Op Crecliet!
FEUILLETON.
Marie Stevenson.
WOENSDAG 6 JANUARI.
1892
11 60.
1
-"r A --C/t
C f.
ËjgSjjt
voor
Uitgever: L.. J. YEERMAK, Heusden.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden ƒ1.00.
verbooging. Afzonderlijke nummers 5 cent.
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht.
we#
Het jaar is ten einde, en ieder koopman of
winkelier, die prijs stelt op orde in zijn zaken,
maakt zijn rekening op over het afgeloopen
jaar. Zijn omzet is naar genoegen geweest.
Ziet hij zijn inkoopboek na, dan heeft hij
vrij wat meer ingeslagen, dan in het vorige
jaar, en geregeld is het ingeslagene weer
afgeleverd, hij heeft volstrekt geen klagen,
de zaak marcheert goed, alleen is het voor
hem niet aangenaam dat zijn kas juist niet
zoo gevuld is, als hij wel wenschtewel
heeft hij nog vrij wat te innen, veel meer
dan in het vorige jaar, maar wanneer zal
dat ontvangen worden? Hoeveel van dit
geld zal terecht komen? Zoo kan het niet
langer, zucht hij, maar moet het bij vrome
verzuchtingen blijven, of moeten maat
regelen beraamd worden om aan dien on-
gelukkigen toestand een einde te maken;
Borgen is een ellende voor den kleinhandel,
maar het is evenzeer een ellende voor de
gezinnen, waar van dit middel gebruik wordt
gemaakt om \lp goedkoope? wijze in zijn
behoeften te voorzien.
Borgen is een ellende voor den winkelier,
hij heeft zoodoende wel geld onder de rnen-
schen, maar hoeveel liever zou hij het in
kas hebben, om in de gelegenheid te zijn
zijn schuldeischers op tijd te kunnen vol
doen om zoo de eerste winst door lageren
inkoop te kunnen trekken. Nu kan hij niet,
zooals hij gaarne zou willen omdat hij de
beschikking mist over de daartoe noodige
gelden.
Maar het borgen is ook een ellende voor
de gezinnengaat het borgen gemakkelijk,
dan wordt men spoedig verleid om meer in
'te slaan dan juist wenschelijk is, met het
oog op de inkomsten en bij den minsten
tegenspoed is men niet in staat aan zijn
verplichtingen te voldoen, en wordt de win
keiier het slachtoffer zijner toegevendheid,
want het is niet anderswaar niet is, ver-
ELVIRA.
(6
Mevrouw Stevenson en Marie keken zeer
verrast op.
«Maar, neef! dat kan en mag ik niet.
»William viel zijn tante dadelijk in de
rede, door op een gevoeligen toon te zeggen
«Gij hebt mij dikwijls aan uwe tafel ge-
noodigd, zoodat het zeer natuurlijk is dat
gij mij ten minste eenmaal toe moet staan
gastheer te zijn. Daarbij, hoe korten tijd
zal ik u nog kunnen zien.
»William sprak op zoo'n overredenden
toon dat Mevrouw Stevenson den moed
niet had hem te weigeren. De bedienden
.plaatsten den voorraad ran William op de
tafel, zooals een groot stuk roast-beef, een
.kolossale plutu-pudding en een groote voor-
jfcad gebakjes en lekkernijen.
«Wel wat moeten wij met die massa
Aanvangen,zeide Marie met een bekoorlijk
proilend mondje. Geheel en al van eenig
verwijt ontheven, kon zij dit toeval slechts
zegenen dat hare moeder in haar besluit
verhinderde. Verder begreep zij zeer goed
de kiesche wijze van handeling van haar
neef om het aanbod dat zoo verstandig
werlegd was, niet met dankbaarheid aan
e nemen.
«O! beste Marie! heb daar geen zorg
oor,* zeide William, «mijne neefjes en ik vingers gigden.
liest zelf de keizer zijn recht. indien zij een einde wilden maken aan het
In het gunstigste geval wordt met moeite borgen, aan het verleenen ven crediet, want
het geborgde aangezuiverd, en die onaan- j dit te weigeren maakt de kracht uit der
genaamheden had men zichzelf en den win- coöperatieve ondernemingenborgen mag
keiier kunnen besparen indien men slechts
niet op crediet gekocht had.
bij coöperatie niet geduld worden.
Maar zegt men misschienZonder borgen
Voor den winkelier gaat door dit borgen, is het niet mogelijk winkelier te zijn. Borgt
een gedeelte der winst verlorendie winst men niet, dan loopen de klanten naar een
moet hij traehten terug te krijgen door of j concurrent, die in dit opzicht gemakkelijker
is en men blijft met zijn waren zitten. Zeker
zal het debiet in den eersten tijd minder
worden, maar men is verzekerd van zijn
geld en dus ook van een billijke winst,
terwijl de concurrenten in debiet mogen
vooruitgaan, doch de ontvangsten nog al
iets te wenschen zullen overlaten. Wie zal
er dan ten slotte het beste bij varen?
