q FEUILLETON. De WenteÉ van eei veroorfteelde. Hoog bezoek. WOENSDAG 1 JULI. 1S91. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. VOOB Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prjjs- verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentien 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters Daar plaatsruimte. Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Nederland geniet heden de eer, een der machtigste vorsten van Europa binnen de landpalen te begroeten, Dat is een eer, die niet gering te schatten is, ook om de zeldzaamheid, want de om standigheden hebben langen tijd alle bezoek verhinderd. Het laatst is ons land bezocht doe den Koning van België en toen reeds wa> onze vorst door lijden verhindert de plichten des gastheers naar den eisch te vervullen. Een eer is het ja, zegt uien, maar is 't niet gevaarlijk Och kom, de vrees voor annexatie is immers verdwenen, sedert we weten dat Duitschland p vrede boven alles bemint en Koning Wn lm 't als zjjn hoogste plicht beschouwt dien te bewafen En dan nog, welk gevaar zou er in kunnen gelegen zijn, dat een koninklijk echtpaar enkele dagen de gast is van ons vorstelijk huis en de drie grootste steden met een bezoek vereert? Men zal den p Keizer van Duitschland niet de geheimen van ons vestingstelsel toonengeheimen bovendien, zóó geheim, dat elk Pruisisch hoofdofficier ze even secuur kent als onze legerhoofden. Maar de kosten! Ja, dat is een ander ding. Die kosten maken het dezer dagen wat menschen moeiljjk! Een Haagsch woord voeder is daarover zelfs Zondag te Amster dam aan 't uitvaren geweest. Nu is 't waar, 20 duizend gulden om een maagd op te tooien, die in haar daagsche plunje het aanzien niet waard is, komt rijkelijk duur uit. Men zou zoo zeggen, dewijl 't nog een keer gebeurd is, dat met grof geld deze maagd omhuld werd en 't waarschijnlijk niet de laatste maal is dat dit geschiedt, waarom voor dat geld die ontoonbare schoone, ook wel peperbus genoemd, niet opgeruimd 2) De wijze waarop de woesteling dit half geërgerd, half ironisch verhaalde, was zeer zonderling. »Mijn levensloop,* zoo ging hij voort, »ja, die zou goed zjjn voor een Voltaire of een anderen goddelooze men zegt dat er tegenwoordig velen zijn om te ver halen. Honderd deelen, als hij wilde; mijn levensloop is zeer geschikt om verdeeld te worden in verschillende banden. Begrijpt gij mg? Ik heb wel nog eens bij de direktie van het instituut aangeklopt en deemoedig om wederopneming gesmeekt, te vergeefs! men heeft mjj afgewezen. Ik was dus een vrij man in de groote stad Dublin. Zou ik naar het gebergte terugkeeren en tot mijne landslieden zc-ggenIk wilde een weleerwaarde heer worden, maar zjj hebben mjj weggejaagd en nu kom ik weder hier.? Voor geen koninkrijk! Ik zwierf dus rond, zoolang ik het uit kon houden, beproefde mij als gids of pakjesdrager nuttig te maken, maar het dageljjksch brood verdiende ik er niet mede. Op mijn twintigste jaar was ik een straatjongen, maar veel onbeholpen» r en verlegener dan deze gewoonlijk zjjn. Ik dacht er over in een andere stad te be proeven of men mjj ergens wilde opnemen, om mjjne studiën te kunnen voortzetten, maar ik was reeds te veel achteruitgegaan, ik had er den moed niet meer toe. Het eene kleedingstuk na het andere verkocht ik, in wijnhuizen zocht ik mijn troost, en eindelijk werd ik des nachts op straat door de en een monument gezet, dat 't aankjjken waard is? Doch dat