IJ MP"— erwaard. FEUILLETON. BADEU. WOENSDAG 27 MEI. 1891. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. 0Ö6. PM|H YOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. niet genegen zal wezen is de beste weg na te gaan waarin dan wel het genezend ver- Telken jare, wanneer de zon, gelijk thans, mogen van 't zilte nat en 't verblijf aan het teeken der kreeft nadert, trekken dui- strand bestaat, zenden met vurig verlangen de ruischende Dat is vooreerst gelegen in het koude zee te geinoet: we zien dan ware volksver- bad. Het zeewater is tot baden geschikt, huizingen God Neptunus opzoeken. De bad- wanneer het 18° C. warmte bezit. In Zuid plaatsen wassen als paddestoelen uit de zee. Europa is dit reeds in Mei 't geval, hier De oude beroemde firma's Dieppe, Wight, nooit voor half Juni en in de Oostzee pas Ostende, Blankenberge, Scheveningen, Nor- eind Juli. Zoo warm kan het zeewater niet derny, Helgoland, Heringsdorf krijgen elk worden of 't menseheljjk lichaam ondervindt jaar nieuwe concurrenten. Naast ons Sche- een gevoel van koude, een gevolg van 't veningen hebben we achtereenvolgens zien verschil in temperatuur, daar ons bloed opdoemen, Zandvoort, Wjjk a. z., Domburg, 37° O. warmte heeft. Het koude bad nu Loosduinen, Schiermonnikoog, Muiderberg. heeft een samentrekking der huidvaten ten Tegen den zomer, na de schoonmaak keeren gevolge, waardoor het bloed van de opper- deze doodstille visschersplaatsen tot het leven vlakte verdreven wordt en zich in 't lichaam terug. Zelfs de meest verwende stedeling is ophoopt. Gelijktijdig stijgt, hoe meer de blij met de zijnen in een erbarmelijke hut oppervlakte afkoelt, de warmte van binnen, ee-n onderkomen te vinden. Deze vermeerderde warmtebereiding gaat Wat is het, dat in den zomer en nazomer gepaard met een meer werkzame stofwisse- eindelooze karavanen naar het strand der üng, die zich doet kennen in vertering van zee drjjft? Is het de luimige godin Mode vet, bespoedigde ademhaling, opneming van of misschien de bekoring der nu eens stille zuurstof en afscheiding van koolzuur, beide dan weder toornige golven? In vele ge- in meerder mate dan gewoonlijk. Het daar- vallen beide, doch in de meeste is het de door ontstane verlies behoort door krachtige hoop op genezing, die tal van kranken lokt voedingsstoffen te worden aangevuld, om in den oceaan al hun leed en wee te Slechts zij, die lichamelijk niet tot de begraven. Dat die hoop dikwijls ijdel is enbepaald »zwakken« behooren, kunnen deze 't gevolg der kuur te wenschen overlaat, kuur doorstaan en 't is daarom allen ver dat vele zieken erger terug keeren dan ze magerden, bloedarmen, koortsachtigen en heen gingen, is genoeg bekend. De zee is van koortsziekten pas herstelden af te raden een heelmeesteres, maar een zeer gevaar-1 versterking in 't koude zeewater te zoeken. Ijjke, ze verlangt volkomen onderwerping Ook zij die aan hartziekten lijden, neiging en afstand van alle eigenzinnigheid. En nu tot bloedaandrang naar 't hoofd hebben of ii er juist geen lichtzinniger publiek dan dat j wier longen aangedaan zijn, moeten niet in de badplaatsen bezoekt. Velen, die zich te zee komen. dun kleedden, te vroeg in den morgen of I Wanneer reeds in een gewoon koud bad te laat in den avond uitgingen of baadden de prikkel van 't water grooten invloed heeft op ongelegen tijden, hebben zich te laat op de huid, de circulatie van 't bloed