Een jaar wordt weder afgesloten. De open
posten worden nagegaan, door hoeveel dier
posten kan wel, als waarschijnlijk oninbaar
een streep gehaald worden? Zou het niet
verstandig zijn om met het verledene te
breken, en het schuldboek niet meer te ge
bruiken, om zich verdere teleurstelling te
besparen?
Onmogelijk zegt de winkelier, die sedert
jaren zijn klanten aan borgen heeft gewend.
Zeer goed mogelijk, zeg ik, met het oog
op de coöperatieve winkels, indien men de
zaak slechts verstandig aanpakt. Heeft men
veel gezinnen van werklieden aan den
winkel, waar gewoonlgk slechts des Zater
dagsavonds geld in huis komt, welnu men
verleent hun in de week crediet, mits des
Zaterdags alles aangezuiverd wordt en in
geen geval geve men een volgende week
crediet als dit niet gebeurd is. Willen zjj
dan naar een concurrent gaan, hij moge
zich in zulke klanten verheugen, misschien
wordt dan wel spoedig door hem en zijns
gelijken een verbond opgericht tegen win
keliers, die niet willen borgen, en hun met
de slechte betalers opschepen.
Maar ook meer gegoeden maken zich aan
het euvel schuldig. Hoewel niet buiten staat
om te betalen, stellen zij uit, wachten eerst
waren van mindere kwaliteit te geven of
zijn prijzen te verhoogen, wat niet zelden
tengevolge heeft, dat klanten die gewoon
zijn contant te betalen een betere en meer
goedkoope gelegenheid opzoeken om zich
van het noodige te voorzien. Zoo gaan de
beste klanten verloren, en de klachten over
ongeoorloofde concurrentie klinken luide.
Terecht? Niet de klanten die wegloopen
hebben schuld, maar de winkelier, die met
een groot schuldboek de contant betalenden
verplicht, zijne verliezen tot een zoo gering
mogelijk cijfer te brengen.
Coöperatie is thans aan de orde van den
dag. Winkels op coöperatie gegrond, bak
kerijen, slachterijen en wat niet meer, voor
zien de leden van het benoodigde, niet
zelden op vrij wat voordeeliger voorwaarden
dan tot nu verkregen werden. Goede waren,
billijke prijzen en bovendien nog een aandeel
in de verkregen winst, lokken velen aan
om lid eener coöperatieve vereeniging te
worden. Dat dit den winkeliers een ergernis
is, behoeft niet in het licht gesteld te
worden. Er is zelfs een wijd vertakte ver
eeniging opgericht om de coöperatie te be
strijden; zoo men het mogelijk acht, weert
men bekwame personen uit regeerings-col-
legiën, omdat zij leden waren van »Eigen
hulp* of bekend stonden als voorstanders
van coöperatieve ondernemingen. De uit
oefening van zulk een dwang is eenvoudig
bespotteljjk. Zij handelden vrij wat beter,
indien zij coöperatie onnoodig maakten,
door goede waar tegen billijke prijzen te
geven en dat kunnen zij immers even ge
makkelijk als de coöperatieve vereenigingen,
zullen wel zorgen dat alles verorberd wordt.
«Wat een overdrjjving zeide Mevrouw
Stevenson, de kostbere spijzen beschouwende,
die op de tafel geplaatst waren.
Weldra stond alles op zijne plaats. Men
begaf' zich aan tafel, en men begon met
een opgewekte eetlust en aanstekelijke
vrolijkheid aan het diner. Men dronk alleen
water, maar er werden daarom niet minder
toosten uitgebracht. De kleine Henri bracht
met zijn gewone onbezonnenheid de laatste
uit.
«Op het aanstaande huwelijk van William
en Marie* zeide hij, zijn glas opnemende.
William volgde de beweging van het
kind, maar Marie glimlachte slechts droevig
en antwoordde niet. Deze stoornis temperde
eenigszins de vrolijkheid die in vollen gang
was.
Het jonge meisje hield zich echter zoo
goed, dat de avond al te snel voor allen
voorbij ging.
»Wat zou het toch heerlijk zijn, altijd
in een familiekring te leven zeide William
weemoedig, toen hij tegen 10 uur afscheid
van de familie Stevenson nam. Zes weken
daarna, was Willam op weg naar Italië.
Hij nam met zich, evenals alle groote
kunstenaars,: een grooten ijver, onver-
moeibaren moed en eene innige liefde.
Marie scheen zijn vertrek niet te betreuren.
