Gezondheidsleer.
FEUILLETON.
ZATERDAG 19 SEPTEMBER.
1891.
Uitgever: L. J. VEERMAN,'Heusden.
Bij dit nummer wordt no. 21 van he
feuilleton als bijvoegsel verzonden.
VOOK
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.00. Franco per post zonder prjjs-
verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent.
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht.
Ziekten voorkomen staat nog vrij wa
hooger dan ziekten genezen. Houdt de ge
neesheer zich met het laatste bezig, de
gezondheidsleer heeft ten doel zooveel moge
lijk ziekten te voorkomen en de volksgezond
heid te bevorderen. Die wetenschap is
betrekkelijk nog jongin vroeger tijd dach
men er weinig aan om het een en ander
te doen, waardoor ziekten konden voor
komen worden. Bjj besmettelijke ziekten
brandde men piktonnen en teerkransen to
zuivering der lucht, maar hierbjj bleef het
Van andere maatregelen tot bevordering
der gezondheid leest men weinig of niets.
Men moest dragen wat opgelegd was en
daartegen maatregelen beramen was zich
verzetten tegen God, die ziekte en gezond
heid gaf naar zijn welbehagen. Het verzet
tegen de vaccine is nog een overblijfse
van die denkbeelden, waardoor veler leven
verkort is. Langzaam hebben andere denk
beelden terrein gewonnen en zijn uit het
studeervertrek van den geleerde overgegaan
in de maatschappij. De wetenschap doet
niet genoeg als zy ziekten geneest, zij moet
die zoo mogelijk voorkomen en die moge
lijkheid bestaat; onbetwistbare cijfers ge
tuigen het. Was het sterftecijfer in vroeger
jaren niet zelden 50 a 60 per 1000 in
woners in één jaar, langzamerhand is dit
gedaaldin vele groote steden is het sterfte
cijfer nu zelfs beneden de 20, en men mag
aannemen, dat, waar het hooger mocht zijn,
de schuld ligt aan het verzuimen van de
maatregelen, die de gezondheidsleer voor
schrijft. Die vermindering van het cjjfer is
verkregen door het dempen van stinkende
grachten, het verbeteren der woningen, het
aanleggen van plantsoenen en wat niet het
minst gewichtige is, het verschaffen van
zuiver drinkwater.
Waar dit geschiedde, daalde jaarljjks het
sterftecijfer, het was hooger in de buurten,
die in minder gunstigen toestand verkeerden door mindere uitgaven voor de armverzorging verspreiden en de kosten van drukloon de wegen onder water stonden en de spoor-
en naarmate ook daar de verbeteringen en de ingezetenen vindea een vergoedingzouden zoo groot niet zijn. Geschiedde dit, weg- en telegraaf-verbinding waren ver
werden ingevoerd, ondervond men ook daarvan de hoogere gemeente-lasten door een dan zou niemand meer onwetendheid kunnen broken.
de gunstige gevolgen. Alom bleek dus, dat vermindering van hun uitgaven voor ge-
het sterftecijfer volstrekt niet iets was, ge-j neeskundige- hulp, mits ook zy voor zich
heel onafhankelijk van den wil der menschenzei ven de lessen der gezondheidsleer niet
voorwenden. I 't Eerste werk waartoe de Regeering
Verbetering is mogelijk en daarom moeten Mast gaf, was, de telegraaflijn te doen her-
allen het hunne bijdragen om het sterfte- stellen, zoodat weldra uitvoeriger berichten
de statistiek wees jaarljjks aan, wat noodig in den wind slaan. Het gemeente-bestuur cijfer tot zijn minimum te brengen. Het den waren toestand aan het licht zullen
was om den gezondheidstoestand te ver-, kan toch veel, maar niet alles doen. Ieder, moet niet de trotsch zijn van een gemeente- brengen. Ooggetuigen deelden reeds mede,
beteren en het sterftecijfer te verminderen, in zjjn kring moet medewerken om de oor-
Hadden verbeteringen plaats gehad, dan zaken die de volksgezondheid in gevaar
waren die merkbaar door verlaging van het brengen te verwijderen,
cijfer. Waar meer dan 20 menschen's jaars j Onkunde van de eenvoudigste eischen
op de 1000 inwoners sterven is, de zaak. der gezondheidsleer is een oorzaak van veel
bestuur: de hoofdelijke omslag bedraagt dat de overstrooming door een hevige aard-
slechts zooveel, maar het sterftecijfer is ver- beving werd voorafgegaan. De Koningin-
minderd tot 18. Regentes zond dadeljjk f 25.000 ter onder-
Ieder ga eens na hoe het in zijn gemeente steuning en heeft een nationale inschrjjving
is, en valt het tegen, dan moedig de zaak doen openen.