moet de hoofdstad maar uitmaken, Wij, die daarbuiten staan, en deze week tegenover den Keizer van Duitschland als gastheeren pareeren, wjj zijn dankbaar voor de offervaardigheid der Amsterdammers, Hagenaars en Rotter dammers, die de eer van ons kleine Neder land hoog houden en zoo onbekrompen gastvrijheid uitoefenen. Laat het dan eens wat kostenAls bjj ons, gewone burgerlui een familielid of goede kennis te visite komt, halen we dan ook niet uit, doen we dan soms niet meer dan we, strikt genomen, kunnen en mogen doen en zoudt ge denkon, dat de aristocratie en de handelstand krom zal liggen om dit offer aan de vriendschap? Geen nood, Nederland is wel niet wat de Duitschers algemeen zeggen sdas ver- d....reiche Holland«, maar zoo krap zitten we nog niet of we kunnen Keizer Wilhelm, den spruit van Hohenzollern nog wel be hoorlijk ontvangen! Wat zou 't doel zjjn van dit bezoek? Men zal daaromtrent vermoedens uitenal was er geen enkele reden voor, men zal er een zoeken en een of meer gioote bladen, buitenlandsche w. t. v., zullen iets aan nemelijks te berde brengen, b.v. een ruiling van koloniën, een huweljjk (Keizer Wilhelm heeft een half dozijn prinsjes) of iets anders. Om daarvoor geloof te vinden moet men echter in 't buitenland zijnwjj meenen dat 't doel der reis alleen ontspanning is en we vreezen, mocht er eenig diplomatiek punt bjj betrokken zijn, dat 't met de behandeling daarvan schraal zal afloopen't program toch bevat varen, rijden, feestvieren, dineeren en niets anders. Keizer Wilhelm is een lief hebber van reizen. Zelfs wanneer hij z g. thuis is, kan men geen dag op hem rekenen. Hij vertrekt soms plotseling midden in den nacht, arriveert tegen den morgen in een politie aangehouden en in verzekerde be waring gebracht. In de gevangenis maakt men belangwekkende kennissen, nietwaar? Nu, ik heb van hen geprofiteerd; ik heb geleerd hoe de schavuit zijn geld verdient en waar de veiligste holen zjjn. Toen ze mij, op mijne verzekering dat ik een werk zaam leven wilde beginnen, vrjj lieten, legde ik er mjj dadelijk op toe de boeren te vangen. Dit gelukte mij vrjj goed, want ik kende de boeren. In 't eerst bedroog ik ze slechts op kleine schaalik voerde hen een uur lang door de stad, waar ze in vijf minuten hun doel hadden kunnen bereiken, om meer geld te kunnen vragen. Later ging ik verder en bracht hen in de speel holen. Ik was reeds ver gevorderd in het valsch spelen, maar vond toch mijn meester, en in een nacht verspeelde ik rnjju leven. Dat was de inzet. Ik had geen cent meer in den zak, geen knoop meer aan het lijf, die mij toebehoorde. »Uw leven staat dus op het spel!* sprak mijn medespeler. »Toe- gestemd,« zeide ik, en een minuut later behoorde ik hem. »Nu heb ik het recht u om te brengen,zeide mjjn meester. »Dat hebt gjj,« antwoordde ik. »Dan zou ik slechte zaken maken,* lachte hjj»gij zjjt een flinke jonge man en hebt een gelaat als een heilige ik kan beter voordeel van u trekken. Wij reizen naar Londen, daar groeit ons koren en gjj zult niet alleen het stroo er van hebben. Betoont ge u bruikbaar, dan zult gjj er geen nadeel bjj hebben.* Dit is goed, dacht ikte Londen kan ik misschien njjjne theologische studiën voortzetten hieruit hoort gjj welk een naïeve jongen ik eigenlijk was. Naïef en doortrapt. Wjj staken de zee over en reisden van Liverpool naar Londen. Daar begon mjjn roem. Van dievenhandlanger tot zakken roller, van zakkenroller tot inbreker geraakt of andere vesting, roept 't heele garnizoen in de wapens en trekt na gehouden inspectie weer op huis aan. 