Eeuwige jeugd.
FEUILLETON.
WOENSDAG 9 SEPTEMBER.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
i to.
I I
VOOR
Dit blad rerschjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 8 maanden f 1.00. Franco per post zonder prjjs-
verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent.
oM«aaDn^isBq|n
Advertentiè'n 16 regels 00 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht.
Vroeger dan andere jaren zien wij dit
j jaar in de natuur sporen van vervalde
herfstdampen maken onze avonden, die
anders om dezen tjjd zoo schoon kunnen
zijn, reeds koel, en ongenoten is de zomer
weldra door den herfst vervangen.
Een geheel jaar, een groot deel van ons
leven, zal spoedig weer voorbij zijn gegaan
en de enkele vroolijke, zonnige dagen zijn
wel te tellen geweest.
Waarlijk, wie geen zonnetje van biunen
had, hjj heeft een treurig, somber jaar door
leefd 't is voor hem bijna 't geheele jaar
herfst geweest. Voor hem, die alles van de
zon daarbuiten moest hebbenzjjn de
bloemen thuns vroeg verflenst, en elk af
vallend blad spreekt hem van teleurgestelde
verwachting, van dorheid en vroegtjjdigen
ouderdom.
Ja, terwjjl de boom nog hopen mag in
*t volgende jaar weer met nieuwen, jeugdigen
tooi te zullen prjjken, gevoelt hij 't, dat zjjn
jeugd nooit wordt vernieuwd, dat de sneeuw
der jaren langzaam maar zeker meer en
meer zjjn hoofd bedekt, dat hjj zich gereed
moet maken voor den eeuwigen slaap.
En is dat niet zoo voor ons allen?
Wjj allen mogen als de droppels van een
fontein door de Eeuwige drijfkracht voor
eenigen tjjd omhoog worden geperst en met
verschillende kleuren schitteren en blinken
in 't zonnelicht't is een eeuwige wet dat
'1 die droppels moeten dalen en weer in
't waterbekken zullen neervallen, waaruit ze
zijn opgedreven. Gelukkig zij, die niet over
den rand van 't bekken zijn gevallen, maar
opnieuw, door dezelfde drijfkracht bezield,
hun reis kunnen hervatten.
Zou dit voor ons ook mogelijk zijn?
Zouden ook wij ons kunnen onderdompelen
om telkens verjongd, eeuwig jeugdig te zjjn?
Als de tijd ons beknelt, en de eentonig
heid ons neerdrukt, als de platheid ons
''reigt mee te voeren en de alledaagschheid
Fiquelmont en zijn boek der „laatste
woorden."
(i
In Parjjs woedde het bloedige drieman
schap: Robespierre, Jt. Just, Pouthon; ar-
'dde dag op dag met ontzettenden haast
de nooit moede, nooit voldane guillotine
Het was in April 1794.
Buiten tot voor de poorten der met zoo
veel argwaan bewaakte stad, bloeide lieflijk
en vredig de jonge lente. Hoe groen en
geurig, hoe stil was het om het allerliefst
gelegen favoriet kasteeltje Luciennes! Nog
voor weinige maanden heerschte hier wer
kelijk een favorite: madama Dubarry, die
een tijd lang het oude, uitgebrande hart
van den 15den Lode wijk en Frankrijk
geregeerd had. Maar onverwacht, in de
vorige Decembermaand kwamen de bebloede
handen uit Parjjs en rukten de huilende
bewoonster van Luciennes uit haar warm
luweelen nestje en sleepten haar door sneeuw
en modder onder de om bloed schreeuwende
bjjl der guillotine. In het kasteel verscheur
den zjj alle tapjjten en vernielden alle
spiegels, ruiten en meubelen. Luciennes
werd publiek verkocht, doch bleef onbe
woond.
Thans op dezen zonnigen Aprildag van
1794 vertoonde zich voor de eerste maal
weer leven binnen de muren. In de voor
malige slaapkamer van madame Dubarry
zat op het geraamte van een vergulden
ons tracht te verouderen, kunnen dan ook
wjj, als de vogel Phenix, ons dompelen in
een bron en dan ons aan de zonnestralen
blootstellen om jeugd en levenslust, ver
trouwen en diepte van gemoed te berkrjjgen?