niet in orde, en moeten de oorzaken weg- verkeerds, dat men om zich ziet. Men zou onder de oogen gezien, de oorzaken opge- De Minister van openb. werken is naar
genomen worden.
Dit moet geschieden door den Staat, door
de gemeente en door de individuen.
Reeds hebben wjj wetten tot wering van
wel anders handelen, men zou wel het een spoord en zoo mogeljjk verbeteringen tot Concuegra vertrokken om het reddingswerk
en ander verbeterd hebben, maar men wist
niet dat het zoo nadeelig waszeker, men
is gaarne gezond, maar hoe die gezondheid
besmettelijke ziekten, en gelukkig zullen j te bewaren Op de lagere school kan in
die nu niet verzwakt worden; integendeeldit opzicht reeds iets gedaan worden, by
is van dit Ministerie te verwachten dat het, het herhalingsonderwjjs kan een werkje over
geleid door de wetenschap, alles zal doen de gezondheidsleer als leesboek worden ge-
Fiquelmont en zijn boek der „laatste
woorden."
(4
>Ik ga nu daarheenzeide hij tot
Rose, die aan 't tuinraam zat, met een werkje
in de handen. Het raam was met bloemen
omzet, waaruit maandrozen het hoofd om
hoog staken.
Rose Fiquelmont hief haar bleek gelaat
tot haar gade op. Zjj was een klein, zacht
vrouwtje, maar over haar schoon gelaat
lag een trek van ernst en standvastigheid
en in haar groote blauwgrijze oogen een
vasten blik. »A1 weer!* zeide zjj.
»Ja wel, al weer, altjjd weer!* bromde
hg barsch. Hjj was voortdurend boos op
zjjn vrouw, dewjjl hjj gevoelde, dat ze een
diepen afkeer van hem had. Hjj zocht
echter voor zijne boosheid steeds een ver
ontschuldiging te geven. »En jij, je blijft
thuis, als altjjd.
»Ge zult toch niet willen dat ik daar
heen zal gaan en dat aanschouwen vroeg
zjj verwjjtend.
Hjj plaatste zich voor haar; zjjne stop
pelbaard sidderde, zjjn vuile handen om
knelde den doornstok.
»En waarom niet? Waar de man heen
gaat, daar behoort ook de vrouw. Ook zjj
behoort te zjjn, waar het vaderland bevrjjd
wat noodig is om met kracht en goed ge
volg der strijd tegen besmettelijke ziekten,
waarvan zoovelen het slachtoffer geweest
zijn, te kunnen voeren. Maar vooral rust
op de gemeente-besturen de plicht om in
deze zaak te doen wat de wetenschap en
de ondervinding leeren. Vele besturen zjjn
in dit opzicht nog zeer achterljjkzjj stellen
een batig slot boven de gezondheid der in
woners en laten veel na wat noodig is
omdat daaraan uitgaven zjjn verbonden.