op beklaagd hun eenige hoop op den oceaan j de ademhaling en de werkzaamheid der en 't geen we boven opsomden, dus ver hoogde stofwisseling en vermeerderde eetlust. Een derde omstandigheid is het zoutge halte der zee. Zeewater bevat tal van stoffen, doch zout is daaronder 't grootst vertegen woordigd. Sommige zeeën zijn daaraan arm, andere rijk. In de warme streken is 't zout gehalte 't sterkst. De Oostzee bevat slechts 9 gram op 1 Liter, terwijl de Noordzee bij ons 21 Gram heeft. De Middellandsche zee telt aan de Fransche kust 48 gram op den Liter. Het zout heeft een prikkelende werking op de huid en hare bloedvaten en zenuwen, en is van uitnemend gewicht voor klierljjders en lijders aan jicht en rheuraatiek. Hierbij moet de zeelucht ook in aan merking komen. Met wellust ademt de borst deze zuivere, door geen geuren of stof be zwangerde lucht. Aan 't strand, zelfs in de warme zon, niets van die drukkende zwoelte der zomerlucht van 't binnenland. De lucht is hier koeler en de temperatuur gelijk matiger, afgekoeld als ze voortdurend wordt door de zeelucht. Aan 't strand heerschen steeds sterke luchtstroemingen, die op 't lichaam weldadig werken, doordat ze het warmte ontnemen, 's Ochtends en 's avonds dient men zich daartegen zelfs te wapenen Wien 't om verstrooiing te doen is, om 't genot van de grootsche natuur, om ver- frissching van een moe, afgewerkt lichaam, opwekking der zenuwen, hij ga gerust naar de zee. Werkelijke zieken evenwel is het geraden zonder den raad van hun arts, noch aan, noch in zee te gaan. Tot het gebruik van zeebaden is een zekere voorraad kracht in stof in 't lichaam een eerst vereischte, wie echter in de hoofd plaatsen van 't lichaam, in hoofd of rugge- merg, hart of longen, maag of lever lijdende is, schuwe de zee en vooral 't koude bad. recht aan de Joden, die uit den dienst komen, foegesfaan om zich overal te mogen vestigen, werd ingetrokken. Naar verhouding van hun aantal leveren de Joden meer recruten aan het leger dan de Christenen, omdat de recruteeringswetien op hen veel strenger worden toegepast. Dat zij goede soldaten zijn en zich in den oorlog van 1877 onder scheidden, wordt door Skobeleff openljjk erkend. Het antisemietisme in Rusland is niet, j zooals te Berlijn of Parijs, gericht tegen een groepje rijkaards, uiaar juist tegen de arme Joden, die in geen land ter wereld armer ziin dan in Rusland. De grieven tegen hen zijn Dat zij ongeschikt zijn voor den dienst; We ontkennen hierbij niet de heilzame d*e statistieken bewijzen het tegendeel. Dat werking van 't zeewater ook in sommige zij niet deugen voor handenarbeid; maar ziektegevallen, doch het is niemand geraden, in 1888 waren van de 2.400.000 Joden in op eigen verantwoording te handelen. Slechts Feb'e(l 12 pCL handwerkslieden, tegen de huisarts kan op dit punt beslissen. Buitenland. 1 0 pCt. in Frankrijk en 9 pCt. in Pruisen. Dat zij zich niet met landbouw willen bezig houdenmaar men verbiedt hun land te huren en te koopen en de duizende Joodsche landverhuizers, die naar Palestina of Amerika gevestigd te hebben. Wanneer 't om herste van gezondheid handelt, dient aan zingeno en jjdelheid 't zwjjgen opgelegd. Om te weten of de zee den zieke al o 2) EEN SALAMANDER GEVANGEN. Eenige dagen na dit feest zat Oda onder de wilgen en vischte. Er woei geen windje, maar de bladeren der struiken werden door Oda's net heen en weder bewogen. De