't welk
hem vrijheid gaf om bandeloos en lieder
lijk te leven. Neen! Goethe was dichter
doch daarom onttrok hi) zich niet aan zijne
beroepsbezighedeen. Hij wist als een kint
der wereld het geld te waardeeren en leefde
niet alleen om de dichtkunst te beoefenen
hij beoefende haar tevens om geld te ver
dienen. Dat het hem niet uitsluitend »om
geld te doen was« maar dat bij het be
schouwde als een uitmuntend middel om
schoone en edele daden tot stand te brengen
heeft zjjn geheele leven bewezen. Shakespeare
was niet alleen dichter, maar ook tooneel-
directeur. De philosoof Mendelssohn was
zpde-fabrikant; de ware gevoelige dichter
Freiligrath was bestuurder van de Zwitser-
sche Bank te Londen. Pestalozzi de diep
denkende, onvolprezen onderwijsman, aan
wien het lager onderwjjs zooveel te danken
heeft, omdat hjj een van die mannen was,
welke het onderwjjs tot den natuurlijken
grondslag terugleiddenPestolozzi was één
van die menschen welke het ontbrak aan
den practischen zin, in 't dagelijksch leven
zoo noodig om te slagen, doch hjj wist zich
don goeden raad van anderen te nutte te
maken en slaagde volkomen.
Hetzjj ge in een paleis of in een hut zjjt
geboren, indien ge in uwe jeugd hebt ge-
eerd uwe krachten te gebruiken en te ont
wikkelen, zult ge op later leeftjjd iets voor
zeiven en voor anderen kunnen doen.
Gewoonlijk komen zij, die, tot werken ge
dwongen, in kleine eenvoudige verhoudingen
>egonnen zijn, verder, dan zij, die door de
'ortuin zijn begunstigd en zonder de minste
inspanning hunne wenschen vervuld zagen,
den handel ziet men meestal den man,
ji
die met niets anders begint, dan met twee
gezonde armen, eene goede portie gezond
verstand, werkzaamheid en vlijt, vrij wat
zekerder vooruitgaan dan die anderen, welke
bij 't begin van hun loopbaan reeds over
alle hulpmiddelen van geld en crediet konden
beschikken. De kleine njjveren werken zich
op tot geachte neringdoenden en worden
de hoofden van grootsche ondernemingen,
terwjjl de zoons van aanzienljjke familiën,
welke hun loopbaan onder de gunstigste
omstandigheden beginnen, dikwjjls door uit
spattingen, verkwisting en luiheid dood-arm
worden of
het tijdstip, waarop hij het zorgelooze leven
in Eden moest laten varen om in het
zweet zjjns aanschjjns zjjn brood te ver
dienen. Sedert dien tijd is de arbeid de zuur
stof en luiheid de stikstof van het zedeljjk
leven
Arbeid is de wortel, de hefboom van voor
uitgang voor ieder mensch in 't bijzonder,
voor alle menschen in 't algemeen. Meestal
levert de bezigheid en de bedrjjvigheid ge
noeg op voor de nooddruft en zelfs nog iets j
Ik dacht dat generaal Boulanger de dupe
van graaf Dillon geweest was. Ik was in
die zinsbegoocheling, toen ik hem schreef,
dat ik meende dat hjj nooit tegen de repu
bliek had zaamgezworen. Van alle kanten
werd ik toen ontgoocheld. Ik zag generaal
Boulanger in persoon onderhandelen met de
royalisten na zijne pensioneering, zjjn vriend
Dillon naar Londen, de hertogin van Uzès
naar Ems bg den graaf van Parijs zendende;
bij elke bladzijde welke ik omsloeg zag ik
meer voor edele levensgenoegens. Wie in j geueraal Boulanger meer verwikkeld in den
zjjn beroep achteruitgaat, kan over 't alge
meen de schuld daarvan in zich zeiven
vinden, want zooals men zjjn beroep uit
oefent, zoo gaat het ook gewoonljjk: fiks
vooruit als men werken wil, langzaam en
achterwaarts als men lui, eigendunkeljjk en
trotsch zich zeiven alleen voor braaf en alle
menschen voor onmondig houdt! En gaat
men eenmaal achteruit, dan is het gewone
refreinzich voor de verdrukte onschuld te
houden en ieder ander de schuld te geven
van dien zelf veroorzaakten achteruitgang.
Talrjjke voorbeelden uit het dageljjksch
leven kunnen het staven, hoe ongelukkig,
hoe misdadig dikwjjls de mensch wordt,
die een geheel doelloosvan allen arbeid
vervreemd leven leidt. Men spreekt wel eens
van een planten-leven, maar weet men dan
niet dat ook de plant in zekeren zin arbeidt?