Men stelt uit, tot het te laat is en velen
de slachtoffers van het verzuim zjjn ge
worden. Waar is geld beschikbaar voor de
ïeuring van de voedingsmiddelen, waar
leeft men afdoende bepalingen op den bouw
van woningen, in hoe weinige gemeenten
san men vrede hebben met het drinkwater
)e gemeente-besturen zjjn geroepen om te
waken voor de volksgezondheid, het sterfte-
cjjfer wjjst aan of die besturen in dit op
zicht al of niet hun plicht vervullen, of zjj
meer zorg dragen voor de financiën dan
voor de gezondheid der ingezetenen. Schjjn-
baar is veel geld noodig om het noodzake
lijkste tot stand te brengen maar veel van
het geld daarvoor uitgegeven, komt terug
bruikt, maar veel van het geleerde wordt
stand gebracht!
Kuiten land.
De overstroomingen in Spanje.
te leiden. De Ministerraad kwam dadeljjk
I bjjeen en besloot troepen, geld, tenten en
I levensmiddelen te zenden.
OfHcieele opgaven schatten dat er 1500
menschen gedood zjjn, waarbij geheele
I huisgezinnen, terwjjl een paarduizend per-
De berichten over de geweldige over- sonen gewond werden meer dan 4000 stuks
stroomingen die Spanje hebben geteisterd vee vonden den dood in de golven. De
spoedig vergeten, als het niet zoo nu en zijn nog schaarsch, tengevolge van het I schade is nog niet te berekenen maar deze
dan eens herinnerd wordt. verbreken van de telegrafische gemeenschap, zal zeer zwaar zjjnhonderden menschen
Op verschillende plaatsen zjjn de voor- 't Bljjkt intusschen reeds dat de geheele hebben alles verloren,
schriften aangeplakt hoe men moet handelen provincie Toledo zwaar heeft geleden. IJit Gibraltar komt nu daarenboven het
met drenkelingen: een goede maatregel, Langs de oevers der door de hevige bericht, dat op den spoorweg Madrid
regens overstroomende Amerguillo moet Sevilla een spoorwegdjjk wegzakte, waar-
alles verwoest en door den stroom mede- door het verkeer is gestremd,
gesleept zjjn. Over een uitgestrekheid van
waaraan zeker reeds menigeen het leven te
danken heeft. Zou het niet goed zjjn eveneens
in korte, duideljjke zinnen op te geven wat
wordt, waar de verraders vallen! Ik ver
trouw u bovendien niet
Zjj werd vuurrood en de naald in hare
hand beefde. »Niet vertrouwen mjj?« vroeg
zjj onzeker en sloeg hare zachte oogen
verschrikt tot hem op.
»Ik verdenk u, dat je 't met de arris
tocraten houdt! Zij, de vrouw van Fiquel
mont, zonder wien de Bastille niet veroverc
ware geworden, wien de groote Robespierre
het ambt van aanklager in de processen
geschonken heeft!*
Madame Rose ademde vrijer. Zij was
weder kalm. »Goed!« zei ze,« wanneer ge
rnjj verdenkt, zoo klaag mjj aanBreng mij
op 't schavot! Mjj is er niets aan gelegen.
»En waarom niet? Omdat je je man niet
lief hebt. Maar je weet te goed dat ik je
niet aanklagen zal, dat ik dit niet kan,
omdat ik je bemin, j jj boosaardig creatuur
»Zoudt gjj werkeljjk liefhebben kunnen?
Uw gansche leven gaat in haat op!«
»In haat! Omdat ik deze aristocraten
haat? Ja, ik haat ze bitter, met al mijn
krachten. O, als jjj beleefd had, wat ik
ondervonden heb. Mjjn vader was de beul
van Montfermail, Rose! Kon ik dat helpen?
Ik kon toch mjjn ouders niet uitzoeken.
Niemand kwam in de nabjjheid onzer hut,
want ze was onrein. Wanneer ik uitging,
wierpen mjj de straatjongens met steenen.