vis- schen kwamen in het net en zwommen er weder uit het meisje vergat het net op te trekken. Zij gevoelt zich nu niet meer tehuis op het water, zjj bljjft aan den oever. Zit zij mogelijk op haar eigen grond? Edelreif, dat is een mooie naamAmbros is edel en rijp voor huiselijk geluk. Spoedig zal zij zijn ring dragen. Dan is zij de geluk kige, zelfbewuste vrouw. Boven op den berg staat zijn huis, en beneden, aan hare voeten krioelt het bedelende visschersvolk bjj het strand. Zoo dacht zij. Toen trok zjj de stang op, en zie, een geelgevlekte salamander kromde zich in het net. Verschrikt wierp zij het dier weer in het water, stond op en ging naar de hut harer moeder. De hut stond op een schier-eilandje, be groeid met riet en wilgentwijgen. Het zon licht scheen als door een groenen sluier in de armoedige woning. Moeder Afra rustte op een bank van klei en staarde in de zon nestralen, die gouden korrels als 't ware op den grond wierpen. zenuwen, zooveel te krachtiger is deze in vloed wanneer het water door de golven bewogen vyprdt. Hoe sterker de golfslag, des te grooter het warmteverlies der huid »Wat doet moeder vraagt het meisje. »Uwe moeder telt haar geld,antwoordde de oude grijnzende. »De maan is ons zilver, de zon is ons goud. Zij noemen ons arm. Wacht maar, gij Edelreif, wilt gij mijne gouden en zilveren munten inwisselen? Gij noemt mij kinderachtig, gij, vleesch van mijn vleesch, omdat ik aan de sterren en aan de waterdroppels raad vraag. Verzadigd wordt men niet van waterdroppels, dat is zeker, en anderen hebben hun voordeel van hetgeen door de sterren geopenbaard wordt. Wil ik,« zoo ging zjj tot zich zelve sprekende voort, »wil ik, arme vermoeide visschers- met warme kleeding. Ook de in de zeelucht zwevende zout deeltjes hebben hunnen invloed. De in ademing dezer lucht oefent op de sljjmhuid der ademhalingsorganen een heilzamen, op- wekkenden invloed uit, zoodat bjj een lang durig oponthoud aan de zee asthma, kink hoest, longziekte niet zelden genezen wordt. Dank hare krachtige werking op huid en zenuwen, op ademhaling en bloedbereiding, is de zee een kosteljjk, voor tal van ziekten beproefd geneesmiddel. In haar vereenigen zich de gezegende krachten der bergen, der mineraalwater- en zoutbronnen. Doch juis om die krachtige werking, eischt haar ge bruik de grootste voorzichtigheid. vrouw, mij, volgens oude gewoonte, ook eens verzadigen, dan moet ik de menschen wat voorpraten. Kaarteu en orakelspel wor den voor slecht gehouden, maar voor iets zjjn zjj toch goed. En wil ik mjj vermaken, dan wend ik mjj af van de menschen, dan ;el ik mjjn goud bjj dag en mijn zilver bjj nacht. Gierigaards doen zoo, en gierigaards zijn de gelukkigste menschen der wereld, k denk dan: Mjjn zilver en mijn goud zijn groote schatten kinderen en kindskinderen iunnen er van leven, want aan u, mijn eind, behooren zon, maan en sterren en dit is mijn testament.* Oda lachte om zulke woorden. Zjj, de oekomstige eigenares van het landgoed Hdelreif, kon zich wel vrooljjk maken over deze erfenis der arme. Waarom zjjt gjj midden op den dag te luis gekomenvraagde de oude; de goede God laat niet voor niets zijn licht schijnen, als de menschen niet willen werken.* »Ret net is verscheurd,* loog Oda; »het is ook veel te warm, de visschen bjjten niet ;oe. Zooeven zag ik iemand, die zjjn net een uur lang in het water hield, en toen hjj het optrok, was er niets in dan etn reus achtige salamander.