't Schijnt een man vol leven te zjjn, die weten wil wat er in zjjn eigen land te koop en in de wereld te zien is. Nu, hjj is nog jong en mag 't er van nemen. »Er van nemen* zjj hier uitdruk keljjk gezegd in den goeden zin van 't woord. Aan baccarat- en andere schandalen kan bjj de vorsten, die wij uit het huis van Hohenzollern beleefd hebben, zelfs in de verste verte niet gedacht worden. Keizer Wilhelm II is evenals zjjn edele vader, de te vroeg gestorven Friedrich en zijn groot vader Wilhelm I, een man van zeer zedelijke beginselen en smetteloozefi levenswandel Er is geen gelukkiger huweljjk denkbaar, als dat van dezen jongen monaroh met Augusta Victoria, Wilhelm werd geboren 27 Jan. 1859. Wjj schrijven hier zjjn geschiedenis niet, doch achten 't niet ongepast enkele momenten daaruit mede te deelen. Wilhelm was op zevenjarigen leeftijd onder toezicht gesteld van Dr. Hintzpeter. Op zekeren dag kwam de kleine prins heftig bewogen bjj zijn gouverneur en vertelde dat hij van zijn vader bestraft was, onrecht vaardig, want dat hjj geheel onschuldig was. Hjj legde 't geval uit en vroeg nu dringend aan zijn onderwjjzer of hjj niet volkomen gelijk had. Dr. Hintzpeter had de overtuiging dat de kroonprins (Wilhelm's vader Friedrich) zjjn zoontje werkeljjk on rechtvaardig behandeld had. In gespannen verwachting stond de knaap 't antwoord af te wachten. Hintzpeter bevond zich in een lastige positie. Hjj kon moeilijk den vader van onrecht beschuldigen in 't bjjzijn van den knaap en toch kon hij ook weer niet 't geval rechtvaardig noemen met het oog op 's prinsen karakter. »Prins,« zei hjj, »de grootste mannen van alle tijden hebben oogenblikken gehad, waarin ze zich vergisten en wjj menschen staan allen voor dwaling bloot. Ik stem u toe, uw vader heeft, wanneer 't geval zioh voorgedaan heeft als gjj zegt, u onrecht vaardig gestraft.* Hintzpeter verwachtte dat de prins zich over dit oordeel verheugen zou, doch 't tegen deel geschiedde; er trok een schaduw over zijn gelaat en geheel verslagen zei de kleine »0, wat spjjt het mjj, dat papa mjj onrecht droeg de witte studenten muts en was ge heel, wat de Duitschers noemen, >ein flotter student.* Maar bovendien heeft hjj trouw gestudeerd en is door bevoegde personen ingewijd in de geheimen der politiek en dat hjj thans met vaste hand de teugels van 't groote rjjk van Germaniè' voert is genoeg bekend. Nog een enkel woord over zjjne gemalin, Auguste Victoria. Deze is geboren 22 Oct. 1858. Zjj is de oudste'dochte van Fr. Chr. heeft aangedaan. Ik had verwacht, dat gjj. August van Sleeswijk-llolgtein, een verst mjj ongeljjk zoudt geven. Dan had ik naar papa kunnen gaan en om vergeving vragen. Nu kan ik dat niet doen en dat spjjt me zeer. De gouverneur begaf zioh oogenblikkeljjk naar den Kroonprins, en verhaalde hem deze uiting van kinderljjke liefde en zin voor gerechtigheid in zjjn eerstgeborene. Een oogenblik later lag de prins in de die meer leed dan lief doorgestaan heeft. Ook de prinses heeft een harde jeugd ge had en bracht die door in Silezte. Haar moeder w as een nicht van K ïze n Fr' drich en haar broeder is met een zuster van deze gehuwd. Zoo bestonden er banden tusschen Berljjn en 't slot Primkenaa, waar Augusta Victoria opwies. Prin Wilhelm was a der bloedverwanten, die dikwgis de ver vorstenfamilie kwam bezoeken