On tevredenheid. FEUILLETON. M 1014. WOENSDAG 29 JULI. 1891. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. LEEUWERIK NACHTEGAAL. VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prijs- verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Zelden neemt men een courant in handen of men vindt het bericht van de eene o andere werkstaking. In alle takken van nijverheid wordt tot dat middel de toevluch genomen om den toestand der werklieden te verbeteren, om minder werkuren of meer loon te verkrijgen, en heeft men niet zelden reden tot klagen, het valt niet te ontkennen dat roekeloos met dit wapen wordt omge sprongen. Dat de werklieden verbetering van hun toestand wenschen is volstrekt nie af te keuren, dat zij de middelen die hun ten dienste staan daartoe gebruiken, is zeer gemakkelijk te begrjjpen, maar kunnen zj wel beoordeelen hoever zij kunnen gaan met hun eischen Het kapitaal heeft he nu eenmaal in dezen tijd gedaan, maar he heeft toch ook nog zijn rechten en wanneer de kapitalist zich als werkgever terugtrekt, wanneer hij zijn fabrieken of werkplaatsen sluit, wat dan? De werklieden zijn onte vreden, maar ook de werkgevers hebben het recht om ontevreden te worden, zich uit de zaken terug te trekken, en wat zal daarvan het gevolg zijn? Van waar toch die tegenwoordige alom heerschende onte vredenheid? Want niet slechts de werklieden zjjn ontevredenspreekt men winkeliers, kleinhandelaars, men hoort allerlei klachten, en tien tegen één, dat de coöperatie ter sprake komt. Reeds is een vereeniging op gericht om door alle middelen de coöperatie te bestrjjden en de ingezetenen, speciaal de ambtenaren, te dwingen, bij de winkeliers ter markt te gaan. »Eigen hulp* en andere coöperatieve ondernemingen zijn voor velen een ergernis en in plaats van te trachten die ondernemingen onnoodig te maken, zou men die graag zien verdwijnen op last of door tusschenkomst der regeering. Ook de landbouwers zijn ontevreden over den tegen- woordigen toestand. Door den invoer van vreemde granen zijn zij gedwongen tot prijzen die door hen volstrekt niet voldoende geacht worden en ook zij eischen de tus schenkomst der regeering om aan dien voor hen verderfelijken invoer een einde te maken.zal men niet worden, men zal steeds meer Maar zouden de werklieden, zouden de winkeliers tevreden zijn, indien ten behoeve van den landbouw de invoer van vreemde granen bemoeilijkt werd! Men doet door zulke kunstmiddeltjes de ontevredenheid niet verdwijnen, men verplaatst haar slechts. Hulp aan één verleend, brengt groot nadeel aan veel anderen, zoodat daardoor de onte vredenheid slechts kan toenemen. Yan waar toch die algemeene ontevredenheid? Vroeger bemoeide men zich zeer weinig met den toestand van anderen. De Fransche revo lutie was veel meer een staatkundige dan een economische beweging. Eerst later is men van staatkunde tot staathuishoudkunde overgegaan en zjjn de economische toe standen aan de orde gesteld. De ouden economisten met hun: laissez aller* laat gaan en ieder zorge voor zich zelf,hadden het algemeen belang veel meer dan de belangen van bijzondere per sonen op het oogzij stelden algemeene regelen en daalden niet tot bijzonderheden af. Vrjjheid voor allenstond bij hen op den voorgrond. Tegen dien stelregel is reactie gekomen, ja men wil wel vrijheid, maar die vrijheid mag geen bandeloosheid zjjn, die vrjjheid mag geen slachtoffers en martelaars makenmen ging zich bemoeien met zaken die vroeger stilzwjjgend werden voorbijgegaan. Men vond veel, wat betreu renswaardig was, men vond veel wat ver- Jetering dringend noodig had. De gebreken werden in het licht gesteld en de pers werkte jverig mede om de resultaten der onder zoekingen alom bekend te maken. De open- marheid maakte opmerkzaam op velerlei verkeerdheid, men leerde betere toestanden rennende regeering ging zich met de zaken bemoeien, schoorvoetend ging men eischen. Zeker zullen weinigen gevonden worden, die verbetering niet dringend noodig achten, maar de groote vraag is hoe die tot aller genoegen tot stand te brengen, want