* Om Gods wil, een salamander?* riep de oude uit. »Een gevlekte salamander. De man heeft mjj gevraagd wat dat beteekent. Ik heb het hem niet durven zeggen.* Omdat gjj het niet zult geweten heb ben*, sprak de oude, »Indien de man een salamander heeft gevangen, dan beduidt dat bruiloft bruiloft voor de deur. Voor een kleinigheid hadt gjj hem dit kun nen zeggen.* Het meisje slaakte een kreet van vreugde nu was zij er zeker van. Nu had ook het meer zjjne toestemming gegeven tot haren intrek in het huis van Edelreif. »Voor een geldstuk kan men de menschen wel wat op de mouw spelden,* zeide de oude, terwjjl zjj op haar bankje heen en weer draaide, »maar eigen!jjk beteekent een sa lamander niet veel goeds, en ik raad u, mjjne dochter, daarvoor op uwe hoede te zjjn; het voorspelt een nare toekomst. Hoe is het mij gegaan? Ik was mooi op weg eene voorname vrouw te worden. Eens zat ik in het veld en vlocht een krans van vergeet-mjj-nietjes voor mijn liefste. Op eenmaal kruipt een ijskille, geelgevlekte salamander over mijn been, en zie, mjjn kind, zie, nog vóór de maan vol was, had uw vader mij verlaten. Tot op den huidigen dag bleef ik een ellendig schepsel.* De oude was opgestaan en opnieuw neer gezegen. Oda keerde naar buiten terug onder de De .Joden, in Rusland. Het eigenljjke Joodsche gebied in het gingen, werden daar voortreffelijke land- Z. W. van Rusland is grooter dan Frank- bouwers. De grootste grief is dat de Joden rjjk en men zou dus denken, dat de Joden woekeraars zjjn; maar drie vierden van de daar op hun gemak konden leven. Maar zjj Joden in het gebied hebben niets en kunnen mogen niet in de dorpen wonen, zich niet dus niet leenen; en in het gebied is de verplaatsen, geen grond koopen of huren, interest op aan de boeren geleend geld ge- De wet bepaalt ook niet, waar de stad be- middeld de helft lager dan in de rest van gint en het dorp eindigt. Onder Alexander II Rusland. Dat de Joden de boeren tot dron- betoonde men zich zeer rekkelijk en vele kenschap zouden verleiden, werd zelfs door Joden vestigen zich in de burchten, waar den anti-semiet Katkoff wederlegd. Dat zij dientengevolge een levendige handel werd vuil en ellendig zjjn is waar; hoe kan het gedreven. Maar sedert 1886 werden steden anders waar zij zoo opeengehoopt leven? als bijv. Palitski in dorpen herdoopt, de voor- Men kan het menschen, die op een mesthoop steden van Wilna eveneens en de Joden daar- wonen, niet kwaljjk nemen dat zjj niet lekker uit naar de stad verdrevente Tschernigoff, ruiken. waar nauweljjks genoeg is voor 5000 ge-j Een vroegere wet van Czaar Nikolaas zinnen, werden in 18 maanden tijds 15.000 verbood de Joden op minder dan 50 kilo gezinnen uit de naburige burchten opge- meter van de grens te wonen. Onder de hoopt. Regeering van Alexander II was die wet Daar de wet de Joden verbiedt grond te niet strikt toegepast, maar sedert dien werden koopen of te huren, kunnen zij geen land- duizenden van de grensstreek naar de steden bouwers zjjndaar de wet hun verbiedt te teruggedrongenmen begon aan de Oosten- komen en te gaan kunnen zij geen groot- rjjksche grens, dreigt aan de Duitsche voort handel drijven; zjj moeten dus wel tot <e gaan en bovendien de verboden militaire mindere, soms gemeene bedrjjven hun toe- zone uit fe breiden. De mindere Russische vlucht nemen. Aan den dienstplicht ouder- beaiul>HiJ o ji 1 un worpen, worden zjj nog veel harder behandeld sehrev xi strengheid jegens de ongelukkigen, dan de Mohammedanen; deze kunnen het men zegt omdat zjj op die manier geld uit nog tot officier brengen, de Joden niet. Het hen trachten te slaan. Ik zelve lach ook, ha, ha ha!