Is haar groeien, bloeien en vruchtvoort-
jrengen voor de toekomst, niet eveneens
eene geheimzinnige kracht tot werkzaamheid
en streven om voor het heil van anderen
;e werken? Het is een feit op de ervaring
gegrond, dat zjj, die niets doen dan al wat
ïunne zinnen en wellustige hartstochten be
vredigen kan en die daardoor zich zeiven
en hunne gezinnen in een poel van jammer
en ellende dompelen, veel meer aan ziekten
en kwalen onderworpen zjjn dan zjj, die
vlijtig arbeiden. Slechts arbeid verheldert en
verfrischt den geest, terwjjl de lediggang
hem verzwakt en verstompt!
doolhof van intrigue, waarin hjj zich vrij
willig had begeven.
sik was aan het werk gegaan om een
oprecht geschiedboek op te stellen. Moest ik
de pjjnljjke waarheden verbergen, die zich
voor mjj opdoemden? Ik meende van niet.«
Over den zesvoudigen moord wordt uit
f3uitenland.
In den Figaro* zjjn de onthullingen van
den heer Mermeix, onder den titel van shet
Boulangisme achter de schermen,afgeloo-
pen. De schrijver teekent daarbjj het vol
gende portret van graaf* Dillon:
sDillon, zegt hjj, blijft, als een weinig
althans zóó achteruitgaan, dat banaal type van een politiek man. Hjj heeft,
ze er nooit weer bovenop kunnen komen, men kan dit zeggen, de politiek veranderd
Zoo bestaat er eene voortdurende wisse- door er nieuwe handelwijzen in te voeren,
ling in de menscheljjke bedrjjvigheid en 1 Hjj behandelde het Boulangisme als eene
beroepsbezigheden, zoowel van den grootsten zaak hjj zond die zaak de wereld in als
ondernemer als van den eenvoudigsten werk
man, bestuurd door dezelfde wetten, welke
in de menscheljjke natuur haar oorsprong
vinden.
De mensch heeft nu eenmaal verschil
lende eigenschappen, welke hem, zoo hjj ze
niet beheerscht-, dikwerf belemmeren in de
ontwikkeling zjjner krachten.
Het is vrjj wat gemakkelijker bjj geërfde
middelen zich te laten beheerschen door
genotzucht en dan te eindigen met verslap
ping en demoralisatie, dan om zjjne krachten
in te spannen en van die krachts-inspan-
ning een tweede natuur te makenSlechts
enkele menschen streven naar eene onver
moeide werkzaamheid, terwjjl wjj over 't
algemeen slechts werken tot bevrediging
onzer dagelijksche nooddruft, die niet anders
dan door arbeid is te verkrijgen.
De opvoeding van den mensch dagteekent
dan ook volgens het oude Testament, van
eene leening, door middel van publiciteit
en opschroeving op de wjjze der Yankee's,
tot dus verre bjj ons onbekend. Men heeft
hem, sedert de nederlaag, beschuldigd van
geld te hebben gezocht in het Boulangisme,
van, zooals men dat in de achtenswaardige
beurskringen zegt, »ljjm aan de vingers te
hebben, c Neen, Dillon maakte zich aan die
kleine schelmerjj niet schuldig. Die man
van werkeljjk vernuft en wiens grootste
zwakheid was de listigheid en gebrek aan
vertrouwen in de waarheid, was het werke
lijk hoofd van dat orkest, hetwelk Frank-
rjjks gehoorzenuwen een jaar lang prikkelde.
Hjj was het hoofd der publiciteit van het
Boulangisme en, men kan zulks zeggen, de
uitvinder, de invoerder der publiciteit in de
politiek.
sToen ik dit werk begon, zegt de heer
Mermeix bjj wjjze van slot, wist ik bjjna
niets van hetgeen ik sedert geschreven heb.
Berlijn nog gemeld:
Op 't Waddingsplein te Berljjn werd een
der woningen bewoond door den timmer
mansbaas Wilhelm Schaf. De woning be
stond uit .twee kamers en een keuken. In
de keuken lag allerlei huisraad en rommel
wild door elkaarin de beide kaners ston
den, behalve vjjf bedden, bjjna in 't geheel
geen meubelen. In de voorste kamer sliep
een der kinderen, 't oudste meisje, de elf
jarige Anna; in de achterkamer was plaats
gemaakt voor vier bedden, voor de beide
echtgenooten en de vier overige kinderen.
De echtelieden leefden niet in de beste
verstandhoudingvooral de vrouw moet een
erg kribberig karakter hebben gehad en
was een plaag voor haar man, een solied, ge
zellig en beminnenswaardig persoon. Avond
aan avond werden in de echteljjke woning
stormachtige tooneelen afgespeeld. Yrouw
Schaf begon in den regel, wierp den man
allerlei leeljjke woorden naar 't hoofd, be
ledigde hem, sarde hem, tot eindeljjk den
echtgenoot het bloed begon te koken en
de finale was dan in den regel: een huis
houdinkje van Jan Steen, opgeluisterd door
de verwjjtingen aan het adres van den man,
dat de zaken zoo achteruitgingen en er
meer schulden dan inkomsten waren.