Bestaat er een levens-elixter, dat ons een
eeuwige jeugd verzekert? Is 't mogeljjk onze
idealen te bewaren, lief te big ven hebben
met de krachtige, innige liefde onzer jonge
lingsjaren, steeds te bljjven hopen en ver
trouwen, krachtig te bljjven van wil, on
verzwakt te bljjven van geest, oud te worden
van uren en toch jong te bljjven van jaren?
Wie zou 't niet begeeren 't Warme, volle
leven is al wat we hebbenen jong zjjn is
't leven te genieten, en oud worden is langs
zamerhand afstand te doen van 't leven en
van dag tot dag te sterven; jong zjjn, is
van 't leven alles te durven vragen, eiken
nieuwen morgen te begroeten met een
nieuwen lach, en oud worden is verzadigd
te zjjn, de ondergaande zon na te oogen
en te gevoelen dat, nu die bron van warmte
ons verlaat, het tjjd wordt ons ter ruste
te leggen.
Voorzeker, niemand doet gaarne en ge
willig afstand van zich zeiven, maar
wie gebrek aan zichzelf begint te gevoelen,
wjj moeten hem zichzelf* voorschrijven.
In zich moet ieder 't middel ter verjonging
vinden, of hjj vindt het nergens. Uit de
diepte van ons zieleleven moet het genees
middel worden opgedolven.
Wilt ge jong bljjven? Uw levensbe
schouwing zjj optimistischd. i. waar.
Alleen hjj is waarheidlievend, die overal in
de wereld het goede ziet, want wat goed
is, is waar, en wat slecht is, is een leugen.
Noemt ge dat vogelperspectief? 't Zjj zoo;
maar vogelperspectief is beter dan kik-
vorschenperspectief.
Wilt ge" jong bljjven? Heb het schoone
lief, d. i., wees deugdzaamdeugd is
moreele schoonheidszin*; slecht zjjn is zin
te hebben in 't zedeljjk leeljjke. Verloochen
het schoone nimmer, zelfs niet in 't kleine;
Oni tenia,rid.
menigeen bleef terug van 't kwade om zijn
kleederen niet vuil te maken.
Wilt ge jong bljjven? Zorg eiken dag ^6 bUTCJGrOOrlOCJ ifl Chili.
voor zelfbewusten groei van uw innerlijk
leven. De dag, waarop ge de waarheid wat De orde te Santiago en Valparaiso is
meer benaderd hebt, waarop ge wat dieper hersteld en de zaken herleven weder. Daar
hebt gedolven in de fijne roerselen van uw men al de ljjken der verleden Vrijdag ge-
eigen hart, is een dag, die bjj uw jeugd sneuvelden niet had kunnen begraven, zouden
wordt geteld en van uw ouderdom wordt die worden verbrand. De hospitalen zjjn vol
afgetrokken, want hjj telt dubbel. geneesheeren, die hun zorgen wijden aan
Wilt ge jong blgven? Tracht telkens'de gekwetsten van Concon, waarvan vele
krachtiger te gevoelen zonder grof- of aclit dagen lang van verpleging verstoken
brutaalheid, teerder te zjjn zonder zwakheid, wareB- de gewonden niet veel meer
vriendelijker te zjjn zonder zoetsappigheidgeleden hebben en er niet veel meer be-
in één woord, tracht te zorgen, dat uw gevoel zweken zijn, is te danken aan de buiten-
niet sterft. landsche dokters, die een ambulance-corps
Wilt ge jong bljjven? Meen niet, dvi ge
daartoe uw herinnering moet dooden en uw
zullen bieden.
De hoofden der Congres-partij verklaren
dat binnen eene maand de algemeene ver
kiezingen zullen plaats hebben, waarna de
voorloopige Junta het bewind zal overgeven
in de handen van het nieuwe Gouvernement.