bevoordeelt men den een, dan wordt de andere benadeeld. Misschien zou het verreweg het beste zijn, ook in deze zaak het beginsel van volledige vrijheid te huldigenvrijheid voor de werkgevers om die eischen te stellen, die door hen in hun belang worden noodig geacht, vrjjheid voor de werklieden, om die eischen al of niet in te willigenvoor den staat bljjft dan alleen de zorg om aller rust en veiligheid te handhaven. Maar zegt men misschiende partijen staan niet ge lijk; niet slechts het kapitaal, maar ook hoever die tusschenkomst van den staat moet gaan, waar zjj moet ophouden. Regeling van den arbeid van vrouwen en kinderen is reeds zeer moeieljjk, regeling van den arbeid van mannen zal zeker ook tal van bezwaren hebben en de bestaande Volgens gerucht zal in de volgende zitting van het Engelsch Lagerhuis door eenige leden worden voorgesteld, ook daar te lande de uitvoering der doodstraf door middel van electriciteit in te voeren. Volgens een bericht in de Engelsche ontevredenheid vermeerderen als die regeling j bladen is er op het eiland St. Kilda, een algemeen moet zjjn. Zoowel op het gebied jer grootste van de Hebriden-eilanden, on- van den arbeid als op het gebied van den kleinhandel is vrijheid in het algemeen be- geveer 140 mjjlen van het vasteland van Schotland, eene nieuwe ziekte onder kleine lang, waarom dan die vrjjheid prijs gegeven kinderen uitgebroken, die reeds zulk een en belemmerende bepalingenen voorschriften vastgesteld Laat liever gezorgd worden, dat allen goed onderwjjs kunnen ontvangen, zoodat zij in staat gesteld worden te kiezen wat het beste is in hun eigen belang. Dan is omvang gekregen heeft, dat een zendeling, op het eiland woonachtig, naar Glasgow is gegaan om daar eenige geneeskundigen te raadplegen. De ziekte heerscht thans reeds zoo algemeen en de sterfte is zoo groot, dat de inwoners bevreesd zjjn geworden en in staats-tusschenkomst niet meer noodig enjden zendeling in quaestie uitzonden. De de meerdere ontwikkeling zijn aan de zijde een der oorzaken van de tegenwoordige epidemie vertoont zich acht dagen na de der werkgevers, en daarom moet de staat ontevredenheid zal daardoor weggenomen geboortede handen van het kind sluiten zjjn. Men moge dan ontevreden zjjn op zich zjcb dan en blijven in dien toestand vol- zelve, maar gewoonlijk hangt men dat niet komen stjjf. Dit wordt gevolgd door iets, aan de groote klok. de andere partij te hulp komen door een wetgeving, die steun verleent aan de wer kende klasse. Het kapitaal is een steun der werkgevers maar waarom moet de meer dere ontwikkeling dit ook zijn? Het on derwijs is staatszorg, heeft de staat in dit opzicht steeds zjjn plicht gedaan? Is er ge legenheid voor allen om voldoend lager on derwijs te ontvangen, opdat het verschil in ontwikkeling geen grief meer kan zjjn en een bron van ontevredenheid? Wanneer eenmaal voor allen voldoend onderwjjs te verkrijgen is, wanneer allen gelegenheid hebben de noodzakeljjke kennis te verkrijgen om den strjjd om het bestaan te kunnen voeren, dan moet de regeering zich van verdere tusschenkomst onthouden, en vraag en aanbod de verhouding tusschen werkgevers en werklieden bepalen. Dan zal de ontevredenheid zeker minder worden, omdat ieder dan voor zichzelf verantwoor-l I5ni terilixrid. Ter gelegenheid van den plechtigen in tocht van Groothertog Adolf te Luxemburg zjjn ook de nieuwe postzegels met de fraaie beeltenis van Groothertog Adolf, (zonder den bekenden bril) voorloopig slechts van 10 (rood) en 25 centimes (blauw), uitgfr geven. Zjj zjjn in den trant der Ameri- kaansche, in plaatdruk. Des ochtends te kwart over zevenen was de geheele voorraad ten postkantore reeds uit verkocht. Gelukkig konden de kooplustigen eenigen tjjd later weder bevredigd worden. In de aanst. zitting van den Duitschen dat op mondklem geljjkt; eerst trekken de gelaatsspieren zich samen en weinige uren daarna sluit de mond zich. De dood volgt gewoonlijk binnen 24 uren en de ziekte heerscht thans in zoo hevigen graad, dat eene familie op het eiland niet minder dam twaalf kinderen