Zaterdag-morgen klopte een der knechts
aan de deur van Schaf, doch kreeg geen
gehooreen kwartier later kwam een der
leerlingen, doch de deur was gesloten. Op
de werkplaats was Schaf evenmin te vinden,
Men ging naar de politie en in haar tegen
woordigheid werd door een smid de deur
opengebroken. Den binnentredenden bood
zich een ontzettend schouwspel aanin de
bedden lagen vrouw en kinderen badende
in hun bloed; bedden en vloer waren met
bloed overstroomd.
Toen men aan 't bed van vrouw Schaf
kwam, hief zjj 't vreeseljjk verminkte hoofd
op, zag de binnentredenden met starre oogen
aan en gaf op de vraag, wie haar zoo had
verminkt, fluisterend ten antwoord: Weet...
't.....nietmanheeft daargeslapen....is
weggegaanik heb....geen....koffie....ge
zet.* Dan zonk zjj bewusteloos neder.
Naast haar lag, eveneens met bloed over
dekt, de kleine Else; in 't andere bed Frits
en half onder 't ledekant, alsof zjj voor de
moordende slagen had willen vluchten, de
zevenjarige kleine Grete.
Huiveringwekkend was 't gezicht der
wieg, waarin de kleine zuigeling in den
slaap was vermoordmet verpletterden
schedel lag de kleine Karei, nog maar drie
maanden oud, op zjjn door 't bloed rood
gekleurd bedje. Ook 't oudste meisje, Anna,
lag vreeseljjk toegetakeld in de voorkamer.
Tegen het voeteneind van een der ledikanten
stond een bijl geleund, met bloed bevlekt
en waarmede waarschjjnljjk de wandaad
was gepleegd.
Dadeljjk werd geneeskundige hulp inge
roepen; de zwaar gewonden werden, nadat
zjj verbonden waren, naar een ziekenhuis
vervoerd, 't ljjk van den zuigeling naar de
schouwplaats.
Een later bericht meldt:
Ook de vrouw van den meester timmer
man Schaf te Berljjn, die zjjn vrouw en
5 kinderen 's nachts met een bjjl trachtte
te vermoorden, is aan haar wonden overleden,
zonder tot bewustzijn te zjjn teruggekeerd.
Zjj, een 37-jarige vrouw, is het vjjfde slacht
offer. De toestand van het eenig overge
bleven kind, een 6-jarig meisje, is uiterst
bedenkeljjk. Yan den moordenaar hoort men
nog niets.
De militaire attaché bjj het Duitsche
gezantschap te Petersburg, generaal von
Werder, die als gast van den Czaar bjj de
jachtpartjj te Spala gewond weid, zal waar
schjjnljjk het gekwetste been moeten ver
liezen. De Russische geneesheeren, die hem
het eerst behandelden, hebben, naar gezegd
wordt, de zaak te licht voorgesteld, ten
einde den Czaar niet te verontrusten. Een
gedeelte van het schot bevindt zich nog
steeds in het been.
De werkstaking van het trampersoneel
te Weenen is weder geëindigd.
De Servische regeering heeft den ex-koning
Milan een jaarljjksch pensioen van 360,000
francs aangeboden als hjj voorgoed het land
uitgaat.
Te Warschau is een strafgeding ingesteld
tegen de kooplieden Holtzberger, Ritten-
berger en Kahano wegens smokkelarij op
groote schaal. Met behulp eener geregelde
bende van grensagenten en door het ona-
koopen van machinisten van den Warschau-
Weenen-Weichsel spoorweg hebben zjj ver
bazende hoeveelheden zijden stoffen over de
Russische grens gebracht. De aangeklaag
den zjjn voorloopig, na het stellen van eenen
waarborg van 400,000 roebels, op vrije
voeten gelaten.
Ook te Novotcherkask heeft de Russische
politie eene fabriek van valsche banknoten
ontdekt en die tot een bedrag van twee
millioen roebels in beslag genomen.
De hoofdcommissaris van politie te New-
Orleans, de heer Hennessy, is vermoord.
De moord bljjkt het werk te zijn van een
soort van Maffia, een geheime Yereeniging
van Sicilian en aldaar, welke de vendetta*
tegenover een andere Vereeniging uitoefen
de en reeds meer dan 40 moorden onder
de Italianen in de genoemde stad bewerkt
had. Hieraan had de overheid besloten een
einde te maken en in Mei stonden zes per
sonen wegens moord terecht. Gedurende het
proces werden echter de voornaamste ge
tuigen eeveneens omgebracht. Nu had de
heer Hennessy een zoo volledig onderzoek
ingesteld en zooveel feiten aan het licht
gebracht, dat men hoopte de vendetta voor
taan voor goed onmogeljjk te kunnen maken.
Zeven Sicilianen, verdacht van medeplich
tigheid aan den moord, zjjn gevat; één
hunner werd daarbjj gekwetst.
De burgemeester ontving een brief, waar
in hem wordt medegedeeld dat hjj het eerst
volgend slachtoffer zal zjjn.
an<! van
en Alteua.
De Langstraat en de
lloninielenvaait