Uit Santiago wordt thans bevestigd, dat
Balmaceda op 18 Augustus aldaar 42 jonge
studenten deed fusilleeren. Zij werden be
schuldigd van een komplot om de spoor
wegbrug in de lucht te doen springen.
Allerlei andere wreedheden, door den dictator
gepleegd, komen thans aan het licht.
Wat er van Balmaceda is geworden weet
men nog niet, maar men vermoedt dat 't
hem is gelukt over de Cordilleras oostwaarts
te vluchten.
Een van Balmaceda's steunpilaren, de
hadden georganiseerd.
Het was hoofdzakeljjk te Coronel, meer
jaren moet vergoten. StrmsrogeU.mogen mynwerkers dc geweMenarije 'gearresteerd i H bracht 600.000 peeoa voor
lang leren, ze worden toch oud. Verd.ep n J den eI.dictntor mede, welke thane in be-
veel meer m uw hennnenng, verplaats a s,„g „jj» genomen. Zjjn familie heeft Bal-
vaak in de blpde dagen ran uw leren ,gophie, en de Engelsche kanon. jfflaeeda achtergelaten onder de zorg van zgn
geniet ze nog eens, leef veel met al de1]|uu. de eerst mde 1 z"a«er' den senator Torres, een groot voor
goedenen rrjken van gemoed die met meer; (fe rreem. stander van de Congres-partij. Er is een
om u zijn en wees kinderlijk dankbaar voor
>i i delingen te beschermen.
van en genotene. Congresgistische veidheeren hebben
Wie zoo leeft wordt niet oud, hjj heeft ouverw-ld krachtige maatregelen genomen.
zich een eeuwige jeugd veroverd; hjj zal De Duüsche admiraal heeft de »Alexan-
wandelen en niet moede worden, hij zal drine< met verscheidene vluchtelingen aan
telkens zijn jeugd vernieuwen als die eens Lj noordwaarts gez0nden, vermoedelijk
leunstoel een blonde magere man. Het was
de nieuwe eigenaar van Luciennes, Dumou-
lins, genaamd Brutus, die in de straat
Taitbout een brandewjjnhuis had. Men zeide
dat hjj in Luciennes een brandewijnstokerjj
wilde oprichten.
Burger Dumoulins-Brutus zat op den ge-
havenden zetel in een vensternis in de zon.
Voor hem stond een jong mensch met
blonden baard en frissche, heldere oogen.
Deze heette Van LofF, bjjgenaamd le Palot,
(de Kinkel) en was een Belgische kuipersgezel.
Beiden waren gekleed in gekleurde, ver
kreukte boezeroens, grove pantalons en ge
lapte schoenen. Op het hoofd droegen zjj
de roode vrijheidsmuts met de driekleurige
kokarde.
Zjj spraken met elkaar en wat het
zonderlingste was, ze spraken in de Duitsche
taal.
Weder een plan verjjdeld* zeide burger
Brutus tot zjjn jongeren huisgenoot; de
volgende zal ook niet beter uitvallen en zoo
zal 't voortgaan, tot men eindelijk ontdekt
wie wjj zjjn en dan dan niezen wjj
even goed in den zak der in pertinente
guillotine als deze gekken van Franschen
zelf. Bjj rnjjn ziel, er is mjj niets aan 't
leven gelegen, wanneer ik het op waardige
wjjze overeenkomstig onzen stand verliezen
kan, in een bataille of in een dueleen
lafaard ben ik waarachtig niet, zoomin als
jj, broeder. Maar door een dronken troep
op 't schavot gesleept en door ruwe handen
van beulsknechten gebonden te worden op
die fatale plank geljjk een kalf of gelijk
onze grenadiers in Duitschland, die een
lichameljjke tuchtiging ondergaan moeten
arends, en als gjj hem ontmoet zult gjj 't
gevoelen dat er leven van hem uitstraalt.,
dat menig moede verkwikt en menig hon
gerige voedt; want dat is ook een zegen
van een eeuwige jeugd, dat ze anderen
jeugdig maakt.