verloor, terwjjl bjjna alle andere er van 2 tot 8 verloren. Men heeft opgemerkt, dat alleen de eerstgeborene over- bljjft, of, hoogstens, maar zelden, twee in elke familie. Tot dusver is nog geen middel ter voorkoming of genezing der ziekte ontdekt. Uit Bombay wordt geseind dat als de droogte nog een week bljjft aanhouden, bruik een hoofdpunt van beraadslaging er toe over om verbeteringen tot stand te deljjk is en de vrjjheid voor allen geljjk zal Smaken, evenals op het te Keulen te brengen en toen eens de vinger gegeven zjjn, terwjjl niemand van den staat iets was wilde men spoedig de geheele handbuitengewoons meer te verwachten zal heb hebben, zoo zjjn wjj op een hellend vlak ben. Wel is dit misschien te ouderwetsch geraakt, het begin der regelingen weten omdat van verschillende zijden de tusschen wij, waar zal het einde zjjn! komst van den staat in velerlei zaken ge^ vraagd wordt, maar de vraag bljjft altjjc het einde zjjn! Want wat men ook moge regelen, tevreden 2) »Anna wilt gjj naar Italië gaan?* »Hoe komt gij daaraan heer Graaf?* »Ik doe u die vraag niet zonder reden, zeide hjj fluisterend, haar diep in de oogen ziende; reeds sedert lang is het mijneenigste gedachte. Gjj weet Anna hoe dierbaar gij mjj zjjt. Iedere blik, iedere beweging moet het u zeggen. Ben ik ook voor u iets?« Anna zweeg, maar de hand, die hjj weder gegrepen had, beefde in de zjjne. »Mjjne moeder gaat ook naar Italië, zeide hij weder, bij haar breng ik u, en wanneer zjj u heeft leeren liefhebben zooals iedereen u bemind, zoo zeg ik haar dat ik alleen u als gade aan het hart wil drukken. Mjjne moeder is trotsch, maar zjj bemind mjj en zal om mjjnentwille hare vooroor- deelen opgeven. Wilt gjj Anna?* »Ik wil!* zeide Anna fluisterend en liet het toe dat de graaf haar naar zich toetrok en haar kuste. Spoedig daarop verliet hjj haar, in zijn binnenste verheugd over de behaalde zege. Anna liet zich weder in de kussens vallen verschillende gewaarwordingen doorkruisten haar brein. Voor Richard had zij een heilige reine liefde gekoesterd, doch het was meer elegant morgentoilit. Het ontging haar niet, vriendschap dan liefde geweest. Nu eerst'dat Richard er bleek en ontsteld uitzag. wist zij wat liefde was. Hare fantasie tooverde »Anna,« begon hjj met bevende stem haar in het schoone Italië; zjj zag hoe zij hare hand vattende, slaat mij eenige oogen daar, aan den arm des geliefden wandelende, blikken met u spreken.* geheel werd medegesleept door de betoove- Zjj zette zich en verzocht Richard even- ring zijner rede, beminde en bemind werd. zoo plaats te nemen. Hij bleef staan en Daar stond Richard plotseling voor baar. J sprak>Anna, wat ik reeds zoo lang in »Anna« zeide hij, zacht en innig, szjjLhet binnenste mjjns harten heb rondgedra- gjj treurig?» gerL durf ik thans uitspreken. Ik heb een Zjj rees op. Een zucht was haar eerste ambt. Zoo even ontving ik de aanstelling antwoord. »Neen, Richard, ik ben niet treurig,* zeide zij daarop. Richard zweeg, zette zich in den leun stoel en zag haar nadenkend aan. »Ik ga naar Italië, Richard,* zeide Anna na een korte pauze. »Met wien?« vroeg hjj verschrikt. Zjj week een direct antwoord uit. sik wil mijn vacantietijd niet in deze zand woest jjn doorbrengen,* zeide zij niet zonder eenige beving in hare stem, sGraaf Leopold gaat ook naar Italië en wenscht mjj zjjne moeder voor te stellen; maar kom,* riep zjj op staande, smen zal ons missen. Daareven ïoorde ik in de zaal mijn naam noemen, ater meer van de zaak. Zij verliet het kabinetje. Richard volgde jaar werktuigelijk. Hjj kon het echter in dit voorname gezelschap niet langer uit- ïouden; hij moest naar buiten. Onder een voorwendsel verzocht hjj de Gravin het gezelschap te mogen verlaten. Den volgenden morgen trad Richard Anna's woning binnen. Zij was ternauwer nood opgestaan, en was gekleed in een als groothertochljjk Hofkapelmeester, met de voorwaarde onmiddelljjk in functie te treden. Het hangt alleen van u af, Anna, of ik dat ambt zal aanvaarden. Wilt gjj mijne vrouw worden Anna beefde. Eerst nu, nu zjj hem niet meer zoo beminde, nu haar hart reeds een ander toebehoorde, nu kwam hij, wien zjj zoo oneindig veel verplicht was, haar zjjn hand aanbieden. sHet is te laat*, zeide Anna bedroefd. >Te laat!