Alleen des avonds, wanneer de kinderen te
bed lagen en zij alleen in haar kamertje
zat, ging zij voor het raam zitten, en bleef
verscheidene uren in diep gepeins verzonken.
Tussenbeiden kon men een naam zeer
zacht hooren fluisterensomtijds liet zij
stil een traan tusschen hare
vermagerde
IX.
Omstreeks 3 jaren na het vertrek van
William bevond zich Marie, op een heer
lijken lentemorgen op hare dagelijksche
tochtjes op weg.
Zij ging naar Grosoenor Square, in het
West End naar de woning van Lord Melburn,
wiens oudste dochter van 12 jaar, les van
haar ontving.
Marie begaf zich naar het kabinetje
waar zich gewoonlgk Lady Melburn met
haar leerling bevond. Dezen keer vond zij
haar echter niet, maar zij beloofde niet
lang te wachten, want op het oogenblik
dat zij de piana opende, hoorde zij de zilveren
stem van Miss Melburn in eene aangrenzen
de kamer.
«En ik zeg u, beste broer, dat gjj niet
mee binnengaat!* zeide zij lachende.
«Mjjn lief zusje, ik smeek er u om!«
antwoordde men.
«Neen, neen, en nog eens neen,* ver
volgde het kind met een radheid van tong.
Toen trad zij haastig de kamer in, sloot
de deur en draaide het slot om.
«Neen, hoorzeide zij toen op een eenig-
zins dreigenden toon.
«Wat is er toch, Miss Anna?* vraagde
Marie.
«Mijn broeder wil bij mijne muziekles
tegenwoordig zijn om over mijne vorderingen
te oordeelen*.
«Is mijnheer uw broeder dus uit Italië
terug
«Ja, sedert gisteren avond; en nu maakt
hij het mij al lastig. Hij maakt gebruik
van de afwezigheid van Mama, om mg te
willen regeeren, maar ik zal hem wel toonen
eens een rekening met nieuwe jaar en haasten
zich dan volstrekt niet met de betaling, in
de meening dat het voornaam staat, om
iemand op zijn eerlijk verdiend geld onnoodig
te laten wachten.
De leverancier is huiverig op betaling
aan te dringen uit vrees een klant te ver
liezen, maar zou het niet mogelijk zijn een
klant, op wien men prijs stelt, te overtuigen
dat contante betaling of althans een ge
regelde betaling per maand ook in zijn
belang is. Heeft hij daarvoor geen ooren,
wil hg volharden in zijn voornaamheid,
welnu, men gunne hem aan zijn concurrent,
die toch verplicht is een groot schuldboek
te houden en daardoor ook vele onbetaalde
rekeningen te zijnen laste heeft.
Veel zou beter worden voor de winkeliers,
indien zij slechts met dit ongelukkige stelsel
van borgen wilden brekende soliditeit zou
grooter en het getal faillissementen zou
zeker minder worden; door het stelsel van
borgen worden koopers en verkoopers ge
demoraliseerd en daarom heb ik bij het
begin van den nieuwen jaarkring slechts
één wensch voor de winkeliers: van harte
wensch ik dat allen zonder onderscheid niet
meer zullen borgen, omdat door de afschaffing
daarvan het alleen mogeljjk zal zijn een ge
zonden toestand voor verkoopers en koopers
in het leven te roepen. Contante betaling*
worde de leus van allen!
Buitenland.
Ter gelegenheid van de gebruikelijke
nieuwjaars-receptie heeft koning Leopold
van België met den voorzitter der Kamer
van afgevaardigden een belangrijk gesprek
gehad over de grondwetsherziening. Ons
land zeide de Koning heeft het zeld
zame voorrecht gehad, tot nog toe nooit
de tusschenkomst van vreemde mogendheden
uit te lokkenBelgië heeft immer zichzelf
kunnen regeeren. Wij zijn dit voorrecht
verschuldigd aan de wijze bepalingen der
grondwet; doch ik ben daarom nog geen
vurig bewonderaar van den best
stand, en erken dat een uitbreic
kiesrecht noodig geworden is.
Verbazingwekkend is de uit *..n
het nieuwe Duitsche geschut,
kort zal worden ingevoerd. Bij proeven in
Begeren genomen, werd een schot gelost op
een schijf, die 750 passen verwjjderd was
van een bosch. De bom miste de schijf,
maar schoot 500 meter ver door het woud,
zoodat weldra een groot deel van het bosch
in brand stond. De samenstelling van het
kruit, waarmede het schot geladen was, is
een geheim, in 't bezit der Duitsche regeering.
Een andere bom met dit kruit geschoten,
wierp splinters in een kring van bjjna 300 M.
Een derde maakte tienduizenden gaten in
een zware pantserplaat.