Ik durfde niet in de school komen, want
niemand had naast mij willen zitten. Eens
werd mjjn zuster door de equipage van een
edelman overreden. Deze werd aangeklaagd
de mensch noodig heeft om zjjn gezondheidhonderden mjjlen is de rivier thans eenl "'Daily telegraph* drukt er zijne ver
en die der zjjnen te bewaren. Wanneer men meer van 2 tot 6 voet diep geworden. I wondering over uit, dat de Luropeesche
nu hier, dan daar in flinke letters voorl 't Meest van alle plaatsen leed het stadje r®aanc'e"mannen hechten aan het
oogen krjjgt: Zorg toch voor versche luchtConcuegra met 7000 inwoners. In den I belacheljjke bericht omtrent de bezetting
in uwe woningen; weg met de gordijnennacht werd de stad overstroomdhonderden vari Mitylene. Het is geene oorlogsdaad
voor uw bedsteden, weg met de ellendige verdronken in bed of werden onder de geweesft Wttt volstrekt onraogeljjk is, maar
kribben, waardoor de kinderen moeten in- j puinhopen bedolven. Men vreest dat een r*e zaa^ ^aa^ z*c^ gemakkeljjk verklaren,
ademen wat door de ouders reeds bedorven groot gedeelte der bevolking bjj de ramp Cnze marine in het buitenland erlangt meer-
is, enz. enz. Zou dit dan van geen grooten is omgekomen; eergisteren waren reedsJma^ea ver^°G manschappen en zelfs kanon
invloed zjjn en veel veranderd worden, wat 400 Ijjken gevonden. De stad is echter ge-1nen' ^et houden van landoefeningen,
men voor geheel onschadeljjk hield. Zou het j heel tot een puinhoop gemaakt, waaronder
geld, aan zulke aanplakbiljetten besteed, geen nog honderden begraven zjjn.
goede rente geven? Ook de nabjjgelegen dorpen werden ge-
Misschien zou men er eerst mede spotten, heel onder water gezet. Almeria staa
maar toch men zou geene zaken, die zoo grootendeels onder, ook daar verdronken
openljjk werden veioordeeld, durven ver- verschjjdene menschen en Valencia is ge-
dedigen. Het geneeskundig Staatstoezicht
zou gemakkeljjk zulke voorschriften kunnen
en zou tot een geldboete veroordeeld ge
worden zjjn, doch toen het uitkwam dat
het verwonde kind de dochter des beuls was
werd hij natuurljjk vrijgesprokenWat had
dat onreine ding op den weg des edelmans
te doenMjjn jongere broeder werd door
een Choiseul doodgeslagen, op een jacht,
toen hjj den grooten heer een ree voor den
neus wegschoot. Hij beminde nu eenmaa
de jacht, onze Gaspard. Ja, ik haat niets
zoo zeer als deze schurken met hun par-
fumeriën, hun fijne manieren, alsof ze en
gelen waren! Vjjf Choiseuls heb ik reeds
zien doodbloeden. O, dat bloed doet goed.
wanneer men dorst naar wraak, en jaren lang
versmacht naar gerechtigdheid. Waarom
zeg ik u dat alles Rose Ge staart mjj aan
en hebt angst voor me. Tot wien zal ik hier
van eerder spreken als tot mjjn vrouw? Jjj
moet me toch geljjk geven. Ik heb een
maal mjjn haat onderdrukt, slechts eenmaal
in mjjn leven om u te winnen, u, op wie
ik als een dwaas verliefd was. Ik weet, ik
gevoel het: gjj zjjt aristocratisch in uw
jart. Maar gjj zjjt mjjn vrouw. Ge zult mjj
rouw bljjven, want ik weet, ge zjjt eerlijk.
Staar me niet zoo aan, nu ik u dit zeg.
Wanneer men dag op dag zooveel hoofden
ziet vallen, verleert men zoete woorden te
duisteren.*
Zij keek verward tot hem op en hield
lare handen dicht aan 't ljjf, opdat hjj ze
niet vatten zou. »Ik ben geen aristocrate,*
daagde zjj, »maar ik ben bang voor bloed;
laat mij thuis en ga alleen. Ik ben reeds
deel tel jjk overstroomd.