« De oude Afra kroop uit de hut; met hare ontvleesde handen woelde ze in de verwarde, grjjze haren; zjj draaide hare oogen gelijk een uil. »Wat is er, mjjn kind?* vraagde zjj, »eens heeft men iemand opgehangen, die juist zoo gelachen had als gjj. Oda lachte nog luider. Dicht bjj haar kwaakten de kikvorschen. Een wolk schoof voorbij de zon; toen kon Afra de goudkorrels op den bodem niet meer tellen zjj waren verdwenen. Het is een booze wereld,mompelde de oude, »wie geen bedelaar is, is een dief.* Toen ging zjj naar de andere vissehers- lutten en luisterde naar al wat er ge sproken werd. DE BRUID. Edelreif beleefde men in Half achter het riet ver langen tijd roerloos neder. hooge wilgen, borgen, zat zjj Plotseling riep zjj opgewonden uit: Moeder, alle menschen lachen u uit om uw bijgeloof. Op het landgoed goede tijden. De herdersjongen had het zeer gemakkeljjk onder het toezicht vau den stalknecht, want eze sliep den ganschen dag. De jager lag de schaduw onder den lindeboom, de mntmuts ver over het aangezicht getrokken, opdat de muggen hem niet zouden hinderen. De opperknecht snoepte met zjjn wjjsvinger uit de roomkan van de melkmeid. Deze wees hem niet af, maar zeide integendeel: »Wilt ge er soms een koek bij hebben, jongen, dan zal ik eens gauw naar de keukenmeid loopen.* De keukenmeid liet met haar heerschappij spoedig gedaan zijn. De velden en weilanden werden aan hun lot overgelaten, zoodat het rijpe koren en ook zou violen het zorgen; nu toch het malsche gras bedierven. De musschen op de daken vraagden elkander, waar de eigenaar toch was. Een vink antwoordde dat de huisheer was heengegaan om eene vrouw te zoeken. Dat was goed, meenden de musschen nu vader en moeder gestorven waren moest er een andere koningin in huis op den troon zjjn, om het geluk en de welvaart in stand te houden. De bloedvink floot als antwoord op deze wjjze beschouwingen en schudde zjjn grooten kop. »Zegt gjj wat, vink?* vraagden de musschen. De vink floot weder en vloog verder. Hij scheen niet veel vertrouwen te hebben in de huweljjksplannen van den jongen Edelreif. Ambros reisde zonder plan rond. Hjj gevoelde het: zjjn bezitting had behoefte aan eene huishoudster, hjj aan eene vrouw. Er waren vrouwen genoeg; ieder, wien men het vroeg kon u eene geschikte noe men. Deze of geene was de rechte voor het landgoed een huishoudster geljjk er geen tweede bestaat. Of die andere ja, die was nog beter: netjes, rjjk en goed als een engel. Zjj heeft al wat zjj verlangt en gaat barrevoets. Zjj is dus zuinig dat is één ding; niet hoogmoedig dat is twee, Ja, deze is voorzeker de beste. Ware ik in uwe plaats, ik aarzelde geen oogenblik. Dit alles was goed gemeend; toch ging Ambros verder. En toen hij op een warmen dag in de schaduw van het bosch lag, terwjjl de lijster kweelde, de krekel piepte en de mieren en kevers om hem heen kropen, wist hem elk diertje te vertellen, dat het jonge visschersmeisje de liefste vrouw op aarde was. Ti KJ 4.' 1 Hl f r IS I' n Franco per post zonder prjjs- 'Uit het Duitsch.J (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1891 | | pagina 1