en armen ziins vaders en deze beval hem, den dreven onderwjjzer te danken voor 't geen hij aan langzamerhand ontstond tusschen die jonge- vader en zoon gedaan had. In het jaar In 1874 was 't Pruisische hof niet weinig die tot een huwelijk leidden, verontrust. Met ontzetting en schrik was 1881 (27 Febr.) huwden zjj. Hun huweljjk de tijding vernomen dat de kroonprins zijn is, zooals we reeds opmerkten, zeer gelukkig oudsten telg op een gymnasium doen wilde,en rijk met kinderen gezegend. Toen Wil- zonder eenige bevoorrechting boven andere helm voor een paar jaar op reis was naar leerlingen. Het was zoo ongehoord, dat een't noorden, vloog over het schip een schaar Pruisische prins met de kinderen van Jan ooievaars. »Die gaan allen naar Berljjn* en alleman op de schoolbanken zou plaats zei een van 't gezelschap. »Dat is mjj goed* nemen, dat kroonprins Friedrich heel wat antwoordde de Keizer, >als er maar geen tegenstand, vooral van den ouden keizer hofleverancier onder is.< Een bewjjs dat te overwinnen had, eer hjj dit gedaan kreeg, j ook een Keizer van 't goede eenmaal genoeg Toch heeft hij doorgezet en Wilhelm heeft krjjgt. tegelijk met zijn broeder, drie jaren lang teZiedaar enkele trekjes uit het leren van Kassei school gegaan, zonder dat er in eenig het doorluchte paar dat heden ons land be- opzicht notitie mocht genomen worden van zoekt. Wjj heeten het harteljjk welkom en zjjn hooge geboorte. j hopen dat hun komst de vriendschap tua- In 1877 bezocht hij de hoogeschool te schen 't groote Duitschland en 't kleine men licht. Ik wil u die heldendaden sparen het is vervelend ze aan te hooren en het is honderdmaal hetzelfde. Ik klom trapsgewijze zoo hoog, dat ik eindeljjk politiedienaar in de City was. Inderdaad, ja! Ik kwam in het bezit van papieren altijd was ik nog de trouwe dienaar van mjjn machtigen meester die mjj in staat stelden priester van de heilige Themis te worden. Gij kunt denken welke voordeelen dat voor onze zaak opleverde. Onze goed georganiseerde bende bestond uit vierduizend mande meeste hunner droegen cylinderhoeden, vele van hen werden door eerzame burgers van Londen onderdanig gegroet. Onze voor naamste bondgenoot was de Theems: zjj verborg onze dooden. In den loop der eerste jaren, natuurljjk vóór ik mjjn loopbaan als politiedienaar begon, moest ik een paar malen voor een korten tjjd zittenlater woonde ik meer als een gentleman, genoot een aardige toelage van den Staat, bovendien een, die wel driemaal zoo groot was, van onzen bond. Maar onverwachts kwam er een eind aan. Een inbraak in den Tower, om een onzer aanvoerders uit de gevangenis te bevrjjden, mislukte. Toen moest ik het langs diplomatischen weg beproeven; maar een vervvenschte gevangenbewaarder doorzag het web, waarmede wij de Londenscbe politie zoo kunstig omsponnen hadden; ik werd betrapt en helaas ook tegelijkertijd gevangen genomen. Ik verwachtte twintig jaren kerkerstraf, maar Engeland dacht zjjnen ontslagen politiedienaar een pleizierreisje toe. Engeland bezit in Australië een straf koloniedaarheen dus.