* hernam Riehard somber, sik ga met Graaf Leopold naar Italië, u, Riehard, zal ik steeds als een lieven waar- digen broeder blijven liefhebben.* Riehard deed doodsbleek een stap achter uit. >Anna!« riep hjj smeekend uit, »denk toch aan uwe brave ouders!* sHoe,« riep zjj met een gedwongen lach, is het dan zoo verschrikkelijk een Gravin te worden en naar Italië te gaan?* Riehard gevoelde zich ten diepste ge troffen. Hjj verliet spoedig de kamer, zon der afscheid te nemen. hongersnood voor de nocrd-ooateljjke pro- Rijksdag zal de beteugeling van drank mis-j v*nc^n onyermjjdeljjk Te Sofia wordt verhaald, dat de Bul- gaarsche minister-president Stambuloff te Tirnova aan eene deputatie van officieren gezegd heeft, dat hij, wanneer niet dit jaar nog Bulgarjje wordt onafhankeljjk verklaard, zich uit het staatkundig leven zal terug trekken, ook al meest het gezag dan in handen der oppositie vallen. houden matigheids-congres. De groote strjjds- vraag isof dronkenschap in alle gevallen zal worden strafbaar gesteld, dan wel alleen wanneer er verstoring der openbare orde door wordt veroorzaakt. De Regeering wil het eerste stelsel invoeren. III. IN ITALIË. Een schoone Lentemorgen, Italiaansche hemel, Italiaansche lucht. Geuren en kleuren overal. Anna zat met halfgeslotene oogen in een leunstoel op de opene veranda van een land huis. Wijnranken en bloeiende heesters om gaven hare schoone gestalte. Voor haar lag een betoo verend landschap, daar ginds in de verte de Vesuvius, digte witte rookzuilen ten hemel zendende. Anna's wangen waren bleek, een trek van smart, maar ook van trotsch, speelde er om laren mond. En ofschoon de lucht zoel was, ïuiverde zijzjj trok haar kleed dichter om zich heen en drukte de hand op haar hart alsof zjj daar pjjn gevoelde. Na een poos werd de donkere zjjden lortiere achter haar geopend. Graaf Leopold letrad de veranda. Anna bewoog zich niet. »Anna,« zeide de Graaf, hare hand vat- ;ende. »Ik ben in lange niet bjj u geweest.* »Was het dan lang?* vroeg zjj op een onnatuurljjken onverschilligen toon. Laat zien juist Zondag waart gij hier ïeden hebben wjj Woensdag. Is uwe moeder reeds aangekomen?* »Nog nietik vrees dat zjj ziek geworden is, en zal haar tegemoet reizen, misschien wel tot haar huis, wanneer ik haar niet ontmoet.* Anna zag hem angstig vragende aan. »Gjj wilt heengaan? mjj verlaten?* zeide zjj met bevende stem en weder legde zjj hare hand op haar hart. Hjj bemerkte deze beweging, de doctor had hem gezegd dat zjj aan een hartkwaal leed, die echter niet gevaarljjk was, indien zjj gespaard bleef voor hevige gemoedsbewegingen. »U verlaten?* zeide bjj eenigszints be zorgd, »hoe kunt ge dat denken? Ik wilde u slechts hoe eer hoe liever aan mjjne moeder voorstellen, opdat ik u spoedig als mjjne gade mag beschouwen.* »Neem mjj dan mede naar uwe woon plaats. »Dat gaat niet, Anna, mjjne moeder is eene trotsche vrouw; zjj mag onze nauwe betrekking niet gissen.* Anna's oogen schoten stralen. »Man,« zeide zjj met trillende stem, >ik doorzie u, maar had niet anders verwacht. Uwe vrouw? Gjj hebt dit nooit ernstig gemeend. In den beginne geloofde ik u, nu sedert lang niet meer. Ik weet gjj wilt gaan, om nimmer ;erug te komen.* »Anna »Zwjjghuichel niet! huichel geen ge voelens die u vreemd zjjn en die u eeuwig vreemd zullen bljjven. Ik volgde u omdat ik u beminde, mjjne liefde grensde aan razernjjen evenwel had ik een duister voor gevoel, dat ik een afgrond tegemoet ging. O, had ik toch de ouderljjke woning maar niet verlaten! Was ik maar gebleven wat ik was, de heide-leeuwerik, vrooljjk en ge lukkig als het kleine vogeltje, wiena naam men mjj gaf. Het is voorbjj verder dos maar voort op dien donkeren weg wellicht is het einde niet ver meer af.< Slot volgt.} Het Land van Hensden en Alteua. He Langstraat en de EN

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1891 | | pagina 1