Misschien hebt ge den grijze wel eens
ontmoet, die zich wist jong te houdendan
hebt ge een goed mensch gezien, dan hebt ge
iets schoons gezien, zorgen noch smarten,
noch jaren konden hem verouderen en al
heeft het leven wat litteekens nagelaten in
zjjn vleesch, zjjn geest, dat is hjj zelf, ge
niet een eeuwige jeugd. Vrienden, laat ons
zjjn als hjj.
dat schjjnt me toch een al te onwaardig
einde voor een van onzen stand
»Gjj vergeet, Veit, dat deze doodstraf
door menig voornaam en heilig hoofd in
de laatste jaren geadeld geworden is« sprak
de jongste.
»Och ik bid u, Herman, hou op met deze
sentimenteele frazen. Ik heb thaus genoeg
van den Franschen geest genoten. Toch ge
schiedt ons niet meer dan recht. Mocht
ooit op ons slot Sporcus over den Rjjn een
Duitsch woord gesproken worden of een
Duitsch boek in de bibliotheek komen God
bewaar ons, daarvoor was het geslacht
Rothkirch veel te voornaamDe oude graaf
liet tot zelfs zjjn schoenen van monsieur
Leonard uit Parjjs komen .en wanneer onze
moeder niet bjj ons gebleven ware, ik ge
loof niet dat we ooit op Duitsche stok
paarden hadden gereden. Ónze min was een
Fran9aise uit Dy on, onze bonne uit Niver-
nais en onze hofmeester een abbé uit Parjjs.
De groote Lodewjjk hing als een heiligen
beeld in alle kamers, en onze tuinier, de
oude La Fórcke, een volgeling van Le
Notre, bracht zjjn heele leven op een ladder
door, een groote tuinschaar in de hand,
waarna hjj onze schoonste hoornen naar
den eisch der mode snoeide. En wjj beiden,
Herman, waren waardige zonen van ons ge
slacht De Duitsche taal was ons een ken
merk van het ras der dienstboden goed
voor stal en keuken. Dat we ze nog spreken
kunnen, danken wjj onze lieve moeder, die
ons in de moetertaal troostte, wanneer we
bedroefd waren.
Maar dat mochten Papa noch de abbé
naar Callao.
De »Almirante Lynch* en de Esme
ralda* zijn teruggekeerd van een vruchte-
looze jacht op de »Almirante Condell* en
de ImperialVan laatstgenoemde bodems
wordt sedert hun vertrek uit Coquimbo niets
meer vernomen.
Ook is het niet gelukt de »Espiegle«, het
schip dat de door Balmaceda uit de schatkist
genomen zilveren staven, ter waarde van
5 millioen dollars vervoert, te achterhalen
Het Engelsche oorlogschip moet koers heb
ben gezet naar Engeland, 't wordt nie
waarschjjnljjk geacht, dat de troepen van
Balmaceda te Coquimbo nog tegenstanc
kon, kwam ik aan het eenig bestaanbare
hof der wereld, aan het hof van den zes
tienden Lodewjjk, wiens dubbele kin slechts
een weinig te weelderig, en zjjn schoone
gemalin, wier neus slechts een weinig te
scherp en wier rechteroog te groot was voor
haar linker. Nu, ik heb het goddelijke
Frankrijk en zjjn hofleven genoten, to
ik nu mijn longen piepen naar
lucht, ik heb een huid als haudschoenleer,
mijn oogen schuilen weg in de kassen, en
ik ben blij dat men geen zjjden kousen meer
draagt, omdat ik geen beenen meer heb.
De punchbowles van het Paleis Royal grijpen
iemand verschrikkelijk aan. Broeder, er zijn
uren geweest waarin ik hartgrondig ver
langde naar een Duitschen boterham, naar
een bankje in den tuin van ons slot,
naar ach, ik geef u rnjjn woord, het
is een geluk, dat gjj, als jongere eerst later
naar dit eldorado van de beschaafde wereld
gezonden werd en het is een geluk voor u
dat spoedig daarop de revolutie losbarstte,
die overigens naar den duivel kanloopen!