« Na een poos, terwjjl de verhaler blijkbaar moed schepte en naar een crucifix staarde, dat tegen den muur hing, zeide hij Morgen wil Nieuw Zuid-Wales een in breuk maken op de britsche wet, door iemand op te hangen omdat zjjne bondgenooten den Bonn en leefde daar een vrooljjk studenten leven. Hjj bezocht trouw de korpskneipe, reiziger Ludwig Leichhardt zouden vermoord hebben. U zeg ik, priester, ik heb u niet laten roepen om mjj zeiven voor u te ver dedigen, maar dit herhaal ik tot u, geljjk ik het meermalen tot het gerechtshof heb gezegdaan den moord van Leichhardt ben ik zoo onschuldig, als aan Christus' dood de misdadiger aan het kruis was. Herinnert gjj u iets van Dismas? Ik ben het niet ver geten; die was onschuldig, en toch een boosdoener. Ik wil niet gehangen worden, dat is voor gemeene schurken. Ik wil ont hoofd worden; mjjn bloed zal niet in mjjn lichaam verstjjven, het zal over de aarde vloeien; rujjne misdaden moeten door mijn bloed worden uitgewischt. Ik verlang het, het moet!< Hierna zweeg hij geruimen tjjd. De priester verzocht hem verder te spreken. »Zeer gaarne,* hernam de gevangene; »kon ik maar terneergeslagen zijnIk heb geen berouw genoeg; het is voor mjj juist, alsof het zoo zjjn moet en indien ik weder leven mocht, ik zou misschien weer zoo handelen. Daarom moet ik uit de wereld geholpen worden, zelf dring ik er op aan. De stoom boot waarmede wij hier gebracht werden, heette Ierland.* Óm mjj te hoonen, droeg zij den naam van mijn vaderland. Wjj doopten haar echter de Zwemmende hel. Inderdaad, dat was zij. Wjj waren drie honderd in getal, allen misdadigers uit Engeland. De opzichters hebben ons in de onderste kajuit aan elkander geketend, om zei ven meer vrjjheid te kunnen genieten. Weken lang zagen wij nauweljjks een zonnestraalde halfgeslotene ronde ven stertjes waren meestal onder water. Geen lucht en de kleinst mogeljjke portie voedsel, helaas nog te veel om te verhongeren. O, Voltaire! Waart gjj nooit geboren, ik zou nu in den dom zijn en een rijk priester kleed dragen, in plaats van in dit verpeste Nederland duurzaam moge maken! hol op de groote zee van kommer uit te teren. Mjjn linkerbuurman kreeg typheuse koorte en stierf. Wjj hielden voor den op zichter zjjn dood geheim, om zjjn portie voedsel niet te verliezen, die zjjne buren als een erfenis deelden. Maar weldra ver ried de lucht het, en wjj werden eenige dagen op het verdek toegelaten. In de In dische Zee kwam er een storm opzetten het schip stootte tegen een klip en moest aan een onbewoond eiland landen. Daar gelukte het drie van ons te ontkomen. Ik was er bjj. Het voordeel was echter zeer klein. Wjj dwaalden door de onvruchtbare rotsmassa's. Een van ons, die na de duis ternis der kajuit het schelle licht en het heete stofzand niet kon verdragen, werd blind. Wjj hadden knotsen bjj ons om dieren te dooden en van hun vleesch te leven. Maar de streek was dor en onvrucht baar, zoo ver het oog reiktede honger dreigde ons krankzinnig te maken, toen offerden wjj onzen blindeNa eenige dagen, toen de voorraad geheel op of be dorven was, zocht ik eene gelegenheid ook mjjn anderen kameraad het leven te be nemen later maakte hij er geen geheim van, dat ook hjj hetzelfde tegen mjj in het schild had gevoerd. Wjj vertrouwden elkander niet; wjj hadden niemand anders in de vreeseljjke woestenjj en wjj waren ge vaarlijke vjjanden van elkander. Ten slotte werden wjj door onze soldaten weer gepakt, en ik verzeker u, wjj verweerden ons niet. Eindelijk bereikten wij Australië en landden aan Van-Diemensland wjj noemden het Dnivelland, maar in scherts, want aldaar regeerde vader Howe.* 1 f et Land van neusden en Altena, De en ile (Uit het Duitscli./ j menschen overeenstemming van gevoelens, (Wordt vervolgd.!

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1891 | | pagina 1