't Was zeer moeiljjk hulp te zenden omda
bang, wanneer ik u zoo hoor spreken.*
Hjj lachte. Hjj lachte ruw, als een jongen
over een klein vogeltje, dat hjj bjj de
vleugels vasthoudt. Hjj begaf zich naar zjjn
schrjjftafel en nam een in perkament ge
bonden boek ter hand, dat hjj zorgvuldig
wegsloot, waarna hjj den sleutel bjj zich
stak en de kamer verliet, zonder zjjn vrouw
te groeten. Dat was toenmaals geen ge
woonte onder de patriotten.
Rose was opgestaan. Haar naaiwerk in
de hand houdende, leunde zjj op het kozjjn
en staarde lang en nadenkend voor zich
heen.
Waaraan dacht Rose Fiquelmont?
Haar woeste echtgenoot liep het voorhuis
door waar Brutus een tapperjj hield. Dezen
wenkte hjj en riep: »het is tjjd, burger
Brutus!*
Brutus gaf twee boloogige gasten, die met
verglaasde oogen op vaten zaten, een wenk,
waarop ze vertrokken en hing de kaart op,
waarop geschreven was: »Clos pendant
l'execution*. Daarna begaf hjj zich arm in
arm met zjjn huisheer naar de Place de
Republique,* alwaar in de eerste rjj stoelen
steeds twee plaatsen voor hen gereserveerd
werden. Nauw waren ze gezeten of de
executie nam een aanvang. De eerste kar
twain aangerold. Man na man, vrouw op
vrouw besteeg het schavot; ieder veroor
deelde sprak nog een paar woorden, eer
zjjn mond zich voor altjjd sloot; de een
verachteljjk, de ander dreigend, een derde
klagend en vleiend. Zonder ophouden werkte
aan wal te zetten. Ongetwijfeld is hier iets
dergeljjks gebeurd.
De Times* noemt het gerucht der be
zetting van Mitylene ten eenenmale onge
grond. Mogeljjk is het door zekere bankiers
huizen verspreid, ten einde de uitgifte der
nieuwe Russische leening te Parjjs te be
lemmeren.
het blanke mes der guillotine, terwjjl het
in de lachende voorjaarszon glinsterde. De
hoofden werden door de beulsknechten ge
grepen, aan de verdierljjkte omstanders ge
toond en daarna in een zak gestopt; in
een afsehuweljjken, bloedigen zak, die zich
spookachtig bewoog, ofschoon hjj slechts
afgehouwen hoofden bevatte. De breisters
breidden ondertusschen onverpoosd hare
jousen of kinderborstrokjes en hoonden
usschenbeide den eenen veroordeelde en
riepen den ander een bravotoe, geljjk het
schouwburg-publiek pleegt te doen bjj het
optreden van meer of minder geliefde acteurs.
Burger Brutus zong met ruwe stem vuile
iederen, zoo dikwjjls een vrouw het schavot
tetrad. En burger Fiquelmont zat daar op
zjjn vaste plaats, zjjn roode uitpuilende oogen
tjjf gericht op de offers, de kin rustende
op de hand en deze op den stok, altjjd door
de lippen bewegend de lippen bewegend,
als schoolknapen doen, wanneer ze uit 't
hoofd leeren moeten.
En toen de executie drie uren geschorst
werd om beul en toeschouwers tjjd voor 't
middagmaal te geven, toen begaf zich ook
Fiquelmont naar huis, at zoo haastig mo
geljjk en zette zich daarna aan de schrjjf
tafel in de achterkamer, immer nog met
de lippen murmelend, alsof hjj 't geen hjj
van buiten geleerd had, opzegde.
Hjj ontsloot de lade, waarin het perka
menten boek was weggesloten, nam bet ter
hand en begon er jjverig in te schrjjven.
iet Land van
en Aitena
De Langstraat en de
Bomnielerwaard.
up ci" a vvv inwoners sterven cie ZütiKucr gtJzuiiuRcitisitci is een uuiziuchv vuii veei j en vitiu neu te^en^ uun ujoevii^ ue ^hhiv j mdvu ujjcucui
/Worcft vervolgd./