En thans zitten wjj beiden hier, gevangen
zonder in een kerker te wonen, zeker ge
guillotineerd te zullen worden, indien men
ons ontdekt, alleen omdat we de misdaad
begaan hebben als graven Veit en Herman
Rothkirch geboren te worden! Neen Her
man, spreek mjj nooit meer van geadelde
schavottenEr zijn oogenblikken, waarin
ik niet weet van wie ik het meest genoeg
heb, van de edellieden, die ons schoon,
groot Duitschland sedert een eeuw tot een
speelbal van Frausche modeapeu gemaakt
hebben of van de benden havelooze
proclamatie uitgevaardigd, den dood be
dreigende aan allen, die Balmacedisten ver
borgen houden.
Te Plymouth is het ss. Aconcagua*,
uit Chili aangekomen, vol vluchtelingen.
Bjj hun aankomst vernamen zij, dat Bal
maceda gevallen en de Congrespartij meester
van het land was. De vreugde der arme
menschen was onbeschrijfelijk. De meeste
hunner besloten dadelijk weder naar hun
vaderland terug te keeren.
De Herald heeft een telegram uit San
tiago d.d. 4, meldend dat Peru en Brazilië
de Junta hebben geluk gewenscht met de
overwinning en de herstelling van den vrede.
De Junta heeft do biljetten door Balmaceda
uitgegeven, gelegaliseerd. De Duitsche en
Amerikaansche gezanten hebben kennis ge
geven, dat zjj de niet-politieke vluchtelingen
zullen uitleveren, maar de andere op neutraal
gebied zullen afzetten.
booren. Zoo spoedig ik de vleugelen uitslaan kannibalen en 't bloeddorstig canaille, die
wjj thans »broeders« noemen. Maar neen,
om oprecht te zjjn, mjj zijn toch de Fransche
hofjonkers nog altijd liever, dan de sanscu
lotten, onze tegenwoordige kameraden! Ik
walg van al dat ontuig en vuil!«
De bleeke, vermagerde burger Brutus
sidderde van afkeer.
»Eu wat moet ik dan wel doen, broeder?*
riep le Palot, en zjju hupsche gelaatstrekken
verlevendigden zich. Ver weekei jj kt ben ik
niet en ik heb thuis een groot deel van mijn
jeugd doorgebracht in de jagershutten en
boerenwoningen, maar dat was geen
Parjjsch volkDie lieden hadden lieve
kinderen, zij hadden hunne sagen en hun
bjjgeloof en zij hadden hunne liefde tot ons,
de edellieden. Maar de lui hier! O, die
Franschen, van wie mjj papa immer ver
telde, dat de geringste bedelaar meer be
schaving bezat dan bij ons de hoogste
jurgerlijke ambtenaar of de burgemeester!
Die Franschen, wier kielen naar brandewjjn
en bloed stinken, wier zachtste woord naar
iet brullen van een wild dier geljjktdeze
wijven, die bjj de moorden der guillotine
fousen stoppen en foezel drinken om vrooljjk
te bljjven o, broeder, ik ben wezenljjk
niet laf maar ik gaf mijn halve zalig-
ïeid daarvoor, dat ik u redden kon! Denk
u onzen ouden vader, wanneer we hier
leiden omkomen! Wjj, de laatste Rothkirchs!
k heb u toch een pas bezorgd, een pas en
een signalement, dat geheel op u paste, van
een der gezellen onzer kuiperjj, die naar
mis zou gaan, maar voor de reis stierf,
n nu zjjt ge niet gegaan, ge hebt het
oogenblik verzuimd en zjjt gebleven!*
et Lam! ran
en Alteiia.
b, nog dan te Talcaba.no, dat muitende sol-j af8eTaardi«dfi Verdnga, °P *9" UooM
1. VO J rt n 1 1 r. I-. r. m.. 1 m. a r\ 4> 1 f— 4* 1
(Wordt vervolgd.!