Een batterij van dit nieuwe geschut is,
naar beweerd wordt, voldoende om een ge-
heele divisie te vernielen.
dat ik een eigen wil heb Heeft men ooit
zoo iets gehoord, om niettegenstaande ik
het niet verkies, hier binnen te komen?*
«En waarom staat gij het niet toe?
Omdat ik verlang dat hij niets van
mijne studiën hoort, voor dat ik het heel
goed ken; ik wilde zelfs hem er mede op
zijn verjaardag verrassen, die over een
maand gevierd wordt.*
«Dan moogt gij wel geen tjjd verliezen,*
zeide Marie, iets of wat spotachtig, en
plaatste het studieboek op den lessenaar.
Het kleine meisje nam voor de piano
plaats; en gedurende een kwartier hoorde
men niets dan een reeks verschillende
valsche noten en akkoorden die telkens
herhaald werden. Men hoorde menigmaal
de stem van Marie tusschen die wanklanken
om te fouten aan te toonen; tusschenbeide
plaatste zij hare vingers op de toetsen om
er eenige heerlijke toonen aan te ontlokken
die Anna poogde na te volgen. Eensklaps
hield zij, midden in een cadence opzij
zag haar broeder zacht de deur inkomen
van het salon. In een oogwenk stond zij
voor hem.
«Dat is valsch!* riep zij, aldus eer
biedigt gij mijn wil.... Vertrek!*
Bij die woorden nam Anna zoo'n ge
wichtige houding aan, die een eerste tooneel-
speelster niet had kunnen verbeteren. Maar
haar broeder liet zich niet door hare
theatrale houding verontrusten, hij groette
de jonge muziekonderwyzeres en scheen
zeer verrast te zijn.
Marie bloosde zacht, want zij had in den
broeder van Anna dezelfde jonge man her
kend die zg op het bal haars vaders ont
moet had, en die haar twee jaren later in
Woensdag ochtend omstreeks 7 uur is een
postkar, rijdende van het hoofdpostkantoor
te Weenen naar de kantoren Simmering,
Kaiser-Ebershof en Schwechat, op brutale
wijze bestolen. De kar was, als alle andere
bij de Oostenrgksche postergen in gebruik,
met dubbele sluitingde deur wordt gesloten
op de postkantoren, waar do sleutel steeds
in handen is van een hoofdambtenaar, terwijl
over de deur een ijzeren bout met hangslot
wordt vastgemaakt, waarvan de postiljon
den sleutel heeft, zoodat steeds twee ambte
naren in eikaars tegenwoordigheid den kar
openen.
Aan het kantoor te Simmering was door
den postiljon Joseph Röster op de gewone
wijze de voor dat kantoor bestemde zak
afgeleverd en de kar gesloten, toen enkele
meters vóór het kantoor te Kaiser-Ebersdorf
persoon, met een dienstpet op, den
een
postiljon liet stilhouden, zeide dat hri
chef van het kantoor was, hem 1
liet openen en zelf de deur opern
er een ^e postzakken uit; de h
'mr
rames Park gevolgd t
Vrom« vraagde Annt
ïaA «kijkt gij zoo verwon 1
haar
Kent.
het
broedA «kijkt gg zoo
gij MLs Stevenson
»Ik heb het genoegen geha< r
vroeger ontmoet te hebben*, z<
graaf, die gemerkt had dat
mooier was dan vroeger.
»Zoo!» vraagde Anna nieuwsgierig. »En
waar was dat, broeder?*
»Op een bal* ziede hg dadelgk.
Nauweljjks had Arthur Melburne die
woorden gesproken of hij herinnerde zich
het bal waarop hg zinspeelde, dat voor de
pianiste een droevige herinnering had na
gelaten. Ontstemd over zjjne eigene on
handigheid, wilde hjj het weer goed maken
en stamelde eenige verontschuldiging, maar
hg deed het zoo ongeschikt, dat het jonge
meisje hem zelf te hulp kwam.
«Het is reeds vijf jaren geleden mylord,
dat ik voor het eerst, en waarschijnlijk voor
het laatst gedanst heb. Vjjf jaren kunnen
de scherpte van veel smarten verzachten;
de herinnering die gg in mg opgewekt hebt
is niet pijnlgk meer.*
»Ik dank u, Miss, dat gg mgne on
handigheid aldus verschoont,* antwoordde
de jonge lord zeer hoffeljjk. «Indien ik de
omstandigheden waarin ik de eer had u te
leeren kennen, niet vergeten heb, had ik
ten minste moeten zw|jgen.<
Op het kompliment volgden eenige oogen-
blikken stilte, die Anna eensklaps verbrak.
«En nu kunt gg vertrekken! laat mg
verder les nemen,* zeide zij.
19L
r,
van Heiisden
ea Aiteiia,
[Ie Langstraat en de
Boininelerwaard.
Franco per post zonder prjjs-
Uit het Fransch
DOOR
Wordt vervolgd,.!